Wat het buitenland in 1931 beleefde.
DONDERDAG 31 DECEMBER 1931
DE LE1DSCHE COURANT
DE NALATENSCHAP VAN HET OUDE JAAR. - EEN FAILLIETE BOEDEL.
„Het jaar is een oud dood man in huis,.
Wij gaan het begraven...."
Het oude jaar is weldra dood, morsdood,
en wij zullen bet begraven zonder rouw,
omdat met een variant op een oude spreuk
ook hier gezegd kan worden: „Het jaar is
dood, leve het nieuwe jaar".
Het jaar, dat komt, treedt op ons toe
met massa's verwachtingen. Het zal ber.er
zijn dan zijn voorganger, want slechter kau
het al moeilijk worden. #Of zullen we nog
dieper in de crisis wegzakken? In ieder ge
val heeft 1932 een blanco strafregister; we
kunnen er nog het beste van hopen, al zal
het ook onder bezwarende voorwaarden
en zonder beneficie van inventaris de er
fenis van z'n voorganger moeten aanvaar
den.
Die nalatenschap van 1931 is een fiksche
berooide boedel, want de oude heer, die
nu van ons gaat scheiden, heeft m het korte
tijdsbestek van zijn heerschappij een bewo
gen leventje geleid. Laten wij de boedelbe
schrijving maar eens opmaken.
DUITSCHLAND.
Duitschland is een der landen, waarmede
wij als buren, heel wat te maken hebben,
wiens economische en politieke belevenis
sen een danigen terugslag hebben gehad
ook. op ons leven.
In Februari van dit jaar verlieten de
natipnaal-socialisten (de mannen van
Hitier) den Rijksdag, omdat zij meenden,
dat zij aldus beter hun zin zouden kunnen
doorzetten. Zij vormen met hun catastro-
phe-politiek (lieber ein Ende mit Schrecken
als ein Schrecken ohne Ende) een steeds
groeiende bron van onrust. In 't bijzonder
keeren zij zich tegsn de al te drukkende
bepalingen van het vredesverdrag van Ver
sailles en in zooverre hebben zij gelijk, dat
dit vredesverdrag een ramp is, niet alleen
voor Duitschland, maar voor ongeveer de
geheele beschaafde wereld. Ongelijk heb
ben zij evenwel met hun tactiek van ver
zet, al loopt dat ook op een catastrophe uit,
omdat zij het zoo onmisbare wederzijdsche
vertrouwen vertroebelen.
Hoe groot dat wantrouwen in de Duit-
sohe bedoelingen nog is bij de Franschen,
bleek, toen in Maart vlak na de mislukking
van de z.g. derde economische conferentie
de Duitsche minister van buitenlandsche
zaken het plan bekend maakte om een iol-
unie op te richten tusschen Duitschland en
Oostenrijk. Frankrijk zag in dit plan on
middellijk het doel om tot een politiekon
„Anschluss" te geraken en verzette zich
met hand en tand tegen dit plan, zich o.a.
baseerend op het Protocol van Genève en
het vredesverdrag van St. Germain, waar
bij Oostenrijk beloofd had, zijn onafhan
kelijkheid te zullen bewaren. De kwestie
werd door den Volkenbondsraad aanhan
gig gemaakt bij het Permanent Hof voor
Internationale Justitie te den Haag, dat
de zaak uit zuiver juridisch oogpunt be
schouwde en tot een min of meer eigen
aardig besluit kwam. Met zeer dubieuze
meerderheid werd de tol-unie een aantas
ten van de onafhankelijkheid genoemd,
maar hoe het Hof tot die conclusie kwam,
werd niet gezegd en juist daarnaar was de
wereld zeer nieuwsgierig, omdat dit het
kardinale punt was. Voordat de uitspraak
evenwel bekend werd, hadden Duitschland
en Oostenrijk hun plan reeds vrijwillig in
getrokken, hetgeen het einde beteekende
van Curtius' ministerschap. Doch dat ge
schiedde eerst in September.
Als tegenzet had inmiddels Briand zijn
Europeesche Unie naar voren geschoven,
welk grootsch plan door de mogendheden
meer uit beleefdheid in studie is genomen,
dan omdat men er eenig practisch resul
taat van verwachtte.
Onder al deze bedrijven door was de
financieels toestand van Duitschland noe
langer hoe slechter geworden en de staats
lieden, die achter de schermen konden zien,
begonnen zich ernstig ongerust te maken.
Vanaf Juni begint dan het heen en weer
reizen van de ministers van buitenland
sche zaken, teneinde elkander te polsen
over de maatregelen, welke men gezamen
lijk zou kunnen nemen tegen de steeds was
sende crisis.
RIJKSKANSELIER BRüNING, DIE HET
LOT VAN DUITSCHLAND BESTIERT.
Op 4 Juni reizen Brüning en Curtius
naar Engeland, waar zij een onderhoud rustbarende
hebben met MacDonald en Henderson. Om
te toonen, dat de financieele toestand in
derdaad slecht is, en dat men in eigen kring
eveneens bereid is te doen, wat men tan,
wordt tegelijkertijd een noodverordening
afgekondigd, waarbij den Duitschers het
vel over de ooren wordt gehaald. De toe
stand blijkt inderdaad critiek; in Weenen
treedt in verband met de krach van de
Krouit-anstalt de regeering af. Onder don
indruk van al dat gekraak kondigt op 20
Juni president Hoover zijn moratorium af,
ingaande 1 Juli. Algemeen gejubel: de no
teeringen op de beurzen stijgen; dit was
de maatregel, waarop de wereld had ge
wacht. Het enthousiasme verflauwde echter
spoedig. Frankrijk spartelde tegen, doch
moest ten slotte toegeven, al bleef het
vasthouden aan de betaling van de z.g. on
voorwaardelijke annuïteit van 500 millioen
rijksmark.
Erger was evenwel de instorting van de
Danatbank op 12 Juli, welke in geheel
Duitschland de sluiting der beurzen tenge
volge had, terwijl de banken eveneens hun
loketten sloten. Ook de Amsterdamsche
beurs moest om erger te voorkomen, de
deur dicht doen, hetgeen vele buitenland
sche beurzen eveneens deden.
De eene noodverordening volgt nu op
de andere. De pers wordt aan banden ge
legd, de Duitschers, die de grens over wil
len, moeten 100 Mark storten enz.
Óp 20 Juli komen de ministers van de
zeven groote mogendheden in allerijl te
Londen bijeen. Op voorstel van Amerika
wordt besloten tot een „Stillhalte"-consor-
tium, waartoe de meeste groote bankoa
toetreden, terwijl ook de regeeringen hun
credieten op korten termijn niet uit
Duitschland zullen terugtrekken.
Duitschland is voorloopig weer voor den
verdrinkingsdood behoed, maar staat nog
altijd tot den hals in het water. Het werk-
loozencijfer stijgt onrustbarend, waardoor
de Duitsche gemeenten meer en meer in
moeilijkheden geraken wegens de zware
lasten der ondersteuning.
Het wordt hoe langer hoe duidelijker,
dat al deze maatregelen, hoe goed ook,
slechts voorloopige zijn en dat meer defi
nitieve zullen moeten volgen. Amerika
geeft evenwel te kennen, dat de volgende
stappen nu van Duitschland behooren uit
te gaan. Inmiddels reizen Laval en Briand
naar Berlijn en steekt vlak daarop Laval
alleen den grooten plas over om met Hoo
ver te spreken.
Na lang aarzelen besluit dan in Novem
ber de Duitsche regeering om aan de Bank
voor Internationale Betalingen te Bazel de
instelling van een commissie te verzoeken
ten einde de betalingscapaciteit van
Duitschland te onderzoeken. Dat is in De
cember gebeurd en de commissie heeft een
dusdanig rapport omtrent den financieelen
toestand uitgebracht, dat MacDonald na
ontvangst van de gegevens aan journalisten
verklaarde: „Laten de regeeringen toch in
's hemelsnaam onmiddellijk bij elkaar ko
men".
Dat zal dan ook gebeuren, in Januari en
waarschijnlijk te den Haag. Maar dat
hoort thuis in het volgend jaar.
ENGELAND.
Naast Duitschland heeft Engeland het
meest te lijden gehad van het wangedrag
van het oude jaar.
Het heeft vooreerst heel wat te stellen
gehad met Britsch-Indië. Op 19 Januari
werd de eerste Ronde Tafelconferentie te
Londen gesloten, waarbij in principe over
eengekomen was om tot een federatie van
de Indische staten over te gaan. De plan
nen moesten echter nog nader worden uit
gewerkt en daartoe zou men later in het
jaar nog eens bijeenkomen. Als gevolg van
deze overeenstemming werd een algemee-
ne amnestie in Britsch-Indië afgekondigd
en de gevangen genomen of geïnterneerde
Indiërs, waaronder Gandhi, werden in vrij
heid gesteld. Het vredeszonnetje begon te
gloren. Gandhi verzoende zich met lord
Ir win, den onder-koning, en het Congres
machtigde den Mahatma om de partij te
vertegenwoordigen aan de volgende Ronde
Tafel, welke in September gedekt werd.
Voor deze „tafelronde" bestond buitenge
wone belangstelling, want Gandhi zou ko
men. Bijna van dag tot dag werden wij op
de hoogte gehouden van Gandhi's reis, hoe
hij sliep, at en dronk, hoe zijn „kleeding"
was en of hij een optimistische dan wel een
pessimistische bui had. Op 13 September
stapten de naakte zwarte beenen van den
ouden Indiër door de straten van Londen
en reeds den volgenden dag begon de con
ferentie, die op Gandhi's aankomst had ge
wacht. Hoe verder de conferentie echter
vorderde, des te duidelijker bleek de on
overbrugbare kloof tusschen de Hindoes
en de Mohammedanen, welke oneenigheid
ten slotte de oorzaak is geworden van de
mislukking. Engeland zal thans op eigen
houtje een regeling invoeren, welke even
wel allerminst onafhankelijkheid beteekent.
Gandhi en de andere Indiërs zijn inmiddels
in hun land teruggekeerd en het ziet er
naar uit of de oude beweging van lijdelijk
verzet weer van voren af aan zal begin
nen. Eenige arrestaties zijn reeds verricht,
wat erop wijst, dat het Engelsche bewind
thans niet meer zooveel geduld zal gebrui
ken als in 1929.
Erger evenwel dan de worsteling der
Indiërs om zich los van Engeland te ma
ken, is de ineenstorting geweest van het
Engelsche financieele stelsel, dat steeds
was aangezien als het stevigste en betrouw
baarste wat er bestond.
De toenmalige kanselier van de schatkist
Snowden (thans lord Snowden) had reeds
in Februari verklaard, dat de financieele
toestand van Engeland zeer ongunstig was
en dat hij ingrijpende maatregelen moest
aankondigen, mede in verband met de on-
stijging van de werkloozen-
cijfers. Het geldt hier een nationaal pro
bleem, zeide de „ijzereu" minister, dat in
overleg met de drie parlementaire partijen
moet worden geregeld.
Eenige maanden later, in Juli, wordt het
gezicht van Snowden nog somberder. Hij
spreekt van ernstige bezuinigingen. Snow
den zei dit niet voor niets, want de inter
nationale geldhandel begon het vertrouwen
in het Engelsche pond te verliezen en ont
trok aan het land elk crediet, dat terugge
trokken kon worden. Gedreven door do
uiterste noodzaak werd toen op 25 Augus
tus het nationale kabinet, waarop Snowden
gezinspeeld had in Februari, gevormd: vier
Labourministers, vier conservatieve en
twee liberale.
Dit samengaan met de conservatieven is
MacDonald, Snowden en de andere Labour
ministers heel kwalijk genomen door de
Labourpartij onder aanvoering van Hen
derson. Zij werden uit de partij gebannen
en voor verraders uitgescholden.
MACDONALD, ENGELANDS PREMIER
Op 10 September hield Snowden zijn met
spanning tegemoet geziene begrootings-
rede, waarin hij o.a. verklaarde, dat Enge
land boven zijn stand geleefd had. De be
lastingen werden verhoogd, de salarissen
verlaagd en op de werkloosheidsuitkeerin-
gen moest worden bezuinigd. Toen brak de
oppositie van de Labourpartij pas goed I js.
Het begon rumoerig te worden in het fleg
matieke Engeland. Zelfs de onaantastbare
vloot werd er door aangetast. Op 15 Sept.
brak muiterij uit op eenige oorlogssche
pen te Lossiemouth tengevolge van de voor
genomen korting op de gages. Dat was
een vertrouwensschok welke beslissend
was. Op 20 Sept. volgde toen de opheffing
van den Gouden Standaard, d.w.z. de waar
de van het pondsterling werd van zijn
goudbasis los gemaakt, doordat de afgifte
van goud door de Bank van Engeland werd
verboden. Oogenblikkelijk kelderde het En
gelsche pond van 12.op 9.later
zelfs tot circa 8.—. Voor Engeland zelf
beteekende deze inflatie een tijdelijke op
leving van handel en industrie, wat duide
lijk merkbaar was in de achteruitgang van
het werkloosheidscijfer; voor de landen, die
naar Engeland exporteerden, zooals o.a.
Nederland, was het een strop.
Die strop werd nog erger, toen na de
Lagerhuis-verkiezingen in October, waar
bij de Labourpartij een geweldige neder
laag had geleden (Henderson was oa. niet
gekozen) en de conservatieven een overwel- i
digende meerderheid hadden behaald, de
regeeringspolitiek een beslist conservatieve
richting insloeg en er protectionistische
maatregelen werden genomen. Snowden,
die ee;« tegenstander van protectionisme is,
trad uit de regeering en trok zich als
„lord" Snowden in het politieke oude-man-
nenhuis (het Hoogerhuis) terug. Hooge in
voerrechten werden ingevoerd op het eene
artikel na het andere en daarmede liet En-
ons land als eenig vrijhandelslani
,'n eentje staan, totdat ook wij tenslot
te moesten overgaan tot een systeem van
contingenteering, van invoerbeperking.
Wat is er van het vrijhandelsprinciep te
recht gekomen? Europa ziet er uit als een
ouderwetsche roofriddersburcht, vol tarief-
muren, bewaakt door douaniers, die den
koopman invoerrechten afpersen. Op dio
manier is het niet zoo onbegrijpelijk, dat
aan de eene zijde van de wereld hongers
nood en gebrek heerscht, terwijl aan de an
dere zijde de producten in zee geworpen
of verbrand worden, omdat de productie
niet loonend meer is.
Het voorbeeld van Engeland, dat den
Gouden Standaard afschafte, werd weldra
nagevolgd, o.a. door Zweden en Noorwegen
en onlangs nog door Japan, hetgeen een
nieuwe klap beteekende voor onze textiel
fabrieken, wier directies volgens de be
richten van deze dagen overwegen om hun
bedrijf naar Indië over te brengen, tenein
de aldus beter te kunnen conourreeren met
Japan.
SPANJE.
Nog een land, waarin zich in 1931 groote
politieke gebeurtenissen hebben afgespeeld.
Het oude jaar 1931 zag bij zijn komst,
dat Spanje nog onder de militaire dicta
tuur leefde van generaal Berenguer, den
opvolger van .Primo de Rivera. In Februari
trad de generaal af en toen begon de toe
stand zich te spannen. De meer links ge-
oriënteerden schreeuwden om de invoering
van de republiek. Admiraal Aznar wist voor
een oogenblik de gemoederen te bedaren,
maar de spotprenten beeldden koning Alfon
so reeds af op een troon, waarvan alle vier
de pooten stonden te waggelen. Na de ge
meenteraadsverkiezingen van 12 April, die
eenvoudig ruïneus waren voor de monar
chistische candidateri en een geweldige
overwinning der republikeinsche elemeni-en
aanwezen, was de toestand voor koning Al
fonso onhoudbaar geworden. De Spanjaar
den riepen reeds in 'e straten „Leve de re
publiek" en kolonel Maeia proclameerde in
Barcelona de republiek Catalonië. Toen
achtte Alfonso zijn tijd ge'.icmen; hij dee I
in den namiddag van den l!en April af
stand van den trom en droeg lieL ge/
over aan Alcala Zamoia, als hoofd van hei
voorloopig republikeinsch bewind. Alles
bleek reeds lang voorbereid te zijn op deze
gebeurtenis, want de overgang van monar
chie naar republiek liep van een leien dak
je. 's Avonds om 9 uur verliet de onttroon
de koning Madrid en de menigte jubelde
in Spanje's hoofdstad. Bij het overschrijden
van de Fransche grens herinnerde de ex-
koning er aan, dat hij geen afstand van de
troon had gedaan, doch slechts tijdelijk
had afgezien van de uitoefening van zijn
rechten. Een ij-del gebaar. Hij zal zijn land
waarschijnlijk wel nimmer terugzien.
Toen de uitgestooten koning te Parijs
arriveerde, waarheen hem zijn familie reeds
was voorgegaan, werd hij door het repuoli-
keinsche Fransche volk toegejuicht alsof
hij nog op het toppunt van zijn populariteit
stond. Het was de laatste maal, dat hij
door een volk werd toegejuicht, en dat was
niet zijn eigen volk. Voortaan zou hij zich
scharen in het gezelschap van de ex-ko
ningen in ballingschap.
Het Spaansche volk begon inmiddels zijn
„vrijheid" te vieren. In Mei braken de be
ruchte onlusten uit te Madrid, Sarragossa,
Cordova, Malaga, Alicante, Cadix en an
dere steden, waar kerken werden plat ge
brand door het gepeupel, kloosters werden
geplunderd voora] die der Jezuietsn
en redactiebureaux der monarchistische
bladen werden verwoest.
Kardinaal Segura, de kardinaal-primaat
van Toledo, die in Juni uit Rome terugkeer
de, werd smadelijk weer over de grens ge
zet, alsof het een misdadiger betrof.
Aldus bereidde Spanje zich voor op de
grondvesting van de republiek, waarvan de
basis thans gelegd moest worden in den
vorm van een grondwet.
Voor het eerst na 8 jaren kwam op ]4
Juli het Spaansche parlement bijeen, voor
het grootste deel bestaande uit socialisten
en andere ultra-republikeinen. Een handje
vol Katholieken uit Baskenland en Navarra
moest de kern vormen van de oppositie le
gen de anti-clericale wetgeving, welke nu
gemaakt moest worden. Begin Augustus
kwam de parlementaire constitutioneele
commissie gereed met het eerste deel van
haar grondwetsontwerp en dat ontwerp gaf
reeds aan, waar het heen moest. Natuurlijk
scheiding van Kerk en Staat en ontbinding
van alle religieuze orden, wier bezittingen
verbeurd zouden worden verklaard. Kardi
naal Segura gaf daarop de kloosterorden
den raad hun bezittingen zoo gauw moge
lijk te gelde te maken, doch de Spaansche
regeering stak daar een stokje voor, door
een verkoopverbod.
In October werden de anti-clericale
grondwetsartikelen door de Cortes aange
nomen, welke, zooals men weet, neerkwa
men op verdrijving der Jezuieten en onder
curateele stelling van de andere religieuze
orden. Zij mogen geen onderwijs meer ge-
V-C"-
EX-KONING ALFONSO.
ven, mogen niet meer bezitten dan het
hoogst noodzakelijke en wat daarboven uit
gaat vervalt aan den Staat; bovendien
moeten alle religieuzen worden ingeschre
ven in een bijzonder register enz. enz.
Enfin men kent deze vexatoire maatrege
len uit de Kerkvervolgingsperiode van
Mexico.
Niet tevreden met de religieuzen te ver
volgen, klaagde men ook den gewezen ko
ning aan wegens hoogverraad. Er was n.l.
een oud rapport van 8 jaren her gevonden,
waaruit blijken zou, dat de koning schuld
droeg aan het jammerlijk mislukken van
het Marokkoavontuur. In November heb
ben de Cortes uitspraak gedaan. Den dood
straf wilden zij niet opleggen, maar alle
goederen van den voormaligen vorst wer
den verbeurd verklaard en hij zelf werd
van alle burgerrechten beroofd en vogelvrij
verklaaid, zoodat iedere Spanjaard hem
zou mogen arresteeren, zoodra hij Spaansch
grondgebied zou betreden. Alfonso, de wijs-
geerige, zal wel wijzer zijn. Op zijn plaats
zit thans Alcala Zamora, de eerste kers-
versch gekozen president van de Spaansche
republiek.
ITALIË.
Het maoaroni- en citroenenland Italië
heeft in het afgeloopen jaar van zich doen
spreken al zeer vroeg door de tocht van
Balbo's vliegeskader van Rome naar Bra
zilië. Op 6 Januari kwamen tien van do
twaalf vliegmachines na den Atlantischen
Oceaan te hebben overgestoken te Port
Natal in Brazilië aan. Ondanks het feit,
dat deze Oceaanvluckt 5 dood-en had ge-
eischt, stond heel Italië op zijn kop van
enthousiasme. Dit was het groote evene
ment op luchtvaartgebied voor het heele
jaar 1931.
Meer dan door dit aviatisch succes echter
werd da aandacht op Rome gevestigd, toon
op 12 Februari Z. H. de Paus door de radio
->,jrak bij gelegenheid van de inwijding van
tiet Vaticaanscke radio-station. Toen klonk
Z. H. PAUS PIUS XI.
het woord van den Opperherder in letter
lijken zin „van wereldgrens tot grens" en
werd gehoord tot aan 's werelds ver3te
palen.
Weldra evenwel zou de Paus zijn stem
opnieuw verheffen, maar nu door middel
van een encycliek, de beroemde voortzet
ting van Leo XIll's „Rerum Novarum", de
encycliek „Quadrag6simo Anno". Nauwe
lijks had de Paus door dezen zendbrief de
aandacht van de geheele wereld getrokken,
of hij geraakt in conflict met het Fascisme.
Reeds geruimen tijd was er een zekere
animositeit merkbaar tusschen het Vati-
caan en het Fascisme, zelfs zóó, dat 's Pau
sen portret in de straten van Rome werd
verbrand.
Plotseling evenwel komt dit latente con
flict tot uitbarsting doordat Mussolini het
gebouw van de Katholieke Actie, dat nota-
bene op Vaticaansck grondgebied staat,
laat bezetten door zijn soldaten, terwijl
verder alle katholieke jeugdorganisaties
worden ontbonden, op bescnuldiging, dat
er aan politiek gedaan wordt.
Op deze flagrante schending van de rech
ten van de Kerk antwoordde de Paus door
alle processies op Sacramentsdag te ver
bieden, het Eucharistisch Congres voorloo
pig uit te stellen en de zending van een
pauselijk Legaat naar de eeuwfeestviering
van St. Franciscus te Padua in te trekken.
Terwijl van zijn kant Z. H. de Paus het
college der kardinalen te Rome bijeenriep,
riep Mussolini den Grooten Fascistisoken
Raad bijeen.
Zoo stonden de partijen scherp tegenover
elkander. Mussolini vond in Pius XI een
krachtigen tegenstander. Beiden ver
smaadden in dit duel de hulp van de Lagere
goden en derhalve werd aan weerskanten
het parool uitgegeven om de polemiek in
de pers te staken.
Op 1 Juli eischte de Paus in een kraohtig
gestelde nota, de weder-openstelling der
jeugdclubs en de levering van het bewijs,
dat de Katholieke Actie zich met politiek,
bezig houdt. j
Langzamerhand is toen door onderlinge!
besprekingen het conflict opgelost, zoodatj
begin September de Katholieke Jeugdclubs-
hun vrijheid herkregen. De Katholieke j
Actie kwam onder de directe leiding der1
bisschoppen en zou geen politieke, doch
uitsluitend godsdienstige doeleinden na
streven. Daar de K. A. ook vroeger nimmer
anders deed, is alleen de wijziging in hot
bestuur een formeele concessie, en heeft
overigens Mussolini over de geheele linie
bakzijl gehaald.
Voor de rest heeft Italië geen buitenge
wone dingen uitgehaald. Alleen mogen wij
even herinneren aan het geharrewar met
Frankrijk over de sterkte van de weder
zijdsche vloten en aan de aanvaarding van|
de z.g. bewapeningsvacantie van een jaar,:
ingaande 1 November 1931, welke vacantie J
oorspronkelijk in den Volkenbond ter tafel;
is gebracht door Grandi, den Italiaanschen j
minister van buitenlandsche zaken.
OVERIG EUROPA.
Van de overige Europeesche landen valt
niet meer zoo heel veel te zeggen. Gedeel
telijk is de politiek van Frankrijk reeds tor
sprake gekomen bij Duit-sohland.
Frankrijk heeft een paar beroemde doo-
den in het begin van het jaar moeten Boe
ken, n.l. maarschalk J off re, die op 3 Ja
nuari te Parijs overleed en met nationale
eer is begraven, en generaal Berthelot, chef
van den generalen staf van Joffre, die zijn
principaal op 28 Januari reeds in den
dood volgde.
Op 1 Mei werd te Parijs de Koloniale
Tentoonstelling geopend in het Bois de
Vincennes, aan welke tentoonstelling wij
steeds een buitengewone herinnering zullen
behouden door den bekenden brand in het
Nederlandsche Pavilloen, dat na twee
maanden weer was herrezen uit zijn assche
en de bewondering van alle bezoekers trok,
totdat de tentoonstelling gesloten werd op
15 November.
PAUL DOUMER, PRESIDENT VAN
FRANKRIJK.