DE MOOIE WITTE WINTER Maar u moet eens kinderen zien,, bijvoor-1 In de hooge bergen neervallen dalen, die In het voorjaar weerklonken heb- beekl In Indië geboren, die, als hun ouders] f?en sneeuwval van 12 m. In het dal en ben van het gedreun van hun val. met verlof gaan en voor het eerst hier een van 2j-Q m. in het hooggebergte is normaal I De wouden van de boomgrens tot diep winter doorbrengen, u moet eens zien, hoe noemen. Een flinke sneeuwval kan in het onder In de dalen mogen daar niet wor- een diepen indruk het vallen van de sneeuw daj j m versche sneeuV brengen, in het den omgehakt, daar het vaak zoogenaamde maaKLhooggebergte zelfs 1—3 meter. I lawinewouden zijn of liever beschuttingen Aardig Is het wel om eens weer te geven.} Die ontzaglijke massa's sneeuw brengen4 voor de dalen tegen lawines. ïnne»lSte ilupn tÏ S het gevaar van lawines met zich. het neer- Wel verwoesten de lawines het bovenste nf» 7ISS AfrikahïXi ïnUl! storten van ontzaglijke massa's, die maar al gedeelte v4n het woud, maar de stammen minimaal* in hI 32Hpal te dikwij,s menschenlevens kosten. Men on- breken de kracht van de val en brengen de meegemaakt. In de typische taal, die de af- Hprcrhpiwt Hanrhu tu/pp «nnrtpn- ctnfcnppnw sneeuwmassa's tot stilstand. meegemaakt. In de typische laai, aie ue ar- derscheiclt daarbij twee soorten: stofsneeuw stammelmgen der Hollandsche Boeren m lawines en sme|tsneeuwlawines. Zuid-Afrika spreken, vertelt hij van de De eerstgenoemde komen hoofdzakelijk „kapok", die uit d« lucht valt. Kapok. „Ons zden die kapok uit di luch val hul lager de temperatuur is hoe grooter het zeg nie kapok, hul zeg sneeuw. Dis net of stofsneeuwlawinegevaar is onder bepaalde jij stukkies papier rond gooi wat jij eens omstandigheden natuurlijk, fijn gescheur het, dit lijk ook amper nes 1 In de eerste plaats is hiervoor een ijson- sprinkhane wat rond vlieg. Als diit in die derlaag noodig, waarop zeer droge versche luch rond draai, lijk dit amper nie of hul sneeuw is gevallen; in de tweede plaats wis is, dit lijk amper of lieverster of dit geeft de hoek van de helling, den doorslag, zwart goetertjies mar as dit op die gro.id De wind kan reeds de oorzaak zijn, dat kom, is dit darom wit; toe dit en rukkie deze versche sneeuw, die op.de bevroren op die grond geleg het, gaat dit weg en oppervlakte rust, in beweging komt. Een of smelt dittoe is dit water en niks meer. twee m. versche sneeuw op deze onderlaag Het is een machtig gezicht zulk een la- j wine met donderend geweld te zien neer- In het hooggebergte voor en zooals de storten en zooals boven reeds gezegd, zij naam reeds aanduidt, slechts bij tempera- brengen groot gevaar mede. turen, die onder het vriespunt liggen; hoe In de sneeuw. Witte winters het mooist Er zijn menschen, die over den winter heel niet tevreden zijn, als er niet eenigen tijd een flink nak sneeuw li*ri. Zij hebben aangename voorstellingen van vroeger, toen het zoo lang en zoo hard sneeuwde, dat het sneeuwpak wel een halve meter hoog lag. En dan vroor het er bij, terwijl tegenwoordig, zoo mopperen zij, er geen fatsoenlijk sneeuwbuitje omlaag komt. En als het sneeuwt, dan dooit het meteen of er komt dadelijk regen na, die de natte vieze sneeuw tot een bezoeking maakt in- plaats, dat het een sprookjesachtig feest wordt. Vooral tegen Kerstmis houdt men van een sneeuwtapijt en dicht op elkaar vallende Ijs- pluimpjes. Helaas, en we mogen dat niet vergeten, een „mooie" wi or beteekent vooral in de kwade tijden, die we thans beleven voor zeer velen meer ontbering, grooter lijden. En als deze winter weer een zachte winter zou blijken te worden, dan zouden we dat zeker gelukkig mogen noemen. Maar met dat al: sneeuw, de reine blanke sneeuw kan In den winter het landschap een ongemeene bekoring geven. En vooral de kinderen verheugen zich als de sneeuw vlokken nee !warrelen. Het biedt hen trou wens gelegenheid tot zeer uitzonderlijke winterspelen: sneeuwballen gooien, e$n sneeuwman maken, sleedje rijden. Voor'de grooteren biedt sneeuwval gele- eenheid tot sport. Men denke maar eens aan hekies van die tuine en al die stoepe; dit Irren, aan ski-loopen, enz. Maar die sport was toch als te fraai gewees en dit blink kan toch hier te lande al te zeldzaam of in zoos die dnamantjies in Maanvie zen bors- bet geheel niet beoefend worden. Want speld toe die zon daarop schijn, en dan raas daarioor valt in onze lage landen aan de nie in die strate, alles is dan stil, jij kan zee de sneeuw niet dik genoeg, daarvoor die wagens en die karre nie hoor rij over die blijft de sneeuw ook niet lang genoeg on- kapok wat op die steene lig; net hoor jij Gerept En wie echt van de sneeuw willen die belletjies, wat an die pêrde zen tuige is genieten moeten dan ook naaf de bergstre- gemaak om jou niet onder die kerre te laat ken gaan, bijvoorbeeld naar Zwitserland ot kom- naar Beieren. Daar ligt de sneeuw nu al dik 1 Violet en ik, ons staan voor die en... daar in men nog niet druk bezig. Want venster te kijk, Maamie staan achter ons, zij om op die manier van de sneeuw te gene- zeg dit is voor haar ook en wonderlijke ten, moet men niet alleen sportief aange- ding om te zien hoe die sneeuw uit die luch legd zijn, en niet alleen over tijd beschikken, val." maar ook over een gevulde beurs. En er £n de rijp aan de boomen geeft hem zijn in den tegenwoordigen crisistijd heel een wonderlijke sensatie, wat minder menschen, die zich de weelde, die takke van die boome, die dik j kunnen permitteeren van een reis naar de fakke en die klein takkies algar is wit, I bergstreken, dan andere jaren het geval is. jj|^re js daar nie an in winter> mar dis In Zwitserland klaagt men dan ook al steen nej 0f kui volhang met kantjies en franjet en been, dat dezen winter niet alleen de jjes. snaajts was dit voor ons hoe dit aan Duitschers, maar ook de Engelschen goed- en en boompies gekom het deels wegblijven. I als die nie gekapok het. Als naderhand die Er is anders al in Zwitserland sneeuw ZQn Khij ya, dje stukkjes wif jjs van dl;€ genoeg gevallen en ook uit Scandinavië takke af'op die grond, dan raas dit amper Bestaat bij een stofsneeuwlawine nog de mogelijkheid de bedolvenen te redden, bij een smeftsneeuwlawine is deze hoop al zeer gering, daar de slachtoffers stikken of door de sneeuwvracht worden verpletterd. lederen winter, vooral In het voorjaar echter hoort men van slachtoffers door la wines meegesleurd en bedolven. Maar in de drukke Zwitsersche touriston- gebieden vooral is veel gedaan om het ge vaar te verminderen. Reusachtige rotsblokken, die een .voort durend gevaar opleverden, doordat de vor ming van sneetiwlawines door deze gewel dige rotsformaties bevorderd Werd, heeft men met dynamiet laten springen. Ook de spoorlijn fs tegen alle vallend gesteente en tegen sneeuwlawmes beschermd. Negen maanden sneeuw. Wat de sneeuw in het hooggebergte be teekent, kunnen we bijvoorbeeld op den be roemden pas over den Grooten St. Bernard bemerken. Daar ligt het beroemde klooster wier monniken met hun honden zoovelen het leven gered hebben. Wanneer reizigers of ski-ers vertrekken, wordt het klooster daar telefonisch van in kennis gesteld cn dan houden eenige mon niken met hun honden zich gereed om hen te helpen, gaan hen soms tegemoet, en als de toestanden in den pas gevaarlijk zijn, waarschuwen zij de alpinisten, den tornt niet voort te zetten. Door al deze voorzorgs maatregelen neemt het aantal ongelukken gestadig af. Maar ook het ski-ën heeft een groote wij ziging gebracht in het leven der klooster bewoners. Een kleine 40 jaar geleden, vóór men het skiën in Zwitserland op groote schaal ging beoefenen en vóór de monni ken van ski's gebruik maakten, was het klooster gedurende bijna negen maanden van de rest van de wereld afgesloten. De wir.ter duurt er lang en is er streng. De we luch was zoo mar vol van die'vlokkies, toe noeg om een zoo enormen sneeuwdruk telgen zijn vaak maandenlang geblokkeerd e val dit gauw gauw, en toe kan die nie zoo krijgen, dat geweldige oppervlakten afglij- vroeger gingen er weken voorbij, waarin gauw smelt, of die nieuwe vlokkies val den. Ook de vorming van overhangende op- de kloosterlingen niemend van de buitenwe- weer darop en toe wor alles wit, die strate gewaaide sneeuwhoofiep op dé top pp n en reld zagen. De ski's echter stellen hen in en die huize zen da'kke, en die boome, al-die graten is vaak de oorzaak van stofsneeuw-1 staat verdere tochten te maken en met mf-er Fijn op het sleedje de hoogte af. kwam deze week bericht van overvloedige sneeuwval. Het is in Zweden zelfs tot zware sneeuwstormen gekomen. Het gaat er mee als met alle dingen men kan van het goede ook te veel krijgen. Wij kennen hier natuurlijk allemaal sneeuw, al gaan er winters voorbij, waarin van een dik sneeuwtapijt en van dicht op elkaar vallende sneeuwpkiimen geen spra ke is. net of dit hard regen" Het is waar sneeuw en rijp, zij maken het landschap wonderlijk mooi. Men laat zich over de sneeuw voorttrekken. Men begrijpt wel, dat waar de sneeuw zoo lang blijft liggen, hoog in de bergen en ook in de koude poolstreken, dat men lawines. Deze overhangende sneeuwhoopen succes zich te wijden aan het redden van breken van tijd tot tijd af en brengen dan de alpinisten, die door sneeuwstorm of lawine Maar al kennen wij hier dan sneeuw, wij sneeuw, waarop zij neerkomen, gemakkelijk worden overvallen, kunnen ons toch moeilijk een voorstelling .in beweging. Hoe groot de massa sneeuw is vormen van de groote massa's sneeuw, die die afglijdt, daarvan kan men zich eenigs- zins een begrip vórmen, wanneer men be denkt, dat een op zichzelf klein, slechts 300 m. breed sneeuwveld van 2 m. diepe sneeuw glijdend over een lengte van 400 m. den enormen kubieken inhoud heeft van 240.000 m3. een sneeuwmassa van meer den 62<m. lang, breed en diep. En dat zijn nog niaar kleine lawines. De veel gevaarlijker soort lawines zijn de smeltsneeuwlawines, daar ze veel geweldi ger vorm aannemen en door de zwaarte van de natte sneeuw een gewicht hebben, waar door zelfs hooge boomen als luciferhoutjes breken. Deze lawines komen vaak tot in de hooger gelegen bewoonde dalen, ze konen in het voorjaar zelfs met zulk een regelmaat dat men in alle Alpengebieden tamelijk nauw keurig weet, waar zij neer zullen komen, alleen de dag, het uur, de minuut weten wij niet. Zelfs op onze landkaarten kunnen wij deze lawinewegen aanteekenen. De oorzaak van het ontstaan kan zijn natte versche sneeuw, die door haar zwaar te bij hellingen van 7080 gr. moet neer storten. In de meeste gevallen vinden de smeltsneeuwlawines haar oorsprong hoog in het gebergte, waar de een of andt-re „Wacht" afbreekt en onder donderend la waai de natte sneeuwmassa's dalwaarts rollen, sneeuwmassa's, die vaak een inhoud hebben van l/2 millioen m3 en ze fs zomers In suizende vaart naaf omlaag. niet geheel wegsmelten in de hooggelegen Als er sneeuw ligt, denkt dan* ook aan de vogels. daar de verblindende schoonheid van het sneeuwkleed minder waardeert, dan wij dat doen, die het al' erg lang vinden als de sneeuw hier een of twee weken blijft lig gen. Zeker in het hooge Noorden is het sneeuwlandschap van vaak huiveringwek kende grootschheid, maar zelfs bij een kort verblijf ontkomt men er niet aan een gevoel van gedruktheid, vooral als de zon weg schuilt. Schijnt het volle licht van de m.d- dernachtzon over deze witte wereld, dan geeft deze eenzame pracht niet dat som bere, maar toch heeft ook dan de wonuere schoonheid van het Poolland iets, dat ons geslagen en zwijgend doet staren naar deze oneindigheid van sneeuw en ijs. Wij praten hier van sneeuw, maar om deze in z'n werkelijkheid te zien als het kleed van den Winter moet men het ho-.ge Noorden fn of de bergen op. Hij is daar en heerscht over een wijd en eenzaam rijk. Hij is, zegt een beschrijver van den win ter in het hooggebergte, hij is geen Va dertje-Winter met een ijsmuts op en een bezem in de hand, geen kerstmannetje, maar een strenge, ijzige heerscher. Een en kele maal toovert hij als een kunstenaar, vol liefde voor elk twijgje, vol toewijding voor elk détail, doch meestal is hij star en ge weldig. Wie midden in zijn rijk gestaan heeft, verblihd door het felle licht der hoo- gere regionen, wie de ademlooze stilte ge hoord heeft van een doode natuur, wie te ruggedacht heeft aan de veilige toevluchts oorden, waarmede -hem slechts epn enkel kronkelend spoor verbindt, wie zich klein en nietig gevoeld heelt in de woestenij van sneeuw, ijs en rotsen, die kent werkelijk den Winter. Ja, dat is schoon zoo den witten ijzigen Winter te zien. Maar zoo kennen wij, laten we maar practisch zijn en zeggen gelukk'g, zoo kennen wij den winter hier niet. Zeker een natte klamme winter heeft wei nig aantrekkelijks, maar als we ook naar ijs en sneeuw verlangen, als we een witte winter de voorkeur geven, dan hopen we toch meteen alweer, dat deze niet al te lang duurt en al te streng is. Zoo zijn we im mers. We klagen wel gaarne, dat strenge win ters tegenwoordig uit de mode schijnen te zijn, ouderen verhalen met voorliefde, dat het vroeger anders was, ze herinneren zich dat ook hier wel eens de sneeuw zoo on geveer een meter hoog lag. Maar als we bij uitzondering eens een lange, strenge winter zouden krijgen, dan zu-llen zij mee van de eersten zijn om het weer anders te wenschen. Maar dit blijft toch ondanks alles, on danks de nadeclen, die niet gering zijn,-diep in het hart ieders wensch, dat we althans enkele dagen een witten winter zullen krij gen. Want een winter zonder sneeuw, reine witte sneeuw, die blijft liggen, niet zoo'n vieze kleverige massa, is toch eigenlijk niet echt. E.W. (Nadruk verboden). De boomen onder het sneeuwpak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9