23ste Jaargang WOENSDAG 2 DECEMBER 1931 No. 7068 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN BINNENLAND HET VASTELAND EN DE BRITSCHE TARIEVEN. 3)e £eid&ofa<i(2ou/tm\t DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bi] onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel. Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Het Textiel-conflict in Twente Door de drie samenwerkende organisa ties van werknemers is besloten, op Maan dag 14 December een staking te doen in gaan in de Twentsche textiel-industrie, indien de werkgevers niet vóór dien tijd „op hun provoceerende houding." terugko men." Dit besluit is heel verklaarbaar, omdat inderdaad de houding van de werkgevers in deze provoceerend is, of om het met de (A.-R.) „Standaard" zachter uit te drukken „raadselachtig" moet hee- ten. Wat toch is er gebeurd. Enkele weken geleden werd een loons verlaging in de textielindustrie aangekon digd van 5 pet. De Christelijke organisaties, rekening houdend met de moeilijke tijden, besloten die verlaging te aanvaarden. De socialistische bond besloot daarente gen tot stakingevenwel onder voorwaar de, dat de Christelijke bonden eveneens tot staken zouden overgaan. Aangezien deze echter niet staakten, staakte de socialisti sche bond ten slotte óók niet. Toch bleef men van staking niet geheel verschoond. In Almelo werd op één fa briek, waar nooh de Christelijke noch de so cialistische organisaties invloed bezaten, het werk wèl neergelegd. Terwijl er bij de firma Jannink te Enschede, echter om an dere redenen, ook een conflict uitbrak. Zoo was de toestand tot voor een paar dagen. En wat gebeurde er nu verder? Tot „straf" voor deze twee stakingen kondigden de werkgevers thans voor alle arbeiders een nieuwe loonsverlaging van 5 percent aan. De georganiseerde arbeiders aanvaard den een loonsverlaging van 5 pet. Andere niet bij de groote bonden aangesloten ar beiders gingen vanwege die korting tot sta king over. En nu moeten degenen, die de verlaging aanvaardden, „gestraft" worden met een nieuwe verlaging? Wij willen hopen, dat de werkgevers in Twente adviseurs zullen ontmoeten, die er hen van kunnen overtuigen, dat zij toch afgezien zelfs nog van alle andere over wegingen zich niet geroepen mogen achten, om zóó de communistische propa ganda een vruchtbaar terrein te schen ken AUTOBUSDIENST AMSTERDAM DEN HAAG. Strijd om een dag- en nachtverbinding, Een commissie uit Ged. Staten van Noord-Holland heeft de bezwaren aange hoord, welke bij belanghebbenden bestaan tegen een door Gebr. Robark te Apeldoorn gevraagde vergunning tot het in werking brengen van een autobusdienst van Am sterdam over Haarlem naar Den Haag. Van het gemeentebestuur van Haarlem was een bezwaarschrift ingekomen waar in werd uiteengezet, dat er geen behoefte aan een dergelijken dienst bestaat, aange zien er snelvervoermiddelen voldoende op dit traject rijden. Ook de Ned. Spoorwegen maakten in een brief ernstige bezwaren. Het gemeentebestuur van Haarlemmer- liede en Spaarnwoude betuigde daartegen over adhaesie aan het plan, aangezien aan deze gemeente geen treinen stoppen. Van de N. Z. H. T. M. en de Brockwaybus Mij. waren bezwaarschriften ingekomen. De heer Kraak Steeman verklaarde namens de aanvragers, dat deze autobus dienst een dag- en nachtverbinding zal onderhouden. Voorts lichtte spr. toe, dat de aanvragers alleen de verbinding tus- Bchen begin- en eindpunt met een dag- en nachtdienst reeds loonend achten. Spr. achtte een dergelijke verbinding vooral voor de bewoners van Amsterdam- West van zeer groot belang, aangezien, wanneer een dergelijke verbinding tot stand zou komen, een rechtstreeksche ver binding tusschen Amsterdam en Den Haag zou ontstaan, zoodat men niet eerst een half uur met de tram zou behoeven te gaan. Ook voor de streek tusschen Haarlem en Leiden achtte spr. dezen autobusdienst van groot belang, omdat het snelverkeer langs deze plaatsen heengaat. De beslissing van Ged. Staten zal later volgen. Nederland, Frankrijk, Duitschland en België doen stappen. Onze positie als vrijhandelsland. De heer Flandin te Londen. De Fransche repressailles. Wat kan Duitschland den Engelschen aanbieden? (Eigen correspondentie.) Londen, 30 November 1931. De Duitsche ambassadeur te Londen, baron Neurath, heeft van zijn regeering opdracht ontvangen „vriendschappelijke onderhandelingen" aan te koopen met de Britsche regeering in verband met de nieuwe invoerrechten, welke, naar men te Berlijn berekent, 12 procent van Duitsch land s totalen uitvoer naar Engeland, tot een totale jaarlijksche waarde van 10.000.000 pond sterling, treffen. Te Londen is aangekomen de heer Flan din, de Fransche minister van financiën, die zijn week-end in Engeland zal door brengen omte jagen. Kom, kom! Aan dit genoegen kan hij zich ook in zijn eigen land overgeven, met minder kans dat hij, tengevolge avn den mist, het wild eerst in de gaten krijgt als het zich op anderhal- ven meter afstands bevindt. De Belgische ambassadeur te Londen heeft zich tot de Britsche regeering ge wend met hetzelfde doel als zijn Duitsche collega. En de Nederlandsche gezant Tusschen haakjes: in tegenstelling niet alleen tot de zoogenaamde „groote mo gendheden", maar ook tot landen zooals België, Zwitserland en Portugal, die in rang "tocfh zeker niet boven het onze staan, zijn wij te Londen slechts vertegenwoor digd door een gezant, niet door een am bassadeur. De rang van ambassadeur, waar aan eenige niefc-onbelangrijke prerogatie ven verbonden zijn, betaat zelfs niet meer in onzen diplomatieken dienst, zoo dat ook geen der groote mosendheden ooit in Den Haag vertegenwoordigd kan zijn door een diolomaat van den hoogsten rang. Zijn wij op dit gebied niet al te be scheiden? Behoorden wij als groote kolo niale en zeevaart-mogendheid niet min stens op denzelfden voet als België, Zwit serland en Portugal vertegenwoordigd te zijn in Londen, in welks haven onze vlag, na de Britsche, <le voornaamste plaats inneemt De Nederlandsche gezant te Londen heeft instructies ontvangen, stappen te doen ter bescherming van Nederlandsche belangen, die getroffen worden door de nieuwe rechten, en de Britsche regeering er op te wijzen, dat goederen uit dit land vrij, of tegen zeer laag invoerrecht, in Hol land geimporteerd kunnen worden. De vier Europeesche landen, welke in den Britschen handel het voornaamste aandeel hebben, zijn er dus onmiddellijk bij geweest om voor hun bedreigde rechten op te komen. Van die vier landen bevinden drie zich in ongeveer dezelfde positie, namelijk Frankrijk, Dutschland en België. Zij be schermen hun nijverheid en hun land bouw door middel van tarieven, en doen reeds jarenlang datgene, waartoe Enge land, afgezien van eenige tijdelijke en be perkte beschermende maatregelen, eerst thans overgaat. Nederland daarentegen is. evenals tot voor kort Engeland, in becinsel een vrijhandelsland. Zoogenaamde fiscale of inkomstentarieven, die geheven worden tot stijving van de schatkist, hebben weinig protectionistische waarde. Oppervlakkg beschouwd, zou men ge neigd zijn aan te nemen dat van de vier bovengenoemde landen het onze de meeste kans heeft bevredigende concessies van Engeland te bedingen. Waarschijnlijk evenwel is het tegenovergesteld waar. Wij moeten niet verwachten dat de Brit sche regeering die goederen, waarbij wij bijzonder belang hebben: bloemen, bollen, vruchten, groenten enz. met meer conside ratie behandelen zal als erkenning van het feit, dat Britsche artikelen zonder, of met lage invoerrechten, Nedrland binnenko men. Erkenning of erkentelijkheid mogen wij in internationale onderhandelingen gerust uitschakelen. Engeland zelf heeft aan zijn positie als vrijhandelsland bij besprekingen over ta rieven zelden eenig succes te danken ge had. Bij herhaling hebben wij gezien, dat Frankrijk en Duitschland elkaar concessies deden, terwijl stappen door Engeland te Parijs en Berlijn gedaan, zonder gevolg bleven. Dit was voornamelijk het gevolg hiervan, dat Frankrijk en Duitschland, in economischen zin, beide „bewapend" wa ren. Zij konden dus loven en bieden, en ook dreigen. Engeland daarentegen was economisch „ontwapend". Zijn ministers konden niet ten einde handelsvoordeelen te bekomen in een ander land, de verla ging toezeggen van tarieven, dieniet bestonden. Zij konden, als zij protesteer den tegen de instelling van nieuwe, of de verhooging van bestaande tarieven, ook niet dreigen met tegenmaatregelen (ge,lijk Frankrijk, en vooral de Fransche pers, do laatste weken, herhaaldelijk tegenover En geland gedaan heeft), daar zij wisten dat een vrijhandelsparlement aan zulke maat regelen zijn bekrachtiging onthouden zou. Het zal weinig baten of de Nederland sche gezant te Londen al betoogt: „Uw fa brikaten komen vrij, of bijna vrij van rech ten, ons land binnen", tenzij hij hierbij te vens te verstaan kan geven dat de Neder landsche regeering voornemens is aan die vrijheid oen einde te maken, en dat zij er zeker van is hiervoor de toestemming van het Parlement te verkrijgen, indien Enge land den invoer van onze producten door hooge tarieven bedreigt. Dat wij van Engelsche zijde geen tege moetkoming zullen vinden, is met het bo venstaande niet gezegd. Deze week zal 't wetsontwerp ingediend worden, dat ons land in het bijzoudr m-iar ook Frankrijk iii hooge mate' interesseert, n.l. 'dat be treffende invoerrechten op bloemen, vruch ten en groenten. Engeland is niet, gelijk Frankrijk, een land dat van de voortbreng selen van zijn eigen bodem alleen zou kun nen leven. Van een zoogenaamd „prohibi tive" tarief, dus van rechten, die zóó hoog zijn dat elke invoer onmogelijk wordt, kan dus reeds met het oog op Engoland's eigen belang geen sprake zijn. De toestand waarin de Britsche landbouw verkeert ecnerzijds, die van den handelsbalans an derzijds, eischen evenwel beperking van den invoer, vooral ook van spek en zuivel producten uit Denemarken. Bij het vast stellen der tarieven laat de regeering zicli zeker ook leiden door de vraag: welke landen worden er het zwaarst door getrof fen? Zij zal meer consideratie toonen je gens een goeden dan jegens een slechten afnemer van Britsche fabrikaten. Dene marken, dat 60 pet. van zijn export naar Engeland stuurt, is een slechte afnemei. Nederland daarentegen verdeelt zijn or ders minder ongelijk tusschen Engeland en de andere industrielanden, en hieraan zal onze gezant te Londen bij 't voeren van besprekingen een zeker prestige ontlee- nen. Maar dat Duitschland, en vooral Frank rijk, als protectionistische landen, hier een minder zware taak zullen hebben dan Ne derland, kan niet betwijfeld worden. De heer Flandin heeft na zijn jachtpartij onofficieel van gedachten gewisseld met Sir John Simon, mr Runciman, den minis ter van handel en mr. Neville Chambe un, den kanselier der schatkist. De besprekin gen, die van inleidend-en aard waren, had den 't sluiten van een handelsverdrag ten doel. De Britsche tarieven hebben Frank rijk kneedbaarder gemaakt, ondanks de „represailles", die het de laatste weken tegen Engeland genomen had, n.l.: Ie. beperking van den steenkolen in voer tot 80 pet. van het Augustus-gemiddel- de der laatste drie jaren 2e. een surtax van 15 proc. op Brit schen steenkool; 3e. verlaging van het Britsche invoer quota tot 72 pet. De Britsche regeering mocht hiertegen al protesteeren, en de pers mocht Frank rijk den huid volschelden, Engeland stond machteloos tegenover deze maatregelen, die tegen geen enkel handelsverdrag in- druischten. Maar was het de Fransche reg-wteg werkelijk zoo hooge ernst hiermede? Men was geneigd het te betwijfelen. Veel waarschijnlijker was het dat Frankrijk er op uitgeweest is „to strengthen her hands", zijn positie bij het voeren van onder handelingen te versterken. Dat men zich aan gene zijde van het Kanaal crn-lig _>n trerust maakt over de uitwerking der Brit sche tarief-maatregelen, blijkt uit oniel- bare berichten. Men heeft dus eenige stuk ken grof geschut afgeschoten, om daarna te onderhandelen. „Bluf" noemen wij dit. in de politiek en in zeker kaartspel. 'aak helpt het. Duitschlands belangen bij de Britsche markten zijn zeker niet kleiner dan die van Frankrijk. Ongeveer twee dozijn tak ken van Duitsche nijverheid worden door de nieuwe tarieven getroffen, voornamelijk textielen, ijzer en staal, glas, aardewerk, electrische apparaten, werktuigen en schrijfmachines. Laatstgenoemden evenwel worden slechts in betrekkelijk geringe hoe veelheden aan Engeland geleverd. Van de overige artikelen is de uitvoer naar En- land veelal in de laatste jaren geweldig toegenomen, niet ten koste van den uit voer uit andere industrie-landen, doch ten koste van de Engelsche fabrikanten. Daar entegen is de Britsche uitvoer naar Duitsch land, en ook het Britsche aandeel in den totalen invoer van dat land, merkbaar af genomen. Er bestaat nauw verband tus schen de aanzienlijke toename van den invoer uit Duitschland en de stagnatie in de Britsche industrie. Naarmate aan deze een einde gemaakt wordt, zullen alle lan den, maar op de allereerste plaats Duitsch land, Britsch afzetgebied verliezen. Tegemoetkoming aan dat land kan slechts als aan Frankrijk, namelijk op dien van we-derzijdsche concessies. Nu Engeland een tariefstelsel heeft, is het ook voornemens er gebruik van te ma- kon als wapen bij het voeren van onder handelingen. Een argument, dat de Duitsche ambas sadeur te Londen zou hebben opgeworpen, komt hierop neer dat de Britsche tarievon den Duitschèn export henadeelen, op bet oogenblik dat de betaling der schulden en reparaties van dien export afhankelijk is. Afgezien van de vraag of die betalingen merkbaar vergemakkelijkt zijn geworden door den ongelooflijken groei van den DuitRcben invoer in de laatste jaren, wor den dergelijke argumenten hier als ondoel treffend beschouwd. Engeland zal gaarne concessies aan Duitschland doen, maar al- teen in ruil voor concessies van Duitsch land. En de waarde der concessies hangt af van Duitschlands koopkracht. Stelt dit land het voor alsof het wel vorkoopen, maar niet noemenswaardig koopen kan poogt het resultaten te bereiken door zich te beroepen op zijn armoede, dan zul En geland weinig belang er bij hebben, tege moetkoming te toonen. Hetzelfde geldt in zekeren zin voor al le landen, die stappen te Londen onder nomen hebben. Zij moeten niet alleen vra gen, maar ook aanbieden. En hierbij moet in het oog gehouden worden, dat de meeste hunner thans veel meer aan Engeland ver dienen dan Engeland aan hen. Dit nummer bestaat uit vier bladen VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Debat in de Belgische Kamer over de Belgische tarievenpolitiek. Buitenl. 2e blad) Een klooster der Franciscanen in China verwoest. (2de blad). Het einde der Britsche Ronde Tafelcon- conferentie. (Buitenl. 2e glad). De gunstige toestand in Mandsjoerije houdt aan. (Buitenl. 2e blad). BINNENLAND. Het conflict in de Twentsche textiel industrie (1ste blad). De Tweede Kamer behandelt het Contin- gentecringswetje. De Begrooting van Defensie is afgehandeld. (1ste blad). Pogingen om te komen tot een autobus dienst Amsterdam—Den Haag (1ste blad). De laatste Nederlandsche Priester-Mis sionaris in Californië. (Kerkn., 2de blad) Licht in het stroopersdrama te Putbroek. Jachtopziner en zijn zoon gearresteerd. (Gem. Bor. 3de blad). Nadere bijzonderheden over den roof overval te Den Haag. Gem. Ber. 3do blad)- Geen overval te Oudendijk (Gem. Ber. 3de blad). Oude man le.vend verbrand. (Laatste Ber.). TWEEDE KAMER. Prof. Eerdmans weer Kamer lid. Het Contingenteerings- wetje. De Minister van De tentie aan het woord. Do opvolger van don heer van Kempen, de heer Eerdmans, werd gisteren beëedigd. Opvallend was, dat ook de heer Eerd- man aldus merkt de Kameroverzicht- schrijver van de „Res." op alweer niet de moeite had genomen om voor zijn be- eediging een rok aan te trekken. Z;n week- pak-colbertje vloekte tegen de witte das, die de voorzitter ter eere van installaties steeds draagt. De discussies over het contingenteerings- wetje bewogen zich gistermiddag tamelijk sterk in deze richting, dat de Regeering wellicht genoegen zal moeten nemen met een vorm, we'.ke haar een minder onbe perkte bevoegdheid inzake het treffen van contingenteeringsmaatregelen zou geven. Het verzet tegen een blanco bevoegdheid der Regeering bleek nog al groot. Dc minister moet echter nog aan het woord komen. In de avondvergadering is de Begrooting van Defensie verder afgehandeld Tegen elf uur is Minister Deckers aan het woord gekomen. Wij geven hier wat het „Vad." over deze rede sohrijft: „Op geestige wijze heeft Z.Exc. afgere kend met de voorstanders van eenzijdige weerloosheid. Andere bejegening zei Minis ter Deckers niet verwacht te hebben, maar eenige spijtigheid sprak er toch wel uit de woorden van den bewindsman, die op zoo krasse wijze heeft bezuinigd zonder daar voor een goed woord van de zijde der een zijdige ontwapenaars te hooren. De kras heid der bezuiniging erkende de Minister, maar hij blijft overtuigd, de vitale deelen der weermacht gespaard te hebben. Zoo is het tempo van aanbouw alleen vertraagd; zoodra het mogelijk is wordt het oude .schema voor het vlootplan weer gevolgd. Aan stopzetting van den gchcelen bouw denkt de Regeering natuurlijk niet; dat be- j hoort tot de pogingen tot afbraak, waaraan j de Regeering natuurlijk niet mag meewer- ken. Van den derden kruiser wordt dan ook niet afgezien. Wij vernamen nog, da'. j een concept voor een wetsontwerp inzake de kostenverdeeling voor vlootbouw tus- 1 schen Nederland en Indië naar de Indische EEN CORRESPONDENTIE UIT LONDEN OVER DE BRITSCHE TARIEVEN Bladz. 1 EEN BESCHOUWING OVER DEN LEIDSCHEN RAAD Bladz. 5 EEN GEÏLLUSTREERDE PA GINA MET LECTUUR VOOR DE DAMES Bladz. 12 FEUILLETON Bladz. 9 RADIO-PROGRAMMA'S Bladz. 9 autoriteiten om advies is gezonden. Nog tal van andere punten heeft minis ter Deckers op zijn gewone, consciëntieuze wijze behandeld. Dat de Minister de z.g. bezuinigingen van den heer K. ter Laan heeft moeten afwij zen, behoeft nauwelijks verzekerd te wor den. Het zelfde lot onderging de motie-Ter Laan inzake de lichtingsterkte, wijl er thans niet een groote reserve geoefenden voorhanden is zooals kort na de demobili satie het geval was. Do bewindsman kon met weinig moeite tegenover den heer K. Ter Laan aantoonen, dat er in do laatste tien jaar zooveel bezuinigd is, dat. men in derdaad kan zeggen, dat. wij met ons leger in een kleiner huis zijn gaan wonen. I Wat het militaire kampement bij Waals dorp betreft, heeft de Minister erkend, dat te zijner tijd een nieuwe kazerne noodig is. Dat zal nog wel even duren. Inzake don Mussehenberg schijnt de kans op behoud J van dit stuk natuurschoon nog niet verke ken te zijn". Na de rede van den Minister en repliek, heeft de Kamer nog de artikelen behan deld, waarmede zij om. 3.40 klaar was. Praeses v. Schaik had zich slechts eeni- gen tijd tijdens dc rede van den Minister laten vervangen. DE INVOER IN DENEMARKEN. De afdeeling Handel en Nijverheid maakt bekend, dat volgens ontvangen be richt van H. Ms. gezant te Kopenhagen de invoer in Denemarken van wijnalcohol (esprit de vin), likeuren en mousseerende wijnen tot 1 Januari 1932 verboden is. Van dien datum af zou de invoer van deze spiritualiën weer zijn toegestaan ech- er tot een totaal van 50 pCt. van do over eenkomstige hoeveelheid, die in 1930 is in gevoerd. Verder zijn o.a. de invoerrechten van de olgende artikelen in Denemarken ver hoogd: Byouteriën (tariefpost 74) van 30 pCt. op 50 pCt. der waarde. Byouteriën (tariefpost 75) van 15 pCt. op 25 pCt. dei waarde. Parfumerie-artikelen tot 50 pG':. der waarde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1