DE HUIDIGE CRISIS
SpeciaaS-Kwaliteifen
Het Geheimzinnige
Document
VRIJDAG 28 AUGUSTUS 1931
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
door drs. J. A. COLTOF.
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Zaterdag 29 Augustus.
Huizen, 298 M.
Uiibsl. KR O-Uitzending.
8.009.15 Gramofoonpi
10.0011.30 Gramofoonpi.
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje.
12.01—12.15 Politieber.
12.151.45 Concert KRO-Sexte-t.
1.451.50 Postduivenfoeriohten.
I.503.00 Gramofoonpi.
3.004.30 Kinder uurtje.
4.455.00 Graan of oonpJ.
5.006.00 Concert. KfKfO-Kunst EnsemibJe.
6.016.15 Niieuwaber in Esperanto.
8.156.35 Journal, weekoverzicht door
P. de Waart.
6.357.00 KRO-Kunst Ensemble.
7.007.25 Father L. Burgman: Alledaag-
sche zaken in het Missieland.
7.257.45 Politieber.
7.458.00 Sportpraatje.
8.0 Concert KRO Salon Orkest.
8.45 Humor. Solokwa-rtet „De Hooge Q".
9.00 Nieuwsber.
9.15 Vervolg Orkestooncert.
10.00 „De Hooge Q."
10.30 Vervolg Orkestconcert.
II.0012.00 Gramofoonpi.
Hilversum, 1875 M.
Uitsl. VAR A-Uitzending
6.457.00 Gymnastiek.
7.307.45 Gymnastiek.
8.01 Gramofoonpi.
10.00 VPRO-Mor.genwijd.ing.
10.15 Concert. VAR A-Septet, Wladimir
Pique Trio. Spreker: C. Lammers.
12.01 Concert. VAR A-Septet. Gramofoon-
platen.
2.01 P. K. Polderman: „De filmdienst van
het instituut".
2.15 Doneert VARA-MandoLine Ensemble.
Elize de Haas (zang). Joh. Jong (piano).
3.00 Onthulling van het Domela Nieuwen-
huis-monument op het Nassauplein, Am
sterdam. Toespraak, orkest en koor.
4.00 Vervolg Mandoline Ensemble o.l.v.
Joh. B. Kok.
4.30 Zang en piano resp. Elize de Haas
en Joh. Jong.
4.45 S.D.A.P.-Kwasrtiertje.
5.00 Gramofoonpi.
5.05 O. v. Tussenbroek: Reizen en
trekken.
5.35 Concert. VAR A-Septet.
6.30 Literair halfuur door A. M. de Jong.
7.15 Vervolg concert.
7.45 VARA-Varia.
7.50 Bestuursmededeelingen.
8.00 Concert. VAR A-Orkest Vocaal
kwartet.
9.00 Teun de Klepperman.
9.15 Vervolg concert.
9.45 Vervolg zang door vocaal kwartet.
10.05 Persber. en voetbalmededeelingen.
10.15 Vervolg Orkestconcert.
11.00 Gramofoonpi.
12.00 Sluiting.
Daventry, 1554,4 M.
10.35 Morgenwijding.
1.202.20 Orkestooncert.
3.50 Orkestconcert. F. Lake (tenor).
5.05 Orgelspel door R. Foort.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.35 Berichten.
7.05 Zang door Eleanor Toye en Dale
Smith.
7.20 Lezing.
7.35 Lezing.
7.50 Zang door F. Grisewood (bariton),
S. Riley (bas) en Radio-Mannenkoor.
8.20 Concert-Orkest, I. Baillie (sopraan),
H. Williams (barit-on), L. Kennedy (cello).
10.00 Berichten.
10.15 Berichten.
10.20 Lezing.
10.5012.20 Dansmuziek.
..Radio Pari s", 1725 M.
8.05 Gramofoonpi.
12.50 Gramofoonpi.
6.50 Gramofoonpi.
7.30 Gramofoonpi.
9.05 Gramofoonpi.
9.50 Gramofoonpi.
Langenberg, 473 M.
7.258.20 Gramofoonpi.
10.3512.10 Gramofoonpi.
12.30 Gramofoonpi.
I.252.50 Orkestconcert.
2.553.45 Gramofoopl.
5.20—6.20 Solistenconcert.
8.20 Vroolijke avond.
10.20 Berichten. Daarna: Dansmuziek.
12.201.20 Gramofoonpi. (Dansmuziek).
Kalundborg, 1153 M.
12.252.20 Orkestconcert,
2.504.50 Orkestooncert en zang.
4.505.50 Orkestooncert.
8.208.45 Viool-recital.
8.459.00 Liederen-voordracht.
9.0010.00 Orkestconcert.
10.0010.20 Gramofoonpi.
10.3511.20 Orkestooncert.
II.2012.35 Dansmuziek.
Brussel, 338,2 M.
508,5 M.. 5.20 Dansmuziek.
6.35 Gramofoonpi.
8.20 Trio-ooncert.
9.20 Orkest en zang.
338,2 M.: 5.20 Orkestconcert.
6.35 Gramofoonpi.
8.20 Orkestooncert.
9.20 Vroolijke avond.
Z e e s e n. 1635 M.
C.a. 7.007.50 Gramofoonpi.
9.35 S portpropaganda-oauseirie.
10.55 Berichten.
12.20—2.20 Lezingen.
2.203.20 Gramofoopl.
3.204.20 Lezingen.
4.205.20 Concert..
5.20&.20 Lezingen.
8.20 Vroolijke avond.
10.20 Berichten en daarna tot 12.20 Dans
muziek.
III
Diverse oorzaken.
Wij hadden bij onze vorige beschou
wing reeds de gelegenheid, aan te too-
nen, dat er een onverbrekelijk verband
bestaat tusschen alle perioden en gebeur
tenissen, die tezamen den conjunctuur
kring vormen. Moge de welvaartsperiode
nu eens een hoogere bloei ten toon sprei
den of vertoont het tijdvak der depres
sie dan weer een uiterst diepe inzinking,
steeds zien wij het geschetste verloop
weer terugkeeren, naar zijn aard en we
zen onveranderd. Wel verschilt de mate,
waarin zij zich in diverse tijdvakken op
verschillende gebieden van het economisch
leven manifesteert, maar het beeld van
het geheel is als het ware steeds op het
zelfde grondpatroon geweven. Dit patroon
gaven wij in ons vorige artikel en de oor
zaken, die hiervoor waren aan te geven,
lagen in de moeilijke aanpasbaarheid van
het productieapparaat, dat zich in het stel
sel van individueel vrije voortbrenging
met daaraan verbonden individueel risico
zich steeds richt naar de oogenblikkelijke
vraag, die er naar bepaalde artikelen be
staat.
Vroegere crises.
Maar nooit in zuiveren vorm zien wij
dit patroon van gebeurlijkheden voor ons.
Telkenmale vertoonen zich daarin afwij-,
kingen en deze zijn toe te schrijven aan
zeer bepaalde omstandigheden, die nu een
maal in het karakter van den tijd liggen
en die dus bij een overzicht van histori-
sohen aard blijken te zijn. Het beeld van
den cyclus is hierdoor dikwijls gewijzigd.
Zou men dit beeld heden kunnen teekenen
als een golvende lijn, voor 1870 was het
aan te geven als een scherpe zig-zag lijn,
het crisisverschijnsel was toentertijd
scherper en meer abrupt. In dien tijd had
de depressie n.l. steeds het karakter van
een warencrisis en zij bestond in hoofd
zaak in een sterk geprononceerde daling
der goederenprijzen. Een bekend voorbeeld
levert ons de crisis van het jaar 1825 toen
men in Europa zat met ontzaggelijke wa-
renvoorraden, die moesten dienen voor den
opbouw van de Zuidelijke vereenig-de sta
ten en waarvoor tot dien tijd op de markt
hooge prijzen waren verkregen. Toen daar
ginds echter symptomen optraden, die van
verzadiging der nieuwe markten blijk ga
ven, ontstond een algemeene angst voor
de onmogelijkheid van voortgaanden ver
koop, een paniek onstond en de prijzen
daalden op ongekende wijze. En hiermede
ging dan veelal gepaard een credietcrisis,
wijl velen zich immers productiemiddelen
op crediet hadden aangeschaft, dat zij uit
de opbrengst der eindproducten dachten
af te lossen. Bij de gedaalde prijzen bleek
de opbrengst hiervan onvoldoende, zoodat
velen niet aan hun verplichtingen konden
voldoen.
Moderne crisisverschijnselen.
Ha 1870 spelen de crisisverschijnselen
zich in veel mindere mate op de goederen
markt af. Want door het overal toepassen
der belangrijke uitvindingen van dien tijd
werd het verkeer beter geregeld, het werk
te sneller en goedkooper. De afzet der pro
ducten is in veel mindere mate dan voor
heen aan een bepaalden afstand gebonden
en dit alles heeft vanzelfsprekend het ge
volg, dat de warenmarkt zich ontzettend
heeft uitgebreid en verbreed. In plaats van
de goederencrisis treedt nu de industrieele
crisis, die in hoofdzaak bestaat uit de zich
voordoende moeilijkheden ten gevolge van
de noodige aanpassing aan de vraagveran-
deringen op de markt, die door het tegen
woordige productie-apparaat niet gemak
kelijk zijn te verrichten. Deze verschijnse
len zijn nu bij de huidige crisis in versterkte
mate aan het voetlicht getreden.
Actueele oorzaken.
De eerste belangrijke oorzaak wordt nog
steeds gevormd door de uiteraard, tijdelijk
gestegen vraag der na-oorlogsjaren, die in
vele richtingen een vergrooting van het
productieapparaat in het Teven riep, dat
veel te groot bleek te zijn nadat de vraag-
vergrooting zich langzaam weer terugtrok
en zoo tot stilstand was gedwongen. Dit
heele proces werd hevig verscherpt toen
twee groote en belangrijke afzetgebieden,
Rusland en China, beiden staten met een
zielental van ettelijke millioenen, zich door
locale daar heerschende oorlogs- en revo
lutietoestanden zich van de markt moesten
terugtrekken. Het tweede teeken waarin
deze malaise staat is dat der techniekver
betering die op vele gebieden heeft geleid
tot een grootere rationalisatie, waardoor
weer meerdere arbeiders zonder werk kwa
men. De meer economische benutting der
steenkool evenals het gebruik van den
motor, die b.v. op het gebied van den
scheepsbouw een steeds sterkeren concur
rent van de stoommachine vormt, betee-
kenen even zoovele krachten, die de vraag
naar het zwarte goud doen verminderen.
Deze techniekverbetering, die zich op vele
gebieden doorzet, is voor een groot deel
nog steeds een oorlogsgevolg. Een oorlog
eischt immers een zoo hoog mogelijke op
voering van de-voortbrenging van bepaalde
goederen, die in massa voor het oorlog
voeren benoodigd zijn. En wat bij deze sti
mulans voor de ontwikkeling der techniek
wel bijzonder van belang is, ligt in het feit,
dat zij ontstaat bij de productie van goede
ren, d-ie in hun bewerking een groote ver
wantschap vertoonen met wat aan machi
nes en instrumenten ook in fabriek en in
dustrie benoodigd is. Juist dus in bedrijfs
groepen wa-ar de conjunctuurschommeling
het sterkst voelbaar is, was deze ontwikke
ling ook het meest uitgesproken. De groote
vernietiging van vaartuigen in den oorlogs
tijd leidde tot een expansie in de periode
daarna, die eenigen tijd later door de ster-
kevermindering der vrachtvaart voor het
grootste deel niet gerechtvaardigd bleek.
Hierbij komt dan nog de verandering in
de positie der Vereenigde Staten van Ame
rika ten opzichte van het continent. In
plaats van haar voor-oorlogsche stelling
als schuldenaar en afnemer, zijn zij gewor
den tot de bijna overmachtige leveranciers
en kapitaalverschaffers van het door den
oorlog sterk verarmde Europa. De produc
tiemethoden werden verbeterd en het door
gevoerde systeem van massa-voortbrenging
werd tot in alle details uitgewerkt, waar
van wel het meest bekende voorbeeld de
auto-industrie is. In de na-oorlogsjaren werd
deze telkens weer uitgebreid en de ver
grooting van het afzetgebied werd verkre
gen door een tot bijkans alle kringen door
gevoerde toepassing van het afbetalings
stelsel. Niet alleen dat hierdoor wissels op
de toekomst werden getrokken, maar deze
toekomst zelve werd daardoor meer onzeker
gemaakt. De reeds vergroote fabrieken
konden aan de toenemende vraag niet meer
voldoen en opnieuw volgden reusachtige
uitbreidingen, die het aantal auto's ter
markt steeds meer aanvulden. Een wagen
is echter geen goed, dat men na eenige
weken reeds heeft verbruikt en de bevre
diging der behoefte beteekent dus, dat de
vraag langen tijd achterwege blijft. En zoo
moest dus met bijna wiskundige zekerheid
het oogenblik komen, dat aan deze vraag
een eind kwam, terwijl bovendien tengevol
ge van het ruilsysteem van nieuwe tegen
oude wagens de voorraad onverkoopbare
tweedehandswagens zeer groot was.
Hiermede zijn geweldige complexen van
fabrieken voor een groot deel zonder werk.
Voor sommigen beteekent dit een groot na
deel maar waarschijnlijk heeft Ford hier
van wel het meest te lijden, daar de aard
der bij hem doorgevoerde leiding het niet
mogelijk maakt bepaalde fabrieksdeeleu
geheel buiten werking te stellen.
De groote vlucht der autobranche betee-
kende tevens de toenemende vraag naar
rubberproducten. Het gevolg was een stij
gende prijs en bleek al spoedig, dat op den
duur de plantages te klein in oppervlakte
waren om aan een dergelijke vraag te vol
doen. Overal werden dus nieuwe plantages
aangelegd, telkens nieuwe terreinen in be
slag genomen. En niet alleen de westerling
in de tropische gewesten legde zich op dit
bedrijf toe, ook de Inlander ontpopte zich
als een rubberproducent. Zoo ontstond de
volksrubbercultuur, die de grootte harer
voortbrenging, gelijk de anderen dat deden,
ook basseerde op dezelfde toenemende
vraag aan het elastische product. Een cri
sisvormend element is bij dit product nog
bovendien gelegen in het feit, dat eerst
opbrengst wordt verkregen eenige jaren na
den tijd, dat men met den aanleg der plan
tages een aanvang maakte en juist toen de
vraag weer afnam kon het aanbod aller-
wege toenemen.
Toestand in Nederlandsch-
Indië.
Dit leidt ons vanzelf tot de positie der
Nederdandsche koloniën, waar de malaise
hoewel later, toch in sterke mate is door
gedrongen. Naast de rubber staat vooral
de suiker in het teeken van overproduc
tie. Behalve de mindere winsten met de
daaropvolgende salaris- en tantième-ver
mindering der Westersche employé's heeft
dit ook voor de Nederlandsche industrie
zijn gevolgen. De machines en fabrieken
die voor een groot deel onbenut zijn,
eischen geenerlei vernieuwing of uitbrei
ding en de orders dezer fabrieken blijven
voorloopig uit met de daarop volgende
werkloosheid. Ook de afzet der textielgoe-
deren in den Oost-Indischen archipel gaat
achteruit, terwijl door de Swa-deshi-bewe-
ging onder Gandhi steeds meeer aan in
Britsch-Indië geweven goederen de voor
keur wordt gegeven. De algemeene oor
zaak is de politieke opkomst van het
onverwoestbaar .sterk
met voiledio^garantie
kosten thank slechtedr 8076
Kwaliteit „L^ik|9rproof 68
„Queen" 85
eg's Special" 1.17
EXTRA FIJN ZIJDEN i n-j i -jc
WEEFSEL 1.01,1.10
eveneens gegarandeerd laddervrij
ALLE MODEKLEUREN
Bij 3 paar steeds 5% KORTING
Haarl.straat h. Donkersteeg 2-4-6
Zaterdag Ballons voor de Kinderen
Oosten en vooral Japan is, gebruik ma
kende van de technische ervaring van het
avondland en de gelegenheid benuttend
van de in oorlogstijd onmogelijken afzet
van Hollandsche goederen in OosHndië,
een geweldige concurrent op de textiel
markt geworden. Een groot deel van zijn
concurrentiecapaciteit is gelegen in de
voorbeeldige in- en exportorganisatie en
tevens in de speciale tarieven, die de
scheepvaartmaatschappijen voor textiel-
goederen daar toestaan.
Landbouwcrisis.
Ten slotte dient te worden gewezen op
de landbouwcrisis. Het is bekend, dat
sinds 1920 de agrarische toestand minder
rooskleurig kan worden geacht, waarbij
o.m. de ontwikkeling der techniek een be
langrijke rol speelt. Steeds meer maai- en
dorschmachines vinden toepassing, mest
stoffen worden aangewend en de tendenz
tot toename van het aantal tractoren bij
afname der paarden is zichtbaar. Tegen
over de zeer ruime tarwe, mais en haver
oogsten van 1928 en 1929 staat de vermin
dering van de vraag naar brood in de
belangrijke staten.
Volgens sommigen bedraagt deze in de
Vereenigde Staten van Amerika wel 15
pet. maar ook in Engeland, Duitschland
en Frankrijk verbruiken minder, zulks in
verband met de toenemende consumptie v.
eiwit- en vitaminehoudende stoffen in de
na-oorlogsche periode. Nederland is het
ernstigste getroffen de akkerbouw, waar
bij het vooral concurrentie moet ondervin
den van landen, waar de mechanisatie ver
der dan hier is doorgevoerd. Daarbij ont
stond een stijging van de prijzen van kunst
meststoffen. De moeilijke toest&nd van de
aardappelmeelindustrie, die ontstond door
de groote voorraad fabrieksaardappelen,
werd nog ernstiger door de groote oogst
in 1930.
Ofschoon niet strevende naar volledig
heid, hebben wij deze crisis van verschil
lende zijden belicht, en daarmede de aan
dacht gevestigd op gemakkelijk waarneem
bare verschijnselen, alsook op een complex
van krachten, die meer achter de scher
men van het uiterlijk zichtbare hun onver
biddelijke werking uitoefenen.
FEUILLETON.
door
CHISTIAN HAUGEN.
15)
„Bent u een moordenaar of alleen maar
een inbreker?", vroeg hij.
Hij hoorde zooiets als zachtjes lachen.
„Het doet me genoegen, dat u de zaak
zoo kalm opneemt", antwoordde een stem
uit de duisternis, die Algy direct herken
de het was Walter Hunter.
Enkele oogenblikken later brandde het
electrisch licht en Algy zag den jongeman
voor zijn bed staan, in de rechterhand een
eigenaardig wapen.
„Laten we 't ons wat gezellig maken",
meende Hunter en zette zich op den rand
van 't bed. „Maar eerst moet u mij uw
eerewoord geven, dat u zich nu, laten
we zeggen tien minuten stil zult hou
den."
„Goed, dat hebt u", atnwoordde Algy.
„Mag ik misschien vernemen, wat mij de
eer van dit ietwat late bezoek verschaft?"
Hunter liet z'n wapen zakken.
„Ja, ik heb opdracht gekregen, 'n kleine
huiszoeking hij u te doen. Eerst was ik
van plan u 'n kleine dosis cloroform toe te
tienen. Ik hoop eohter, dat ik u dit kan
besparen, 'n mensch voelt zich na zulk
een toestand niet zoo erg lekker."
Algy herinnerde zich nu het ontwaken
in de auto, op weg naar "Watford.
„Ja, u hebt gelijk", antwoordde hij
lachend.
„Maar als ik nu eens getracht had om
u te beletten hier rond te snuffelen, zoudt
u mij dan, getrouw aan uw opdracht, neer
geschoten hebben?"
Hunter richtte het wapen weer op Algy.
„Neerschieten Hiermee vroeg hij. „Hee-
lemaal nietDit is maar 'n luchtbuks. Ik
zou u hoogstens bewusteloos kunnen ma
ken. Als ik u dan bovendien nog wat chlo
roform toediende, zoudt u morgen zeker
ziek zijn. Het zal nu wel voldoende zijn,
als ik u handboeien aanleg, als u daar
tenminste niets tegen hebt."
Algy lachte sarcastisch.
„Och, ik geloof, dat ik niet veel in te
brengen heb. U bent de baas".
Hij was een weinig geprikkeld door Hun
ter's meer dan hoffelijken toon, welke hem
zijn machteloosheid nog duidelijker deed
voelen. Maar toen viel hem in, dat Hunter
hem eigenlijk slechts met gelijke munt
betaalde. Ook hij had vriendelijke woorden
tot Hunter gesproken, toen hij hem in de
auto z'n revolver onder den neus hield.
En onder eenigen wrevel voegde hij er aan
toe:
„Welnu, ik zal 't u niet lastig maken.
Maar, waar wilt u eigenlijk naar zoeken
„Naar 't document natuurlijk", antwoord
de Hunter schouderophalend. „Ik hoop,
dat ik 't vinden zal. Eigelijk kondt u mij
nu evengoed direct zeggen waar 't ergens
ligt."
Algy vertrok geen spier. Hunter had
hem niet geloofd, toen hij hem oprecht
verzekerde, dat hij niets van het docu
ment afwist, wat inderdaad het geval was.
Hij zou dus zeker niet diens vertrouwen
hebben, als hij hem iets trachte voor te
liegen.
„Ik wist vooruit, dat ik die vraag ach
terwege had kunnen laten", zei Hunter.
„U bent onhandelbaar. Maar drijf 't niet
te ver, anders kon uw halstarrigheid wel
een zwaar op de proef gesteld worden.
Stenton is er voorloopig nog van overtuigd
dat wij zullen vinden wat wij zoeken, ook
zonder 'n pijnlijk experiment te herhalen,
dat indertijd helaas mislukt isMaar
excuseer me, dat ik zoo spraakzaam ben.
Ik kwam enkel om te werken. U wilt zoo
vriendelijk zijn
Hij haalde een dun zijden koord te
voorschijn en binnen enkele seconden kon
Algy zich niet meer bewegen.
„Ik vind 't werkelijk heel onaange
naam, maar 't is m'n opdracht. En Sten-
ton is altijd uiterst voorzichtig. Als er
iets van beteekenis op 't spel staat mag er
niemand en niets ontzien worden. Er zijn
menschen, die meenen, dat in tijden van
oorlog alles geoorloofd is. En eigenlijk le
ven ook wij op voet van oorlog; het zou
voor u 'n kleine moeite zijn om mij neer
te schieten of op een andere wijze on
schadelijk te maken. Dat is nu onmoge
lijk. En de kans bestaat, dat u zich op 't
oogenblik, dat ik het zoo lang gezochte
document vind, niet zoudt kunnen beheer-
schen."
Hunter begon nu de slaapkamer syste
matisch te onderzoeken en Algy had er
spijt van, dat hij het document niet op een
veilige plaats opgeborgen had. Hij had
dit, met de geheimzinnige bankbiljetten
in zijn portefeuille gestoken. In de vaste
overtuiging, dat' er dezen nacht toch niets
meer zou gebeuren, had hij besloten de
kostbare vondst mee te nemen op z'n va-
cantiereis.
Terwijl hij iedere beweging van Huntei J
volgde, zat hij er over te piekeren, wat
wel de gevolgen konden zijn, als Hunter
het document ontdekte en hoe hij zich te
genover Cynthia over deze verregaande
nalatigheid zou kunnen verontschuldigen.
XV
Het jaartal.
Rodney was blij, dat het bureau in el
kaar geizet had, eer bij naar bed was gel-
gaan. Hunter zou anders spoedig ingezien
hebben, dat het document zich wel in zijn
woning bevinden moest.
„Zoo, zoo", merkte Hunter op. „U hebt
dus twee bureaux. Dit zal wel het goede
zijn. Nu begin ik het te begrijpen".
Zonder Algy's antwoord af te wachten,
trok hij een voor een de laden uit en
doorsnuffelde dan den inhoud, waarna hij
alles weer op z'n plaats legde. Na tien
minuten kwam hij tot hetzelfde resultaat
als Cynthia en Algy.
„Maar er moet 'n geheime lade zijn",
zeide hij. „Ik weet nu heel zeker, dat dit
het goede bureau is".
Eindelijk dachl ook hij aan de pooten en
schroefde eerst die los, waarin de geheim
zinnige bankbiljetten gezeten hadden. Hij
scheen echter niet verbaasd te zijn, toen
hij de holte leeg vond, doch mompelde vlak
voor zich heen:
„Hier heeft 't blijkbaar gezeten tot op
't oogenblik, dat wij er meer belang in be
gonnen te stellen".
Hij achtte het niet eens de moeite waard
ook de andere pooten te onderzoeken,
doch wendde zich tot Algy en zei op ver
wijtenden toon:
„Nu hebben we tenminste het bewijs,
dat u tot nu toe altijd comedie tegen ons
gespeeld hebt. Dat was' niet mooi van u I
En u op de eerste plaats zult wel inzien,
dat het heelemaal geen doel had".
Algy achtte het 't beste, op dit, in den
grond onverdiende, verwijt, niet in te
gaan en zweeg. Hunter zocht verder, doch
ging de kleerkast voorbij. Toen kreeg
Algy nieuwe hoop. De andere hield het
blijkbaar voor vanzelfsprekend, dat het
document op 'n bijzonder verscholen plaats
verborgen ]ag.
Hij betastte de gordijnen, zocht achter
schilderijen, onder tapijten en tafelklee-
den, in de lampekap, op alle denkbaro
plaatsen, waar ruimte was voor een stuk
papier van 20 bij 30 c.M.
En zonder zijn ergernis om de vergeef-
sche moeite ook maar één oogenblik te la
ten blijken, babbelde hij gezellig voort.
„Eigenlijk had ik gehoopt, u hier niet
niet aan te treffen. U hebt immers vacan-
tie en wij dachten, dat ua 1 op reis waart.
Zelf had u 't laatst nog .over Ramsgate"
„Ja, dat is ook zoo. Maar ik heb de reis
één dag verschoven. Wat zouden jullie
eigenlijk doen, als ik eens trachtte te ont
vluchten om mij ergens te verbergen V'
Hunter was blijkbaar oen weinig ver
baasd over deze vraag.
„Natuurlijk blijft u onder bewaking",
antwoordde hij. „U kunt geen voet op
straat zetten, zonder gezien te worden.
Dat zal u niet lukken".
En hij zei dit met zulk een onwankelba
re overtuiging, dat Algy bijna alle hoop
op z'n vacantie verloor.
Hunter was met de slaapkamer klaar
Nu kwam het bed aan do beurt en dat was
geen gemakkelijk werk te meer, wijl Algy
zich niet bewegen kon.
(Wordt vervolgd).