23ste Jaargang ZATERDAG 10 OCTOBER 1931 No. 7023 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN BINNENLAND DE STADHUISBOUW TE LEIDEN S)e£aidóolie(Boii^omt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor LeideD 19 cent per week f 2J30 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per port 12.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 93S, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regeL Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit vijf bladen waaronder geïllustreerd Zondags blad. De Aartsbisschop op den Onderwijzersdag. Te Utrecht is de gewone jaarlijksche onderwijzersdag voor de provincie Utrecht en het Gooi gehouden, die ditmaal een buitengewoon karakter droeg, doordat een gedeelte daarvan vereerd werd met een bezoek van Zijne Hoogw. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht. Op de ochtendvergadering van dezen onderwijzersdag hield prof. dr. fr. Feron, professor aan het groot-seminarie te Roer mond, onder het motto „Het zoete juk" een breedvoerige beschouwing over den godsdienst bij de opvoeding van het kind. De Aartsbisschop heeft de vergadering toegesproken en gewezen op de beteekenis en belangrijkheid van het Katholiek onder wijs. 't Is niet onwaarschijnlijk, dat er ouders zijn, die niet voldoende waardeeren, dat hun kinderen goed katholiek on; derwijs genieten. En 't is ook niet uitgesloten, dat er on derwijzers zijn, die, onderwijs gevend op een katholieke school, niet voldoende inzien, welke ernstige plichten die baak hen oplegt De Aartsbisschop zeide tot de verga dering o.m. het volgende: Laat vooral het katholiek onderwijs kaholiek zijnhet is het reeds, maar het Va.ri het nog veel meer zijn. Met vreugde zie ik hier voor mij vele religieuse fraters en zusters en ook tot hen evenals tot de leeken onderwijzers en onderwijzeressen zeg ik: het katholiek on derwijs kan nog meer katholiek zijn dan 't thans is. Zeker, er is reeds veel verbeterd. Eer tijds bepaalde het zich voor een groot deel tot bidden voor en na de les, er is thans gekomen het voorbereidend catechismus onderricht, onderricht in de godsdienstleer, in de liturgie enz. Maar ook in menig vak van het gewone leerplan kan op de katholiciteit meer de nadruk worden gelegd, zonder het vak zelf te schaden. Ja in ieder leervak kan de katholiciteit van het onderwijs naar voren komen. Vóór alles is daarvoor noodig dat de onderwijzer zelf door en door katholiek is, niet alleen in zijn gedragingen maar ook in zijn kennis. Als gij hiervan niet overtuigd zijt, dan zijt gij zelf nog niet voldoende doordron gen van de groote waarde van heb katholiek onderwijs. Deze woorden van den Aartsbisschop mogen worden overwogen door velen!.... maakte in zijn rede ook nog gewa-g van de actie, ook in onderwij zerskringen, tegen de dreigende salarisver laging en hij zeide: „Als gij in deze dagen, volgens plicht en geweten, zoudt meenen dat actie gevoerd moet worden, omdat de belangen van u en uwe gezinnen bedreigd worden, laat dan nimmer uwe actie ontaarden in agitatie. Als uw hart warm wordt voor de rechten van uw gezin laat dan uw geest koel blij ven en dandoet gerust vrijelijk wat ge meent dat ge doen moet." GOED VOORBEELD. De gemeente Oude Niedorp besloot 20 pet. reductie te geven op de pachtsom aan alle huurders van gemeente-landerijen. Onderscheiding. Bij Kon. besluit van 8 October is be noemd, bij bevordering, tot grootkruis in de Orde van den Nederlandsohen Leeuw mr. G. Vissering, president van de Neder- landsche Bank, be Amsterdam. Hedenmorgen heeft te Leiden een korte, doch felle brand gewoed in de fabriek der Fa. v. d. Steen aan de Pieters kerkgracht. Een gezicht op het brandende dak. Foto Slegtenhorst B. en W. stellen voor, meerdere architecten een ontwerp te doen maken met behoud van den ouden gevel. Wij geven hier het door B. en W. heden aan den Raad gericht schrijven inzake den Stadhuisbouw In ons voorstel van 12 Mei j.l. gaven wij uwe vergadering in overweging: a. te besluiten, dat het aan de sociëteit „Amicitia" in erfpacht uitgegeven terrein niet voor den stadhuisbouw zou worden be stemd en dat mitsdien noch het in bet voor stel van de heeren Schüller c.s. aangegeven terrein aan de Lammermarkt, noch het ter rein, te verkrijgen door amo vee ring van de bouwblokken tusschen Steenstraat, Beesten markt, Nieuwe Beestenmarkt en Rijnsbur- gersingel als terrein voor het maken van het plan zonder behoud van den ouden ge vel zou worden aangewezen; b. uit het Stadhuisfond-s een bedrag van 3000.te onzer beschikkingte stellen, ten einde ons College in de gelegenheid te stellen het advies in te winnen van eene Commissie van eenige onpartijdige deskua- digen over het door den heer Dudok in Augustus 1930 ingediende plan voor den bouw van een nieuw Raadhuis met behoud van den ouden gevel en wel over het plan op zichzelf, alsook in het bijzonder wat be treft zijne aanpassing aan de omgeving, welk deskundig advies, waarin de Commis sie op haar verzoek ook de keuze van üet terrein voor den bouw van het nieuwe Raadhuis mocht betrekken, te zijner tijd aan u zou worden overgelegd. Lu uwe vergadering van 8 Juni d.a.v. werd dit voorstel aan de orde gesteld. In behandeling kwam het echter niet, aangezien op voorsbei van de heeren van Eek, Schüller en Groeneveld werd besloten het desbetreffende punt van de agenda aan te houden, totdat schriftelijk praeadvies zou zijn uitgebracht over een als het ware op het laatste moment ingediend voorstel van de heeren Wikaer, Huurman en Wil brink van den volgenden inhoud: „De Raad besluit: 1. den heer Dudok uit te noodigen, een plan voor een stadhuis te ontwerpen zonder ouden gevel; 2. enkele andere nader door den Raad aan te wijzen architecten uit te noodigen, plannen te ontwerpen voor den bouw van een stadhuis met of zonder den ouden ge vel óf met en zonder den ouden gevel; 3. voor den bouw met ouden gevel aan te wijzen het terrein van het reeds inge diende plan Dudok; 4. voor den bouw met nieuwen gevel aan te wijzen datzelfde terrein, zoo noodig uit gebreid bot aan de Koornbrugsteeg". Gevolg gevende aan de tot ons College gerichte uibnoodigkig, om over dit voorstel praeadvies uit te brengen, kunnen wij a mededeelen, dat wij volkomen instemmen met het in het voorstel-Wilmer c.s. vervat te denkbeeld., om als plaats voor het nieu we Raadhuis in elk geval het terrein aan de Breestraat aan te wijzen. Ook eene even- tueeie uitbreiding van het terrein naar de zijde van de Koornbrugsteeg, mede met het oog op eene eventueele verbreeding van die steeg, willen wij gaarne in overweging ne men. In de toelichting van ons zooeven aange haald voorstel van 12 Mei 1931 hebben wij reeds, onder vermelding en overlegging van de adviezen van den Directeur van Ge meentewerken en den heer Dudok uiteenge zet, waarom wij het voorstel-Schüller c.s, om een terrein aan de Lammermarkt aan te wijzen als bouwterrein voor het door den heer Dudok te ontwerpen tweede plan voor den bouw van een nieuw Raadhuis (het plan zonder behoud van den ouden gevel), absoluut verwerpelijk achtten, terwijl wij tevens aangaven, dat ook van het plan- Steenstraat (terrein te verkrijgen door amoveering van de bouwblokken tusschen Steenstraat, Beestenmarkt, Nieuwe Bees tenmarkt en Rijnsburgersinged) moest wor den afgezien. Met zoovele woorden concludeerden wij toen nog niet, dat het nieuwe Raadhuis naar onze meening in elk geval op het ter rein aan de Breestraat zou moeten wor den gebouwd, doch uit ons betoog vloeide zulks reeds voort. De plaats van het oude Raadhuis lijkt ons de heer Dudok zegt het zoo kort en kernachtig in zijn advies de historische en logisch in het stadsplan passende raadhuisplaabs. Gaan wij derhalve wat. de plaats betreft volkomen aeooord met het voorstel-WiLmer c.s., geenszins is dit het geval met de ge dachte, om den heer Dudok en enkele an dere nader door den Raad aan te wijzen architecten uit te noodigen, plannen te ont werpen voor den bouw van een stadhuis ook zonder behoud van den ouden gevel. Aan neming van dit onderdeel van het voorstel meenen wij met den meesten aandrang te moeten ontraden. Wij zien volstrekt niet voorbij, dat inder tijd door u, overeenkomstig ons voorstel, besloten werd architect Dudok opdracht te verleenen tot het ontwerpen van twee plannen voor den bouw van een nieuw Raadhuis, en wel één met en één zonder behoud van den ouden gevel, dioch in het stadium, waarin het Raadhuis vraagstuk momenteel verkeert, verdient het geen aan beveling thans nog opdrachten te verstrek ken tot het maken van plannen zonder be houd van den ouden gevel. Ook de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is blijkens zijn ter visie liggend tot ons College gericht schrijven van 25 Juli j.l. een zelfde gevoelen toege daan. (Wij hebben dat schrijven reeds ver meld). Wij kunnen ons bij de zienswijze van den Minister aansluiten en meenen geen nieuwe argumenten daaraan te behoeven boe te voegen. Bovendien blijkt uit het schrijven van den Minister, dat een besluit tot den bouw van een nieuw Raadhuis zonder be houd van den ouden gevel naar alle waar schijnlijkheid door de Regeering aan de Kroon ter vernietiging zal worden voorge dragen, zoodat dus het ontwerpen van plan nen zonder behoud van -dien gevel geheel nutteloos zou zijn geweest en geheel on- noodig aanzienlijke uitgaven en tijdverlies zou hebben medegebracht. Ook is de Mi nister gaarne bereid, zoo dit noodig mocht blijken, na te gaan, of er aanleiding bestaat evenals ben opzichte van andere belangrijke monumenten gemeenlijk pleegt te geschie den, ook onze gemeente bij heb herstel en de consolideering van „dit waardevol mo numentaal overblijfsel" te steunen en over de vraag, of ook de provincie Zuid-Holland genegen is te helpen, met Gedeputeerde Staten in overleg te treden. Thans willen wij nog enkele woorden wij den aan het onderdeel van het voorstel, waarin wordt aanbevolen nog enkele door uwe vergadering aan te wijzen architecten uit te noodigen, plannen voor den bouw vtn het nieuwe Readhui® te ontwerpen. Nu aangenomen mag worden, dat de meer derheid van uwe vergadering geene beslis sing wenscht te nemen over het al dan niet aanvaarden van het door den heer Dudok in Augustus van het vorige jaar ingediende plan, alvorens door nog eenige andere door den Raad nader aan te wijzen architecten plannen zijn ontworpen en bij u ingediend, is ons College bereid de daartoe noodige voorstellen sa-men te stellen en zoo spoedig mogelijk na aanneming van de in dit prae advies gedane voorstellen bij u aanhangig te maken. Sub b. .van ons voorstel van 12 Mei (hot aan ons College verstrekken van een crediet van 3000.met het oog op het inwm- nen van een ad.vie® van deskundigen over het plan Dudok) heeft thans geen zin meer en wordt dus door ons teruggenomen. Hiermede vervalt tevens het voorstel van de heeren Schüllea*, Groeneveld en van Eek, d.d. 3 Juni 1931, om bedoelde commissie te verzoeken, eveneens advies uit te bren gen over het voorstel, om het terrein aan de Lammermarkt aan te wijzen voor Raad- huisbouw. Zulks is trouwens geheel in over- VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De Volkenbortdsraad tegen Dinsdag a.s. bijeengeroepen wegens de verscherping van het Chineesch—Japansche conflict (Bui ten-I. 2e 'blad). Het nieuwe kabinet-Brüning gereed. (Buitenl. 2e blad). BINNENLAND. Arrestatie van een Amsterdamsch Ad vocaat. (Gem. Berichten, 3de blad). De broederdoodslag te Aalten. (Recht zaken, 1ste blad). Het drama bij Ameland. (Rechtz. 1ste blad). LEIDEN. Het voorstel van B. en W. inzake den Stadhuis-bouw (1ste blad1). Brand in een koek-, banket- en suiker fabriek. (1ste blad). Wij geven een geïllustreerde pagina over geldkoningen en machthebbers van Ame rika. (2de blad). eenstemiming met het gevoelen van de voor stellers blijkens het slot van de missive, welke het voorstel begeleidde. Dit voorstel van B. en W. is in overeen stemming met de meening van de meerder heid in de Commissie van Fabricage. Eén lid, de heer Schüller, handhaaft zijn voor stel, om over te gaan tot don bouw van een stadhuis aan de Lammermarkt en den heer Dudok opdiracht te geven voor den bouw op dat terrein een ontwerp bij den Raad in te dienen. De toestand van baron van Wijnbergen. Naar wij vernemen is de toestand van baron van Wijnbergen, die dezer dagen te Utrecht door een motorfiets werd aange reden en daarbij een arm en been brak, thans zeer bevredigend. De val is intusschen leelijk aangekomen en met het oog op den leeftijd van den heer van Wijnbergen (die 62 jaar oud is) zal het herstel waarschijnlijk niet zoo heel vlug verloopen. Wij hopen en wenschen van harte, dat de heer v. Wijnbergen zich zoo spoedig mo gelijk weer gehel hersteld zich zal kunnen gaan wijden aan zijn vele, verdienstelijke werkzaamheden, nog heel veel jaren Ir. J. J. Vermeulen, t De heer J. J. Vermeulen, ingenieur bij de Nederlandsche Spoorwegen, is, zoo als reeds gemeld, op het station te Alphen a. d. R ij n plotseling overleden. Hij was een der kundigste ingenieurs van de Maatschappij. De overledene studeerde te Delft, waar hij als civiel-ingenieur in 1900 zijn studies voltooide. Hij trad toen dadelijk als ad junct-ingenieur in dienst bij de Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen. Op jeudigen leeftijd zag de heer Ver meulen zich benoemd tot sectie-ingenieur bij de Spoorwegenzijn eerste standplaats als zoodanig werd Zwolle, een belangrijke sectie, die hem werd toevertrouwd. Hij kwam in 1918 uit Zwolle te Utrecht te rug, in verband met zijn benoeming tot sectie-ingenieur als opvolger van den in genieur jhr. Den Tcx. Bij den dienst van den bovenbouw was hij een zéér geziene kracht, een ingenieur van buitengewone capaciteiten; hij was het, die indtertijd een bijzondere constructie ontwierp voor het lasschen van rail-staven, welke con structie bij de Spoorwegen aanstonds alge meen toepassing vond en ook bij alle technici den naam genoot van „de lasch- Vermeulen", later aangeduid als de wig- lasch. Zoo zijn er belangrijke aanwijzin gen geweest, door hem gedaan; hij genoot dan ook de reputatie van bijzondere kun digheid, waar vooral de dienst van Weg en Werken bij de Spoorwegen profijt van heeft getrokken. In Augustus 1929 werd de heer Vermeulen benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Voor de Neder landsche Spoorwegen beteekent het heen gaan van ir. Vermeulen een groot verlies.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1