GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 3 NOVEMBER 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 Het Stadhuisvraagstuk in andere banen geleid. De Breestraat aangewezen als plaats voor het nieuwe raadhuis. Het Lammermarktplan verworpen. Aangenomen is meervoudige opdracht tot een raad- huis-ontwerp met behoud van den ouden gevel. B. en W. zullen in een volgende vergadering archi tecten voorstellen en een voorstel doen tot nadere bepaling van den omvang van het terrein aan de Breestraat. Wethouder Splinter vervolgt zijn rede: De heer Bosman heeft getwijfeld aan de bruikbaarheid van den ouden gevel, doch spr. lean hem gerust stellen. Dr. Pit en dr. Berlage waren vóór afbraak, doch de an dere deskundigen zijn voor be'houd, en dat na serieus onderzoek. Ook de comm. voor Monumentenzorg acht herstel zeer wel mo gelijk. De heer Simonis wilde de oude ge vel overdoen aan het Rijk. Deze mogelijk heid is reeds vroeger onder het oog gezien doch verworpen. Wanneer e-en referendum zou uitgeschre ven worden over de plaats, dan zou de Bree straat zeer zeker een overweldigend succes hebben. Spr. eindigt met de hoop uit te «preken, dat het voorstel van B. en W. zal worden aangenomen. De Burgemeester geeft een afstraffing. De v o o r z. acht het overbodig om na wethouder Splinter nog veel te zeggen. Deze wethouder heeft de zaak nauwkeurig onderzocht en uiteengezet. Vast staat, dat het oplossen van een raadhuisvraagstuk niet uitsluitend aan den raad behoort te worden overgelaten. Er is veel critiek ulo- geoefend op het voorstel van B. en W. De wijze waarop deze critiek is uitgeoefend acht spr. onrechtvaardig en zal er zeer ze ker niet toe bijdragen om de oplossing van dit ingewikkelde vraagstuk te bespoedigen. Er zijn uitdrukkingen gebezigd die totaal onverdiend waren en al zouden ze verdiend zijn geweest, dan werden ze nog onverstan dig gebruikt, omdat de sfeer er onnoodig door is verbitterd. Spr. kan zich niet in denken, dat degenen, die dergelijke uitdruk kingen gebruiken, zich voorstellen daar mede de zaak der gemeente te dienen. Met reoht is gezegd, dat B. "en W. geen leiding hebben gegeven, d-w.z. na 8 Juni j.L Het voorstel van de drie rechtsche frac tieleiders dat op 8 Juni is aangenomen, is volgens spr. een groote onvoorzichtigheid geweest. Was het plan van B. en W. toen gevolgd dan had men eerst het plan-Dudok afge handeld. Indien de S.D.A.P. een trouwe bondgenoote was gebleven, had de zaak der S.D.A.P. er heel wat beter voorgestaan. Ons voorstel van 7 Juni was geheel conse quent, het raadsvotum van 8 Juni heeft onze consequente lijn gebroken. Men heeft ons verweten, dat wij het plan-Dudok om hals hebben willen brengen. Onze meening om trent het plan-Dudok stond echter aller minst vast. Dat bewijst ons voorstel om een commissie van advies in te stellen. Na het votum van 8 Juni was het evenwel onze plicht om praeadvies uit te brengen. Het college is niet omgezwaaid, want het col lege heeft nimmer zijn gevoelen kenbaar gemaakt. Zelfs dit voorstel geeft geen blijk van de meening van het college omtrent enkel- of meervoudige opdracht. Men mag er alleen uit lezen, dat B. en W. bereid zijn den raad te volgen. Wat den ministerieelen brief betreft, verklaart spr., dat noch B. en W. noch spr. zelf dien brief hebben uitgelokt, op geen enkele manier. Dat was ook trouwens geenszins noodig. Direct na den brand wist het ministerie van O., K. en W. wat het wilde. Herhaaldelijk heeft het ministe rie aangedrongen op behoud van den ouden gevel en het is dan ook niet te verwonde ren, dat de minister heeft ingegrepen, toen gevaar dreigde voor den ouden gevel. Ons voorstel is niet' gebaseerd op dien brief, doch alleen op het votum van den raad. Wij hebben geaarzeld den brief van den minis ter te publiceeren, doch mochten thans den brief niet achterwege laten; ondanks het risico van verdachtmaking. Wij geven de Lammermarkt niet op. De heer v. Eek is het met B. en W. niet eens, dat. de financieele zijde van het vraag- etuk op den achtergrond moet blijven. Wij zijn niet bereid om gelden uit te geveii, welke niet strikt noodzakelijk zijn. De heer S-plinter heeft het verschil gereduceerd tot 2 ton, maar dat berust alleen op veronder stellingen. In ieder geval is het Lammer markt-plan aanzienlijk goedkooper. De wet houder van financiën heeft geen woord ge sproken. Webhouder Goslinga: U zoudt mij dat bij de begrooting pas inpeperen! De heer v. Eek: Als de wethouder nu gesproken had, zou hij dat „inpeperen" misschien hebben kunnen voorkomen. An ders wordt altijd buitengewoon veel ge wicht gehecht aan de financieele zijde voor al bij voorstellen van onzen kant. Spr. kan zich begrijpen, dat B. en W. het vervelend vonden, dat wij met de drie rechtsche fractie-leiders meegingen. Wij hebben evenwel B. en AV. niet in den steek gelaten, doch B. en W. hebben hun eigen oorspronkelijk plan in den steek gelaten en toen moesten wij wel met de 3 fractie leiders meegaan. Spr. acht het onbillijk, den heer Sohüller te verwijten, dat hij niet in een handomdraai een voorstel uit den grond kan stampen. Hij had niet de be schikking over een staf van deskundigen zooals B. en W. De voorzitter heeft gezegd, dat uit het voorstel van B. en W. niet blijkt, dat het college vóór meervoudige opdracht is. Dat is een op de loop gaan voor een vermoeden, dat de raad wel voor meervoudige opdracht zal zijn. Dat is de leiding uit handen geven. Bij B. en W. heerscht blijkbaar de meest schromelijke verwarring. Het is niet te ontkennen, dat direct na den brand een groote neiging in Leiden be stond voor het behoud van den ouden ge vel. Spr. is ook altijd vóór het behoud van oude monumenten geweest. Later is echter de vraag opgekomen of de oude gevel wel opnieuw opgebouwd kon worden, want daar komt het toch op neer. Spr. neemt acte van de verzekering van den voorz., dat de brief van den minister door B. en W. niet is uitgelokt; cle schijn was tegen B. en W. Spr. is het met den minister eens, dat het rijk zich het lot van den ouden gevel aantrekt, doch als de minister ons wil dwin gen om er een raadhuis tegen aan te bou wen, dan gaat hij te ver. De democratische weg is een lange weg.... De heer Knuttel: die haast afge- loopen is. De heer v. Eek: U wilt fascistische methodes, maar wij achten de democrati sche weg nog altijd de beste. De democra tische weg eischt, dat de raad beslist over zijn eigen stadhuis, niet de minister. Verscheidene leden hebben zich laten ontvallen, daj zij het plan-Dudok nog niet zoo slecht vinden. Zou het niet mogelijk en ook niet billijk tegenover den architect zijn, om met den heer Dudok in overleg te tre den over min of meer ingrijpende veran deringen Wanneer spr. eenigen steun in den raad vindt, is hij bereid een voorstel in dien geest te deen. Spr. blijft de Breestraat volkomen onge schikt achten voor een raadhuis. De S.D.A. P. zal het Lammermarkt-plan blijven ver dedigen. Doch is het niet mogelijk oin een andere plaats te zoeken, welke de instem ming van den architect heeft? De raad wil een tam stadhuisje. De heer Knuttel zegt, dat er nog wel goedkoopere terreinen te vinden zijn dan de Lammermarkt. De Lammermarkt ligt midden in het industrie-kwartier. De ver keerswegen, welke daar zullen komen, zul len het karakter krijgen van snelverkeer. En de algemeene situatie èn de verkeeis- ligging is volmaakt ongeschikt voor een raadhuis. Spr. kan niet inzien, dat zijn plan (ideeën-prijsvraag) zooveel tijdverlies zou meebrengen. Bij meervoudige opdracht duurt het ook lang. De berekening van wet houder Splinter vindt spr. belachelijk. Aan zijn oorspronkelijk voorstel van „ideeën"- prijsvraag wil spr. echter niet vasthouden, het kan ook een reohtstreeksche prijsvraag zijn. Spr. meent, dat B. en W. op lichtvaardi ge wijze aannemen, dat de meerderheid van den raad meervoudige opdracht wil. Wat de raad schijnt te wfllen is een „tam" stad huisje, een oonfectie-raadihuis, zonder pit of durf, dat moet aansluiten bij de paleizen van de Faam. De heer Bergers heeft het uitgesproken; die wil een aardig lief stadhuisje met een torentje enz. Spr. maakt zich geen illusie, dat bij een prijsvraag het mooiste ontwerp uitgekozen zou worden. Als het wat lan ger duren zou, zou het tenminste uitstel van executie zijn. Spr. meent, dat wij thans een raadhuis gaan bouwen, dat later niet meer geschikt zal zijn, wanneer het kapitalisme zal hebben afgedaan. Spr. zal stemmen tegen het voorstel van B. en W. omdat de tendenz voorzit om een tam raadhuisje te bouwen en wel door een Katholieken architect. Twee nieuwe voorstellen. De heer Bosman dient een voorstel in om een commissie van vijf leden uit den raad te benoemen, welke binnen 3 maan den moet trachten een meer geschikt ter rein voor het nieuwe raadhuis te vinden. De heeren v. Eek, Schülleren Groe- n e v e 1 d dienen een voorstel in, om B. en W. te verzoeken in overleg te treden met den heer Dudok inzake het aanbrengen van veranderingen in diens plan, en de resul taten van dat overleg t.z.t. aan den raad mee te deelen. Verdachtmakingen. De heer Manders zegt, dat zoowel de heer Knuttel als het „Baagsche Volk"' erop hebben gewezen, dat wij zouden aan sturen op de aanwijzing van een katholie ken architect. Van een dergelijke gedach- tengang is bij de katholieke raadsfractie niets bekend. Doch men poneert blijkbaar die verdachtmaking, om van te voren een katholiek architect onmogelijk te maken. De katholieke fractie heeft nimmer een katholieken architect naar voren willen schuiven, maar wil ook ten sterkste er te gen opkomen, dat een katholieken archi tect, die voor een opdracht in aanmerking komt, geweerd wordt. De heer v. Eek schuift thans het financieele argument naar voren, doch vroeger heeft hij een andere gedragslijn gevolgd. De heer W i 1 m e r heeft B. en W. in eer ste inscatine 'niet verweten, dat zij geen vaste lijn hebben gevolgd, doch nu de voorz. de schuld van de chaos aan den raad geeft en wel op de eerste plaats aan het voorstel Wilbrink-Huurman en spr. zelf, moet spr. toch constateeren, dat hem ook vóór 8 Juni Rector M. A. THOMPSON tc Voorscho ten, oud-hoofd red acteur van de „Maasbo de", die Zondag zijn 70sten verjaardag heeft gevierd. Door zeer velen werd deze gelegenheid aangegrepen, om dezen oud-journalist betuiging van waardeering te schenken. 1931 niets gebleken is van een vaste lijn bij B. en W. Vroeger wensehte het college ook een opdracht met èn zonder den ouden ge val; thans wil het uitsluitend den ouden gevel. Vroeger wisten B. en W. ook niet zeker, waar gebouwd moest worden, thans willen zij het Breestraatterrein. Een minderheid heeft indertijd gewaar schuwd dat als men alleen aan den heer Dudok opdracht zou geven, men zich aan dezen architect gebonden zou achten. Dat gevaar is maar al te zeer werkelijkheid ge worden. En de raad zou practisch heelemaal I niet meer vrij zijn geweest, als de door B. en W. gevraagde commissie van advies een niet ongunstig oordeel zou hebben uitge sproken, hetgeen te verwachten was. De heer Splinter heeft vier argumenten aangevoerd tegen een nieuwen gevel. Twee argumenten daarvan geven spr. geen reden om zijn voorstel in te trekken. Doch wel heeft op spr. indruk gemaakt het gevaar, dat een opdracht tot ontwerp van een stad huis met nieuwen gevel teveel zou kosten aan tijd en geld, wat ten slotte nutteloos zal blijken. Spr. vraagt B. en W. pertinent of zij de zekerheid geven, dat het nu komt tot een meervoudige opdracht en de raad niet voor nieuwe verrassingen wordt gesteld. De voorzi tter antwoordt, dat B. en W. zich bereid verklaard hebben, om een meervoudige opdracht in overweging te gaan, want de restauratie zal altijd te zien zijn; de oude kleur kan niet hersteld wor den. Wethouder Splinter: O ja, binnen 5 jaar. De heer S c h 11 er wijst erop, dat de heer Dudok in zijn rapport schrijft, dat men practisch overal elders kan bouwen, maar dat hij de Breestraat alleen prefereert om historische motieven. Er is echter alle ro den om de Lammermarkt te verkiezen, ge let op het groote knooppunt van verkeers wegen dat daar onherroepelijk moet komen. De Israëlitische begraafplaats acht spr. geen bezwaar. Aan de Zijlpoort ligt ook een begraafplaats en toch was dat geen be zwaar voor een noodzakelijke verbreeding van den weg. De wijze, waarop B. en W. van enkelvou dige op meervoudige opdracht zijn geko men, heeft spr. bevreemd. B. en W. wen- schcn zich klaarblijkelijk zoo weinig moge lijk bloot te geven, maar spr. heeft toeh geen bewondering voor die wijziging van standpunt. Spr. had verwacht, dat B. en W. een meer positief praeadvies hadden uitge bracht. Is het niet treurig, dat de voorzit ter zelf heeft geconstateerd, dat B. en W. geen leiding hebben gegeven. Ook nu wordt weer geen leiding gegeven, want in het praeadvies wordt geen stelling genomen. De drie fractieleiders hadden ook iets an ders verwacht. Toch nemen zij met dit praeadvies genoegen. De heer Schüller breekt zijn betoog af. De vergadering wordt verdaagd tot 's avonds kwart over 8. AVONDZITTING. Aan het woord is de heer Schüller, die het thans onbehoorlijk vindt, dat de wethouder hem verwijt, als zou spr. de schuld zijn van de publicatie van een ver trouwelijke nota. De wethouder weet, dat dit onjuist is. Spr. gaat daarna in op allerlei onderge schikte kwesties, over het al of niet publi ceeren van ambtelijke rapporten en bet verstrekken van taxaties aan de raadsle den. Spr. veronderstelt, dat alle onteige ningen, welke in tegenstelling met het Breestraatplan te hoog getaxeerd zijn, ter wijl de taxatie in het Breestraatplan aan den lagen kant zijn gehouden. Spr. be grijpt niet, hoe B. en YV. kunnen toezeggen, dat zij met een meervoudige opdracht zul len komen. Wanneer zij echter inderdaad met zulk een praeadvies komen, waar blijft dan de toezegging aan den heer Du dok? Dat is een zeer onbehoorlijke behan deling, want het is te begrijpen, dat de heer Dudok niet meer mee zal doen, als ook anderen worden uitgenoodigd. Men heeft het niet aangedurfd om het Dudok- plan rechtstreeks te verwerpen. Dat de rechterzijde haar doel bereikt heeft, blijkt wel uit het intrekken van het voorstel der drie fractieleden, welk voor stel als brug moest dienen. De heer Wil- brink heeft het behoud van de oude gevel- De hëer W'i lmej sluit Zich vervolgens trap een bezwaar genoemd, en toch gaat aan bij de woorden yan den heer Manders. hij thans meó' met het behoud van den Spr. hoopt, dat de raad uitsluitend zal Iet- ouden gevelallemaal kronkelingen ten op de achitectonische bekwaamheden J van het plan-Dudok af te komen. en niet op de godsdienstige den architect. i'ortuiging van Op zoek naar een andere plaats. De heer Bosman constateert, dat men 1 het in den raad niet eens is over de al of niet geschiktheid van de Breestraat als plaats van het raadhuis. Spr. gelooft ook, dat, wanneer het oude stadhuis er nooit gestaan had, niemand San de Breestraat zou denken om daar een nieuw raadhuis neer te zetten. Om te voorkomen, dat de raad de Bree- j straat maar neemt, zonder overtuiging, al leen omdat men geen ander terrein weet, heeft spr. een voorstel ingediend, om een I commissie van 5 leden uit den raad te be noemen, die binnen 2 maanden moet trach ten om een meer geschikt terrein te vinden. Drie maanden kan niet zooveel ophouden en wij zullen dan tenminste alles gedaan hebben om het meest geschikte terrein te vinden. De heer Simonis vindt het zeer moei lijk om zijn stem te bepalen. Spr. zou veel gevoelen voor het voorstel-Bosman. Wij hebben dan tevens tijd om met de regee ring van gedachten te wisselen over over neming van den ouden gevel. Wie is de pias? De heer Schüller heeft in het betoog van wethouder Splinter de bevestiging ge zien van zijn stelling, dat B. en W. geen behoorlijke aandacht hebben besteed aan 1 het Lammermarktplan. Spr. ontkent, dat j hij 6 maanden heeft noodig gehad om een teekening in te dienen, Hij heeft 13 dagen, nadat hij de teekening in de commissiever gadering had aangekondigd, deze teekening ingediend. Wij hebben thans wel gehoond, dat B. en W. zich niet hebben uitgesproken voor meervoudige opdracht, doch spr. heeft niet gehoord, wat architect Dudok van die meer voudige opdracht denkt. De voorzitter: Dat komt in ons vol gend praeadvies. De heer Schüller: Hoe dan ook, ik kan het niet anders zien, dan dat B. en W. niet getrouw zijn gebleven aan het eens gegeven woord aan den heer Dudok. Over de kwestie van de „pias" zal spr. niet veel zeggen. Ieder citeert wat hij noo dig heeft en de wethouder citeert mij ook wel eens en dan hangt hij de gebraden haan uit (gelach). Spr. heeft gezien, dat de wethouder op den ochtend van de stad huisbrand door den burgemeester „voor pias werd gezet", toen een order van den wethouder door den burgemeester onge daan werd gemaakt. Spr. constateert, dat B. en W„ maar steeds heen loopen over het feit, dat de oude gevel in ieder geval tot aan den grond moet worden afgebroken. De meesten meenen, dat het overblijfsel kan blijven staan, hetgeen onjuist is. Het wa Spr. meent dat de Katholieken wel de gelijk hebben aangestuurd op het doen aanstellen van een Katholieken architect. Evenals het college van B. en W. heeft ook de heer Wilmer zich op de vlakte ge houden wat betreft de kwestie der meer voudige opdracht. De heer Bergers heeft in de vorige gadering gezegd, dat hij niet kon begrij pen dat de voorzitter hem (spr.) het woord niet ontnomen heeft. De heer Bergers: Och, kerel, je maar te zwammen. De heer Schüller: Daaruit blijkt, dat in de kringen van den heer Bergers met de knoet wordt geregeerd. De heer Bergers: lk heb op je fat soen gewerkt. De heer Schül 1 e r: Als ik dan zoc onfatsoenlijk ben, dan ligt dat aan de klas se van den heer Bergers, die mij in mijn jeugd geen betere opvoeding heeft gege ven. Spr. herhaalt dat de Lammermarkt meei ruimte biedt, dan de Breestraat. .Wethouder Splinter: Dat heb j-: vanmiddag al gezegd. Do heer Schüller: De bezwaren var de Lammermarktomgeving gelden evenzec: voor de Steenstraat. Dc Steenstraat zal met het nieuwe uitbreidingsplan binnen kort lang niet zoo gunstig gelegen zijn als dc Lammermarkt. De omgeving zal zich daar veel eerder aanpassen dan elders; de gemeente kam voorgaan, want zij heeft daar eigendommen en kan bijv. de Lak; hal uitbreiden. 1 Wethouder Goslinga: Er. waar blijft dan de financieele bezuiniging? De heer Schüller resumeert, dat de heer Dudok en de S. D. A. P. onbe hoorlijk behandeld zijn en dal de rechter zijde net zoo lang gekronkeld heeft, tot dat B. en W. voor haar aandrang is ge zwicht en zonder overtuiging nu zal ko men met een praeadvies vóór meervoudi ge opdracht. I Spr. herroept thans zijn gezegde, dat de type-kamer vol corruptie zit. Het was zijn bedoeling, te zeggen, dai; de pers reeds van te voren op de hoogte blijkt van din gen, die zelf den raadsleden onbekend zijn. B. en W. maken figuur. sen ongelukkig thans de hoeren "Wilbrink, Wilmer en Huurman? De heer Wilbrink in 't bijzon der is herhaaldelijk van opinie veranderd hij Jiikt wel een ventila tor. Misschien wordt hij nog wel voorstander van het Lammcr- marktplan. Het. college tracht z'n houding te ver bloemen, door te zeggen, dat do S. D. A. P. het college in den steek hoeft gelalen. AUf-en de S. D. A. P. is van don aanvang af haar standpunt getrouw gebleven. De S. D A. P was en is nog vóór enkelvou dige opdracht. Het codcge heeft den heer Dudok opgezocht en de S. D. A. P. heeft hem aanvaard. Ook no nog houdt de S. D. A. P. vast aan den heer Dudok en wil hem de opdracht geven een plan te ont werpen en wel op 't terrein aan de Lammer markt. Wij zitten niet aan den heer Du dok vast. Wethouder Goslinga: En je zegt zelf .n wel. De heer Gr oen eve ld: Wij zitten aan hem vast, zoolang zijn plan niet is verwor pen. Wethouder Goslinga: Wij zijn toch vrij. De heer Groeneveld: Om tc aan vaarden of te verwerpen. Wethouder Goslingia: Of aan te houden. De heer Groeneve 1 d ontkent dat. Als wij den heer Dudok inschuiven in een niet door hem gewilde meervoudige op dracht, dan is dat contractbreuk. Spr. geeft toe, dat de Lammermarkt op het oogonblik minder geschikt lijkt. Maar do gemeente zou de' minderwaardige huisjes kunnen aankoopen. Wethouder Spjlinter: En do kosten De heer Groeneveld: Zullen die huisjes zooveel kosten als de Faam? Waar men het stadhuis ook zet, een stadshuis is niet moor dan een kantoorgebouw, dat 's avonds niet in gebruik is en dus ook niet verlicht is. Zelfs het Rotterdamsche stad huis is 's avonds een onopvallend gebouw, aan de overzijde is het veel aardiger. Wethouder Splinter: Daar wordt een borrel gedronken. De heer Groeneveld: Meneer do voorzitter, kunt u meneer .Splinter niet vragen of hij geen flauwigheden wil vor- koopen. Het is onze bedoeling, gaat spr. verder, op de Lammermarkt een vrijstaand gebouw te zetten. Het is onjuist, dat de molen de „Valk" moet worden afgebro ken er is ruimte voor, al prefereert spr. zelf, dat de molen zou worden afgebroken. Van een liefde van B. en W. voor molens is spr. nooit gebleken, getuige de molen de „Stier", die zoo verrot is. dat die molen zichzelf ongeveer heeft afgebroken, on danks het raadsbesluit, dat deze molen gespaard moest worden. Spr. houdt vorder vol, dat het Lammermarktplan belangrijk goedkooper is. Er staan daar althans geen dure zaken, die onteigend moeten worden, al zal de schadeloosstelling aan Amiciiia natuurlijk ook wel eenig gekl kosten. Spr. meent, dat de heer Dudok best genegen zal zijn om een behoorlijk ontwerp te ma ken, al vindt hij het terrein persoonlijk niet zóó geschikt. Aan do publieke opinie hecht spr. niet veel, want alle adressen in zake het stadhuis bij elkaar vormen een ware Leidsche hutspot, waar niet uit wijs is te worden. Dat er eenige partijgenoo- ten van spr. zijn, die het met dc fractie niet eens zijn, wat betcekont dat nu? De heer Schaper zou het niet met or s eens zijn. Best mogelijk: de heer Schaper vindt de stijl van den heer Dudok ver schrikkelijk, maar hij is ook niet voor dc Breestraat als bouwterrein. Waaruit leidt de heer Splinter af, dat dc bevolking in meerderheid vóór de Breestraat is? Spr. meent in tegendeel van niet. Do voorzit ter heeft gezegd, dat onze critiek verbit tert. Wij echter hebben het college niet in den steek gelaten, maar hel college heeft ons plan genegeerd en „gcsluipmoord'. Ons plan werd door de bouwvergunning aan Amicitia practisch benadeeld Het meest onbenullige voorstel wordt altijd in do Stukken opgenomen, behalve ons voorstel. Kan dat zoo maar? Ons •'oorstel is een voudig verdonkeremaand. Spr. kan daar geen genoegen mee nemen en verlangt de toezegging, dat het voorstel alsnog in de officiecle stukken wordt opgenomen. De voorzitter: Het voorstel staat in de Stukken, met praeadvies en al. De heer G roeneveld: Maar de toe lichting niet. De voorzitt e r: Dal gebeurt toch nooit. De heer Groeneve 1 dB. en W. las- schen wel hoele rapporten van ambtena ren in. De voorzitter: Als wij die rappor ten tot onze meening maken, maar het is De heer Groeneveld heeft met spanning het antwoord van het. college te gemoet gezien, doch het is hem erg tegen gevallen. Nooit heeft hij het college van B en W. een zoo ongelukkig figuur zien maken als vandaag. Spr. twijfelt er aan, of de wethouders wel voor hun eigen voor stel zullen stemmen. Zij stellen iets voor tegen hun eigen overtuiging en alleen up grond van een veronderstelde meerder heid voor meervoudige opdracht. Waar beter, dat de heele gevel verloren was ge- blijft bier de leiding. Zijn de wethouders DS. A. A. LINGBEEK, die als lid Tweede Kamer is heengegaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5