23ste Jaargang DONDERDAG 17 DECEMBER 1931 No. 7081 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN BIJ DE BILDERDIJK-HERDENKING. BINNENLAND r DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bi] onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwarraal Franco per post f2.95 per kwartaal Het Ge-llustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regeL Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. BILDERDIJK EN VONDEL Dichter in tijden van voorspoed, maar lastig en ijdel. Bij de herdenking van Vondel's sterf dag, in Februari 1929 was de algemeene belangstelling voor de huldiging van den dichter zeer gering. Met moeite werd te Amsterdam een huldiging en een opvoering van Maria Stuart tot stand gebracht. Slechts Haarlem en Nijmegen met Tilburg lieten zich ook daarbij hooren. Nu het geldt het afsterven van Bilder dijk voor honderd jaar te memoreeren, schijnt heel Nederland eensklaps te ont waken tot een onverdeelde geestdrift vooi den dichter. Te 's-Gravenhage is zelfs een vereeniging opgericht om den „denker en dichter" permanent te huldigen en hem tot ons volk „nader te brengen". Arnhem, Utrecht, Amsterdam, Leiden en Haarlem houden piechtige vergaderingen of tentoon stellingen. Vanwaar is die opmerkelijke tegensteling in de sympathie voor onze beide hoofd dichters aan den dag gekomen? Het is wel pijnlijk het te moeten erkennen, Vondels katholiciteit staat nog velen protestanten in don weg om hem oprecht te kunnen waardeeren, en zijn werk te lezen. „Maak .hem toch niet zoo roomsch krijg ik soms als vriendelijke vermaning te hooren. „Dat schrikt de andere helft van onze Natie van hem af!" Kan men hem dan minder roomsch maken dan hij het zelf heeft gewild Bilderdijks protentantisme zou hem dus in de gunst van zijn Volk doen stijgen? Ik kan het niet geloovenwant. hoe ge ring is het aantal, dat hem als den Pro feet beschouwt. Bilderdijks aantrekkelijk heid voor de massa zit meer in het ro mantische dat zijn leven beheerscht. Poli tieke balling van de revolutie, komt hij weldra te Londen in een interessante lief desroman. Reeds bij zijn vertrek uit het vaderland poseerde hij als een tweede Ovidius in ballingschap. „Sustinuit conjux exulis esse viri", dicht hij den Romein na bij een portretje van zijn achtergelaten vrouw. „Zij heeft verdragen de echtgenuoote eens ballings te zijn." Bilderdijk maakt on derweg, tegen zijn gewoonte, latijnsche ge dichtjes: „Toen ik van mijn boeken verstoken was", enz. Uit alles blijkt, dat hij zijn posi tie toch wel interessant vindt. Bilderdijk is een dichter, 'die veel doorleefd heeft, en avonturen heeft doorgemaakt als een Byron of Shelley. Een aantal erotica, daaraan te danken, nemen onder zijn ver zen een belangrijke plaats in. Iets „mo derns" is hem daardoor stellig eigen; ook in het gemak waarmede hij zijn eerste liefde vergeet voor de tweede. Evenwel ligt er ook veel aantrekkelijks in zijn an dere gedachten, en is daarvan een krach tige invloed uitgegaan. Da Costa heeft zich geheel op hem gevormd. Alberdinck Thijm vei eerde hem als zijn Meester; en hoevelen. Beets, Ten Kate, enz. kwamen onder zijn aantrekking. Zelfs Schaepman, maar langs Da Costa heeft zich op Bil derdijk gevormd. Toch is Bilderdijk nooit een populair dichter geworden, en is er nog heel wat aandrang en reclame noodig om voor z'n herdenking de noodige belangstelling op te wekken. Een nieuwe uitgave van zijn dichtwerken zal dan ook wel nooit meer worden ondernomen; terwijl van Vondels Werken steeds nieuwe drukken verschij nen, die weer spoedig uitverkocht zijn. De belangstelling van de Vondel-bestudee- renden blijkt ons grooter dan die van het publiek. Met Bilderdijk is dit niet zoo gesteld. Vakgeleerden, die hem kunnen beoordgelen beschouwclen'diem eigenlijk meer als een. letterkundige merkwaardigheid, als 'n phe- nomeen, waarvoor hijzelf ook gaarie door ging, meer dan als een waarlijk groot dichter. Het vonnis van den in den regel zoo juist oordeelenden Busken Huet zal bij velen weinig tegenspraak ondervinden: ..Bijna grenzeloos ijdel, hartstochtelijk zon der teederheid, scherp maar grof, log en laborieus van humor, een onvermoeibaar versifex, een bezingen van het onbezing- bare, onkiesch, smakeloos, duister, on nauwkeurig breedsnrakig, is het niet mo gelijk dat Bilderdijk de dichter zij of worde naar het hart eener natie als de onze." Of de dichter door de nu op touw ge zette herdenking meer tot zijn volk zal naderen en men zijne Dichtwerken weer zal gaan lezen, valt te betwijfelen. De wer kelijk dichterlijke verzen liggen zoo diep bedolven onder hoopen rijmelarij, dat zij weinigen kunnen aantrekken. De gelukkigste tijd in Bilderdijk's leven en de meest vruchtbare periode van zijn dichterschap valt onder de regeering van Koning Lodewijk Napoleon. Pas was de dichter uit zijn ballingsoord, het onher bergzame Brunswijk, in Maart 1806 in het vaderland teruggekeerd; had hij: „met zijn strammen voet, eindelijk uit d'onstuimi- gen vloed, Hollands vasten wal betreden", of Lodewijk regeerde over Holland. Spoe dig kwam hij bij den gevoeligen, smaakvol- len Vorst, in de gunst en begroette hem in Fransche verzen: „Sire, vous paraissez, le bonheur va- remaiitieTout un peuple a genoux vous demande la loi, Et le Batave est fier d'adorer un maitre, Et d'etre libre enfin, sous le pouvoir d'un Roi". Des dichters hersteld levensgeluk deed zijn dichtader weer ijk vloeien. „De Ziekte der geleerden", het uitvoerige leerdicht, eenige treurspelen, en andere fijngevoelde verzen, ook politieke zangen ontstonden in die dagen van rust en voorspoed. Maar zijn dichtader weer rijk vloeien. „De Ziekte een Epos. ,.De ondergang der eerste Wae- reld", schitterend en verheven van opzet en ware poëziemaar alreeds afgebro ken bij den vijfden zang, toen Koning Lo dewijk in 1810 door zijn machtigen broe der werd afgezet, en zoowel de geldelijke omstandigheden, door het staken van 's Konings toelage, als het gebrek aan zanglust, den dichter en den mensch ge voelig knakten. Frankrijk en zijn letterkunde heeft steeds een diepen undoed op den dichter uitgeoefend. Onder koning Lodewijk droomde hij, de Corneille of Racine te worden van het Hollandsche tooneel. Met Boileau hield hij deze dichters voor de grootste Fransche meesters. Vreemd is het, dat hij Molière daarvan uitsluit, wiens werken zelfs geheel ontbraken in zijn bi bliotheek. Toch was de groote blijspeldich ter hem niet onbekend; maar hij schatte dit genre niet hoog. In dezen stroeven, somberen geleerde is dit te verklaren. Van Bilderdijk is het niet bekend, of hij ooit hartelijk heeft gelachen. „Tartuffe" EEN HANDSCHRIFT VAN BILDERDIJK. 'f y,^nrt&6&*r V€ ^>22W,* ■£i éri f' v&tyjn/aaZésn dér- J&isS sér&xAJ- 4>» ,pi yan QjtA WefJee SL'n*eAdierMuïi/ÏZZOr -tri'*/- en Qïl e /A'im </827 b.v. vond hij afschuwelijk: „une pièce in fernale". De spreekles in „Le Bourgeois Gentilhomme" kon hij niet geestig vin den. Blijkbaar kon hij niet met kinderlijk ge noegen een grap genieten. De kunst van Molière vindt hij daarom van minder al looi, als van een grappenmaker. Van Vol taire erkende Bilderdijk de groote gaven, als treurspeldichter vooral in zijn „Brutus" en „Amélie". Toen hij in 1795 als balling vertrok, vroeg hij, dat men hem zou na zenden de „Imitatio" van Thomas Kern- pis en.... twee deelen gedichten van Vol taire. Doch later kreeg hij een juister in zicht en keurde hij Voltaire en zijn werk, die zijn eeuw bedorven heeft door zijn scepticisme, sterk af. Een diepen weerzin wekten in den geest van Bilderdijk, den rechtsgeleerde, de valsche beginselen van den „mal famé" Rousseau. Hij oordeelt, dat de Fransche wijsgeer een valsche munter is geweest, die schitterende goudstukken wist te ma ken, maar die volstrekt geen vertrouwen verdienden. Met den grooten natuurkun dige Buffon, die de tusschenkomst van den Schepper in het ontstaan der aarde loo chende, kon de christelijk vrome Bildordijk geen vrede hebben. De wijsgeer Pascal is een man naar Bilderdijks hart maar hij verwijt hem erg dat hij de Jezniëlen te veel heeft bespot en gelasterd. Zijn „let tres" hebben de paters juist in zijn ting doen stijgen. Deze beschouwingen kunnen aanleiding geven om Bilderijk bij de herdenking \an zijn overlijden naar waarde te schatten. Als dichter heeft hij de zuiverheid van onze taal krachtig bevorderd, als mensch was hij een oprecht geloovig christen, wiens hart voor de Moederkerk ten allen tijde warm heeft geslagen", en „Ik ben nooit van diegenen geweest die met een gevoel van verbazing uitriepen: hoe kan een Protestant Roomsch-Katholiek worden", zooals hij getuigt. Met zijn lastig humeur en met zijn ijaele zelfingenomenheid heeft het nageslacht geen rekening meer te hou den. Laten wij hem dus daarvan geen verwijt maken en alleen het velo goede, waardoor hij heeft uitgemunt in hem blij ven waardeeren. Aerdenhout, Nov. 1931. Dr. J. F. M. STERCK. VERANDERDE DEPARTEMENTSINDEELING Een departement van bin- nenlandsche zaken en een de- v partemont van Economische 3 Zaken en Arbeid. Bij Kon. besluit van 8 December 1931 is overgebracht de zorg voor de uitvoering van wetten en Koninklijke besluiten be treffende den landbouw, de vis<scherij en de statitstiek, voor zooveel het Departe ment van Binnenlandsohe Zaken en Land bouw thans daarmede bela-st is, naar dat van Arbeid, Handel en Nijverheid en van de zorg voor de volksgezondheid, de werk loosheidsverzekering en de arbeidsbemid deling van laatstgenoemd Departement naar het eerstgenoemde en tot naamsver andering van beide Departementen. Alle bevoegdheden en verplichtingen, onderwerpen betreffende in dit besluit ge noemd en welke bij bestaande algemeene maatregelen van bestuur aan den Minis ter van Binnenlandsohe Zaken en Land bouw of van Arbeid, Handel en Nijverheid zijn opgedragen, gaan over op den Minis ter van Arbeid, Handel en Nijverheid, res pectievelijk van Binnenlandsohe Zaken en Landlbouw. Alle verplichtingen, die in het vorig lid bedeelde onderwerpen betreffende, en welke bij bestaande algemeene maatrege len van bestuur aan derden jegens den Minister van Binnenland sche Zaken en Landbouw of van Arbeid, Handel en Nij verheid zijn opgelegd, worden geacht te zijn opgelegd jegens den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, respectieve lijk van Binnelandsche Zaken en Land bouw. De naam van het Ministerie van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw wordt gewijzigd in dien van Ministerie van Bin nenlandsche Zaken, en de naam van het Ministerie van Arbeid, Handel en Nijver heid in dien van Ministerie van Economi sche Zaken en Arbeid. Dit besluit treedt in werking op een na der bij Kon. besluit te bepalen dag. Dit nummer bestaat uit drie bladen VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De nieuwe Spaansche regeering is nog linkscher dan de vorige. (Buibenl. 2e blad). Nieuwe regeerders in China. (Buitenl. 2e blad). De oorzaak van de vliegramp bij Bang kok. (Luchtv. 2e blad). BINNENLAND. Een nieuwe slag voor de toxtiel-industrie (lste blad). Niouwe indeeling van ministerieele de partementen. (lste blad). Vergaderingen van Eerste en Tweede Kamer, (lste blad). Voorstellen van B. en W. inzake werk lozensteun. (2de blad). OMGEVING. Benoeming van den heer P. M. M. v. d. Weijden tot burgemeester van Nieuwkoop. (lste blad). Onder de gemeente Zoeterwoude is een lijk drijvende gevonden. (1ste blad). EEN ARTIKEL OVER BIL DERDIJK Bladz. 1 NOGMAALS: DE BIOSCOOP Bladz. 5 LEIDSCH CRISIS-COMITÉ. Opbrengst wekelijksohe collecte R. K. H. B. S. 4.75 NIEUWKOOP. BURGEMEESTER P. M. M. VAN DER WEIJDEN. Naar wij vernemen, is benoemd tot bur gemeester van Nieuwkoop, de zoon van den oud-Burgemeester, de heer P. M. M. v. d. Weijden. De nieuw benoemde burgemeester, die ongehuwd is, is geboren 23 Mei 1905. Sedert 1920 is hij op de gemeente-secre tarie werkzaam, waarvan ongeveer 6 jaar als volontair en 5 jaar als ambtenaar. In Nieuwkoop is deze benoeming alge meen gewenseht geworden. EERSTE KAMER. Verschillende wetsontwerpen. In een buitengewoon snel tempo heeft de Eerste Kamer gisteren een uitvoerige en belangrijke agenda afgewerkt. Eerst is een aantal wetsontwerpen zon der discussie aangenomen. Hieronder was de onteigening ten behoeve van ver breeding van den stoomtramweg van Haar lem naar Leiden tot een electr. tram weg. Na eenige discussie worden dan aange nomen de Militaire ambtenarenwet, het Verdrag van Oslo, de Economische Voor lichtingsdienst, terwijl men in het wets ontwerp betreffende het Tarief van in voerrechten is blijven steken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1