KERSTMIS Wie vieren ieder jaar opnieuw het feest van 's-Heeren Geboorte. Wij vieren het met grooten luister, maar toch heeft de menscheliike gedachte nooit kunnen doordringen in de volheid van dit mysterie. Nooit heeft het menscheüik woord de vol'e waarde, de universeele beteekenis van dat geheim voldoende kunnen aandui den. Duizenden malen hebben schaterende re denaars. hebben groote kunstenaars zich aan deze stof gewaagd maar altiid zijn ze beneden hun verheven onderwerp geble ven en moesten zij ook wel daar beneden bliiven. Wij vieren ieder iaar onnieuw het Kerst feest en misschien doet dit ons wel eens verbeten hoe machtig een mysterie wij dan herdenken. Nu de voorlezing van het evangelie van den pronte* daw. volwens den H. Matfhetis riep de H. Chrvsostomus uit: ..Denkt gijlie den toch n'et dat hetgeen edï hoort. i:ts allednnwcrh of gewoons «s maar beurt uwe geesten ten hoowe. en ziit vol eerbied, vol bewondering als gii hoort zewgen dat een God nn aarde is gekomen. Dit wonder was van een zoo hoo^prp orde dat de enwplen in koren vprpenïwrf lof en glorie zonfe" voor ga«seh het heelal en de profeten al* buiten zmh ze'ven ware", wanneer zif dach ten aan dit onu'tsnrekelök gehp'm... Zoudt gii anders d^n onwetowpn van hewonderinw k'*nnen 7»;n b" de gedacht* dat de eeniwe Zoon Oo^s. d;e van epnwigheid bestaat, zoon van David hpeft willen genoemd wor den. om u tp maken tot Vinderen Ood«?" En de H. Thomas van Villanova, toen hij dit wehe'm besnrak. iu'rhte: „O. sterkste triomf der liefde! gii hebt 'den Onoverw'nneliike overwonnen, de A'- machtiwe is een gevangene geworden. O, waarachtige overmaat van Liefde" Denkt glil'eden toch niet. dat hefwpen gif hoort, iets alledaagsch of gewoons is! Ta waar'ifV pr is reden om deze woorder van den H. Tbrvsoctomus vooral in onze dagen te herhalen. Want maar al te velen vieren het Kerstfeest, het feest van Chris tus Geboorte on een wiize die met in over- £pncfprnm'n«r is met het feit dat de wereld nu weer herdenkt. En dan snreken we nog niet van dege nen. die niet meer gelooven aan den Chris tus als de Zoon van den Eeuwigen Vader, maar van getoovigen. onder wie er velen ziin, voor wie dennengroen en rood licht me" al de voornaamste symbolen zijn van di' feest. Maar als we de „waarachtiwe overmaat van IVHe" hprdenken. die Christus in een sta1 deed geboren worden, dan moge de vicing toch ander hoogtepunt vinden. Neen. we kunnen er met* tewen hebben 'dnf Kerstmis ook een gezellig familiefeest zii. intewendeel. Maar men vergete of ver- onachtzame niet het voornaamste, want niet licht en groen en feest kan den Kerst nacht zoo maken als de dichter hem noemt: „O, Kerstnacht, schooner dan de dagen." Feestvieren, uiterlijke feestvreugde schep pen kan men eerder en meer in de palei zen der rijken en wéreldlingen, dan in de huizen der armen. Maar om het geheim van Christus Ge boorte waardig te herdenken is geen we relds feestvertoon noodig, om diep te drin gen in de machtige beteekenis van dit won der van liefde, is ook menschelijke wijs heid niet allereerst noodzakelijk. Hier is de wijsheid ongeacht; Hier geldt geen adel, staet noch pracht De hemel heeft het kleen verkoren AI wie door ootmoed wordt herboren Die is van 't hemelsche geslacht. (Vondel) Grootsch en plechtig hebben de Christe nen de eeuwen door het Kerstfeest gevierd. Dichters en schilders hebben de heil.ge gebeurtenis tot onderwerp van hun kunst werken gekozen en zeker heeft het zin ons door hun scheppingen te laten stichten en ontroeren. Allicht wordt de een meer getroffen door de kinderlijke voorstelling, welkende primi- krans, waarin de woorden gedreven staan: Hlc de Virgine Maria Jezus Christus Na- tus es. Hier is Jezus Christus geboren uit de Maagd Maria. Op een afstand van drie meter van deze plaats is de kribbe. Met drie treden daalt men naar die plaats af. Zij is uitgehouwen in de rots, met kostbare draperieën bedekt, en de noord- en noordwestzijde zijn onder steund door drie antieke marmeren kolom men. Een marmeren blok van een voet hoog in den vorm van een wieg gehouwen, toont de plaats, waar het goddelijk kind op een handvol stroo werd neergelegd. Aan de oostzijde der grot is een altaar, het altaar der Heilige Driekoningen. Het is daar dat het Kind door hen werd aanbeden en zij het hunne geschenken aanboden. DE GEBOORTE VAN CHRISTUS. van Bernardino Luini (14701530) tieven ons geven van het hoogheilig ge beuren. Anderen voelen zich meer aangetrokken door de meer geromantiseerde voorstellin gen. waarin de picteit is opgeofferd aan het schilderachtige der voorstelling. Men zou vergelijkingen kunnen trekken, kunst historische en kunst-critische beschouwin gen kunnen houden over de Kerstmis-voor stellingen der schilders uit onderscheiden eeuwen. Wij zullen dit nu niet doen. Mach tig zijn de kunstenaars van alle tijden geïn spireerd door het onbegrijpelijk gebeuren in den Kerstnacht en gaarna ondergaan wij de stichting en ontroering van hun voorstel lingen, hetzij deze dan door reine eenvoud of door grootsche ensceneering uitmunten. Tenslotte is het alles bijzaak. Want hoe plechtig en grootsch het Kerstfeest gevierd worde, met hoeveel kunstenaarschap groote dichters en schilders ons het ontzagliik ge beuren voor oogen stellen, of wij meer of minder daarbij hechten aan de traditioneele voorstelling van herders en schaapjes en witte winternacht, één ding mogen wij niet vergeten. De hoofdzaak van alles moet al tijd weer zijn de Kerstviering in ons bin nenste. Het klinkt misschien hard, maar het is waar wat de dichter Angelus Silesius zegt „Was Christus duizendmaal In Bethlehem eboren. En niet in U, gij waart Toch eeuwiglijk verloren." O, dat aan het Christuskind dezen Kerst nacht in de harten der menschen geboren worde. Zóó werkelijk als Christus eens te Bethlehem als zoon Maria ter wereld kwam. Kerstlied. De blijde boodschap is gebracht! Gegroet, o zegenrijke nacht, Waarin aar Gods beloftenis De Christus ons geboren is. Geboren in een armen stal, Ligt daar de Koning van 't heelal, De Zoon van God, der Engelen Heer, Op stroo in eene kribbe neer. Daar leert Hij ons als teeder kind, Met welke liefde Hij ons rnir.t; Daar deelt Hij ons zijn schatten mee; Genade, zaligheid en vree. Hij draagt met goddelijk geduld, De onschuldige, der wereld gehuld, Terwijl hij boetend ons bereiat Een aandeel in Zijn heerlijkheid. Wij volgen naar Bethlehem O herders en aanbidden Hem, En zingen met het Hemelhof Het Kindje Jezus dank en lof. B. van Meurs. AANBIDDING DER KONINGEN. Altaarbeeld van Stephan Lochner in den Keulschen Dom. DE GEBOORTEGROT Bij de Joden was de gastvrijheid een hei lige wet voor iedere familie. In de huizen der meer gegoeden was een gedeelte be stemd voor de ontvangst van gasten. Maai aan de poort van de stad was een alge- meene verblijfplaats opgericht voor de ka ravanen, die te talrijk waren om in de wo ningen der particulieren te worden opgeno men. Naast dit gebouw stond nog een prae- sipeum, waar de dieren gestald en gevoed werden. Toen Jozef en Maria tegen den avon l te Bethlehem aankwamen, waren alle huizen vol gasten en ook het gebouw, waar de ka ravanen onderdak vonden, was bezet. Toen restte hun niets dan een onderdak te zoeken in het praesipium. De menschen oordelen deze plaats slechts goed voor de he.ber ging van dieren, maar de eeuwige Vaoer had ze goed bevonden om tot schuilplaats en woning te dienen van Zijn eeniggeboren Zoon. De godsvrucht van latere geslachten he^ft de plaats waar Christus heeft willen gebo ren worden met vorstelijken luister om- kroond. Voor ons gevoel zou het zeker treffender zijn indien men de geboortegrot te Beth'e- hem en ook het graf, waarin net lichaam vai' den gestorven Christus drie dagen rustte, had gelaten in den oorspronkelijken toestanu. Maar het is toch goed te begrij pen, dat men deze heilige plaatsen heeft willem ombouwen en versieren. Zo. verheft zich dan ook boven de ge boortegrot een prachtige basiliek. In de basilieK bevindt zich een deur, die toegang geeft tot een trap van zestien treden. Langs deze komt men in de heilige plaats. De sial is in een rots uitgehouwen. Hij is twaalf meter lang en ruim drie meter breed. De rotswaiden zijn met wit marmer bekleed en de vloer is met kostbare steenen gepla veid. Het dag'icht kan er niet binnendrin gen, maar allijd verlichten een aantal kost bare lampen het inwendige der grot. De piaats waar de Verlosser der werel j geboien werd, wordt aangeduid door een wit marmeren plaat met jaspissteen inge legd en omstraald van een zilveren zonne- EEN OUD KER5TL1EDEKE) Op. Herders, Hij 's geboren In dezen kouden nacht, Dien reeds zoo lang te voren De waereld had verwacht. „Vroolijk. o Herdersvolk" Klonk 't uit de Hemelwolk, Klonk daar met Englenstem, „Haast U naar Bethleehem l" WH arme boerenknapen, Gelijk de herders zijn. Wij wekken wie nog slapen In heldren maneschijn, Loopen met blij geschal Naar dezen schnamlen stal, Trouw aan der Englen stem: „Haast U naar Bethlehem Wat hebben w'er gevonden Een kindt' op Moeders schoot, ln doekjes wel gewonden. Der menschen Ieedgenoot. D'oogjens van eerst af aan Zag men vol tranen staan, Weenend van bittre rouw ln deze felle kou. En tot een offer namen W'een lam nog jong en teer, Dat leiden wij te zamen Voor 't zoete kindjen neer Slaap, kindje bij ons lied, Sus, sus, ei schrei toch niet. Sluit maar Uw oogjens toe, Och, al van 't weenen moe. En 't kindtjen ging er slapen De Moeder sprak ons aan „Wel, lieve herdersknapen. „Wilt zoetjens buiten gaan „Uwer zij rust en vree „Dat brengt U 't Kindjen mee „Want Hij is God en Heer „Komt vrij al morgen weer". Onder den Kerstboom.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 21