WOENSDAG 30 SEPTEMBER 1931 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 14 De Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, Onderwijs en Waterstaat, Get.) WENCKEBACH, Voor kopy conform. De Griffier der Staten van Holland, (Get.) J. VAN DEN SLEYDEN. Met bepaling dat voorsz. Reglement op Donderdag den 15 dezer maand zal worden ingevoerd. Dat evenwel echter, ter behoorlijke surveillance van Stads middelen, de poorten en waterboomen 's avonds op het klinket zullen worden geslo ten, namelijk: van den 1 Jan. tot den 14 Jan., 's av. ten 5 uren. 15.31.5 Yt 1. Febr. 14. Febr., 6 28/29 6X 14. Maart7 31.7 Yi 15. April 8 31. - 15. 1. Maart 15. 1. April 15. 1. Mei 1. Aug., 1. Sept. 15. 1. Octob., 15. 1 Nov., - 15.- *1. Dec.. 31. Julij 31. Aug. 14. Sept. 30. - 14. Octob., 31. 14. Nov., 30. - - 31. Dec.. 8V? 9X 8% 8 7 Vi 7 - 6J4 6 5J4 - 5 doch door niemand eenig poort- of boomgeld zal verschuldigd zijn, dan na dat de uren, bepaald in art. 1 van het Reglement hiervoren gemeld, zullen zijn geslagen, en die een kwartier te voren door het luiden der poortklok zullen worden aangekondigd. En worden de poortiers of pachters en verder daarin geconcerneerden gelast zich hierna stiptelijk te gedragen. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 12. Julij 1824. J. G. DE MEY. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. DU PUI. De oude, houten Zijlpoort stond reeds in 1400 aan het einde van de Haarlemmerstraat, en werd door net vergroo- ten van de stad in 1644 naar den nieuwen buitenwal verplaatst. Deze houten poort werd wegens bouwvalligheid in 1667 door een steenen poort in Dorisc he bouworde vervangen, naar de teekening van Willem van der Helm, voorzien met toren en uurwerk met slagklok. Aan de stadszijde is zij versierd met de wapenschilden der burgemeesters en met krijgsattributen, en aan den buitenkant met twee staande leeuwen, houdende het wapen van Leiden, geflan keerd door kanonnen en antieke wapenrustingen, met het onderschrift: Haec Libertatis ergo (Dit ter wille van de vrijheid). De doorgang staat niet rechthoekig op het gebouw. Het beeldhouwwerk is van de hand van Rombout Verhulst. DE H00GEW0ERDSP00RT. Uit een almanak 1856. Wild was het weer; heel 't meer was woest. Met ruk en schok Op schok, sprong elke golf, bestormende den steven Van 't kleine vaartuigslechts een flinke veenboersbak Maar met een schat bevracht door Vondel zelf beschreven. Het hobbelend vaartuig, dat van 't slaapziek Leiden trok Naar Bovenkerk, was blij, als vond het lust en leven Bij 't schuimend golfgeklots dat van den vlaggestok Tot aan den boegsprietspit de schuit werd rondgedreven En neerlans driekleur stond te midden van dit stormen Welke om ons dwarrelden op dien Oktobertocht Te klappren bij den schat, het klankrijk kunstgewrocht- De grootste en schoonste klok, die uit Heemony's vorme Voor Leiden's Hoogewoertspoort te voorschijn treden mocht Nu door een stad geveild, en door een dorp sekoeht J. Br. otcwM. tU/~ i/vki. vvywbii f H*). - Een eenvoudig poortje, enkel voor voetgangers bestemd, bij de Korte Heerengracht, gebouwd in 1C82 ten gerieve van de bewerkers van tuinen en landerijen, gelegen aan die zijde bij de stadswallen; verdwenen in 1SG3. INDIEN GIJ IETS TE VERTEL LEN HEBTSPREEKT Waarom houdt de markt-koopman zijn redevoering tot de omstanders? Hij weet, dat hij zonder causerie zijn artikel niet aan den man zal brengen. Met zijn handige, amusante praatjes, weet hij het publiek tot koopen te suggereeren. Door aardigheden te vertellen, op lawaaie rige manier zijn waar aan te prijzen, enz., weet hij het publiek tot zich te trekken, en de rest, het verkoopen, volgt dan vanzelf wel. Op zijn manier, de juiste manier voor hem, maakt hij reclame. De winkelier doet het op een andere manier, de manier voor hem, n.l. <de ad vertentie ende etalage. De winkelier vertelt aan de lezers van de courant, dat hij iets bezit, dat waard is gekocht te worden. Deed hij dit niet. dan zouden zeer veel menschen het niet weten. Het spreekwoord van voorheen: „Goede waar behoeft een krans" gaat tegenwoordig niet zoo grif meer op vroeger. Daarom moet er reclame worden, móet de waar eenigszings om kranst worden. Maar die reclame mag niet eenzijdig zijn. Reclame is goed, maar reclame alleen doet het hem ook niet. Het artikel moet op de eerste plaats ook goed zijn. Door aanbeveling kan men cliënten krijgen, maar wil men een zaak doen groeien, dan moet men de reclame ter hulp roepen, om het publiek op de zaak attent te maken. De reclame mag niet eenzijdig zijn. Met. woorden alleen bereikt men ook niets. Het publiek wil ook daden zien, en daarvoor dienen de etalages. Door de advertentie trekt men het pu bliek naar de etalage, waaruit volgt, dat de etalage overeen moet stemmen met de advertentie. Als men een goedkoope aanbieding in stukgoederen annonceert, moet men tege lijkertijd deze goederen in de etalage ten toonstellen, opdat het publiek door de advertentie hierop attent gemaakt, de waarde van het geannonceerde artikel kan beoordeelen. Door de advertentie trekt men dus den aspirant-kooper naar de etalage, en nu hangt alles af van de wijze waarop de artikelen zijn geëtaleerd. De kijkers worden eerst dan koopers, wanneer de etalage hun vevetigt, wat do advertentie hun verteld heeft. Iedere winkelier, die met zijn tijd mei- gaat, weet hiervan, is overtuigd, dat hr het zoo aan moet pakken, om met succes zijn zeken te leiden. En toch Ondanks het feit. dat iedere winke 'er dit weet, althans weten moest, 's het he laas maar al te waar, dat de doorsnee winkelier nog zoo weinig gebruik maakt van zijn voornaamst winkelbediende- ver'ooger: Ce Etalage. Het schijnt in vele plaatsen, of alleen de groot-winkelier begrijpt, dat zijn eta lage de beste verkooper is. De etalages der groot e warenhuizen getuigen hiervan overvloedig. Daar gaat de etalage voor alles, daar worden kosten noch moeiten gespaard om de etalage een zoo groot mogelijke aantrekkingskracht te geven Iedere week brengen zij een ander artikel naar voren, iedere week worden alle eta lages vernieuwd en steeds worden deze met de grootste accuratesse behandeld. De advertenties zijn hieraan geliik. Zij vertellen aan het publiek wat de etalages te zien geven en waarom. De eene week wordt een etalage van b.v. directoires ge maakt. De etalage wordt met de gi" nauwgezetheid uitgevoerdzoo deelin mogelijk doet zij het artikel uitkomen. De prijzen op de a i weten dal het voor die prijs eigenaar van dat artikel kan worden. De advertentie, die gelijktijdig in de courant verschijnt, maakt het publiés ver het algemeen, en zij die weinig of nooit den kant van het warenhuis uitkomen in het bijzonder er op attent, welk artikel geëtaleerd is, terwijl die adveilenüe de voornaamste voordeelen van het geëta leerde artikél opsomt. Een andere week zullen de etalages en advertenties gewagen van een artikel, het welk overeenstemt met den tijd van het jaar, zooals o.a. Voor- en Najaar, Bal- masqué enz. Doch steeds zullen de eta lages en advertenties met de grootste accuratesse uitgevoerd en behandeld zijn. De etalage, beschouwd als bediende- verkooper, kost geld, veel geld, is duurder dan eenig ander personeel, maar het is ook een kracht van onschatbare waarde. Daarom moet, naar gelang van de portc- monnaie, iedere winkelier zijn beste krachten geven aan zijn etalage. Wie het meest aan zijn etalage besteedt, zal ook de meeste kijkers krijgen, die dan door zijn verkooper De Etalage, kon- pers worden die dan weder door kwali teit en bediening kooper zullen blijven. Zoo juist spraken wij van prijzen. Ook hierin'heeft de tijd vee] veranderd. Stond het vroeger chique, de artikelen niet te prijzen tegenwoordig is het prij zen van artikelen een voldongen feit ge worden. In dezen tijd van bezuiniging is er haast geen winkel meer te vinden waar de artikelen niet geprijsd zijn. Men wil tegenwoordig weten of het geëtaleerde artikel den draagkracht van de porte- monnaie niet te boven gaat. Evenals bij talen, gaat ook hier het „uitzonderingen bevestigen den regel" op. Aan de hand van dit artikel, zal den lezer gebleken zijn, welke waarde er aan dc etalage moet worden toegekend. De etalage is de staalkaart van den winkel, het visitekaartje van den winkelier. Heeft de winkelier nie'.s te vertellen, dan heeft zijn etalage een slordigen on- verzorgden en roniineligen aanblik, waar door de voorbijganger' niet genoopt wordt tot kijken. Heeft de winkelier echter iets te vertellen, dan spreekt hij. door middel van zijn besten Bediende-verkooper, do Etalage. Goed samengesteld zal de eta lage het publiek naar de zaak trekken, hetgeen den winkelier een voorsprong geeft op zijn concurrent, die aan zijn etalage niet dien zorg besteelt, die zij verdient. Indien gij iets te vertellen hebt., spreekt. Spreekt door middel van de advertentie, maar vooral: spreekt door middel van de Etalage. „De E'iWe Revue". Wanneer voerlieden eene vracht in de Stad hebben gebragt, en vóór net finaal openen der poort weder terug keeren, zullen zij alsdan om niet worden doorgelaten, mits zij door dezelfde poort weder terug keeren, en ortgeld oo dat uur n et hooger zij, als zij bij hunne komst hebben b.' eld, inwelk geval zij anders met betaling van het enkele poortgeld zullen kunnen volstaan. Insgelijks zal er, wanneer er een Genees- of Heelmeester, 's nachts n elf r.-or V i deze Stad -Jen wrdt, en het rijtuig telkens dezelfde poort passeert, m?.ar eens bet bepaalde poortgeld voor deze her haalde passage behoeven betaald te worden. Van het ophouden der poortklok 's avonds, tot het ophouden der- zelve 's morgens, of tot het openen der boo- Voor elk schip of schuit 30 cents. Doch voor iedere melkschuit, slechts 10 Ieder, des begeerende, zal echter aan de respective poorten dezer Stad uitkoop kunnen doen hetzij voor één of meer personen van hetzelfde huis gezin, alsmede voor de passage met rijtuigen en paarden. Art. 4. De poortiers of pachters der poort- en boomgelden zijn gehouden, dadelijk op de eerste aanmelding, de poorten en waterboomen te openen, een iegelijk met bescheidenheid te bejegenen en de passage mogelijk te be vorderen, op straffe, zoo als bevonden zal worden te behooren. Goedgekeurd bij Koninklijk besluit, van den 24 Mei 1824, No. 165. Mij bekend. De Secretaris van Staat (Get.) J. G. DE MEY VAN STREEFKERK. Accordeert met deszelfs origineel. De Griffier ter Staats-Secretarie, (Get.) L. H. ELIAS SCHOVEL, Voor eensluidend afschrift.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 14