Tweedstof oq DINSDAG 6 OCTOBER 1931 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Door een auto overreden. Op de Boschstraat, te Maassluis, tegen over de St. Mathiaskerk, is Zondagnamid dag, omstreeks half drie, een 7-jarig knaap je, onder een luxe-atuo bestuurd door den garagehouder, den heer P., gekomen en met zware inwendige kneuzingen overge bracht naar het Ziekenhuis Calvarieberg. Het knaapje was bewusteloos. Men vreest voor zijn behoud. UIT HET RAAM GEVALLEN. Een bejaarde man overleden. Te Delft is Zaterdagnacht een bejaarde bewoner van het bovenhuis aan de Voor straat bij het openen van een uitslaand raam waarschijnlijk door het wegglijden van een mat op het zeil er uit gevallen en met het 1 fd op straat terecht gekomen. De man bekwam -een schedelfractuur en was op slag dood. Hij had 's nachts meer last van benauwdheden, hij was dan ge- wooij aan het open venster een luchtje te scheppen. DE DUBBELE MOORD TE WATERINGEN. Door de moeder in een viaag van waanzin gepleegd? Het justitioneel vooronderzoek in het drama, dat zich hier heeft afgespeeld, is gistermiddag gesloten en in verband daar mede is de bewaking der woning van Dekker opgeheven. De vrouw van D. is in de Ramaerkliniek ondergebracht, waar zij in strikte afzondering wordt gehouden. Het onderzoek heeft inmiddels wel aan getoond, dat aan moord van buiten af niet kan worden gedacht. Men acht het geenszins uitgesloten, dat de vrouw in een vlaag van waanzin haar kinderen van het leven heeft beroofd. Dat aan haar kleeren bloed gevonden werd, is volgens haar verklaring hieraan te wijten, dat zij, na de ontdekking van den moord, de kinderen zou vastgegrepen hebben, doch vreemd wordt het gevonden, dat de waakhond, die als zeer gevaarlijk bokend staat en op geringen afstand van waar de kinderen sliepen, waakte, niet har der te keer is gegaan. Noch de buren, die betrekkelijk dicht bij wonen, noch Dekker, die op het land, niet ver van zijn woning af aan het melken was. hebben den hond hooren blaffen. Ook van andere zijde vernemen wij nog, dat de vrouw soms zeer vreemd kon doen en dit is een van de recj/men, waarom niemand met haar omging. Voor haar schoolgaanden jongen toonde zij een zieke lijke bezorgdheid en- als zij meende, dat het ventje maar iets mankeerde, mocht hij niet naar school. Tijdens het eerste ver hoor Zondagmorgen was zij nog vrij kalm gebleven, maar later, toen zii met.de lijk jes der kinderen werd geconfronteerd, ge raakte zij zoo overstuur, dat zij door twee rijksveldwachters moest worden vastge houden. Kort daarop viel de vrouw bewusteloos neer en moest weggedragen worden, waar na zij naar de klinieken overgebracht werd. de man zat als geslagen den gehee- len dag voor zich uit te kijken, maar was in den middag toch weer in staat bij den boer Janknegt te gaan melken. De begrafenis der zoo jammerlijk omge komen kinderen zal Woensdagmorgen te 11 uur geschieden op de nieuwe Alge- meene Begraafplaats te Wateringen. Uw kachel brandt met rooden gloed, Als gij haar met onze kolen voedt. WIJNTJES, Haver» 14, Tel. 6 $313 FEUILLETON. De zeven Raadsels door CHRISTIAN HAUGEN. 18) Langzaam wandelde Kenton door het lommerrijke bosch. De andere gasten plachten na het eten wat te gaan rusten, zoodat hij op 't strand de eenige wande laar was. En toch ondanks de stilte rond om, had hij 't gevoel alsof iemand hem volgde. Voortdurend had hij langs den boschweg het ritselen van bladeren ge hoord en 't zachte knappen van brekende twijgen. Keek hij al eens rond, dan kon hij toch niets ontdekken. Er waren te veel schuilplaatsen in dit bosch. De zon goot haar licht en warmte over het woud en zee en Kenton dacht niet meer aan het verdachte geluid, dat even goed door een dier als door een menscy veroorzaakt had kunnen worden. En toen hij op een klip van 't heerlijke schouwspel der natuur genoot, was hij vol komen vergeten, wat hij enkele minuten tevoren nog vermoedde, dat de man met het litteeken hem volgde. Hij ontkleedde zich, dook in het water en zwom een poos je rond. Op een warm plekje nam hij daarna een zonnebad en stak een sigaret op. Zijn vriend Perring kwam nog steeds niet opdagen en Kenton besloot voor de tweede maal in 't water te gaan, om 't ver velende wachten wat te breken. Deze maal had hij zich echter misgere- kend in zijn sprong. Zijn voet gleed uit, FRAUDE DOOR EEN KASSIER. Verduistering van 100.000. Uit Leeuwarden wordt gemeld: Zater dagavond zijn de boeken en de kasgelden van den kassier der Boerenleenbank S. M. te Oosterzee in Friesland in beslag geno men. K. is in zijn functie geschorst. De Bank zelf loopt geen gevaar, .daar er vol doende reserves zijn. K. haalde kleine spaarders over, hun gelden bij hem zelf te beleggen, inplaats van bij de Bank. Heel wat gelden (er wordt gesproken vau ongeveer 100.000), zijn op die manier in zijn bezit gekomen. Men vreest, dat er weinig of niets van terecht zal komen. VAN EEN INTERNATIONALE ZAKKENROLLER. Zooals men zich zal herinneren, werd op 27 Juni 1930 in den Princesso Schouw burg te 's-Gravenhage, naar men toen vermoedde, op heeterdaad, een internatio nale zakkenroller betrapt. Deze was keu rig in smoking gekleed en bleek bij on derzoek te zijn de Armeniër Avanet» Khan Ghanbarian. De politie meende in hem een bekende internationale zakkenroller te hebben ge pakt en 'n de bladen werd onmiddellijk zijn portret gepubliceerd, ter.inde te track tor. nadere gegevens omtrent hem te ver krijgen, mede in verband met het feit, dat kovl te voren ook in andere schouwburgen t.p 's-Gravenhage (o.a. in hei Gebouw van Kunsten en Wetenschappen) gevallen van zakkenrollerij waren geconstateerd. Nadat de instructie was gesloten, diende de zaak op 24 April 1931 voo. de Arrondissements rechtbank te 's-Grav-:nbage, doch werd toen wegens ziekte van een der getuigen uitgesteld. Bij de 'ntere hehandeling werd door het Openbaar Ministerie 3 jaar ge vangenisstraf geëischt. De Rechtbank sprak den verdachte echuei vrij. Den volgenden dag werd deze als vreemdeling zonder voldoende middelen van bestaan, door de polilie over de grens gezet, doch dienzelfden dag ging het Open baar Ministerie van hst vrijsprekend von nis in hooger beroep. Door het Gerechtshof werd Ghanbarian later bij verstek tot 2 jaar gevangenisstraf veroordeeld, terwijl he^ Hof tevens zijn on middellijke gevangenneming gelastte. Op grond van het arresr werd door de Nederlandsche regeering aan de Belgi sche de uitlevering van Ghanbarian ver zocht, aangezien deze inmiddels in Bel gië, wegens diefstal, tot gevangenisstraf was veroordeeld, en aldaar gevangen zat, en het arrest van het Hof werd hem in de gevangenis van St. Galles bij Brussel, beteekend. Ghanbarian ging, door tusscbenkomst van zijn verdediger te 's-Gravenhage, mr. K. F. Ivatz, tegen dit, bij verstek gewe zen arrest van dit Gerechtshof in verzet en het Hof besliste, dat dit verzet zoude wor den behandeld, zoodra Ghanbarian's uitle vering zou hebben plaats gehad. Ghanbarian is thans op 1 October door de Belgische^regeering aan de Nederland sche uitgeleverd en is nu wederom in het Huis van Bewaring te 's-Gravenhage in gesloten. De zaak dient thans in hooger beroep voor het Gerechtshof te 's-Gravenhage op Woensdag 7 October om 10 uur v.m. Van wege den advocaat-generaal zijn in deze zaak 8 getuigen charge gedagvaard, alsmede een deskundige, in verband met de zeer bijzondere inrichting van het smo- kingcostuum, dat verdachte droeg op den avond van zijn aanhouding. Door de ver dediging is één getuige k décharge gedag vaard. Ghanbarian wordt, evenals voor de rechtbank, ook thans voor het Hof weder om verdedigd door mr. K. F. Katz, advo caat en procureur te 's-Gravenhage. HET VERGAAN VAN DE „JOHANNA". Het verhaal van den kapitein. Met den trein, die te half negen uit Parijs te Rotterdam aankomt, zijn de ge redde opvarenden van het stoomschip „Johanna", dat Vrijdagnacht j.l. bij Amen Rock op de rotsen van de Fransche kust liep en na enkele uren zonk, weer in het vaderland aangekomen. zoodat hij zich niet met voldoende kracht kon afzetten, met het noodlottig gevolg, dat hij op een der scherpe rotspunten stortte. Om zijn val wat te breken en zijn hoofd te beschermen, stak hij bliksemsnel beide armen uit. Doch zijn handen konden geen steun vinden op de met een soort glibberig zeemos begroeide steenen. Slechts een onderdeel van een seconde voelde hij het koele water om zijn verhit voorhoofd en hoe de golven om zijn hals spoelden. Het was hem als kraakte er iets in zijn hoofd en dan verder niets. Alles was donker. Als hij versuft en met een ondragelijke pijn in 't hoofd weer tot bewustzijn kwam, lag hij naast zijn kleeren op de klip. Heel vaag had hij den indruk, dat er iemand bij hem was, die zijn hoofd verbond met iets koels en vochtigs. Telkens kreeg hij groote zwarte vlekken voor de oogen en de pijnen waren zoo hevig, dat hij de tan den op elkaar klemde om niet opnieuw in onmacht te vallen. Hij was er vast van overtuigd, dat het Perring was, die hem op 't laatste nipper tje van een wissen dood gered had. Doch dan zag hij Perring in de verte het bosch uit komen wandelen en in zijn verward brein steeg iets op van lichte verbazing. Hij wendde het hoofd een weinig terzijde om te zien, aan wien hij dan wel zijn le ven verschuldigd was. Deze beweging veroorzaakte hem zulke namelooze pijnen, dat hij weer het bewust zijn verloor. Voor hij echter in de diepe donkertje terugzakte, 'had hij het gezicht gezien van iemand dat zich over hem heen boog, een gezicht, dat hij maar al te goed kende. Het was Herschel, de man met het lit- i teeken. IVOOi 100 cM. breed Ct De kapitein, de heer M. Glashouwer, heefi aan de pers een en ander over het gebeurde verteld. Zij waren Zaterdag 2 September mét een lading kolen naar Casablanca ver trokken. Vandaar waren zij naar Huelva vertrokken en Vrijdag j.l. waren zij op weg naar Rouaan. Het weer was de ge- heele reis door schitterend geweest tot zij in de Golf van Biscaye kwamen, waar het mistig werd. De zee was echter kalm 's Avonds te 11.20 uur stootten zij op een onderzeesche rots. Zij hebben het schip toen over deze rots heengemanoeuvreerd tot zij weer in diep water waren. Wij la gen echter toen ingesloten door rotsen en daar er geen kans bestond om in hev donker deze plaats te verlaten, besloten zij op het daglicht te wachten. Om één uur bemerkten zij echter, dat. ruim 1 flink water maakte. Meb de nui- chinekamer-lens-pomp trachtten men het ruim leeg te pompen, doch na een uur bleek, dat er ijzererts in de pomp was ge komen en dat het nutteloos was met pom pen door te gaan. Er werd toen een reddingboot neerge laten en daar gingen twaalf man, die toch niet noodig waren, in. Van een paniek stemming of iets dergelijks was geen spra ke. De kok had om één uur nog een bakje koffie gezet, dat zij in alle gemoedsrust oixl ronk en Het weer was nog steeds goed, alleen stond er een flinke deining. Inmidels zonk het voorschip hoe lan ger hoe dieper. Vanaf het tijdstip dat zij op de rots gestooten waren had men voortdurend in draadlooze verbinding ge staan met de Duitsche sleepboot „See- falke", een schitterende boot, die echter onmogelijk bij hen kon komen. Deze boot, die een krachtigen draadloozen zender aan boord heeft, had de visschersbevolking van l'Isle Sein gewaarschuwd, met het ge volg, dat te drie uur de motorreddingboot „Vice-Admiral Touchard" bij hen was, die de twaalf man in de reddingboot aan boord nam en naar de kust bracht. Het water stond op dat momen-t ook reeds in ruim 2 en de schepelingen zagen wel, dat er niets meer te redden viel. Do Fransche motorreddingboot heeft toen eerst nog de overige leden van de be manning in totaal 25 koppen naar de kust gebracht. De twee stuurlieden, de machinist, de bootsman en de kapitein zijn nog even aan boord gebleven, doch toen te half vijf ook het voorschip langzaam begon weg te zinken, hebben zij zich ook aan land laten brengen. Al hun 1 is met het schip verloren gegaan. A de scheepspapieren en 500 sigaretten hebben zij kunnen redden. Het schip is reddeloos verloren. De ka pitein en enkele leden van de beman ning zijn Zaterdagochtend nog naar het schip geweest .Het lag-van het voorschip tot den achtermast in het water en steur de op den grond. De eerste hooge zee zal het ongetwijfeld doormidden breken. INBRAKEN. Zondagavond bemerkte de winkelier G. B. te Maastricht, dat in zijn aan het Bassm gelegen winkel was ingebroken. Gestolen bleek o.a. een bedrag van ongeveer negen honderd gulden in contanten en enkele gouden sieraden. Zaterdagavond tusschen zes en zeven uur is te Delft door middel van een val- schen sleutel ingebroken in de woning van den heer V. aan het Oosteinde. Kasten en schrijfbureaux zijn openge- XV. ■KENTON KRIJGT ZEKERHEID. Kenton kwam weer spoedig bij. Als hij de oogen echter weer opsloeg, was de man met het litteeken verdwenen. Hij hoorde voetstappen en op 't volgende oogenbük zwaaide de majoor zich met een sprong boven óp de klip. Hij wuifde hem opge wekt toe. „Zoo, zoo, je ligt daar lekker in 't zon netje Dickriep hij. „We gaan toch zeker samen nog eens het water in Eerst als hij vlak bij was, zag hij bloed op de steenen en de roodgevlekte doek om 't voorhoofd van zijn vriend. „iWat is dat!" riep hij ontsteld uit. Ben je gewond Kenton hoorde zijn stem als heel uit de verte en kon niet antwoorden. De ma joor knielde naast henTneer. „Maar, Dick je ben zoo wit als een lijk! Wat is er toch met je gebeurd?" De hevige pijnen waren nu wat to beda ren gekomen en Kenton voelde zich iets beter. Maar zijn lippen waren nog stijf en droog, en een ontzettende dorst kwelde hem. „Breng me eerst wat water", zeide hij met een mat lachje „dan zal ik je alles vertellen". „Water, ja", bromde Perring en krabde zich achter 't oor, „dat is nu niet zoo ge makkelijk Ik geloof niet dat hier drink water te vinden is. Wil ik je liever naai Kenton's hersens werkten nu weer nor maal „Neen", zeide hij, „er moet hier vlak bij water zijn. Ik heb een hoofdwond, die daarnet gewasschen werd en zeker niet met zeewater." UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Woensdag 7 October. Huizen, 1875 M. Uitsl. N.C.R.V. Uitzending. 8.00 Schriftlezing. 8.159.45 Gramofoonplaten. 10.00 Zang N.C.R.V.-Dameskoor. 10.30 Ziekendienst. 11.0012.00 Harmoniumspel. 12.00 Politieberichten. 12.15 Gramofoonplaten. 12.302.00 Concert. 2.00 Gramofoonplaten. 2.30 Lezen van Chr. leotuur. 3.004.30 Concert door het Draper-Strijk- kwartet. 4.304.45 Gramofoonplaten. 5.00 Kinderuurtje. 6.00 R. J. van Lente: „Varkens mesten". 7.00 Gramofoonplaten. 7.15 Causerie door H. Amelink. 7.30 Politieberichten. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.009.30 Kerkconcert door de Kon. Chr. Oratoriumvereen. 9.30 Dr. H. J. Honders: Onze eeredienst. 10.05 Vaz Dias. 10.1511.30 Gramofoonplatenconcert. Hilversum 298 M. UitsJ. V.A.R.A-Uitzending. 6.45700 en 7.30—7.45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in Continubedrijven. 12.00 Concert VARA-Septet. I.45 Pauze. 2.15 P. J. Kers: „Onze keuken". 3.00 Maak het zelf door C. Schaake-Ver- kozen. 3.30 Voor de Kinderen. 4.20 Gramofoonplaten. 4.30 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonplaten. 6.00 Onderwijsfonds voor de binnenvaart. 6.30 Gramofoonplaten. 6.40 Toespraak door den Heer Vleming. 7.00 Concert. VARA-Septet. 7.45 Berichten van het Dagblad „Het Volk". 7.50 Gramofoonplaten. ■8.30 Concert VARA-Orkest. 8.30 „De Erfgenamen van Babourdiu" van Zola. Het Groot Volkstooneel 10.15 Vervolg concert. II.0012,00 Gramofoonplaten. D a v e n t ry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Leiing. 12.20 Orkestconce-rt. 1.35 Orgelconcert door G. Mills. 24.0 Berichten. broken en doorzocht en een bedrag van 150 is meegenomen. Gouden en zilveren voorwerpen en juweelen zijn onaangeroerd gebleven. BRANDSTICHTING. Twee gebroeders te Nijmegen gearresteerd. Zij hebben reeds bekend. Dezer dagen brandde aan den Driehui- zerweg te Nijmegen een dubbele woning, bewoond door de ongehuwde veekoopers De Rooy en de familie Appel nagenoeg tot den grond toe af. Thans heeft de recher che de gebrs. De Rooy aangehouden on der vermoeden van brandstichting. Het is n.l. gebleken, dat zij daags vóór den brand een groote-partij krullen en hout in de woning hebben gebracht en dat de deuren en vensters met ijzerdraad dicht gebonden waren Tijdens het uitbreken van den brand waren de beide mannen niet aanwezig, doch verschenen kort daar na op het terrein van den brand. Gebleken is voorts, dat de woning uiterst sober was gemeubileerd en de inboedel was verzekerd voor 10.000. Een politie-agent heeft verder met stel ligheid verklaard, dat hij de beide mannen kort voor het uitbreken van den brand uit de richting van de woning zag komen. Of schoon zij aanvankelijk bleven ontkennen, den brand te hebben gesticht, zijn zij vooi De majoor ging op zoek en dank zij een natte streep op de steenéh, vond 'lij al spoedig tusschen de klippen een kom vormige uitholling, die met regenwater ge vuld was. Het water lag tegen de zonne stralen beschut, door een overhellende rotswand, zoodat het koel en frisch was. Nu moest hij echter toch nóg met leege handen terugkeeren, omdat hij geen enkel voorwerp had, om 't water uit te schep pen. Maar Kenton voelde zich weer sterk ge noeg om mee te gaan en aan de bron zelf te drinken. Na-dat hij zijn dorst gelescht had en zijn brandend -hoofd even had ge bet voelde hij zich heelemaal opgeknapt en verkwikt. Hij ging weer terug naar zijn plaats, om zijn hoofd en haren in de zon te drogen. De majoor was spoedig gerustgesteld, toen hij gezien had, dat de wonden van zijn vriend geen direct gevaar opleverden. Hij stak een sigaar op en zette zich naast hem neer om te luisteren naar wat er voorge vallen was. „Ja", begon Kenton, „er is weer een nieuw raadsel bijgekomen en dit maakt de situatie in z'n geheel nog ingewikkelder. Luister. Daar, op dat plekje waar je nu zit, sprong' ik in 't water. Ik nam m'n sprong te kort en kwam op die rotspunten daaron der terecht. Ik verloor m'n bewustzijn en toen ik weer bijkwam, lag ik veer hier, ter wijl mijn redder bezig was m'n wonden te verzorgen." „Maar wie is dan toch je reader? Toen ik hier kwam, was er geen mens'h in den geheelen omtrek te bespeuien." „Dan is hij den anderen kant uitgeloo- pen, anders had je hem moeten zien." „En wie was het?" „Ja, dat is nu juist het groote raadsel. 2.45 Schooluitz. 3.50 Orkestconcert. Betty Humby (piano). 5.05 Orgelspel door R. New. 5.35 Kinde-ruurtje. 6.20 Berichten. 6.50 Zang door Claire Croiza (sopraan). 7.10 Lez.ing. 7.30 Lezing. 7.50 Lezing. 8.20 „The Little Ass" Blijspel van B. Walke. 9.20 Berichten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing. 9.55 Concert. F. Titterton (tenor), Orkest 11.2012.20 Dansmuziek. „Radio Paris", 1725 M. 8.05 Gramofoonplaten. 12.50 Gramofoonplaten. I.26 Gramofoonplaten. 6.20 Gramofoonplaten. 9.05 Gramofoonplaten. 9.50 Gramofoonplaten. Kalundborg 1153 M. II.2012.35 Orkestconcert. 2.20—4.20 Orkestconcert en voordracht. 4.204.50 Gramofoonplaten. 7.50—1.20 Radio-Bal. Dansorkesten en refreinzang. Brussel 508.5 en 338,2 M 508,5: M. 5.20 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Militair concert. 338,2 M.: 5.30 Dansmuziek. 6.05 Viool-recital 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Kamermuziek. 9.35 Orkestconcert. Langenberg 473 M. 6.25—7.20; 10.00—11.20; 11.20 Gramofoon platen. 12.251.50 Orkeatconcert. 4.205.20 Solistenconcert. 7.50 Hoornspel „Struensee" van W. v. Brand. Muziek van Hans Ebert. Regie: Kandner. Hierna tot 10.35 Gramofoonpla ten. 10.35—11.20 Dansmuziek op Gramofoon platen. Z e e s e n 1635 M. 5.506.50 Gramofoonplaten. 10.55 en 11.20 Berichten. 11.25 Gramofoonplaten. 12.151.20 Berichten. 1.202.20 Gramofoonplaten. 2.203.50 Lezingen. 3.50 Concert. 4.50—7.20 Lezingen. 7.20 Dansmuziek. 8.30 „Der Kampf um die Schiene", hoor spel van W. Brockmeier. 9.35 Berichten en hierna Orkestconcert. het overstelpende bewijsmateriaal ge zwicht en hebben thans een volledige be kentenis afgelegd. Zij zijn ter beschikking van de justitie te Arnhem gesteld en in 't Huis van Bewaring aldaar opgesloten. AANSLAG DOOR EEN WERKL00ZE. Zaterdagmiddag is de heer Meyerink, hoofdopzichter van de Nederlandsche Hei- de-Maatschappij te Almelo, en belast met de Rijksontginning van de Weitemanslan- den, aangevallen door den werklooze H uit Almelo. De heer M. was werkzaam in zijn tuin, toen H., die in de Weitemanslan- den had gewerkt, maar wegens brutaliteit en bedreiging door de Rijksinspectie was geschorst, het hek binnentrad en aan spraak maakte op eenige dagen loon. Toen de heer M. den werklooze verzocht zich te verwijderen, sloeg deze hem plotseling met een hard voorwerp op het hoofd, waardoor oen bloedende wond werd geslagen. De heer M. wilde met een hark den aanval afweren, maar 'H. ontrukte hom deze en trachtte den heer M. een slag met de tan den van den hark op het hoofd toe te brengen. De heer M. ving den slag met de hand op en werd daardoor ook aan de hand ernstig gewond. Dr. Volmer verleen de geneeskundige hulp. H. meldde zichzelf op het politebureau aan, waar men eer- bebloed mes bij hem heeft gevonden. Daarmede heetf hij vermeodelijk den eer sten slag toegebracht. Het was de man met het litteeken."' De majoor keek zijn vriend aan alsof hij begon te twijfelen aan diens verstandelijke vermogens. „De man met het litteeken?" riep hij uit. „Dat is toch niet mogelijk!" „Ja, en toch was hij 't het was Her schel en niemand anders". „Daar begrijp ik geen steek vana" „Ik ook niet. En toch bestaat ër geen twijfel. Ik zag z'n gezicht vlak voor me." „Nu geef ik 't op", momneldc In majoor hoofdschudednd. „Nog nooit heb ik iets zoo idioots meegemaaktHnb jo hem dan niet gesproken? Zei hij dan heele maal niets, dat een klein lichts rarltje in deze ondoordringbare duisternis brengen kan „Neen m'n hersens functioneerden nog niet heelemaal goed en juist toen ik hen» herkende, viel ik weer in onmacht „Dat is nu toch wel heel kras. De man met het litteeken, die je al jaren lang ach tervolgt en herhaaldelijk bewezen heeft je vijand te zijn, die in dienst staat van een man, die het op je leven gemunt heeft dezelfde man heeft je nu met gevaar voor zijn eigen leven, van een zekeren dood gered. Ik denk dat hij niet wist wit je was, toen hij je nasprong". „En ik ben er van overtuigd, dat hij 't wel degelijk wist", verklaarde Kern on. „Het is zoo goed als zeker, dat hij me door 'i bosch gevolgd is en zich hier in do buurt schuil gehouden heeft. Maar misschien haat die mr. X. me zoo, dat hij me in ieder gevai zelf dooden wil." „Ook dat is natuurlijk mogelijk", ant woordde Perring, „terwijl z'n gezicht eer. bezorgde uitdrukking aannam. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9