MAANDAG 17 AUGUSTUS 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
ZILVEREN PRIESTERFEEST
PASTOOR J. C. VIJVERBERG
LEIDEN.
De feestelijke intocht.
De parochie van den Joseph- te Leiden
heeft op schitterende wijze het zilveren
priesterfeest van haar herder, den zeer-
eenv. heer J. C. Vijverberg, gevierd,
De finantieele zorgen, die de parochia
nen met hun herder deelen, noch het feit,
dat hij pas een jaar in hun midden ver
toeft zijn voor hen een beletsel geweest
om de herdenking zoo luisterrijk mogelijk
te doen plaats hebben.
Het fraaie kerkgebouw was keurig in
groen en bloementoói gestoken. Boven hot
priesterkoor hingen de geel-witte wimpels
in sierlijke lijnen vanuit het midden neer
naar de steunpilaren en overal sprak tus-
schen het frissche groen uit de kleur van
het wit en geel van dahlia's en gladiolen.
Boven het middenpad der kerk hingen vijf
reusachtige bloemenmanden neer, de wan
den en pilasters der kerk waren behangen
met de bekende vaantjes en daaronder
fleurden de bloemen het geheel weer op.
Het kon niet anders of deze versiering
met vaardige hand aangebracht door den
bloemist Mulder (firma v. d. Lee), moest
reeds een feeststemming teweeg brengen.
Hulde ook voor den heer A. v. Cleef, die
zich mede met de leiding van de versiering
had willen belasten.
Zaterdagavond te half zeven arriveerde
de zeereerw heer pastoor, terug van een
verblijf bij zijn familie te Ginneken, aan
de kerk, alwaar hij door de misdienaars
met kruis en brandende lantaarns, een aan
tal bruidjes, de geestelijkheid der kerk en
het feestcomité werd ontvangen en naar
het altaar werd geleid. In het middenpad
der kerk schreed de jubileerende herder
voort onder een boog van groen en bloe
men, gevormd door bruidjes. Onderwijl
werd door de parochianen een hartelijk
welkomstlied gezongen op de wijze: „Aan
U, o Koning der Eeuwen".
Na het eindigen van het lied begaf de
geestelijkheid zich naar de Sacristie om
zich te kleeden voor een plechtig Lof, dat
door den jubilaris werd opgedragen met as
sistentie van zijn neef, den zeereerw. pa
ter dr. C. van Egmond O.F.M., en de wel-
eerw. heeren kapelaan Dorbeck en kape
laan Gudde.
Met dit plechtig Lof werd de feestelijke
intocht besloten.
De Plechtige H. Mis.
Gistermorgen te 9 uur droeg de zeereerw.
jubilaris aan het feestelijk versierde altaar
een plechtige H. Mis van dankbaarheid op.
Het kerkgebouw wa-s gansch gevuld met
geloovigen, die in vrome aandacht de hei
lige handelingen volgden.
Pastoor Vijverberg werd bij het H. Offi
cie geassisteerd door zijn neef, den zeer
eerw. pater dr. C. v. Egmond O.F.M. als
diaken en den weleerw. heer kapelaan Gud
de als subdiaken, terwijl als ceremoniarius
fungeerde de eerw. heer J. Kroon.
In het priesterkoor had plaats genomen de
zeereerw. heer Th. M. Beukers, pastoor der
St. Petrusparochie.
Het zangkoor der parochie voerde on
der bekwame leiding van den heer Abram
Martijn uit de Mis'sa „Regina Martyrum
van D. Licinio Refice voor jongens- en
mannenkoor uit.
Na het Evangelie werd de feestpred:-
catie gehouden door den zeereerw. pater
dr. C. v. Egmond, die tot tekst had geko
zen de woorden van den Goddelijken Zalig
maker, opgeteekend door den Evangelist
Joannes: Sicut misit me Pater et Ego mit-
t.0 vos Gelijk de Vader Mij gezonden
heeft, zoo zend Ik u".
Het is vandaag, aldus de eerw. rede
naar, een feestdag in de parochie van St.
Joseph. Dankbare feestvreugde vervult de
harten van allen, die samenkwamen in dit
feestelijk versierde kerkgebouw, om getui
ge te zijn van het offef, dat de herder der
parochie gaat opdragen uit dankbaarheid
voor de gaven, die hij gedurende 25 jaar
mocht ontvangen. Met hem vereenigen zich
familieleden en bloedverwanten, om God
te danken, dat Hij zich uit hun midden
zulk een priester koos.
De parochianen vieren feest om hun
pastoor, die, ondanks zijn kort verblijf al
hier, aller achting en waardeering en lief
de heeft verworven.
Het is een parochiefeest om getuigenis af
te leggen van het oude katholieke geloof in
den priester en zijn verheven waardigheid.
Daarover en over de taak van den pries
ter wilde de eerw. redenaar eenige woor
den spreken.
Op den avond van Christus Verrijzenis
verscheen de Goddelijke Meester temidden
van zijn leerlingen en sprak Hij de woor
den: Vrede zij u, en om hun geloof te ver
sterken toonde Hij hun Zijn wonden.
En later sprak Hij tot hen: Gelijk de Va
der mij gezonden heeft, zoo zend Ik u.
Overweldigend zijn de gedachten, die
zich opdringen hij die eenvoudige woorden.
Spr. vraagt zijn hoorders dan enkele
oogenblikken al het aardsche met zijn zor-
gij op zij te zetten en te vergeten om zich
een oogenblik voor den geest te stellen het
werk, de zending, die Christus hier is ko
men vervullen. Eenvoudige menschen koos
hij om Zijn werk voort te zetten. Wie zou
het durven gelooven, als Jesus zelf het niet.
gezegd had Niet omdat Hij ons noodig
heeft, heeft Hij zulks gedaan, maar omdat
wij Hem noodig hebben. Christus leerde
ons met vertrouwen opzien tot den Vader,
die in den hemel is. Hij kwam om de zie
len te redden, om te zoeken wat verloren
was, want: „de Vader wil niet, dat er één
verloren ga". Zoo was Jezus de trooster
en vriend van allen, in het bijzonder van
den zondaar.
En wat zal dan de zending van den
priester zijn? In den katholieken priester
leeft en werkt Christus voort door alle
eeuwen heen.
De priester is de leeraar der waarheid
en van de leer van den priester kan wel
eens gezegd worden: „Hard zijn deze
woorden en wie kan ze aan hooren", maar
het geloovige volk neemt ze aan als de
woorden van Christus.
De priester heeft het volle vertrouwen
van allen, van den grijsaard, van den zon
daar, van den zieke.
Maar de zending, die Christus hier te
vervullen had was niet beperkt tot de men
schen, waarmede hij in aanraking kwam.
Christus had een wereldzending te ver
vullen en die heeft hij vervuld, hangend
aan het Kruis. Daaraan heeft Hij eens en
voor altijd voldoening gegeven.
Ook de oneindige verdiensten van dit
Kruisoffer heeft Christus in handen willen
stellen van zijn priesters, waarvan ge
tuigen de woorden van het Laatste Avond
maal.
De eerw. redenaar brengt ten slotte
hulde en dank aan den jubilaris, omdat hij
zijn gaven en talenten in dienst heeft wil
len stellen van Christus. De toekomst geeft
hoopvolle verwachtingen en er zal nog veel
van den jubilaris gevraagd worden, waarom
spr. besluit met den wensch, dat hem de
noodigo werkkracht daartoe gegeven moge
worden.
Hierna zette de jubilaris het H. Misof
fer voort, aan het einde waarvan het zang
koor de priestercantate voor 5-stemmig jon
gens en mannenkoor „Hulde aan het Pries
terschap" van J. Haagh C.ss.R. op voor
treffelijke wijze ten gehoore bracht.
De receptie.
Om half twee ving de receptie aan voor
corporaties.
Hier voerde het eerst het woord de
hoogeerw. heer Deken A. Homulle,
die er zijn vreugde over uitte zijn oud-stu
dievriend te mogen feliciteeren.
Maar er was nog een andere reden, waar
om de Deken hier gaarne het woord nam
De St. Josephkerk is een dochterkerk van
de Mon Père-kerk, en de moeder komt nog
graag bij de dochter. Zooals 't meer gaat
bij een dochter, die pas het ouderlijke huis
heeft verlaten: 't is hier niet erg royaal.
Maar spieker hoopt en vertrouwt, dat dit
bij het klimmen van de jaren beter zal wor
den.
Dan felicteert de Deken den Jubilaris
als voorzitter van de parochiale Jongens
scholen en mede-bestuurslid van de pa
rochiale Meisjesscholen. Voor de schoicn
zijn de verdiensten van pastoor Vijverbergs
voorganger, pastoor Leusen, buitengewoon
groot geweest. Men heeft al kunnen con-
stateeren, dat pastoor Vijverberg, de voet
sporen van zijn voorganger volgend, ook
zijn beste krachten aan het onderwijs wil
geven.
Verder feliciteert spr. den Jubilaris m
diens kwaliteit van voorzitter van den De
kenalen Jeugdraad.
De Deken hoopt, dat men zal weten to
waardeeren, wat pastoor Vijverberg voor
héél Leiden doet, door te steunen de St.
Josephspenning! Als ieder lid wordt van
de St. Josephspenning wat slechts een
klein offertje kost dan zullen de groo-
te zorgen van den pastoor der St. Josephs-
kerk worden verlicht. De Deken eindigt
met den wensch, dat pastoor Vijverberg
vele jaren de gelukkige pastoor zal zijn van
vele goede menschen, terwijl zijn finan-
cieele zorgen zullen verminderen. Namens
de parochiale Schoolbesturen biedt de
Deken een enveloppe met inhoud aan.
Als voorzitter van het feestcomité ram
nu het woord de weleerw. heer Kape
laan L. Gudde, namens heel de paro
chie en zeer velen daarbuiten.
Gij hebt, aldus spr., dank gebracht aan
God. Wij brengen ook dank aan u.
Spr. wees op het heerlijk optimisme,
waarmede de Jubilaris het zorgvolle paslo-
raat heeft aanvaard en vervult, en waar
door hij anderen in hun arbeid sterkt en
steunt.
De parochie en ook zeer velen daarbui
ten weten het werk van Pastoor Vijver
berg te waardeeren, wat schitterend is ge
bleken bij de voorbereiding van dit feest.
Glansrijk is bereikt wat degenen, die dit
feest hebben voorbereid, zich voorstelden.
De parochianen en de zieken van het
ziekentriduum hebben '11 som gelds bij
eengebracht voor de beschildering van bet
priesterkoor der kerk door Alex Asper-
slagh. Deze week is de opdracht voor het
werk gegeven.
Door anderen, in en voornamelijk buiten
de parochie wordt den Pastoor nog een an
der geschenk aangeboden. Met het oog cp
den lsten September, waarop coupons van
de kerkleening kunnen worden ingewisseld
en verzilverd, willen velen den Pastoor een
„coupon" aanbieden, die bij het feestcomité
kan worden verzilverd. Verder hebben ve
len hun werkelijke coupons al ingezonden,
zonder betaling te vragen. Al deze coupons
zijn vereenigd in een album. Deze album
is, eveneens die met de namen der schen
kers van de parochiale gave, keurig gecal-
ligrapheerd door eerw. Zusters, terwijl de
mooie banden kunstzinnig zijn geschilderd
door mej. Jo Goddijn.
Kapelaan Gudde wees er hierbij op *n-
dat moest vooral in de krant komen, zei-
de hij dat ook andere coupon-houders op
1 Sept. of later nog de gelegenheid heb
ben, om hun coupons op deze wijze aan
te bieden, te doen inplakken in de feest-
album!
Ten slotte bood de voorzitter van het
feestcomité aan een program van de nog
komende feestelijkheden: een feestavond
op 30 Augustus in de Stadsgehoorzaal,
waarvan op 1 September een herhaling; in
de week daartusschen feesten voor de
schoolkinderen.
Hierna nam de zeereerw. heer Pas
toor J. C. V ij verberg zelf het woord,
om geroerd te danken voor wat hij Zater
dagavond en heden heeft ondervonden en
wat hij niet had durven verwachten. Hij
is voor dat alles bijzonder dankbaar.
Toen de tJubilaris zijn benoeming naar
Leiden kreeg, is hij een oogenblik versla
gen geweest. Maar hij heeft toen in de stem
van zijn Overheid gehoord de stem van
God. En daarin ligt voor hem de verkla
ring, dat hij zijn taak zoo blijmoedig heeft
opgevat. Ik ben hier gelukkig, zegt spr., en
zou Leiden niet graag verlaten.
De Pastoor brengt vervolgens dank aan
zijn beide Kapelaans, die hem voor een
groot gedeelte ter zijde staan in de ziel
zorg, die met hem meeleven en zijn zorgen
deelen. Hij wil openlijk verklaren, dat hij
den Bisschop heeft gevraagd, deze Kape
laans te mogen behouden. Hij brengt dank
aan het Kerkbestuur, dat de liefde voor
de parochie met hem gemeen heeft en
waarmee hij zoo vriendschappelijk samen
werkt. Hij brengt dank aan de vrienden en
bekenden, die hem in zooveel hun mede
werking verleenen.
De Pastoor hoopt, dat 't hem gegeven
moge zijn, om veel menschen gelukkig te
maken en de kerk te verlichten van de
drukkende zorgen.
Nu kwamen hun opwachting maken de
collectanten, die bij monde van den heer
W. P. Smit, den Pastoor hun hoogachting en
sympathie betuigden, en als blijk daarvan
twee zilveren ampullen aanboden; de
koorzangers, namens wie de heer J. C. Fel-
lekoorne, een hartelijke toespraak hield,
waarna zilveren ampullen ten geschenken
werden geoffreerd. De Pastoor dankte
iederen spreker op hartelijke wijze en be
tuigde zijn dankbaarheid voor de aangebo
den geschenken.
Hierna voerde het woord de heer H. Si
inonis, die overbracht de gelukwenschen
van de zieken van het Ziekentriduum en
de comitéleden en ten geschenke aan
bood tafelkleeden voor de pastorie-zaai. De
Jubilaris verklaarde, er van overtuigd te
zijn, dat het Ziekentriduum Gods genade
aftrekt ook over hem en zijn parochie; hij
hoopt te kunnen blijven rekenen op de
zoo gewaardeerde medewerking van voor
zitter en leden van het comité.
Nog kwamen tijdens de receptie andere
corporaties, zooals de commissarissen van
orde, namens wie de heer B. Klein een
schemerlamp aanbood, de broedermeesters
van de processie naar Heiloo, als wier
woordvoerder de heer H. Bank, een les
senaar voor het altaar presenteerde, enz.
Wij zagen nog geschenken van de misdie
naars, de dames-missieclub, Urlo enz.
En 't was tijdens de receptie van 2 Lot
31/, uur een komen en gaan van talloozen,
uit alle kringen en rangen, uit de parochie
en daarbuiten.
Plechtig Sluitingslof.
Des avonds te half acht werd door den
Jubilaris een plechtig sluitingslof geeeie
breerd met dezelfde assistentie als des
morgen bij de Hoogmis.
Pastoor Vijverberg sprak daar een dank
woord, dat diepen indruk maakte.
Zijneerw. ging daarbij uit van oe
woorden: „Quid retribuam Domino pro
omnibus, quae re tribuit mihi, wat zal
ik den Heer weder geven voor al
les wat Hij mij gegeven heeft?"
Deze bede heeft spr. gedurende 25 jaar
iederen dag gesproken als hij het lichaam
des Heeren had genuttigd en dezen morgen
zijn deze woorden wel met bijzondere innig
heid uit zijn hart gekomen, wijl het ver
vuld was van vreugde en dankbaarheid je
gens God.
Want inderdaad, de priester kiest zijn
roeping niet, maar 't is God, die hem roept.
Als men op een zeker tijdstip van zijn 1«-
ven gekomen is, zooals spr. nu, dan beseft
met te meer welk een zegen God zendt
over den jongeling, die Hij tot Zich roept
voor het priesterschap.
Toen spr. eens in een ernstig gesprek
met .iemand de kwestie der roeping be
sprak en hem gevraagd werd: waarom
gij en een ander niet, moest hij het ant-
woord schuldig blijven, maar de ander ant
woordde: weet gij waarom Omdat gij een
brave vader en moeder hebt gehad!
Spreker zeide dan ook, dat zijn hart over
vloeide van dankbaarheid in de eerste
plaats jegens God, maar daarnaast jegens
zijn vader en moeder, die in den hemel zijn
feest thans meevieren. Dankbaarheid voelt
hij ook jegens zijn broeders en zuster, die
hard hebben gearbeid, om zijn priester
schap mogelijk te maken.
Quid retribuam? Hoe zal ik mijn dank
ten opzichte van God brengen, vervolgt
spr.? En hij kan niet anders zeggen dan:
ik zal den kelk des heils aannemen en den
naam des Heeren aanroepen. Hij wil waar
heid maken de woorden, die de predikant
in de Hoogmis des morgens sprak: Geiijk
de Vader Mij gezonden heeft, zoo zend
Ik u. Hij wil arbeiden en zijn talenten
stellen in dienst van God.
Dankbaarheid voelt spr. niet alleen ten
opizchte van zijn vader en moeder en zijn
familie, maar ook ten opzichte van zoovele,
die hij tijdens zijn leven ontmoet heeft.
En wat moet ik aan u, beminde parochia
nen, aldus vervolgt spr., voor dank geven?
Op het einde van dezen dag, als het Te
Deum zal weerklinken door deze schoon
versierde kerk, dan zal mijn hart jubelen
en allen zullen met mij meejubelen.
Als spr. de bewijzen van aanhankelijk
heid der laatste dagen ziet, dan voeit hij
zich zwaar belast.
In de eerste plaats jegens zijn Kape
laans, die hier zoo heerlijk arbeiden en de
ziel geweest zijn van de voorbereiding van
het feest. Dat komt hem goed van pas, om
dat hij zoo'n eigenaardige pastoor is. Spr.
heeft wel eens tot zijn Kapelaans gezegd:
Gij hebt de zielzorg, ik de geldzorg.
Maar dan voelt hij zich vandaag toch
ook weer gesterkt. Want er is meer gege
ven in deze parochie dan in andere, waar
kapitalisten wonen.
En als aanstonds op het Kerstfeest het
monument zal onthuld worden, het monu
ment der schildering van het priesterkuur,
voorstellend dc Allerheiligste Drievuldig
heid, dan zullen de Koren der Engelen
het Laudate uitjubelen, dan zal uw pas
toor groot zijn, niet om zichzelf maar om
zijn parochianen.
Tenslotte zegt spr. zijn dankbaarheid
niet beter te kunnen betuigen dan den kelk
aan te nemen van zorgen; den kelk, dien de
pastoor van St. Joseph zal blijven drinken
ter eere Gods en omdat zijn overheid het
wil.
Vijf en twintig jaar geleden heeft spr.
gehoorzaamheid beloofd, hij zal woord hou
den, blijven werken, blijven zorgen, omdat
hij zich ook verzekerd weet van den steun
der parochianen.
Tenslotte doet spr. een beroep op allen,
om hun priesters te blijven eeren in den
echt katholieken geest, die in deze pa
rochie heerscht, waarna hij allen, die had
den medegewerkt, om zijn feest zoo luister
rijk mogelijk te doen zijn, hartelijk dank
zegt.
Na deze treffende predicatie werd het
Te Deum gezongen, terwijl de dag werd be
sloten met het lied: „Dank, Jezus dank!"
ZILVEREN PRIESTERFEEST
PASTOOR VAN KAMPENHOUT.
MEI JE-ZEGVELD.
Op de uiterste grens van onze provin
cie ligt, vergeten door het woelig verkeer,
het dorpje „De Meije".
Het is er zoo vredig en stil, zoo lande
lijk groen en malsch, dat men zich, daar
zijnde, moeilijk kan indenken, waarom de
„wereld" daarbuiten zoo jacht en raast en
rent.
Maar zelfs in de Meije is deze dagen de
rust verstoord, doch de stoornis was van
aangenamen aard: de herder van dit lan
delijk paradijs, Pastoor J. W. J. van Kam
penhout, vierde zijn zilveren feest. Een
feest, dat met groote luister en groote har
telijkheid is gevierd.
Ter afwisseling met andere priesterfees
ten, werd de Pastoor niet '9 avonds maar
's middags ingehaald. Een lange stoet van
ruiters, fietsers, schoolkinderen en leden
der Maria congregatie wachtte den bemin
den herder te 1 uur aan de grens der pa
rochie bij de Tocht op.
Nadat pater Theophilus Notenboom
O.F.M. uit het klooster te Nieuwe Niedorp
den Jubilaris had welkom geheeten, nam
deze met kerk- en armbestuur plaats in de
gereedstaande rijtuigen.
Met het parochievaandel voorop en on
der de opgewekte muziek van de Arlevuen-
sche fanfare trok de Pastoor „in victorie"
zijn parochie binnen, overal hartelijk be
groet. Jammer was, dat op het laatste nip
pertje nog de regen als spelbreker wilds
optreden wat echter niet gelukte.
Het mooie kerkje was, ter eere van den
Pastoor, prachtig versierd. Guirlandes van
groen en bloemen slingerden zich door de
kerk vanaf het onder witte bloemen bedol
ven priesterkoor tot het eveneens vei sier
de zangkoor. Voor de kerk was een eere
poort geplaatst.
Onder het blijde galmen van de klok en
het dreunen van het orgel trad de Jubilaris
de kerk binnen.
Geassisteerd door pater Noteboom ais
diaken en den eerw. heer Epskamp uit
Oudenrijn, student van het Aartsbisdom,
als subdiaken, celebreerde Pastoor Van
Kampenhout een plechtig Lof. Aan het be
gin en einde dezer plechtigheid werden
feestliederen gezongen.
Den tweeden dag van het feest, giste
ren, gingen des morgens zeer velen tot in
tentie van hun Pastoor ter H. Tafel.
Om tden uur werd de plechtige Hoog
mis opgedragen, waarbij zijneerw. werd go
ass'isteerd door de weleerw. heeren de
Wijs, kapelaan der St. Marthakerk in den
Haag als presbyter assistens, pater Theo
philus Notenboom als diaken en de eerw.
heer Epskamp als sub-diaken.
Het zangkoor voerde, onder de bekwame
leiding van den heer Korse het Veni-Crea-
tor van Fr. Eppink en de 3 stemmige Mis
van Perosi op zeer lofwaardige wijze uit.
De organist, de heer A. Bakker, vervulde
uitnemend zijn moeilijke taak.
Na het Evangelie hield pater Notenboom
de feestpreek, daarbij tot tekst kiezend de
woorden uit het Graduale van dezen dag:
„Prijzen wil ik den Heer ten allen tijde".
Het is dan eindelijk, zeide spr., de lang
verwachte dag in de Meije. De feeststem
ming waait ons tegen uit de wapperende
vlaggen, die getuigen van de liefde der in
woners voor den pastoor. De feeststemming
glanst ons tegen van elk gelaat. Onze hal
ten jubelen in feeststemming; onze handen
vouwen zich tot een gebed tot God, die
zoo goed voor ons geweest is.
Wij hebben in ons midden onzen herder,
die heden 25 jaar onze middelaar is ge
weest bij God, 25 jaar als een andere Mi-
zes onze belangen bij God heeft bepleit.
De predikant achtte zich gelukkig, nu
hij voor het eerst de preekstoel in zijn
oude parochiekerk mag betreden, dit feest
te mogen meemaken en de geloovigen te
mogen toespreken. Geen beter onderwerp
kon spr. op dezen dag kiezen, dan de ver
hevenheid van het Priesterschap.
Pater Notenboom wees er op, hoe God
aan den priester heeft toevertrouwd, w al-
Hem het dierbaarste was op aarde: Zich
zelf en de zielen. De priester is de afge
zant van God bij de menschen, maar ook
van de menschen bij God. De Priester haalt
als 't ware de hemel omlaag naar de aar
de, maar óók tilt hij de aarde omhoog naai
de hemel.
De verantwoordelijkheid, van den pries
ter is groot en daarom moeten wij hem
bijstaan. Gij eert hem, zeide spr., daar zijn
wij getuigen van. Gij bidt voor hem. Maar
dit feest gaat weer voorbij. Doch wij moe
ten den priester blijven steunen met ons
gebed; wij moeien rc d om hem vormen
een haag van gebed.
Een persoonlijk woord wilde spr. nog tot
den Jubilaris richten. We weten iets van
uw ziekte en lijden gijzelf spreekt daar
niet over, gij loopt daar niet mee te koop.
Maar gij zijt voor ons een voorbeeld van
heldhaftige liefde. Gij preekt voor ons het
zoete en schoone van het lijden; maar
wat wij grooter vinden gij preekt dat
door uw voorbeeld, gij toont dat in uw per
soon. Gij preekt ons liefde voor Maria. Gij
toont dat door uw persoon, door een Lour-
des grot in den tuin op te richten, door
vóór uw feest naar Lourdes te gaan en daar
Maria te danken.
Voor dat voorbeeld danken wij u, en wij
danken God voor de genaden aan ons door
u geschonken.
Wees verzekerd, dat als straks de pateen
met het offerbrood wordt opgeheven, de
pateen dezen keef buitengewoon zwaar
zal zijn van onze gebeden, die zich bij da
uwe voegen.
Moge gij, besloot spr., die de vader en
vriend der parochie zijt, eens opgaan ten
hemel, omstuwd van al uw parochianen,
om te vieren een eeuwig en onvergankelijk
feest.
Onder het Offertorium werd het innige
„Jesu dulcis" van Kothe gezongen.
De „Tantum Ergo" aan het einde der H.
Mis werd door alle geloovigen gezongen,
wat mooi en stichtend is.
Tot slot der plechtigheid zong het ïoor
de cantate „De Priester" van Elbert Frans-
sen, waarvan de solo-partijen werden uit
gevoerd door den heer Korse.
Na de Mis was er gelegenheid den herder
geluk te wenschen.
Het feestcomité, bestaande uit de hee
ren P. J. Boekhorst, A. den Bruynen, P. J.
Bunnik, T. Korse, T. C. Leliveld, P. Noten
boom en E. van Soest, verzamelde zich
in de pastorie ter overhandiging van het
geschenk der parochie.
Namens de parochianen voerde het
woord de heer T. Korse. Uw zilveren feest
aldus spr. waardoor zoo'n bizonder
vruchtbaar tijdperk van uw leven wordt
afgesloten, geeft ons een schoone gelegen
heid om van onze hooge opvatting van het
priesterschap te getuigen.
Iemand, die niet op de hoogte is hoe
een Katholiek over het priesterschap denkt,
kan zich het enthousiasme der Meijenaren
niet indenken.
Aan deze feestvreugde is uiting gegeven
door gebed en communie; de parochianen
hebben gemeend hier een stoffelijke feest
gave aan te moeten toevoegen. Door hoog
en laag, groot en klein is een bedrag van
1500 bijeengebracht.
Over het besteden van het geld behoeven
wij weinig te zeggen. Wij kennen uw per
soonlijke opoffering en vergeten van uzelf.
Maar'wat gij er ook mee doet, dit geschenk
zal 9teeds getuigen van de diepe eerbied
der parochianen voor het priesterschap en
van hun bizondere liefde voor hun herder.
Namens allen boodt spr. een album aan,
uitgevoerd door den oud-parochiaan frater
Michel v. d. Krogt, welke album bevatte
de namen van alle schenkers.
De Jubilaris dankte alle parochianen
voor de hulde hem bij zijn aankomst en
vandaag gebracht. Daaruit spreekt de
geest die de parochie bezielt en dat is spr.
een vreugde.
Zoo even onder de H. Mis las spr. in het
Evangelie: „Gelukkig de oogen die zien
wat zij ziet". Het leek hem of deze woorden
bizonder tot hem gesproken waren.
In geestelijken zin aldus de Pastoor
zie ik zoovele goede dingen, die me veel
vreugde geven. Dan zie ik in mijn parochie,
wat vele anderen, wat vele mijner mede
broeders in het priesterambt zouden wen
schen te zien: een diepe godsdienstzin, zorg
van ouders voor hun kinderen, trouw en
gestaag vervullen van 's menschen plichten.
Gij kent mij en gij weet hoe ik over de
Meije denk; hoe dierbaar het mij hier is.
Zeg aan allen, dat zij mij lief zijn. Vaders
en moeders, de kinderen en de kleintjes,
zij zijn mij allen dierbaar, omdat ik hun
pastoor ben. Zeg allen dank, dat zij in blij
moedigheid hun offer geven, zooals te le
zen is in de H. Schrift: „En blijde brachten
allen zonder uitzondering hun gaven". Die
blijdschap maakt mij blij; die hartelijkheid
is zoo verheugend. Het is niet de grootte
van de som, maar de hartelijkheid waarmee
gegeven is, dat is zoo mooi.
In Lourdes was spr. met de pelgrims op
audiëntie geweest bij den bisschop van
Tarbes, waar baron van Wijnbergen een
heele toespraak heeft gehouden, waarin
den bisschop eer en hulde werd gebracht.
De bisschop dankte ten zeerste, maar
wat zijn persoon betrof zeide hij, deze was
„rien ,absolument rien niets, heelemaal
niets". Maar gaarne wilde hij deze hulde
aanvaarden, omdat achter hem staat de
groote God en de lieve Moeder en hij deze
hulde beschouwde als gebracht aan God.
In dier voege wilde spr. zijn dank uiten.
Zijn persoon is niets. Maar aan het pries
terschap is hulde gebracht en daarmede
aan den grooten God, in Wiens dienst wij
allen staan.
Hierna „defileerden" alle parochianen
langs den Pastoor om hem hartelijk en wei-
gemeend met zijn feest geluk te wenschen.
De jubileum viering werd besloten met
een plechtig Lof, waaronder Pastoor Van
Kampenhout nogmaals dankte voor de
warmgevoelde hulde, hem gebracht.
KERKNIEUWS
H.H. WIJDINGEN.
Zaterdag werd in de kerk van het H.
Hart te Maastricht door Z.H. Exc. Mgr.
L. Schrijnen de H. Priesterwijding toege
diend aan: H. Eykemans, M. Kimman, J.
Klijberg, J. van Lieshout L. van der Meer,
J. Moors, R. Nuy, M. Reksaatmadja, A.
Scholte, A. Soegija, Th. Teppema, J. Wa
lenkamp, L. Wevers, allen leden van de
Sociëteit van Jezus.