23ste Jaargang
MAANDAG 28 DECEMBER 193i
No. 7086
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Kerstrede des Pausen en een nieuwe
Encycliek.
BINNENLAND
De Kerstgroet van
H.M. de Koningin
3)e £eicbelie Gou^cmt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooraitbetaling DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Voor Leiden 19 cent per week u. per kwart». BuTeaUX! PAPENGRACHT 32, LEIDEN Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal 7 e w o n e Advertenuen ou cent per regei.
Franco per poet jf2.95 per kwartaal ïivtmneTniTir f- nrni/NTir Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
flet Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver- lbL* 1 ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II het dubbele van het tarief berekend,
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij riDAMtiuurn r\a Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 I betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. verhuur, koop en verkoop f 0.50.
COMITÉ VOOR ECONOMISCH
VERWEER.
Nieuwe noodkreet. Onze land-
Dit nummer bestaat uit drie bladen
V Kerstgroet van de Koningin
Kerstmis is een aanleiding voor velen,
om artikelen te schrijven, verzen te mar
ken, redevoeringen te houden, vol van lieve
Kerstpoëzie, maar leeg van de geweldige
gedachten, de verheven waarheden van het
Christendom, waaraan het Kerstfeest den
mensch herinnert.
Een „kerstgans" lijkt ons een symbool
van veler logge geestesgesteldheid, welke
ondanks eenige uiterlijke bewogenheid
te traag is, om ook maar iets te doen
van wat Kerstmis in het ldaarste licht als
plicht voorhoudt! Zij kunnen dat licht
maar al te goed verdragen
Dezulken zal de Kerstgroet van de Ko
ningin in meerdere of mindere mate heb
ben geërgerd; hij zal him een onwelkome
schok hebben gegeven in de roestige rust
van hun zelfgenoegzaamheid.
Maar met dankbare waardeering en
met eerbiedige ernst is ongetwijfeld deze
Kerstgroet vernomen door tallooze ande
ren uit alle kringen van het Nederland-
cshe volk, van welke levensbeginselen dan
ook.
Door de Christenen, die het Hoofd van
den Nrrlandsohen Staat hebben hooren
getuigen, in een door eenvoud edele en
treffende fierheid, van haar geloof in en
vertrouwen op Christus.
Maar ook óók door de ernstige wil-
lers en werkers onder ons, die niet geloo-
ven in een persoonlijken God, of, geloo-
vend, niet aannemen den Christus, zooals
de Joden ook dezen, die, naar onze stll-
lige overtuiging, om hun goeden wil dier
baar zijn aan het door ons aanbeden Kind
in de kribbe, zullen geen ergernis, maar
eerbied hebben gevoeld voor die open en
eerlijke, niemand stootende, getuigenis en
opwekking van de Koningin!
De Koningin heeft zooals de „M&bd."
het constateert „gebruik makend van
het terrein, waar haar constitutioneel©
positie haar niet belemmert", „spontaan en
buiten de regeering om" zich gericht tot
haar medeburgers, om uit te spreken wat
haar diepste overtuiging is.
„Sterker dan ooit is de overtuiging, dat
wij dit (de stoffelijke en geestelijke nood)
uit ons zelf niet kunnen te boven komen".
Dit woord van de Koningin sluit aan bij
wat onze Bisschoppen ons in hun Vredes
boodschap hebben voorgehouden.
„Onze -tijd vraagt veel moed, veel
geestkracht, veel geloof"! Deze waar
heid heeft het Hoofd van de Staat aan
haar landgenooten voorgehouden, met
klem en overtuiging, in haar sympathie
ken Kerstgroet.
IN DE BAKSTEEN-INDUSTRIE.
Productie-beperking.
In een te Arnhem'gehouden vergadering
van steenfabrikanten is definitief besloten
tot stopzetting van de fabrieken voor den
tijd van drie maanden.
Deze stopzetting zal voor de groote
rivieren aanvangen per 1 Februari a.s. voor
de overige groepen tusschen 1 Januari 1932
en 1 Maart 1932.
INVOERRECHT VAN BOTER IN
ZWITSERLAND.
Tijdelijke verhooging met 60 frs. per
100 K.G.
De directie van den Landbouw maakt
bekend, dat, volgens mededeeling van Hr.
Ms. gezant te Bern, door den Zwitserscken
Bondsraad is besloten, het invoerrecht op
boter tijdelijk (uiterlijk tot 31 Maart 1932)
van 120 Zwitsersche franken te verhoogen
tot 18 Zwitsersche franken per 100 K.G.
CONTINGENTEERINGSWET IN
WERKING.
In het „Staatsblad" is thans de wet van
23 December, houdende teekenning van de
bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van
maatregelen ter beperking van den invoer
van goederen, afgekondigd.
De wet is reeds in werking getreden.
De Kardinalen
Men seint uit 'Rome aan de Msb.
De H. Vader heeft Donderdagmiddag het
H. College der kardinalen, de prelaten en
den hofstaat in de pas gerestaureerde Con
sistoriezaal ontvangen om de Kerstwen-
schen in ontvangst te nemen.
Aanwezig waren twee en twintig kardi
nalen, onder wie de Spaansche curie-kardi
naal, Z. H. mE. Segura y Saens en Z. H.
Em. kardinaal Bourne,aartsbisschop van
Westminster.
Door den kardinaal-deken, Z. H. Em.
Granito Pignatelli di Belmonte, werd het
adres van gelukwensoh voorgelezen.
In zijn antwoord bracht de H. Vader al
lereerst de ongelukkige slachtoffers van de
instorting in de Vaticaansche bibliotheek in
herinnering.
Vervolgens sprak bij zijn diepe smart uit
over de vervolging, waax'aan de Katholieke
actie blootstaat, doch tevens gaf het hem
troost te zien, dat eindelijk de beginselen
van rechtvaardigheid, gerechtigheid en
vrede beginnen baan te breken.
Oorzaken van smart bleven echter voor
hem Rusland, Mexico en Spanje.
Wat de werkloosheid-crisis beteft, klaag-
H. M. de Koningin heeft Vrijdagmiddag
de volgende rede uitgesproken, die door de
Radio-stations Hilversum en Huizen is
uitgezonden:
INLEIDEND WOORD.
Voor mij is het een reden tot dankbaar-
hied, mij op dit oogenblik door de radio
met U allen verbonden te weten en daar
door zoovele landgenooten te kunnen toe
spreken. Het is als scheidde ons geen af
stand, als toefden wij in eikaars tegen-
wooixligheid.
Ik zie in ons contact door den aether het
beeld van een hoogeren band, door God
zelf gelegd, die de geheel© mönschheid
omvat.
Terwijl ik U thans mijn Kerstgroet zal
voorlezen, doe ik dit in het levendig be
sef van die saamhoorigheid en gedenk met
een uit het hart komende heilbede de ge
heels menschheid.
KERSTGROET.
Er lijkt ongetwijfeld voor velen een groo
te tegenstelling tusschen de schaduw, wel
ke de ongunst der tijden op de menschen
en omstandigheden werpt, en de groote
blijdschap van het Kerstfeest.
De stoffelijke en geestelijke nood is
hoog gestegen. Er is veel wat neerdrukt,
wat de levensvreugde van ons allen be
dreigt en sterker dan ooit is de overtui
ging, dat wij dit uit ons zelf niet kunnen
te boven komen.
Gelukkig brengt het feest blijdere bood
schap.
Want het Kerstfeest is onafscheidelijk
verbonden met onze strijd en met ons lij
den, het is de vervulling van al hetgeen
wij daarin ontberen. Het verlegt in ons het
zwaartepunt van zorgen en moeite naar
Hem, die' ons spreekt van verlossing en
troost, het brengt den klemtoon van die
zorgen en die moeite over op Zijne liefde.
Het komt met iets nieuws, met hoogere
kracht, het doet die kracht in ons ontwa
ken, het leert ons dragen wat zonder die
kracht niet te dragen is.
Over de wereld, gedompeld in kommer,
daalt de Kerstnacht, komt de liefde van
Gods ons lichtend tegemoet, schenkt God
Zijn heerlijke gave, Immanuel daalt af in
onzen diepen nood.
„Het licht schijnt in de duisternis en de
duisternis heeft het niet overmocht
De liefde van Christus straalt door de scha
duwen van dezen tijd heen, zij zal sterker
blijken te zijn dan dat donker.
Wij zingen „Stille nacht, Heilige nacht"..
Die liefde maakt innerlijk stil. Waar zij
overwint verdwijnt de onrust, die velen
in onzen tijd den ïnnerlijken vrede ont
rooft. Zij voert ons naar dat thuis van de
ziel, waar alles in overeenstemming is
met het beste en met het diepste in ons
wezen.
Zij leert bidden, zóó bidden, dat God
verhooren kan; eigen wenschen en begeer
ten te toetsen aan den hoogen wil van
God en dien wil tot den onzen te maken
en zoo het bedoelen van dat Vaderhart
kennen. Zij bekwaamt ons om zelf mede te
arbeiden aan het plan, dat Gods liefde
voor ieder onzer persoonlijk heeft be
paald en, dat ondanks alle stormen en
beproevingen, welke in deze wereld ons
deel mochten zijn, rustig zijn voltooiing
tegemoet gaat, voor welks verwezenlijking
bij den Paus.
de de Paus erove, dat de regeeringsmannen
hun toevlucht niet nemen tot God.
Sommigen, aldus vervolgde de H. Vader
zijn rede, zullen zich afvragen, of de Paus
geen woord zal spreken over vrede en ont
wapening.
De Paus zal echter hierover niets zeggen,
want reeds herhaalde malen werden deze
woorden door hemzelf of zijn voorgangers
uitgesproken, doch er werd niet naar ge
luisterd. Zij werden zelfs dikwijls verdraaid,
waardoor oneenigheid ontstond.
Het is derhalve veel beter tot God te
bidden en Hem den waren vrede onder de
menschen te vragen.
De werld is daarom zoo ongelukkig, om
dat haar het geloof en de godsdienst ont
breekt.
Tenslotte kondigde de H. Vader het ver
schijnen van een nieuwe Encycliek aan
over het Goddelijk Moederschap van Maria
als besluit van het eeuwfeest van het con
cilie van Ephese, waardoor in de heele
Kerk het Officie en de Mis van het Moer
derschap van Maria weer wordt ingevoerd.
Immanuel onze «gestalte aannam.
Hij deelt ons Zijn leven mede. Gelijk in
de ente de plantenwereld zij haar ontwa
ken, iu eindelooze verscheidenheid, het
wonder te aanschouwen geeft van het ont
luiken van een en hetzelfde leven, zoo ver
tolkt een ieder het van Christus ontvan
gen leven, volgens eigen aard en karakter
in de heerlijke ruimte en vrijheid, welke
dit leven ons schenkt.
Dit vernieuw© in ons de kracht om met
blijdschap onzen weg te gaan.
Welk een vastheid, welk een zekerheid
komt er niet in ons bestaan, als wij mogen
wandelen bij het licht dat Zijn leven uit
straalt.
Onze tijd vraagt veel moed, veel geest
kracht, veel geloof.
Het Kerstfeest roept het elkeen als het
ware toe: waagt het met Immanuel, dit is
God met ons. Vertouwt op Zijn liefde, in
gebed en in persoonlijke gemeenschap.
Zóó wordt alle donker een lichtende
Kerstnacht, en ieder kruis, hetzij bewust,
hetzij onbewust, met Hem gedragen, gaat
over in heerlijkheid.
Te Batavia was de rede onverstaanbaar.
Aneta seint d.d. 26 dezer uit Bataria:
De gespannen verwachtingen, waarmede
Ned.-Indië-de stem van H. M. de Konin
gin verbeidde, bleek in de hoofdstad uit
de tjokvolle zalen, waai'heen autoriteiten
en particulieren reeds een uur tevoren zich
in bont pêlemêle hadden begeven.
De aanvankelijk goed doorkomende eer
ste zangnummers deden de verwachtin
gen stijgen, welke daardoor te scherper te
genvielen, toen de duidelijk geannonceerde
rede van de Konigin practisch onverstaan
baar doorkwam. De teleurstelling groeide
naar mate bleek, dat noch het begin noch
het slot begrijpelijk was, en uitte zich in al
lerlei vormen. Velen voelden er verder
niets meer voor om de rest van het pro
gramma te hooren en verlieten de zaal, an
deren bleven nog langen tijd zitten, ho
pend, dat er wellicht toch nog iets zou ge
beuren, waardoor alles weer werd goedge
maakt.
Ook elders In Indië slechte ontvangst.
De teleurstelling welke in de hoofdstad
heerschte, wordt ook weerspiegeld door de
tot dusver ontvangen berichten uit Soera-
baja, Padang, Semarang, Buitenzorg,
Djemher, Medan, Benkoelen, Solo, Mage-
alng, Djocja, Palembang, Pekalongan, Ma
kassar, Balik-Papan, Gort de Koek, Telok
Betong, Madioen, Soekaboemi, Bandjerma-
sin en Kota Radja, waar de Koninklijke
Kerstgroet eveneens in openbare samen
komsten, in bioscopen enz. zou worden
aangehoord, doch helaas ook onverstaan
baar doorkwam. Slechts enkele amateurs
ringen het grootste deel van de rede op.
Een uitzondering maakt bovendien de ont
vangst ten huize van den Gouverneur van
Djócjakarta, welke schitterend was. De
rede van de Koningin was daar woorde
lijk verstaanbaar, zoodat de Pakoe Alam
en zijn gemalin en het Korps Ambtenaren
Binnenlandse!) Bestuur rede goed hebben
gevolgd. In Solo werden eenige volzinnen
verstaan De Soesoehoenan van Soerakar-
ta was diep onder den indruk toen hij „de
stem der Koningin hoorde. Hij was opge
togen over het technisch wonder, dat zulks
mogelijk maakte. „Vad."
en tuinbouwexportproducten
worden niet meer betaald.
Wij ontvangen het volgende persbericht:
„Het comité voor economisch verweer uit
de Nederlandsche land- en tuinbouworga-
nisaties heeft dezer dagen opnieuw verga
derd, omdat voor de boeren en tuinders,
die geldi moeten maken voor hun export
producten, de nood tot buitengewone hoog
te gestegen is.
Op de vergadering waren aanwezig de
heeren dr. F. E. Posthuma, voorzitter, U.
Leoistra. en ir. R. C. Jonkman, leden van
het dagelijksch bestuur, en J. A. Geluk, se
cretaris van den Algemeenen Nederland
schen Zuivelbond; A. van Wijnen, voorzit
ter van den Bond van Kaasproducten, D.
de Boer Dzn., onder-voorzitter en dr. H.
Molhuyzen, secretaris van het Koninklijk
Nederlandsch Landbouwcomité; Jac.
Smits, voorzitter, F. V. Valstar, leden van
den Nederlandschen Ttuinbouwraad, en
mr. W. F. Wery, Chr. van den Heuvel,
hoofdbestuurslid van den Christ. Boeren-
en Tuindersbond en mr. H. van Haasterc,
secretaris van den R. K. Nederlandschen
Boeren- en Tuindersbend.
De betaling van de Nederlandsche bo
ter, kaas, groenten en andere landbouw-
exportartikelen heeft in sommige landen
óf in het fmheel niet meer plaats, óf met
dusdanige vertraging dat elk oogenblik
gevreesd moet worden, dat ook in het laat
ste geval geen geld meer ontvangen za!
worden. Enkele landen hebben n.i. maat
regelen genomen, waardoor geen geld het
betrokken land meer verlaat, terwijl andere
landen slechts onder zeer bezwarende voor
waarden het deen van betalingen mogelijk
maken. Wat moet er onder die omstandig
heden van onze boeren en tuinders terecht
komen?
Het comité voor economisch verweer
heeft de overtuiging dat het Nederland
sche volk nog bij lange na niet beseft, wat
dat niet betalen beteekent. En tocli zal
het niet lang meer duren of de midden
stand en in het algemeen de leveranciers
van boeren en tuinders zullen bemerken,
dat geen landbouwer ef tuinder meer zal
kunnen koopen, indien daarin geen veran
dering komt. Er is niet veel voorstellings
vermogen voor noodig om tot de conclusie
te komen dat deze toestand tot groote de
bacles in de steden zal leiden.
Het comité voor economisch verweer
heeft zich ernstig afgevraagd of er in -dezen
nu heusch niets is te doen. Als een Neder
lander in het buitenland wat koopt, kan die
buitenlander er zeker van zijn, dat, als de
Nederlander niet wenscht te betalen, hier
te lande alle mogelijke machtsmiddelen te
zijnen dienste zijn om betaling te verkrij
gen. De Nederlandsche boer of tuinder, die
zijn producten voor toch al niet loonenden
prijs naar het buitenland verkoopt, kan er
echter zeker van zijn, dat bij niet-betaling
geen macht hem aan-geld zal helpen. Inte
gendeel, sommige regeeringen dwingen de
lcoopers in hun land em niet te betalen en
anderen maken het betalen zoo moeilijk,
dat de kooper in de meening gaat verkee-
ren, dat niet-betalen het meest in over
eenstemming is met de wenschen zijner
regeering.
Wie moet in dezen helpen? Naar de
meening van het comité voor economisch
verweer onzer regeei-ing. En wel op buiten
gewoon krachtige wijze. Als een land den
uitvoer van betalingsmiddelen verbiedt,
moet onze regeering ten aanzien van dat
land dezelfde maatregelen nemen!
Het comité voor eoonomisch verweer
vraagt zich af of onze regeering dan niet
ziet, dat het stilzwijgend toelaten van der
gelijke niet-betaling-methoden, door een
buitenlandsche regeering toegepast of aan
gewakkerd, hier te lande tot een cata
strophe moet leiden.
Het is oorlog en er werdt gevochten.
Ook onze regeering moet voor haar burgers
medevechten. Zachte middelen helpen niet
meer, er moet forsch aangepakt worden.
Het comité voor economisch verweer ziet
geen andere mogelijkheid om de schamele
betaling van onze eerste klasse land- en
tuinbouwuitveerproducten te verkrijgen
dan door een regeeringsmaatregel, waarbij
de betaling van den uitvoer en den invoer
onder regeeringscontrole komt en de daar
bij'betrokken bedragen met elkander wor
den verrekend.
Blijft de regeering in dezen een afwach
tende houding aannemen, dan veidiezen de
land- en tuinbouworganisaties den invloed
over hare leden en de meest chaotische
toestanden zullen er het gevelg van wor
den.
Het is niet meer voldoende dat de re
geering waakt, het is noodig, dat de re
geering handelt. De belangen van het over
groot e deel van het Nederlandsche volk
staan hier op het spel.
Het is geen prettige Kerstboodschap,
doch het comité voor economisch verweer
kan helaas geen andere brengen".
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Kerst-boodschap van Z. H. den Paus.
(Ie pagina).
Herstel-conferentie waarschijnlijk te den
Haag op 18 Januari. (Buitenl. 2e blad).
Nieuwe onrust in Britsch-lndië. (Buitenl.
2e blad).
BINNENLAND.
De Kerstgroet van de Koningin. (1st©
blad).
Prof. dr. H. Bink is overleden, (lste
blad).
Definitief besluit tot stopzetting van de
steenfabrieken voor den tijd van drie
maanden, (lste blad).
Doodelijke aanrijding te Den Haag.
(Gem. Berichten, 3de blad).
Een vrouw vermoord te Rotterdam.
(Gem. Berichten, 3de blad).
Een aanrander bij Voorburg gepakt.
(Gem. Berichten, 3de blad).
OMGEVING.
Tragisch ongeluk op den bewaakten
overweg bij de Vink. (3de blad).
Ernstige ongelukken te Alphen aan den
Rijn en te Hillegom. (1st© blad).
PROF. DR. H. BLINK, t
In den ouderdom van 79 jaar is overle
den prof. dr. H. Blink, oud-hoogleeraar,
ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw en ridder in de orde van Oranje-
Nassau.
Hendrik Blink, geboren 12 Februari 1852
te De Wijh (Dr.), volgde eerst de normaal
school voor onderwijzers te Meppel, maar
studeerde daarna aan de Universiteit te
Straatsburg, en promoveerde in 1887 tot
doctor in de geografie. Tot 1874 was rij
practisch in den landbouw werkzaam, van
1875 tot 1879 was hij onderwijzer te Mep
pel en Arnhem en vervolgens leeraar aan
de hoogere hurgerscholen te Harlingen en
Rotterdam in aardrijkskunde, geschiedenis,
staathuishoudkunde en staatsinrichting.
Ook als dii'ecteur der H.B.S. te Nieuwev-
Amstcl is hij werkzaam geweest. Van 1899
tot 1923 was de thans overledene achter
eenvolgens privaat-docent aan de Univer
siteit te Leiden, lector aan de Handels-
hoogeschool te Rotterdam, en hoogleeraar
aan de landbouwhoogeschool te Wagenin-
gen. In 1906 word dr. Blink adviseur aan
de economische bibliotheek van het depar
tement van Handel. Oprichter en hoofd
redacteur was hij van het maandschrift
„Vragen van den dag" en oprichter en
voorzitter der redactie van het Tijdschrift
voor Economische Geografie, auteur van
vele wetenschappelijke werken.
BENZINE-BELASTING.
Van wie en waarvoor wordt nagevorderd.
Volgens de met 1 Januari a.s. in werking
tredende wet tot tijdelijke heffing van een
bijzonder invoerrecht op benzine, wordt
dit bijzonder invoerrecht ad 6.per 100
Kilogram, nagevorderd van alle benzine,
welke met ingang van 1 Januari 1932 in het
vrije verkeer in een opslagplaats voorhan
den is, alsmede van de benzine, die met
ingang van dien dag in vervoer is naar een
opslagplaats in het vrije verkeer.
Van de navordering zijn uitgezonderd
de voorraden benzine, die per opslagplaats
volgens de wet, met inbegrip van de hoe
veelheden benzine, die met ingang van 1
Januari 1932 naar die opslagplaats in ver-
voer zijn, nie grooter zijn dan 200 kilogram.
Voorraden, grooter dan 200 kilogram,
zijn voor de volle hoeveelheid aan navor
dering onderworpen.
De gebruiker of hoofdgebruiker van een
opslagplaats, waarin met ingang van 1
Januari 1932 meer dan 200 kilogram ben
zine is opgeslagen, moet hiervan den twee-
den Januari 1932, op straffe bij do wet be
paald, schriftelijk aangifte doen bij den
ontvanger der invoerrechten of op plaatsen,
waar geen ontvanger der invoerrechten ge
vestigd is, bij dien der accijnzen.
Elke beheerder van een benzinepomp,
onverschillig of de in de installatie aanwe-
I zige benzine zijn eigendom is of niet, is
I verplicht, op straffe bij de wet beiuiald bij
j den hierboven genoemden ontvanger op 2
Januari 1932 schriftelijk aangifte te doen
van den stand van het aan de onder zijn
beheer staande pomp bevestigde telwerk
bij den aanvang van den eersten Januari
1932.
i Ter uitvoering van de wetsbepalingen
I nopens - """Tiering, zijn door den mi-