Hierop letten! DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 IMTERPAROCHIEELE DINGEN VAN VOORHEEN EN THANS. Midden in de wereldbrand staat de katholieke kerk, de brengster der bescha ving Eenmaal, o>peen zennigen dag, sprak Christus tot Petrus, dat hij de schapen en lammeren moest wijden en vanaf dien tijd hebben Petrus en na hem de Pausen, dat goddelijk bevel opgevolgd. En een rijkdom van licht is over de heidensche aarde ge gaan en de menschen gingen begrijpen het waarom van dit leven en in de genadega- van van Christus vonden ze de liefde als de hoogste bekroning der menschelijke sa menleving. Toen is er de vijand gekomen en die heeft onkruid tussehen de tarwe gezaaid. Ketter- sche dwaalleer en trotsche hoovaardij span den samen tegen al wat Christen was. Maar het kruis triomfeerde en het bloed der mar telaren werd het zaad voor nieuwe Chris tenen. En weer gingen de jaren voorbij, de kerk groeide en het kruis werd steeds verder ge plant. Doch de wangunst, resultaat van be krompenheid en ongeloof, poogde de kerk te vernietigen, verjoeg priesters en klooster lingen, sloeg de beelden in gruis en de kloosters in stukken en haalden de bruisen •van gevels en torens. Doch nimmer had Christus, de Bruidegom, aan de Kerk, Zijn Bruid, bevel gegeven te veranderen. Want, de historie heeft het bewezen, als het wezen van een zaak goed is mag men om een verkeerd uitvloeisel het wezen niet vernie tigen of veranderen. Men deed het toch, maar.... op de puinhoopen verrezen weer kerken en op de kerken schitterden de kruisen. Instellingen van liefdadigheid ver rezen alom; ziekenverpleging, armenzorg, hulp aan weezen, steun aan gebrebkigen, verzorging van stommen en blinden, dat al les bewees dat die „paapschen" in de gena degaven van Christus de liefde vonden als de hoogste bekroning der menschelijke sa menleving. Weer gingen de jaren voorbij. De invloed der H. Kerk klom met de jaren en de mis sioneering der volken bracht, beschaving, vrede en welvaart. Toen plotseling weer het vuur der revolutie en van den afschuwe- lijksten wereldbrand heel de wereld in op roer bracht. Maar midden in dien brand van haat, van ongeloof en opstand stond de katho lieke kerk, de brengster van den vrede We schrijven 1931. Het mensohdom schijnt het af te kunnen zonder God en verwerpt alles wat met godsdienst en moraal verband houdt. Rusland sticht een monument voor Ju das Isoarioth en het communisme slaat de priesters in boeien, verbant hen als misda digers, schiet ze dood als waren het honden. Geen kerken meer, geen priesters meer, geen godsdienst meer en millioenen men schen worden afgetrokken van Christus. Dat is „de vrijheid" van het communisme. Ziet cle wereld rond. Alles klaagt steen en been over de wereld toe stand, men con fereert te Londen, Parijs, Den Haag, Ber lijn, Rome en Genève, men praat over de crisis dag aa-n dag. Maar de oorzaak zit dieper. De wereld, het mensohdom is ziek, ziek van hoogmoed, ziek van zedenbederf, ziek van ongeloof. Men praat over vrede vrede en openlijk voert met den strijd tegen Christus en Zijn kerk; de oorlog tus schen het individu en zijn God. Op de knieën moeten wij en biddenWer ken moet wij en strijden! Dan triomfeert het kruis weer als voorheen en is Christus de Koning der menschen. En midden in de wereldbranding van on zen tijd staat de kerk, de brengster van be schaving, vrede en welvaart. SEVERUS. ADOLF KOLPING. XIV. „Wij vermelden zoo even, aldus Mgr. Sohaffer, hoe Elberfeld, aanvankelijk van minder beteekenis, binnen korten tijd een groote stad werd, waarin tevens het kerke lijk leven zich in een bloeienden toestand bevond. Wij moeten hier echter bijvoegen, dat Elberfeld reeds vroeger en vooral in de jaren 1840'50 een zeer vruchtbare bo dem was voor sektenvormuig en beweging tegen de Katholieke kerk. De katholieken over het algemeen, maar vooral die katho lieke gezellen, welke zich daar kwamen vestigen en alzoo de waakzame hoede van het ouderlijk huis moesten ontberen waren aan spot en plagerij ten prooi. Tegen de zwaarte van dien strijd waren de verdedi ging en hare middelen wel bestand en on der de omzichtige en energieke leiding van pastoor Frederici stond de geestelijkheid met de trouw en de zorg van goede herders op haar post Op Sacramentsdag van het jaar 1844 be gaven zich de kinderen, die hun eerste H. Communie, moesten doen, in feestelijken optocht van de meisjesschool naar de kerk. Laat zulk een processie nooit na diepen in druk op allen te maken, dan verwondert het ons niet, dat twee wakkere jongeman nen, beide schrijnwerker van beroep, bij dezen aanblik uiterst getroffen werden. Zij vatten dan ook het plan op een „Mariani- sche Bruderschaft" te stichten, die in de processie van het feest van St. Laurentius, de patroon van de parochie van E'berfeld, openlijk zou optreden. Zij begaven zich met hun plannen en hun idee van een eigen vaandel tot kapelaan Steenaerts, die hen in hun goede voornemens versterkte en voor hen een uitnoodiging opstelde ter ver zameling van giften voor een vaandel. Ook de geestelijkheid zou in deze mede werken en zoo gaf de pastoor een aanzien lijk bedrag, kape'aan Steenaerts schonk de noodige stof, kapelaan Koiping verschafte hun twee schilderijen, voorstellingen van St. Joseph en St Aloysius. 's Zondags voor 't feest van den H. Laurentius (in 1845) ze gende de pastoor het vaandel en spoorde zijn jongemannen aan tot volharding." Zoo werd dus begonnen, eenvoudiger kun nen wij het ons niet indenken. Uit het sim pele p'an om een processie op te luisteren, om Mariaansche kinderen te worden, uit dat dood-eenvoudige zou de Gez. Ver. voort komen. Dat dit alles geen louter toeval was begrijpt ieder en dat de Voorzienigheid op dit alle-s haar stempel druikte werd duide lijk bek'emtoond door Ad. Koiping in vele zijner geschriften. Ook Mgr. Schiiffer. Kol- ping's eerste opvolger, heeft hierop gewe zen bij het vijf en twintig jaren bestaan der Geze Ver. van Elberfeld. De kern van zijn preek lag in den tekst A Domino factum est istud, et est mirabile in ocu'is nostris; Van den Heer is dat gewrocht, en het is wonderbaar in onze oogen. S.M. PRO PAG AN DA-AVOND. De in September houden propaganda- avond is thans vastgesteld op Donderdag 17 September. Het wachten was nog op den Centraal Praeses. Deze heeft cle uitnoodi ging om te komen spreken bereidwillig aanvaard. Doo.r Liedertafel en Tooneelclub wordt reeds ernstig gerepeteerd om goed voor den dag te komen. Franz Schweitzer zal daarmede zeker onmiddellijk na de va- oantie aanvangen. LIEDERTAFEL SEBASTIAN SCHAFFER". Woensdag 1.1. heeft deze onderafdeeling hare repetities wederom hervat. De vier weken vaeantie voor het goede opkomen niet geschaad. Na een enkele nabespreking nog over de zoo goed geslaagde excursie naar Rotterdam werd met nieuwe ijver wederom begonnen met het repeteeren voor a.s. pro- pagandia-avond en voor het stich tings feest. KWITANTIE-KAARTEN. Sinds 1 Juli zijn bij den bode gratis ver krijgbaar kwitantie-kaarten van de ver- eeniging. Door deze te doen afteekenen bij het betalen van de contributie heeft men een controle en voorkomt men moeilijk heden. INGEZONDEN STUKKEN Aan heeren automobilisten van Ter Aar. In een onzer plaatselijke bladen lazen wij tot ons genoegen een vérslag van de autotocht van de ouden van dagen uit de gemeente Ter Aar. Toch meenen wij, dat we het hierbij niet kunnen laten. We gevoelen ons ge drongen tot het volvoeren van eenplicht in deze n.l. het brengen van onzen hart- grondigen dank aan hen, die het maken van dien tocht mogelijk hebben gemaakt. En daarmede bedoelen wij na tuurlijk de heeren auto-eigenaars uit onze gemeente, die zich ongeveer allen bij eerste aanvraag daartoe spontaan bereid verklaarden hun wagen te willen afstaan voor het beoogde doel. En daarvoor bren gen wij aan die heeren namens de ouden van dagen onzen hartelijken dank. On vergetelijke uren van genot hebt u daar mede geschonken aan hen, die toch al zooveel van het zoete des levens moeten missen. En als u in den vervolge hen langs 's Heeren wegen ontmoet of voorbij snelt, dan zal geen verzuchting hun mond meer ontsnappen over die „akelige ge vaarlijke dingen", maar een gevoel van hartelijke dankbaarheid zal in hun op komen en zij zullen zich bij voortduring herinneren, wat U voor hen over hadt en wat U voor hen deedt. Nogmaals jgaijne heeren voor uwe offerende liefde onzen hartelijken dank namens de oudjes. Van zelf willen wij hierbij doen aan sluiten een passend woord van dank aan onze gemeentenaren, die blijen gul on danks de slechte tijdsomstandigheden een offertje brachten tot financiering der on vermijdelijke kosten, die aan den tocht verbonden waren. Dank ook aan de hee ren motorrijdende begeleiders de heeren Lek en van Rossenberg, die door hun zorgen zoo goed mogelijk zorgden voor den goeden gang van zaken; dank aan milde gevers van versnaperingen, zeer hartelijken dank aan den heer Bernard, loco-burgemeester van Leimuiden voor het gratis wijd open stellen der gemeen- tetollen, hulde aan Arti et Religioni voor de opluistering der blijde inkomste en ten slotte aan den zeereerwaarden heer pastoor van Langeraar, die door het dis ponibel stellen van zijn kerkplein en de illumineering van hetzelve prettig mee werkte tot een ordelijke ontbinding. Het Comité. Aan de parochianen van de St. Joseph-kerk. Het heeft mij, en velen met mij, zoo dikwijls gehinderd, dat men Zondags in de H. Mis zijnde in de St. Josephkerk te Leiden, eenige keeren een oorver- doovend lawaai verneemt, door het om slaan of omgooien der knielbanken. Ik zou de parochianen der St. Jo sephkerk, alsook de niet-parochianen, die deze kerk bezoeken, beleefd doch dringend willen vragen die- leelijke ge woonte, om luidruchtig de knel banken om te trappen, na te laten, doch deze kalm en geruischloos om te leggen op het tijd stip, waarop het noodig is. Ik twijfel niet, of allen, die welwillend zijn, zullen hiertoe hun medewerking wil len verleenen, en, mocht het wezen dat er zijn, die er niet om denken, dan kan men dezen even op die onaangename ge woonte attent maken. Hierdoor zal worden verkregen, dat de eerbied en devotie, welke in Gods Huis behoorden te bestaan, niet verstoord worden en zal men tevens, daar twijfel ik niet aan, een zeer groot genoegen doen aan den zeereerw. pastoor van de St. Joseph-parochie. U, mijnh. de redacteur, dankende voor de plaatsing verblijf ik D. B. Leiden, 25 Augustus' 1931. De meeting te Utrecht op 6 September. Wij ontvingen een schrijven, waarin „na mens vele demonstranten" de wensch wordt te kennen gegeven, dat de deel nemers uit Leiden aan de betooging te Utrecht op 6 Sept. een muziekcorps zal vergezellen. Men hoopt 's avonds bij de terugkeer, enthousiast, met muziek door Leidens straten te kunnen trekken. DE KLEINE HEILIGE TERESIA EN DE TEGENWOORDIGE MEISJESWERELD. In het Duitsöhe tijdschrift Skapulier (jg. 1931, biz. 328) schrijft een vurig Teresia- vereerster als volgt. Als ik op stille en wolkenlooze avonden naar den hemel schouw, dan wordt 't altijd in mijn ziel zoo stil, als kwam ik onderden indruk van een plechtig oogenblik. Daar ver boven me stra-len en schitteren duizenden en duizenden sterren en laten den blik rus ten op dat starende menschenkind. En het is, alsof die sterren spreken over Gods ma jesteit en grootheid en heiligheid en onwil lekeurig verneem ik het woord des Aller- hoogsten: „Wandel voor Mij en wees vol maakt." Bij dat woord klopt het arme hart sneller en herinnert zich de levensplicht, die in dat woord ligt opgesloten. „Ja, mijn God, ik wil heilig worden, wa.nt Gij hebt me voor U geschapen, voor U, die de hei ligheid zelf zijt." Dat is de kreet, die'als van zelf opstijgt uit dat hart, hetwelk zich zoo gaarne in seraphijnsche liefde mocht omhoog werken naar haar God en Schep per, doch tegelijkertijd de loodizvvare last der erfzonde op zich drukken voelt. Maar die sterren schitteren zóó mooi, dat ze telkens weer opnieuw die zucht naa<r omhoog in mij waker roepen. Doch dan overvalt me de gedachte: ,.0, als ik een ster had, die mij onfeilbaar zeker den weg wees naar het goddelijk-Kind en me naar zijn kribbe- voerde, dan ongetwijfeld, zou ik het wagen." Nauwelijks evenwel' is die gedachte in me opgekomen, of de ster staat reeds voor mij in verblindenden glans en heme'sche klaarheid. De Kleine Teresia is bereid, om den zekersten en koristen weg aan te wij zen, den weg van de menschenkinderen naar het hemelsch Kind. Die taa-k legde ze zich zelf reeds op nog tijdens haar leven, toen ze als de geringe bruid des Heeren op den Car mei toefde die zaak zet ze voort, breeder en zegenrijker aJs verheer lijkte hemelinige. Die taak is niet zoo een voudig en gemakkelijk. Groot en klein, arm en rijk wendt zich tot haar; en niemand hun ner kan zeggen, dat hij nog geen deel had in haar rozenregen van goddelijke genade. Want voor een ieder toont ze een liefdevol en vrijgevig hart voor allen wil ze een zuster zijn. Wie evenwel mag veilig méér vertrouwen hebben in de Kleine Heilige, dan juist wij, meisjes Niet alsof wij een grooter recht kunnen doen gelden op haar hemelsche rozen; volstrekt niet. Het is juist omze zwakheid en behoefte aan hulp, die ons tot de lievelinge van het goddelijk Kind trekt. Wij. meisjes, kunnen ons nu eenmaal niet zonder hulp omhoog werken. Evenals de le! ie, kan ook onze ziel slechts opbloeien, wanneer zij een stut naast zich ziet, waar langs zij kan opklimmen, de hemelsche lucht en het hemelsche licht tegemoet. Wij zien uit naar een ideaal, dat ons leven vult, dat ons gelukkig maakt en aan dat leven een bo'venaardsche wijding geeft. We verlangen op te zien naar een wezen, dat beter, rei ner en met meer ondervinding begaafd is dan wij, doch dat tevens ondanks deszelfs grootheid en verhevenheid, in begrijpende liefde een zusterlijke hand reikt om ons te helpen. En daarom mogen we God danken, wiens goedheid ons in de kleine H. Teresia zulk een le ids-vrouwe en vriendin gegeven heeft. Maar hoe1? De kleine Teresia dat k'ei- ne en met zooveel liefde in het ouderlijk hu's verpleegde bloempje dat kleine vo geltje, gevangen binnen de muren van den Carmel zij zal dan voor het meisje, dat in het rumoer, der we're1'd van ont elbare ge va-, ren omringd is. een krachtige stut en lich tende ster, het gelukkigmakende idaal en een liefdevolle en begriinende zuster zijn? Zijn haar beginselen dan dezelfde als door de tegenwoordige meisjeswereld worden ge huldigd? Zou dan een menschenkind, dat eer op een engel gelijkt, en dat zich reeds op vijftien-jargen leeftijd achter de kloos termuren verborg, een irist idee kunnen hebben van de were'd en van haar gevaren voor het aankomende meisje van onze dagen? O zeker. Als we het leven der kleine b'anke bloem trachten te vergelijken met de eischen, door de tegenwoordige meisjes aan het leven gesteld,, dan moeten we met diepe beschaming toegeven, d'at de afstand tusschen die twee bijna niet te overbruggen is en dat we Teresa, de bruid des kruis es, onmogelijk als een der onzen mogen be- Poeders en tabletten ziji^allaÉn echt, als de verpakking voorzien i» varl den naam Mijnhardt. Let bij het kooptoi dpar speciaal op, want dit alleen. garandeerwU de echtheid 8123 schouwen. Evengoed als we weten, waarin de geweldige tegenstelling bestaat tusschen haar en ons. Die vinden we n.l. aanstonds in den wortel, in onze levens-beginselen. Want daaruit ontstaan de beweegredenen voor elk idee en voor el'ke handeling in het menschenleven. Zijn deze grondbeginselen verkeerd, dan kunnen de handelingen, die daaruit voort-vloeien, evenmin goed zijn, noch met het gestelde doel overeenkomen. Zoo gaat het met ons, meisjes. Het eer ste en grootste beginsel van heel ons den ken en d-oen is niets anders, dan het stre ven naar gel-uk. En niet alleen het eigen zoekende hart zoekt zulks te erlangen, ook de wereld wil hierbij een voorname rol spe len. Zij lokt ons met tal van schoone beel den en met zoete mees'.eepende woorden bel-ooft ze, wat heel het denken en streven van het meisje omvat: het geluk n.l. en de liefde. En het meisje 1-uistert toe, schenkt er geloof aan en grijpt naar wat de wereld aan. biedt. Wat geeft het, wanneer bij dat zelf zuchtig jachten het geluk va-n anderen met voeten verbreden wordt? „Ik wil gelukkig wordenWat. betee-kent anders mijn jonge leven? God zet heeft toch dat streven naar geluk in het hart der menschen neergelegd en het zou wreed zijn, om da-t verlangen te verstikken Ziedaar de taal van zoo menig jeugdig ni-enschenkind, en heb tracht aldus de stem van zijn engelbewaarder tot zwijgen te bren-gen. Met deze zelfzucht gaat de onverschillig heid voor Gods belangen ha-nd in hand. Hoe kan het ook anders Hoe zou zulke zoekster naar geluk ook nog begrip kun nen hebben van- en ijver voor de eer en de verheerlijking des hemelschen Vaders, voor de uitbreiding van Gods rijk en voor het heil der zielen? En dan die dagelijksche be roepsplichten der meisjes van tegenwoor dig Hoe zinken ze weg in verband met dat verwoed najagen van het geluk 1 Ja, de dwaze meisjes van dezen tijd zijn wel te beklagen En het m eest-bed roe ven de is nog, dat nog niemand langis dezen weg het ver langde doel bereikte. Toch hebben reeds velen langs een ge heel anderen weg bei ware ge uk gevon den. Inderdaad, meisjes als wij, jong en vol sprankelend leven, met een mensehelijk hart vol liefde en vol verlangen, hebben ge-von den wat we a'llen zoeken: het geluk. Op de vlugste en eenvoudigste marnier is zulks gelukt aan ons lievelingszusje, de II. Teresia van het Kind Jesus. Stralend in haar bo-venaardsche schoonheid, staat die heldhaftige overwinna-res van wereld en leven voor ons, en werpt liefdevol hemel sche rozen in onze ten gebed uitgestrekte handen. En die donkerroode rozen geuren zoo zoet en flmsteren ons in: „Luistert, meisjes, wat de Kleine Teresia u zegt: „God is liefde en voor Hem alleen moet het mels- jeS'hart k oppen; maar liefde wil zéggen: lij den en het dag-lijksoh kruis dragen met blijdschap. Nooit vroeg ik: Hoe zal ik mijn gel-uk vinden? Wat hebben onze verlangens te beteekenen; la-ten we a-l een leven tot Gods glorie! Ook ik was een meisje als gij. omgeven van talrijke gevaren. Ook ik had een hart, dat streefde naar de liefde; ge weet, hoe lief ik de mijnen had 1 Ook mij bleef kruis noch lijden gespaard, en hard was het leven der kleine bloem. „En toch heb ik datgene gevonden, waar naar ge allen vol verlangen uitziet, n.l. den vrede des harten, dien de wereld nooit kent of doorvoelt. En hoe ik dien vrede vond, wii! ik u, mijn zusjes, zeggen: De liefde tot God, den Schepper der were'd, bracht me er toe, om te dragen al wat me overkwam. Was het. vreugde of lijden, dankbaar aan vaardde ik het uit de handen des hemel schen Vaders. „Niets kon dan ook gebeuren, dat in staat zou geweest zijn, mijn geluk te vertroebe len, Wie immers op deze. wijze Jesus lief heeft, hem kam o-nmogelij-k iets pijnlijk-s treffen. Hoort daarom mijn woorden en prent ze diep in uw hart. Alleen in Jesus' liefde k-unt ge werkelijk gelukkig zijn!" Zoo fluisteren de purperen rozen, terwijl hun geuren ons verrukken. Dan zinkt de we reld met haar betooverende beeld-en en aan lokkelijke zangen voor onze oogen weg in het niet, en vrij en blij sluiten wij ons aan hij haar, die de lieve leidsvrouwe is op den weg naar het god de' ijk Kind. En gij, Kleine Heilige Teresia, bid en blijf toch bidden voor de meisjeswereld va.n on ze dagen 1 „CARMELROZEN". De lange: Het begint te regenen. De korte: Zoo, ik voel nog niets. De lange: Neen, zoover is het nog niet. KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone Prefactie. f ZONDAtr 30 Aug. Veertiende Zondag na Pinksteren. Mis: Protector. 2e gebed v. d. H. Rosa van Lima, Maagd; 3e v. d. H.II. Felix en Adauctus, Martelaren. Credo. Pre fatie v. d. Allerh. Driecnheid. Kleur: Groen. Wij hebben hier geen blijvende woon plaats. Wij zijn bestemd, voor het Rijk Gods*. Daarop moeten dan ook al onze strevin gen allereerst gericht zijn. (Evangelie en Communio). Maar er zijn er zoovelen, ook onder de Christenen, die or naar streven hunne met den H. Wil van God strijdende neigingen te bevredigen, streven ook naar den Mammon, d.w.z. den rijkdom en over dreven angstig bezorgd zijn voor het tijde lijke en het Rijk Gods vergoten, 't Is het gevolg van kleingeloovigheid, van gebrek aan vertrouwen op „Onzen Vader, die iu den hemel is". Vandaag houdt de £L Kerk ons voor oogen, dat wij, als ware christenen, dj. volgelingen van Christus, onze bedorven natuur niet- Gods hulp moeien kruisigen, (Gebed; Epistel) moeten vertrouwen op op God. Want het is goed te vertrouwen op den Heer, beter dan op de menschen (Gra duale). Wie op God vertrouwt zal Zijn bij stand ondervinden (Introitus; Offertorium), vooral in het H. Ofter der H. Mis on in de H. Communie. (Stilgebed en Postcommu- nio). MAANDAG 31 Aug. Mis V. d. H. Raymun dus Nonnatus, Belijaer: Os Justi. Kleur: Wit. Op verlangen v. d. H. Maagd trad Raymundus in uo Orde tot vrijkoop der slaven. Zijn naastenliefde ging zoover, dat. hij zich zeiven als borg stelde om de ge vangen Christenen vrij te koopen van ue - Maiiomeuanen. V ele Mahome^arien bekeer de hij door zijn woord, waarom hij veie kwellingen veruuren moest. DiNsDAG 1 September. Mis v. d. H. Aegiciius, Abt: Os Justi. 2e gebed v. d. H.H. twaalf broeders, Martelaren; 3e A Ounclis (om de voorbeue der Heiligen). Kleur: Wit. In Athene geboden verliet Aegiuius zijne ouu6is en vauerstad uit verlangen naar de eenzaamheid. Hij ging naar 1' rankujK, waar üij ui een woeste streek aan de mon ding van de Rhöne voor zich eon hut bouw de. Pater ging hij wonen in een boseh in het Bisaoni Nimes, waar hij leeme in gebed en overweging en zich voeude aueen niet krui den. Uio liefde voor de eenzaamheid wei gerde hij de eervolle betrekkingen welke aan het Eransche hof hem werden aange bonen. Hij slichtte een klooster met ue regel v. d. 11. Beneciicous. Konu dat klooster is de stad. ontstaan welke naar den heilige genoemd wordt St. Gilles. WOENSDAG 2 Sept. Mis v. d. H. Stc- phanus, koning van hongerije: Os Justi. 2e gebed A Ounciis; 3e naar keuze v. d. pries oer. Jxi'eur: Wit. Te Strigonium, heb tegenwoordige Grau, werd in 977 geboien ue zuon van Geysa, <ie vierde hertog van de Hongaren en diens gemalin Sarloth. De pasgeborene kroeg den naaiu van Waze, maar bij het H. Doopsel, hein toegediend uoor den li. Adelbertus, bisschop van Praag, ontving hij den naam van ötbphauus, in 9u7 slien Geysa, na Ste- phanus tot zijn opvolger beuoemu te heb ben. Als hoofd van zijn volk verklaarue Stephanus nu uita-rukkeiijk, dat de atgode- rij in zijne staten moest ophouden en dat zijne onderdanen zich moes-oen toeleggen op de kennis van den waren Gou. Overal liet hij den chusteiijken goaSuienst ver kondigen. Priesters ombood n.j en klooster lingen om zijn volk in ae Deer v. d. Ti. T. .^.iigelie ie. onderrichten. Hij stichtte kloosters, welke hij rijkelijk begnugde en weldra weruen seaoion voor go^svruent en wetenschap opgericht. Om hei- wezenujk g9- ruk zijiiei unuei'uanen te verzekeren, vaar digde nij wetten uit, welke de onbeschaaE- de gebruiken, die de Hongaren van de Scythen hadnen overgenome.i, streng ver boden. Alaus is Stephauus éèn van die zeldzame mannen geweest, wier invloed zich geruimen tijd nog op ue zeuen, over tuiging en gewoonten van het volk, uat mj bescudiae, ueed gevoeien. Als Apostel, overwinnaar; wetgever neeit inj den roeiu der grootste koningen verworven en Levens de eerbieuige vereenng alter geioovigen. DONDEjxDAG 3 Sept. Mis v. d. Voiit,en Zondag: Protector. Geen Gloria. 2e geued A Gunctis; 3e r luehuni (Zue in het eerste formulier uer Requiemmis); 4e naar keuze v. d. priester. Kleur: Uroen. VRiJdAG 4 Sept. Mis ais gisteren, maar 2e gebed A Gunctis; 3e naar keuze v. d. pnesver. jvieur: Uroen. N.B. Wegens eten eersten Vrijdag is ge- oorlooid een V otiefmis v. h. H. Hart: uogirationes. Gloria. Credo: Prefatie v. li. H. ilart. IvleurWit. ZATERDAG 5 Sept. Mis v. d. H. Lau rentius Justinianus, Uis&enop en Belijder: Statuit. 2e gebea A Cuuetis; 3e (naar keu ze v. d. priester); 4e voor den Paus. Kleur: Wit. Voor de- keuze gesteld: een rijk leven in de wereld ot een streng en verstorven lo ven van boete in een klooster, koos de hei lige, de oogen op hot kruis gericht, net laatste met de woorden: „Gij, Heer, zijt mijne hoop. Daar hebt Gij gevestigd uw allerveiligst toevluchlsoora Hij trad in het klooster der reguliere kanunnikken v. d. li. Gregorius. Latei' ars Patriaren verhe ven op den bisschopszetel van zijn vader stad V enetië, bleef i:ij zijn leven van boete en versterving getrouw. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN. Alles al9 in bovenstaande kalender, be halve: DINSDAG. Mis v. d. Z.Z. Joannes van Perugia en Petrus van Sassofcrrato, Marte laren: Intret. 2e gebod v. d. H. Aegidius; 3e v. h. H.H. twaalf Broeders. Kleur: Rood. VRIJDAG. Mis v. d. H. Rosa van Viter- bo, Maagd: Loquebar. Kleur: Wit, ZATERDAG. Mis v. d. Z. Gentilis van Matelica, Martelaar: In virtdte. 2e gebed v. d. H. Laurentius; 3e A Gunctis; 4e voor den Paus. Kleur: Rood. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7