DONDERDAG 12 NOVEMBER 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 GEMEENTERAAD VAN ALPHEN a. d. RIJN EEN KASGELDLEENING VAN 150.000. DE WETHOUDERS- KWESTIE. DE HEER TEN CATE BROUWER GAAT BEZUINI GEN. - EEN OPTOCHT OP KONINGINNEDAG DE ZONDAGS HEILIGING - CRISISOPTIMISTEN EN CRISISPESSIMISTEN. -- DE VERGADERING WEDEROM VERDAAGD. Gisteravond om 7 uur werd de vergade ring van den gemeenteraad voortgezet met de behandeling der begrooting. De voorzitter, de heer Dr. H. J. Lövink opent de vergadering met gebed. Aanwezig alle leden. De gemeente moet gaan leenen. Onder ingekomen stukken is een schrij ven van B. en W. waarin wordt medege deeld dat wegens gebrek aan kasgeld B. en W. een leening te willen aangaan met de levensverzekering Mij. „Utrecht" groot 150.000 tegen een koers van 95.8 en een rente van 4.5 pet. op te nemen 50.000 in December en 100.000 in Jan. 1932, en af te lossen in 20 gelijke termijnen ieder van 1 jaar. De heer (en Cate Brouwer betoogt dat het beter is gezien de lage koers, effecten te verdisconteeren bij de Nederlandsche Bank. De voorzitter antwoord hierop, dat de gemeente niet voldoende effecten bezit om op irleze wijze te werkvte gaan. Het voorstel wordt- aangenomen. Hierna wordt overgegaan tot behande ling der begrooting. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. De heer Spreij opent de rij. De heer Spreij brengt hulde namens de Chr. Hist, raadsfractie voor deze begroo ting, die sluitend is gemaakt door een kleine belastingverhooging, zijn fractie zal aohter B. en W. blijven staan. De oorza ken der crisis ziet spr. in de zonden van ieder van ons. Het verheugt spr.( dat er in deze gemeente velen zijn, die de recht-sche beginselen belijden. Het spijt spr. dat B. en W. volgens de Pers gelegenheid hebben gegeven tot Zondags-ontheiliging door het aantal voetbalwedstrijden op Zondag uit te breiden, van 14 tot 17. Gunstig laat spr. zich uit over de hulp in deze tijden door eerst werkverschaffing en daarna steun te geven. Over de begrooting zelve sprekend, betreurt spr. de verhooging der belastin gen en der opcenten. Spr. noodigt B. en W. uit te willen komen met een voorstel tot loonsherziening van het gemeenteper- soneel, om deze meer in overeenstemming te brengen met de loonen in de particu liere bedrijven. f 31.000 bezuinigd. De heer ten Cate Brouwer vangt aan met de uitspraak dat in dezen tijd verso bering noodzakelijk is. Het nationaal bezit, waarover de heer den Uijl in de vorige vergadering sprak, is niet zoo groot als deze denkt. Hij had waarschijnlijk cijfers uit vroegere tijden. Do waardebepaling van het onroerend is thans anders en daarin ligt de daling van het nationaal inkomen. Wie op den bodem der werkelijkheid leeft, ziet dat alles wa/t waarde heeft te rugloopt. Daarom spreken wij van een na tionale verarming. Vele kapitalisten hou den hun bedrijf op«i zelfs met verlies om dat zij weten een plicht te vervullen te hebben tegenover de gemeenschap. Zal de crisis aanhouden, dan zal zij vele families ten gronde richten. Een kapitalist is hij, die meer verdient dan hij voor zijn leven noodig heeft. Er zijn echter kapitalisten, die een inko men hebben van een 30.000, zioh prole tariërs noemen en zich onder hen scharen. Staat de begrootdng in het teeken van deze ernstige tijden? Spr. moet hierop ont kennend antwoorden. B. en W. hadden alleen mogen komen met dingen, die ab soluut noodzakelijk zijn. Spr. heeft op de begrooting posten ge vonden, die z. i. achterwege hadden kun nen blijven. De heer Spreij houdt met de Chr. Hist, fractie natuurlijk B. en W. de hand boven het hoofd. Spr. komt met zijn bezuinigingspos'ten tot een vermindering van 31.000. Dan komt spreker nog niet tot verhooging der per- soneele belasting en ook niet tot- die van 20 pet. op de gemeentefondsbelasting. De posten waarop spr. zou willen bezui nigen zijn o.a. verlichting en verwarming, wat 1000 minder moet kunnen, reis- en verblijfkosten en telefoongesprekken, op welke beide 50 kan worden bezuinigd. Op de uitbreidingskosten der gemeente meent spr. dat 1000 kan worden bezuinigd. De 500 voor strooien van zand bij glad heid moet volgens spr. alleen geraamd worden voor het leveren van zand, waar voor 100 zeker voldoende zal zijn. De liquidatie van de post van het wo ningbouwfonds ten bedrage van 10.000 wil spr. ten voordeele der gemeente bren gen. Spr. heeft bezwaar tegen het vast aan stellen van een ambtenaar bij gemeente werken en wensoht bezuiniging van 1100 op de uitbreiding van het vaste ambtena rencorps. Het onderhoud der straten wordt ver hoogd met 1000.waartegen spr. zich verklaart, evenals tegen de post van 300 voor nieuwe banken in het plantsoen. 400 voor autodienstreizen van den di recteur van gemeentewerken, acht spr. be lachelijk. Laat men hiervoor de auto van den directeur der Gasfabriek gebruiken met een toelage van 100. De subsidie van 40 aan de vereeniging tot bestrijding van de Iepziekte acht spr. .riet noodig. Spr. acht den voorz. zelf uiter mate deskundig op dit gebied en deze heeft geen advies van anderen noodig. De post van 800 voor nieuwe aanplan tingen bestrijdt spr. eveneens. Ik ben anders niet zoo conservatief Den heer den Uij'l: Neen! maar dit wil spreker nu toch liever laten wachten. Op de verlichting der scholen kan vol gens spr. 10 pet. worden bezuinigd. Tegen de subsidie aan de Chr. H. B. S. heeft spr. principieele bezwaren, omdat spr bezwaren heeft tegen de voorwaarde, dat het godsdienstonderricht aldaar niet fa cultatief wordt gesteld. De subsidie hoeft niet grooter te zijn dan verleden jaar. De subsidie van 10 aan de Nederland sche Heidemaatschappij schept consequen ties, die spr. niet aandurft. Een subsidie van 25 aan het Binnenscheepvaartcon- gres acht spr. niet noodig, omdat dat con gres niet in Alphen zal worden gehouden. Op onvoorziene uitgaven, groot 34.000, moet men probeeren 8 pet. te besparen. Spr. wil aan het gemeentepersoneel een loonsverlaging opleggen van 5 pet. We zul len er, aldus 'spr., toch eens aan moeten en bovendien staat de minister ook klaar. Ook is met de huidige lage prijzen deze verlaging niet zoo erg. In deze ernstige tijden acht spr. deze loonsverlaging nood zakelijk. Het presentiegeld voor de raadsleden wil spr. doen vervallen voor avondvergade ringen. De middagvergaderingen dienen alleen te worden vergoed. Het salaris van de wethouders zou spr. willen terugbrengen van 1000 tot 500., waar zij aan hun ambt ongeveer slechts 8 uren per week arbeiden. De post kantoor- en schoolbehoeften is nu hooger geraamd, maar daarop kan bij inkoop zeker 10 pet. worden bespaard. Te samen komt dit op een bezuiniging van 31.000. Spr. stelt dan voor de verhooging op de personeele belasting te laten vervallen en de opcenten op de gemeentefondsbelasting slechts met 10 te verhoogen. Hierna komt spr. tot meer algemeene critiek. Spr. zou gaarne de wethouders meer voor de bur gerij toegankelijk zien. Meer vrijheid. Over het beleid van B. en W. sprekend tegenover de voetbalverenigingen heeft het spr. verheugd, dat zij deze zijn tege moet gekomen. Men moest die voetbalver- eenigingen nog meer vrijheid laten, daar dit minder bezoek geeft aan dë kroeg. Sport is de vijand van de alcohol. Laat Alphen, aldus spr., toch niet meer zoo'n gek figuur slaan in Nederland. Voorts bepleit spr. openstelling van het Zwembad op Zondagmorgen. Als dit in strijd is met de belijdenis, aldus spr., dan wordt hiertegen door tal van rechtsche ge meenten hevig gezondigd. Men moet meer te rade gaan bij zijn eigen consciëntie. Het gemeentebestuur is niet hoofd van een kerkgenootschap, maar van de geheele ge meente. Komt men dan zoozeer met zijn overtuiging in strijd, dan moet men óf af treden of zijn overtuiging opofferen. Spr. is niet tevreden over het feest op den verjaardag der Koningin. Wij hebben gezien een optocht van kinderen., alleen van Christelijke huize. De andere kinderen popelden om mee te doen, maar konden niet. Spr. vraagt voor dien dag de medewer king van den voorzitter om niet aan an deren vergunning te weigeren. De voorz. (heftig): Mijnheer ten Cate Brouwer, u is onjuist. Die optocht is niet geweigerd, men heeft niet gewild! De heer ten Cate Brouwer geeft daarop een uiteenzetting van zijn standpunt. De voorzitter betoogt, dat hij alles heeft gedaan om de heeren tot elkander te bren gen. De heer ten Cate Brouwer vraagt dit in de toekomst te verhinderen. Tenslotte dringt spr. nog eens aan om in betere tijden over te gaan tot aanschaf fing van een sproeiwagen. De samenstelling van het college van B. en W. is aldus spreker, niet een weerspie geling van den Raad. Sprekers fractie heeft getracht een op lossing te vinden in de benoeming van een R. K. wethouder. Dit is niet gelukt, wat spreker spijt. Het college zal zelf hiervan de conse quenties moeten dragen. De heer Boeren aan het woord. De heer Boeren vangt aan met 'n beroep op de geestelijke belangen, die alle zorg vragen. Als daarnaast allerlei stoffelijke belangen steeds meer de aandacht voor zich opeischen, dan dringt de groote ver antwoordelijkheid van het gemeentebe stuur zich aan spr. op. Hiermede komt- spr. tot de samenstel ling van het college van B. en W. en hij vraagt zioh af of die groote belangen vei lig gesteld zijn enkel en alleen hierdoor dat de twee grootste partijen uit de gefneente, gesecondeerd door twee gelijk gezinde titularissen daadwerkelijk invloed kunnen doen gelden op het dagelijksch bestuur der gemeente, waarop de drie minderheidspar tijen, die te samen dan toch weinig min der dan de helft der bevolking vertegen woordigen, eiken invloed moeten missen. Er blijft van alle algemeene belangen nog heel wat te wenschen over, hoewel spr. moet getuigen dat er onder de huidige leiding heel wat goeds is tot stand ge bracht, waarvoor spr. de waardeering der Kath. Raadsfractie betuigt. De wethouderskeuze. Spr. herinnert dan aan de keuze voor de bezetting der wethouderszei els, waarbij de drie minderheidspartijen demonstratief hebben willen doen uitkomen, dat er wij ziging diende te komen in de samenstelling van het Dagelijksch Bestuur. Spreker wenschte niet in te gaan op het onzinnig geschrijf van het plaatselijk C. H. partij blad, dat de brutaliteit had spr. ter ver antwoording te roepen en durfde spreken van een wethouderskluif. Toch heeft spr. toen zijn geweten onderzocht en hij is niet tot eeii rnea culpa kunnen komen. De zoo hooignoodige vertrouwenssfeer is volgens spr. niet geschapen. Spr. betoogt dan dat bij de benoeming van wethouders de politieke overtuiging van den Burgemeester niet buiten beschou wing 'kan blijven, wat spreker uitvoerig aantoont. Spr. komt tot de conclusie dat de huidi ge samenstelling van het College van B. en W. niet is gebaseerd op een behoorlijke vertegenwoordiging van alle groepen der bevolking. Spr. wil geen oratio pro domo houden, maar slechts standpunt tegenover standpunt stellen. Tot de begrooting zelve komend ver klaart spreker niet te willen worden ge rekend als een financieel expert. Maar toch voelt spreker dat deze be grooting is gesteld in mineur. Spr. wil toch een enkel accoord wat hooger trans- poneeren. Spr. leest in de stukken de bati ge saldo's der voorafgaande jaren. Men raamt dus de bedragen aan den veiligen kant. Dit is goed, want eerst als de positie van een gemeente gezond is, dan kan men eerst voldoen aan de sociale en andere nooden en voorzieningen. Wij leven dus niet op de rand van ons vermogen. Onze schuld is niet gestegen, onze toe stand is in tegenstelling met vele andere gemeenten bijna rooskleurig te noemen. Er zijn bijna 750 gemeenten waar de be lastingdruk hooger is. Is er zorg, bezorgd heid behoeft er niet te zijn. Het is goed, dat het publiek, bij zooveel angst, dit ook eens hoort om bij een aandraaien ran de belastingschroef niet aanstonds steen en been te blagen. Armenzorg. De heer Boeren spreekt dan over de ar menzorg, waarvoor de kerkelijke armbe sturen een groote taak hefe'ben en daar naast het gemeentelijk armbestuur. De kerkelijke armbesturen en de parti culieren komen ten opzichte van de armen zorg steeds in de zorg te zitten. Wat alle kerkel. armbst. te samen betreft deze kunnen meer bereiken dan de burger lijke instelling. Dan moeten wij ook dien invloed van de kerkelijke armbesturen zoo lang mogelijk steunen. Spr. haalt dan een uitspraak aan van mr. Kropman en betoogt daaruit de oprichting van één alge meene instelling, die de taak der armbe sturen zal vervullen om zoo een éénheid te verkrijgen. Bij deze eenheid wordt dan te vens voorkomen, dat de een tegen den an der wordt uitgespeeld. Ook de minister heeft deze eenheid ten sterkste aanbevo len en bij de Armenraden aangedrongen op een commissie van samenwerking. Hierdoor zullen de kex-kelijke armbestu ren beter in staat blijken om hun zegenrij ke taak te vervullen. In vele gemeeenten heeft men op deze wijze reeds een bevredigende oplossing der moeilijkheden gevonden. Spr. betoogt in deze tijden niet te schriel te zijn. Ook voor ons geldt die eeuwenoude belofte: wat gij den minsten der Mijnen gedaan hebt, dat hebt gij aan Mij gedaan Dan zal God onze zwakke pogingen steu nen en ons allen terugvoeren naar betere tijden. Sociaal-democratische stemmen. De heer Engelsman onderwerpt eveneens de samenstelling van het college van B. en W. aan critiek. Het college geeft geen beeld der evenredige vertegenwoordiging. Ook in de colleges worden de sociaal-de mocraten geweerd. Spr. oritiseert de sub-, sidie aan de vereeniging tot bestrijding der t. b. c. die alleen gegeven werd, als door particulieren eenzelfde som werd bij eengebracht. Spreker is verheugd over de posten voor steunverleening en werkverschaffing. Wat is Kapitalisme? De heer den Uijl valt den heer ten Cate Brouwer aan over diens vrijzinnigheid en over diens uiteenzetting van 't Kapitalisme Kapitalisten zijn mensehen Wethouder Herngreen: die verstand hebben. De heer den Uijl: Ja, en het verstand alleen. Spr. beschouwt als kapitalisten hen die de productie in handen hebben. Ook spr. gaat dan in op de samenstelling van het ooilege van B. en W.-en bespreekt de verlaging van het levenspeil der arbei ders. Spr. zou gaarne hebben gezien, dat meer aandacht was besteed aan de werk loosheid, vooral onder de bouwvakarbei ders, waarom spr. aandringt op den bouw van een badhuis. Het burgerlijk armbestuur wil spr. ver vangen door een meer maatschappelijke instelling. Spr. komt op tegen het braafheidsver- toon in deze, waardoor men weer vele ar moedzaaiers aan zich verplicht. Dit is slechts een armzalig lapmiddel. Er moet komen een ander productiesysteem. Ook in katholieke kringen dringt dit door, gesteund door de laatste Pauselijke encycliek Quadragesimo Anno. Wij willen geen aalmoes van een Christ, bestuur, wij eischen een plaats aan den disch, en wij zullen er voor strijden. Wij zijn het eens met den voorz. van het R. K. Werkliedenverbond, dat wij zullen klau wen, zoolang wij klauwen hebben. De heer den Ouden brengt namens de A. R. fractie dank voor de samenstelling der begrooting. Spr. meent dat zijn fractie, gezien de sterkte, recht heeft op een wethouders- zetel. Wij moeten versoberen, wij leven nu met dagen en uren. Spr. dringt erop aan ernstig ervoor te waken, dat de posten de- zer begrooting niet worden overschreden. Spr. vraagt als grondslag den Bijbel, Gods Woord, vast te houden. De heer Lam brengt de Wilhelminaver- eeniging nog eens ter sprake in verband met de feestviering van verleden jaar. Er is samenwerking gezocht met de Oranje vereniging met eerbiediging van elkan ders principes. De Oranjevereniging stelde de samen werking afhankelijk van den dag van 31 Augustus en daarop is de samenwerking gestrand. De voorzitter antwoordt. De voorz. dankt in antwoord hen, die aan de begrooting hulde hebben gebracht en deze hebben samengesteld. De heer Boeren heeft vooral een sym pathieken klank doen hooren met te zeg gen, dat wij de gemeente niet al te zeer omlaag moeten drukken, dat wij niet te bang moeten zijn. Wij moeten de zaken flink onder de oogen zien, maar niet al te pessimitisch zijn en het hoofd laten hangen. Antwoordend op den heer ten Cate Brouwer, zegt spr., dat B. en W. reeds het heele jaar tal van dingen hebben afgewe zen. De verhooging der belastingen, vindt zijn oorzaak in de werkverschaffing. Spr. wijst tegenover de bezuinigingsplannen den heer ten Cate Brouwer erop, dat een be grooting slechts een crediet is. Een post op de begroeting b,ehoeft niet te worden uitgegeven. Ook hier behoeft dat nog niet het geval te zijn. B. en W. zullen de dien sten opleggen zoo zuinig mogelijk te zijn. Spr. stelt voor niet verder over salaris verlaging te spreken. Wanneer het wets ontwerp in dien geest tot stand komt be- teekent dit voor de gemeente 5300. Wanneer dit wetsontwerp wet is zullen B. en W. opnieuw bij den Raad komen om hun houding te bepalen. Met het oog op de gemeentefinanciën wenschen B. en W. niet over te gaan tot aanschaffing van een sproeiwagen. Wat de voetbalwedstrijden betreft, zegt de voorzitter, dat hij het geheel moet over zien en niet alles mag afwegen naar eigen beginselen. Zoo moeten B. en W. wel eens een besluit nemen, waarmede zij het zelf niet eens zijn. Zoo is het ook met het ver hoogen van het aantal te spelen wedstrij den. Er is een aantal Zondagen niet ge speeld, die waren toegezegd, en deze zijn er nu door B. en W. aan toegevoegd. Aan B. en W. is de uitvoering van de Zondagswet. Wat de feesten op 31 Augustus betreft, zal spr. gaarne aan samenwerking mede werken. In het schoolreglement staat dat op 31 Augustus alle kinderen vrij hebben om het Koninginnefeest te vieren. Spr. hoopt dat men zal bereiken, dat alle kinderen op dien dag gezamenlijk zullen feestvieren, al is spreker bevreesd voor succes. Als antwoord aan den heer Boeven be treffende de kwestie der armbesturen is spreker overtuigd, dat een herziening noodig is en B. en W. zullen met een voor stel komen tot uitbreiding van het armbe stuur. Een gemengd kerkelijk armbestuur acht spr. zeer moeilijk, bovendien kan - hierin niet het initiatief van B. en W. uit gaan. De bouw van een badhuis, waarover de heer den Uijl .sprak, heeft reeds de aan dacht van B. en W. gehad. Maar B. en W. meënen, dat er vooral voor productieve werkverschaffing moet worden gezorgd. Over de samenstelling van het college van B. en W. wil de voorz. zich niet uitla ten en spr. verenigt zioh tenslotte met den heer Boeren, dat samenwerking nood zakelijk is en dat wij moeten vasthouden aan een hoogere macht. Hierna stelt de voorzitter voor om de vergadering om 11 uur te yerdagen tot Maandagavond 7 uur, ook omdat spr. den heer ten Cate Brouwer gelegenheid wil geven zijn voorstellen uitvoeriger te be handelen. De positie der gemeente. De voorzitter geeft dan een uitvoerig overzicht over het algemeen beheer en de financieele positie der gemeente, in ver gelijking met andere gemeenten, waaruit blijkt, dat de toestand dezer gemeente niet ongunstig is te noemen. Wethouder Herngreen gaat in op de meening van den heer ten Cate Brouwer, dat spr. niet meer zoo op de bres staat als voorheen, toen' hij alleen lid van den Raad was. Spreker voelt zich hier in het college eigenlijk niet thuis, maar hij kan zijn eigen zin niet doen in 't belang zijner partij. Den heer Boeren antwoordt spr. in zijn steeds zelf op den kath. wethouder heb- critiek op de samenstelling van het college van B. en W., dat de Katholieken voorheen ben gestemd. Wat hi r op 1 September 1 geschiedde was een demonstratie. Maar in I plaats van demonstreren had de R. K. fractie haar meening aan andere fracties kenbaar moeten maken, dan was er te i praten geweest. Wat de oommassiebenoemingen betreft zegt spr., dat van een uitsluiting van soc.- dem. geen sprake is. De R. K. en Vrijz. Dem. Raadsfractie hebben getracht Chr.» H. en A. R. raadsleden te wippen, terwijl deze zelf de leden der andere partijen hebben gesteund. De heer Boeren antwoordt. In tweede instantie zegt de heer Boeren op het gesprokene door den heer den Uijl, dat deze het recht heeft er zijn meening over het Socialisme op na te houden. Spr. vraagt de Christ, partijen te erkennen wat goed is in het socialisme, maar vraagt dan ook aan den heer den Uijl te erken nen wat goed is in ons. Den heer den Ouden antwoordt spr., dat de zetelsterkte geen argument is voor de zetelverdeeling in het college van B. en W. Spr. zegt, dat de Katholieken reeds eeuwen zijn voor Zondagsheiliging, maar dit mag niet te ver gaan. Het is zelfs dit jaar zoo ver gegaan, dat men een katholie ke vereeniging een demonstratie verbood, omdat zij in haar verzoekschrift verwees naar de voetbalwedstrijden. En toch was het consequent. En heel wat rechtsche re geeringen zijn het hierin met ons eens. Wat de kerkelijke armbesturen betreft, heeft spr. juist hier erover gesproken om de kerkelijke armbesturen te laten weten, dat het mogelijk is iets goeds in die rich ting te bereiken. Dat hier geen beslissing kon worden genomen, wist spr. In antwoord op den heer Herngreen antwoordt spr., dat door die demonstratie is getoond, wat er zou geschieden als er in die lijn zou zijn doorgewerkt. Slechts een meerderheid van 1 stem, en alleen nog als de Raad voltallig is. Dat de R. K. en andere fracties naar de C. H. en A. R. hadden moeten komen, ont kent spr, als de kleine naar de sterkere komt, dan zit de kleinere er meteen on der. Wat het wippen uit de colleges betreft, ook dit was slechts een demonstratie. Bo vendien is niet geheel juist, wat de heer Herngreen zeide, daar spr. zelf in de com missie der re chts v e r o rd e n in ge n is gewipt ten gunste van het jongste lid. Nieuwe opmerkingen. De heer ten Cate Brouwer dankt den voorz. voor zijn bereidverklaring om zijn voorstellen in een wethoudersvergadering te bespreken. Spr. kan zich niet tot het optimisme van den heer Boeren en den voorz. opwer ken. De voorzitter heeft gezegd, dat wij op onze uitgaven zijn blijven staan, maar de inkomsten zullen verminderen. Spr. hoopt, dat bij uitbreiding van het burgerlijk armbestuur ook vrijzinnige leden zullen worden opgenomen. Spreker gelooft gaarne, dat de heer Herngreen liever weer alleen als lid in. den Raad zat. Bij de stemmingen, had de heer Herngreen het positieve moeten zien, niet anderen eruit stoeten, maar eigen men schen erin brengen. Wij verzetten ons erte gen, aldus spr. dat wij bij de gratie in een commissie mogen zitten, en wel zooals het van te voren is klaargemaakt. De wenk van den heer Herngreen om overleg te plegen vóór de samenstelling van het college van B. en W., zal onthou den worden. De medewerking van den voorz. in zake één optocht op Koninginne dag acht spr. van belang. Dat moet wor den bereikt. De heer Spreij vraagt antwoord van den voorz. op zijn aanmerkingen in zake café sluiting en de salaris-„herziening". Spr. geeft eveneens een uiteenzetting van de historie der feestviering op 31 Augustus. De Oranjevereenging kan nooit met een feestviering als die van de W.V. meegaan, hoezeer hij eenheid zou wenschen. Andere geluiden. De heer Vordonk meent dat hij met het uitbreiden van het aantal voetbalwed strijden niet kan meegaan alleen om zijn overtuiging en zijn belijdenis. Wethouder van Leeuwen verklaart dat hij bij zijn laatste benoeming als wethou der tal van felicitaties van Katholieken en vrijzinnigen heeft ontvangen. De heer den Uijl zegt, dat- hij wel waar deering heeft voor wat de Kerkel. Armbe sturen e.a. doen, maar op principieele gronden heeft spr. bezwaar tegen burger lijke liefdadigheid. Maar de Kerkel. liefda digheid wordt steeds meer afgevoerd op de burgerlijke. Spr. apprecieert wat door de R.-K. op maatschappelijk terrein wordt gedaan, maar spr. verschilt met den heer Boeren van meening, dat armen zijn aangewezen eerst op Kerkel. en dan op burgerlijke lief- daidgheid, zij hebben recht op levensonder houd. Spr. meent, dat ieder den Zondag moet gebruiken, zooals hij dien wenscht. Het verheugt spr., dat het Armbestuur zal wor den uitgebreid. Spr. hoopt, dat dit met een arbeiderselement zal geschieden. Spr. is niet pessimistisch over den toe stand der gemeente, waarbij spr. een be cijfering van het Centraal Bureau der Sta tistiek voorleest. De heer Cocx betreurt het dat op de begrooting een post is uitgetrokken voor een noodslachtplaats te Aarlanderveen. De heer Ruting bespreekt het beleid van den burgemeester in het leiden van deze vergadering. We zijn vanavond weer geen stap verder gekomen, de begrooting is niet behandeld. Spr. dringt aan op min der breedsprakigheid. Dit is een verloren avond. Spr. zou gaarne zien, dat de spreek tijd voortaan beperkt werd. Hierna beantwoordde de voorzitter nog even in 't kort enkele sprekers, waarna de vergadering wordt verdaagd tot Maandag dagavond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 6