DE LEIDSCHE COURANT
VIJFDE BLAD PAG. 17
menschen geven wel eens de voorkeur aan
de uiterste beknoptheid, en vergeten daar
bij dat bescheidenheid bij reclame-aange
legenheden wel eens foutief kan zijn (wat
niet zeggen wil dat ik een voorstander van
bombast-reclame ben). Anderen mecnen
het goed, en gaan daarbij te ver, zoodat
hun briefpapier een volledige catalogus
wordt, waarbij dan kleine druk een nood
zakelijkheid is, dat ontvanger en meestal
nietsvan leest. Velen en niet altijd de
meest aanzienlijken willen er hun fa
briek in vogelvlucht per se bij hebben. Nu
is het zich op een belangrijke inrichting
zeker van beteekenis, maar wie daarover
nog niet beschikt, doet beter de illustra
tie achterwege te laten, liever dan eeu
dubbel aantal vensters en deuren bene
vens een paar niet bestaande fabrieks
schouwen te fantaseeren. (Waarheid in de
reclame). De hoofdzaak is en blijft, dat uw
briefhoofd (voornaam) zou zijn, 'anders dan
do andere. Ik wil hier in hel midden la
ten, of aan modernen stijl de voorkeur
dient te worden gegeven, want ook met
rococo en Biedermeyer is wel wat te be
reiken, en hier kan dus de belanghebbende
aan zijn eigen smaak vrijen loop laten.
Ik wil, als besluit nog even uw briefhoofd
vergelijken met uw kleedsel of dat van uw
reiziger. Laat het werkelijk verzorgd zijn,
en men zal er U hooger om schatten.
Laat het opvallend zijn, en men zal zich u
beter herinneren. Het is een zeer eenvou
dig reclamemiddel, dat in een ieders be
reik ligt. dat ge onvermijdelijk eiken dag
bezigen moet, en dat nooit zijn doel mist,
omdat het behoort tot de rechtstreeksche
reclame.
STEUNT EIJ GELIJKEN PRIJS
EN KWALITEIT,
HET NEDERLANDSCH
FABRIKAAT.
DE EERSTE RIJNSBURGERPOORT OF
leen het artikel op zijn voordeeiigsfc ziet
onder de meest aanlokkelijke omstandig
heden, maar ook dat het den prijs weet en
kan vergelijken, om daardoor te kunnen
vaststellen, dat daar in dien winkel bij
dien winkelier het best en het. goedkoopst
kan worden gekocht.
Edoch, altijd prijzen is niet goed en
kan zelfs kwade gevolgen voor den win
kelier hebben.
Wanneer er nu wel geprijsd moet wor
den cn wanneer niet, dat kan moeilijk met
juistheid gezegd worden dat is voor iedere
zaak op zichzelf een individueel vraagstuk,
dut door den etaleur grondig dient te wor
den bestudeerd.
Er zijn echter wel enkele gegevens,
samengesteld uit waarnemingen van diver
se winkeliers en etaleurs, die eenigermato
oen leiddraad kunnen vormen, om dit
vraagstuk op do juiste manier op te los-
Indien men in eenzelfde etalage artike
len tentoonstelt van mindere en betere
kwaliteit, dan verdient het aanbeveling,
hooge prijzen niet te vermelden in verge
lijking ten opzichte van de andere prijzen
zouden de hooge te duur aandoen. Bijv.:
in een etalage etaleert 91 en mantels van
-9.tot 200.Vanzelfsprekend wordt
de mantel van 19.geprijsd; doch men
dit nu ook met die ,van 200.dan doet
het prijsverschil te groot aan en werkt af
schrikwekkend op het publiek. De duro
mantel in kwestie zal waarschijnlijk de
prijs wel ten volle waard zijn door kwali
teit, afwerking enz., en du? daadwerkelijk
niet te duur zijn, maar dit kan men niet
allemaal bij de mantel vermelden. Beter
is her, daarom, de mantel niet te prijzen,
kooplustigen komen toch den winkel wel
binnen 0111 er nanr te vragen Het liat
dan op den weg van den verkooner de
klant dusdanig voor te bereiden, dat bij
het ten slotte noemen van dm prijs, deze
feitelijk nog mee \alt en laag schijnt.
Bij exposities is het eveneens aanbeve
lenswaard, niet alle goederen te prijzen,
BLAUWE POORT.
DE RIJXSBURGSCHE O F HAARLEMMERPOORT.
Zij wordt ook Blauw-poort genoemd naar de kleur van haar blauwen arduinsteen. Ook heette zij wel Duiljespoort, want-
van iedere ton turf, die daar door kwam, moest één duit betaald worden. De oude poort stond sedert 1R03 aan de Turf
markt. en werd wegens bouwvalligheid in 1735 afgebroken; reeds lang vóór 1735 had zij hare beteekenis verloren ten
gevolge van de stadsuitbreiding voor die zijde.
Een nieuwe poort werd gebouwd, bij de buiten-societeit Amicitia, in 1631, in Dorisohen stijl naar het bestek van Jan
Jacobszoon van Banchem; zij gold wegens haar „Schee'.hoekschen" bouw voor .,het grootste konstkerk der bouwkun
de" te Leiden. Zij verdween in 1867.
HET BRIEFHOOFD ALS
RECLAME-OBJECT.
Dat in onzen tijd van reclame de zaken
man elk onderdeel van zijn bedrijf waar
mede hij de buitenwereld tegemoet treedt
tot het uiterste moet verzorgen, om de
reclame-waarde hiervan tot de t hoogste
perfectie op te voeren, hiervan zal een
ieder wel voldoende overtuigd zijn. Niet
echter wordt in de praktijk ook werkelijk
aan ieder onderdeel de noodige aandacht
besteedt, zooals bijv. bij de keuze van een
briefhoofd. In de V. E. V.-berichten geeft
de reclame-specialist Eug.- Allard hier
over een interessante beschouwing. Een
briefhoofd en een omslag ziin de allereer
ste reclame. Men denkt daar niet altijd
zoo over, doch het blijft niettemin een
feit. Onder uw betrekkingen zijn er onge
twijfeld enkele firma's, die U door den
aard van hun briefpapier en omslag meer
zijn opgevallen dan andere. Zulks zal met
uw eigen briefhoofd eveneens het geval
zijn, op voorwaarde dat gij het treffend
weet te maken. Een briefhoofd heeft
zij het dan in mindere mate dezelfde
beteekenis als een fabrieksmerk en een
etiket. En laat het ons maar ronduit be
kennen, er zijn zeer veel onbenullige brief
hoofden, etiketten en fabrieksmerken en
naar verhouding weinig, die in alle op
zichten aan het reclamedoel ten volle be
antwoorden. Zeer dikwijls, op grojid van
een verkeerd begrepen spaarzaamheid,
wordt de grootst mogelijke eenvoud nage
streefd. Als er de firma maar op staat, cn
het adres, en het telefoon- en postchéque-
nummer. Keuze van drukletter, van kleu
ren voor papier en drukinkt speelt geen
rol. Zwart op wit is het goedkoopst, het
is toch maar weggeworpen geld! Aldus
de redeneering van sommige zakenmen-
schen, doch naar ik hoop, van geen enkel
V. E. Verbonder! Want het is toch wel
verkeerd, zoo maar botweg aan het brief
hoofd eiken reklame-invloed te ontkennen.
Ik herinner me nog zeer goed uit mijn
proefjaren, hoe een firma door haar brief
papier grijs met groenen druk opge
merkt werd tusschen alle andere. Zoo
zeer dat ik na zooveel, jaren nog het uit
zicht ervan zou kunnen weergeven, ter
wijl tal van andere me geheel ontgaan
zijn. Zoo'n beter briefhoofd kost wat meer
geld, natuurlijk, doch wanneer de oplage
voldoende is blijft de uitgave per stuk nog
betrekkelijk gering.
Het allerbest is ongetwijfeld, een teeke-
ning te laten maken en deze te doen
in steendruk uitvoeren of van cliché's te
drukken. Twee kleuien bieden veel meer
mogelijkheden dan eene, doch zelfs met
de eenvoudigere middelen is al heel wat
te bereiken. Een goede compositie in druk
ster, gedrukt in een kleur op papier van
een lichtere tint bruin op geel, groen
op lichtgroen, blauw op lichtgrijs, enz.
geeft al heel wat meer dan het alledaag-
sche zwart-op-wit. En nu nog een paar
woorden omtrent den tekst. Bescheiden
daar toch, bij beloelde exposities steeds
de nieuwste snufjes, zoowel als de meest
exclusieve modellen naar voren worden ge
bracht.
Algemeen bekend is, dat ..Madame la
Mode'' nu eenmaal belangrijke geldelijke
offers vraagt van allen die haar volgelin
gen zijn of wenschen te worden. Gaat inen
nu bij exposities de artikelen prjzen, dan
loopt do winkelier den kans, daar deze
tentoongestelde nouveauté's natuurlijk
extra duur zullen moeten zijn, dat zijn
zaak voor „duur" zal worden aangezien.
Heeft een zaak eenmaal dien naam, dan
is het verre van gemakkelijk hem weder
kwijt te raken.
Een niet te onderschatten factor, waar
mede men bij het prijzen ook nog rekening
dient te houden, is het publiek zelve. Den
mecstcn koopqrs toch, is het niet aange
naam, indien zij weten, dat een ieder pre
cies zal kunnen nagaan, tengevolge van
de in de etalage vermelde prijzen, wat voor
dit of voor dat artikel werd betaald. Voor
al de betere zaken dienen hiermede wel
degelijk rekening te houden, onverschillig
welke branche het betreft. Deze factor
wordt door vele winkeliers over het. hoofd
gezien, hetgeen tengevolge kan hebben,
dat een bepaald soort publiek niet incer
bij do betreffenden zal willen koopen,
zelfs al kan het verlangde slechts elders
worden verkregen tegen betaling van een
hoogeren prijs. In zoo'n geval gaat het er
bij publiek van dit genre niet om. te wil
len geuren met den betaalden prils, doch
het betreft een principieele kwestie, die
grootcn financieelen invloed kan uitoefe
nen.
Do hiervoren uiteengezette gegevuu.-»
kunnen echter slechts worden beschouwd
als leiddraad, getoetst aan de ervaringen
van verschillende etaleurs en winkeliers,
waar- iedere zaak echter individueel met
een andere verschilt, zal elk geval ook voor
zich zelf dienen te worden bestudeerd.
„Etalage-Revue".
PRIJZEN IN DE ETALAGE.
Het is nog niet zoo heel lang geleien,
misschien een 15 tot 20 jaar, dat een win
kelier, die zijn artikelen openlijk prijsde,
er van verdacht werd, dat zijn zaak niet
meer zoo goed rendeerde als zulks vroe
ger het geval was, en menig leverancier
nam zich voor voorzichtig te zijn.
Een chique zaak, zoowel als een betere
volkszaak, maakte toentertijd wel etalage,
vanzelfsprekend, lang niet zooals tegen
woordig, maar de uitgestalde artikelen
prijzen, dat in geen geval. Men mocht im-
mers eens gaan denken, dat de zaak niet
meer was, wat ze geweest was.
Echter, evenals zoo menige opvatting
op verschillend gebied, is ook deze stel
ling van prijzen-geheimhouding de prulle-
mand van het conservatisme ingegaan. We
zien dan ook tegenwoordig geen zaak
meer, of de geëtaleerde artikelen zijn voor
zien van een prijskaartje, waardoor het
den aspirant-kooper mogelijk is van te
voren te beoordeelen hoeveel de portemon-
naie lichter zal zijn geworden, als het be
geerde artikel van eigenaar zal zijn ver
wisseld.
Do voornaamste factor, die deze me
thode van prijzen in het leven heeit geroe
pen, is wel de concurrentie.
De mensch van den hedendaagschen tijd
heeft zoovele levensbehoeften, dat het zijn
streven is, zooveel mogelijk waar voor z'n
gold te krijgen. Het is daarom ook. dat
men, en met dit „men" mogen we wel even
in onze gedachten ons beperken tot dc le
den van het vrouwelijk geslacht, er van
te voren op uittrekt om hier en daar eens
te kijken, zonder te koopen, waar en bij
wcïke firma men het mooiste, het besie,
het degelijkste, het meeste zal kunnen
koopen, voor den laagsten prijs. Nietwaar,
een ieder kent dat; men gaat „winkelen".
Het go volg hiervan is, dat de winke
lier wel genoodzaakt is zelf er voor te zoi-
gen, dat het kijkgrage publiek, niet al
Wordt reeds vermeld in 1400, is in 1671 wegens bouwvalligheid afgebroken. Zij werd in 1671 vervangen d.o. een
nieuwe poort, naar de teeke..lagen van Willem van der Helm, en is in 1672 afgebouwd. Op haar spits werd een
houten koe aangebracht. De kasteelv ormige Koepoort verdween in 1884.