BINNENLAND
DE ARME GILLI
KERKNIEUWS
DONDERDAG 23 JULI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
EERSTE KAMER.
In memoriam J. N. Hendrix.
Van de gelegenheid, dat de Eerste Ka
mer, alvorens in de afdeelingen de Drank
wet-Verschuur te gaan onderzoeken, gis
ter even in openbare vergadering bijeen
was, maakte haar voorzitter, Baron de
Vos van Steenwijk, gebruik, om in tref
fende bewoordingen den op 11 Juli jl.
overleden Katholieken senator Hendrix te
herdenken. De leden hoorden de rede
staande aan.
Mocht het tengevolge van ziekte, die
hem reeds enkele maanden na zijn binnen
treden in den Senaat op 18 September 1929
trof en ook verschillende malen daarna af
wezig deed zijn, den heer Hendrix niet
gegeven zijn, met de grondigheid, welke
hem kenmerkte, aan het werk van den Se
naat deel te nemen, met bewondering
herinnerde de President aan het vele goe
de, door het overleden medelid in den Baad
van Amsterdam, in de Staten van Noord-
Holland en in het vereenigingsleven ver
richt. En op plechtigen toon besloot de
voorzitter zijn kort en door de leden staan
de en in doodsche stilte aangehoord her
denkingswoord met de bede, dat God, die
de Vertrooster van allen is, de nabe
staanden moge bijstaan in het dragen van
hun smartelijk verlies.
De vergadering werd te 2.10 verdaagd
tot Donderdag 11 uur.
De afdeelingen der Eerste Kamer heb
ben benoemd tot rapporteurs over het
ontwerp-Drankweb de heeren ter Haar,
Koster, Steger, Heerkens Thijssen en Gel
derman.
PROV. STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
Onder voorzitterschap van Jhr. Mt. Dr.
H. A. v. Kamebeek is heden de ver
gadering van Provinciale Staten van Zuid-
Holland in het gebouw der Tweede Kamer
voortgezet.
Vervolgd werden de besprekingen over
het voorstel van Gedeput. Staten tot het ter
laen verstrekken van kapitaal aan de ver-
eeniging Ned. Herv. stichtingen voor Ze
nuw- en Geesteszieken, gevestigd te Amers
foort, waarbij tevens ter sprake kwam het
voorstel, Dinsdag ingediend "door mevr. De
V r i e sB ruins (S.-D.) om Ged. Staten
te verzoeken het voorstel terug te nemen
en een commissie in te stellen die de kwes
tie der centralisatie op dit gebied zal heb
ben te onderzoeken.
De heer Beekenkamp (V.B.) acht
het alleszins rationeel, met deze stichting,
waarmee nog geen contract bestaat, in zee
te gaan. Hij vindt nu allerminst het tijdstip
geschikt, om te praten over de stichting van
een provinciaal krankzinnigengesticht, al
wil hij het thans gevolgde systeem niet voor
100 pCt. onderschrijven. Er is echter in den
k»op der jaren een soort instituut gegroeid
en spr. meent, dat de provincie in haar ver
plichtingen allerminst tekort schiet. Het
is best mogelijk, dat de wetenschappelijke
sfeer in de overheidsgestiohten hooger staat,
maar ligt het op den weg der provincie om
voor wetenschappelijke doeleinden geld be
schikbaar te stellen Spr. maakt verder en
kele opmerkingen over de inhoud van het
contract en vraagt, of het niet wat eenzij
dig is.
De heer Dr. Hoffman (B.K.) wijst er
op, dat er groote psychiaters zijn en ge
weest zijn uit de confessioneels schooi. De
confessioneelen hebben de psychiatrische
wetenschap ver vooruitgebracht. Er zou
geen bezwaar tegen zijn als mevr. de Vries
pogingen aanwendde om een gesticht op te
richten voor haar ge est ver wanen, maar voor
een overheidsgesticht voelt spr. niets zoo
lang dat niet noodig is. De verzorging, zoo-
als die thans is, geschiedt op voortreffelijke
wijze.
FEUILLETON.
Verhaal uit het Tiroolsche volksleven.
3)
Thans greep Gilli in een gat onder den
drempel, haalde een sleutel voor den dag
en opende de deur.
Het was ee-n verschrikkelije woning,
waar de man binnenntrad. De vloer was
met hout en stroohalmen bezaaid, het was
©r halfdonker, want het papier, dat bij het
eenige venster de plaats der ruiten innam,
liet slechts weinig licht naar binnen.
Benedikt moest eerst lang in het rondien
eer hij een vrouwelijke gestalte zag, die
op een lagen stoel bij de kachel zat.
„Zijt gij het, Jula?" zei hij.
Zij schrok op het hooren dier ongewone
stem en liet haar breikous in den schoot
glijden. Te gelijk blikten haar groote oogen
schuw tot den bezoeker omhoog. Wellicht
vond zij in zijn gezicht een gelijkenis met
de trekken, die haar dierbaar waren ge
weest, maar deze gelijkenis scheen haai
smartelijk te treffen. Met bevende stem
mompelde zij onverstaanbare woorden en
met haar magere hand streek zij peinzend
over heur haar, waardoor reeds vele zilve
ren draden liepen.
Gilli sloeg liefdevol den arm om haai
hals en schreeuwde haar in het oor, dat de
oom uit Kaltern was gekomen. Hij
schreeuwde uit al zijn macht, want hij en
zijn zusje waren gewoon de moeder, die
zoo langzaam van begrip was, als een I
dóove te behandelen. I
De heer Werker (VJ).) gelooft niet,
dait het aanbeveling verdient, diit voorstel
aan te houden, omdat men niet op deze
voorziening kan wachten.
De heer v. Baren (AJU.) wil niet be
weren, dat particuliere verpleging beter is,
maar men mag op deze verpleging geen
stempel drukken van minderwaardigheid.
Spr. wijst erop, dat de Chr. Vereeniging tot
verpleging van krankzinnigen baanbrekend
werk heeft verricht. Zij heeft gebroken met
blok- en kazernestelsel. De gesticht&kleedmg
heeft zij afgeschaft. Zij is begonnen met ge
zinsverpleging. Ook de opleiding heeft zij
ter hand genomen. Overheidsbeheer als
zoodanig staat geenszins aan den spits. De
ervaring heeft integendeel geleeixL, dat het
particulier initiatief prikkel is geweest voor
de overheid, een andere sfeer te scheppen.
Spr. ontkent op grond van deskundige ad
viezen, dat de verpleging en de wetenschap
pelijke sfeer in de overheidsgestiohten beter
zijn. Er gaat niet één dokter naar de par
ticuliere gestichten zender wetenschappe
lijke vooropleiding. Gaat de sympathie van
mevr. de VriesBruins voor overheidsbe
heer zóó voor, dat zij blind is voor de
feiten?
Behalve een medisch-teohnisohe is er ook
een economische zijde aan het vraagstuk.
En nu meent spr., dat de Noord-Holiand-
sche overheidsgestiohten geenszins ten
voorbeeld gesteld kunnen worden wat be
treft het economisch beheer, dat in het ver
leden gevoerd is. Hoe nu dat beheer is, kan
spr. niet beoordeelen. De motie van mevr.
De Vries acht spr. vrij duister. Wel zou er
niets op tegen zijn als een instantie gescha
pen werd, die Ged. Staten van advies kun
nen dienen.
De heer Bergmeyer (S.D.) heeft als
bezwaar tegen het huidige systeem, dat de
armlastige 'familie met vrij is om het ge
sticht voor een patiënt te kiezen. Hij haalt
ook een voorbeeld aan van een patiënte,
dde overgeplaatst zou worden .naar een an
der gesticht omdait dit de gemeente minder
geld zou kosten, hoewel verplaatsing doods
gevaar mede bracht. Het is toen te danken
geweest aan den toenmaligen Commissaris
der Koningin, dat de patiënte niet ver
plaatst is.
D© heer Schokking (C.H.) vraagt
wat eigenlijk de bedoeling is van mevr. De
VriesBruins. Haar redevoering was voor
spr. feitelijk het beste pleidooi voor be-
hout van het huidige stelsel, dat uitstekend
werkt, zoo goed, dat door dit voorbeeld de
provinciale gestichten wel eens in het ge
drang zouden kunnen komen. Veel belan
gen heeft zij bepleit, die feitelijk bij het
Rijk thuis behooren. Spr. zou zich willen
•bepalen tot de bemoeiing, die de Provincie
heeft met het Krankzinnigenwezen krach
tens art. 11 der Krankzinnigenwet. In de
eerste plaats is de familie aangewezen om
voor een geesteszieke te zorgen. Wat de
behandeling zelf betreft is er een groot
verschil gekomen tusschen die onder ons
voorgeslacht en die van nu. Niet kan wor
den ontkend, dat het eerst in Christelijken
kring gevoeld is, dat krankzinnigen niet
alleen opgeborgen, maar ook verpleegd
moeten worden. Waar zoo de zaak staat,
ziet spr. niet in, dat er thans behoefte
bestaat aan een ander stelsel. Het geval
dat de heer Bergmeyer noemde, heeft zich
juist afgespeeld in een overheidsgesticht;
daarom kan het geen argument zijn om te
komen tot een overheidsgesticht. Spr. staat
afwijzend tegenover de motie-De Vries-
Bruins.
De heer De Visser (C.P.) steunt het
voorstel-De VriesBruins tot terugneming
van het voorstel van Ged. Staten en on
derzoek naar de mogelijkheid van centra
lisatie der verpleging van geesteszieken.
De heer Borghols (B.K.), lid van
Ged. Staten, meent, dat mevr. de Vries
Bruins bereid is de aanhouding van het
voorstel tot subsidieering van „Zon en
Schild" uit haar motie te lichten, zoodat
daarover niet weer gesproken behoeft te
worden. Wat de rest van de motie betreft,
daarin wordt niet gesproken van een pro
vinciaal gesticht, maar uit de rede van
mevr. de VriesBruins, bleek wel, dat zij
daarvoor veel voelt. Zij wil een deskundige
provinciale leiding voor het toezicht op de
verpleging ,doch dat zou, naar spr.'s mee
ning, in strijd zijn met de wet, daar deze
Zij schudde het hoofd. „Ik begrijp je
nietmompelde zij.
Met ernstig gelaat verontschuldigde de
knaap zijn moeder., „Wij zijn dikwijls alle
drie niet in staat, haar iets te doen be
grijpen."
Daarna werd hij plotseling weer vroo
lijk en verklaarde den oom, dat dit de ka
mer was, waar moeder en zuster sliepen
en daar was de slaapkamer, die hij met
met z'n broer deelde. En vertrouwelijk nam
hij den oom bij den arm en trok hem in 't
zijvertrek.
„Kijkmerkte hij verontschuldigend
op, „vandaag heeft Trine vergeten het bed
op te maken. Zij heeft nu veel met de
wasch te doen en naaien moet zij ook, daar
moeder niets anders doen mag dan breien,
Benedikt Anderlan was nauwelijks aan
het woord gekomen. Wellicht ha-d hij den
zoon van zijn broeder ook veel te zeggen.
Toch rustte zijn scherp oog op den knaap,
als had hij iets met hem voor, en eindelijk
vroeg hij op den toon van een onderzoe-
kingsrechter:
„Gilli, hoe oud zijt gij
„Goed dertien jaar."
„Gij zijt groot en sterk voor je jaren,"
zei de voogd peinzend. „Gij moest thans
ook eens een ambacht gaan leeren."
„O, ik werk graag," riep Gilli geestdrif
tig uit.
Weer rustte het oog van den voogd
vorschend op den knaap. „Ge zoudt geen
ongeschikte knecht zijn," mompelde hij en
vervolgde daarna luider: „Hoor eens,
Gilli, vandaag over acht dagen is het mijn
naamdag. Kom dan bij mij te Kaltern,
maar alleen hoort ge! Voor de anderen is
de weg te moeilijk. Ge behoeft ook geen
vers voor mij op te zeggen, voor zulke
dwaasheden zijt ge te groot. Maar geluk-
De HoogEerw. Heer DEKEN F. J. M.
FRANKEN van Valkenswaard is in
den ouderdom van 53 jaar plotseling
overleden. Hij was in Brabant een zeer
geziene figuur, speciaal op het gebied
der jeugdorganisatie.
provinciale leiding in de plaats zou treden
van de rijksinspecteurs.
Het bestaande stelsel is voortreffelijk;
ieder krijgt de verpleging die gewenscht
wordt en er zijn geen klachten, terwijl
mevr. de VriesBruins evenmin met voor
beelden heeft kunnen bewijzen, dat de ver
pleging in een provinciaal gesticht beter
zou zijn. Er kan, gezien de ervaring in deze
provincie, geen aanleiding zijn om te doen
hetgeen mevr. de VriesBruins wenscht.
Mevr. De V r i e sB ruins repliceert
en neemt het eerste gedeelte van haar mo
tie terug.
De heer Werker, repliceerend, betoogt,
dat hij zich met de aldus gewijzigde motie
zou kunnen vereenigen indien het de be
doeling is een objectief onderzoek te doen
instellen door een deskundige commissie en
niet de bedoeling voorop staat, de mogelijk
heid van de stichting van een provinciaal
gesticht te onderzoeken.
De heer Beekenkamp repliceert
eveneens. Hij meent, dat de motie wel de
gelijk in een bepaalde richting wijst en al
voelt hij veel voor de argumenten van
mevr. de VriesBruins en is hij erkentelijk
voor de mitigeering der motie, niettemm
zal hij, daar zij onzeker is, tegen de motie
stemmen.
De heer v. Baren repliceert. Niemand
weet nu eigenlijk wat er in de motie staat,
maar in het onderbewustzijn van mevr. de
VriesBruins leeft het provinciale ge
sticht. Dat blijkt ook wel uit de woorden:
„centralisatie der verzorging", welke in de
motie staan.
De heer Hoffman repliceert en blijft
eveneens tegen de motie, evenals de heer
Zandt.
Het voorstel van Ged. Staten wordt aan
genomen z.h.s., nadat de heer De Visser
aanteekening heeft gevraagd, dat zijn frac
tie er tegen is.
De motie-D e V r i e sB ruins wordt
verworpen met 5024 stemmen.
De Leiderdorpsche brug.
De heer Ten Hope (Lib.) dringt aan op
aanhouding van het voorstel tot aanvulling
van het tarief voor het in brugrecht omge
zet veerrecht aan de Leiderdorpsche brug.
Aanhouding zou afkoop van den tol moge
lijk maken.
wenschen moogt ge mij wel en dan kunt
ge bij mij lekker smullen en krijgt ge een
Fünfzehner (vijftien-kreuzer-stuk).
Gilli beloofde op den feestdag van den
H. Benedictus bij zijn oom te zullen zijn.
Deze ging heen, zonder verder nog iets te
zeggen.
In blijde stemming bleef Gilli alleen
achter, en toen zijn broer en zuster met de
geit huiswaarts keerden, vertelde hij hun
aanstonds, wat de oom verteld had. Dat hij
alleen genoodigd was, had hij in het ge
heel niet begrepen. Het was natuurlijk,
dat zij alle drie eens lekker zouden gaan
smullen. Zij behoorden immers bij elkaar.
Hoe verheugd waren de beide jongere
kinderen! Trine begon aanstonds de Zon-
dagsche kleeren na te zien en te herstel
len en ook de goede Sandel was aanstonds
bij de hand. Zij maakte voor de kleine 'n
mooie schort en ried haar aan, zich eens
flink het gezicht te wasschen, eer zij naar
Kaltern ging, want daar wonen, zei zij,
voornamere menschen dan in Altenburg.
Zij kende Benedikt Anderlan in het ge
heel niet, maar zij verheugde zich, dat
de voogd zich eindelijk de arme weezen
aantrok.
Toen de groote dag was aangebroken,
begaven de drie kinderen zich op weg naai
Kaltern.
Toen zij bij hun oom binnentraden,
wachtte den kinderen een heerlijk tafeltje
met allerlei lekkere gerechten. De oom
ontving hen echter zeer barsch en vroeg,
wat hun was ingevallen, hem met hun drie-
en op zijn dak te komen vallen.
Toen de oom hen zoo barsch aansprak,
begonnen Hauser (Balthasar) en Trine
aanstonds te weenen. Gilli liet zich echter
niet zoo spoedig vrees aanjagenhij ver
klaarde, dat hun de weg niet lang geval
UIT DE RADIO WERELD
Programma's voor Vrijdag 24 Juli.
Huizen, 298 M.
Algemeen programma verzorgd door de
NCRV.
8.00 Schriftlezing.
8.159.45 Gramofoonplaten.
10.30 Ziekendienst.
11.0012.80 Gramofoonplaten.
12.302.00 Concert. A. Nooteboom
(viool), H. v. d. Horst Jr. (cello), Mevr. R.
A. v. d. HorsbBleekrode (piano), W. J.
Hendrix (harmonium).
2.003.00 Gramofoonplaten.
3.004.00 Concert. Mevr. C. v. Raven-
zwaay-Möllenkamp (zang), Joh. Lammen
(bas), Mevr. A. Moret (cello), H. Brugman
(piano).
4.304.45 Gramofoonplaten.
5.00 H. J. Seinvoort: „Een wandlampje".
5.306.30 Orgelconcert door P. Meijer.
6.30 Radio-dokter.
7.007.30 A. J. Herwig: „Nazomerplan-
ten in den uitgebloeiden rotstuin".
7.308.00 Gramofoonplaten.
8.0010.30 Concert Arnhemsche Orkest-
vereen. o. 1. v. H. J. Manks.
9.009.30 A. Schilder: „Accountancy.
Ontwikkeling in Nederland en tegenwoor
dige beteekenis".
10.30 Vaz Dias.
10.4011.30 Gramofoonplaten.
Hilversum, 1875 M.
6.457.00 en 7.107.45 Gymnastiek.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Voordracht door E. Erfmann.
10.30 VodT de Zieken (voordracht, viool,
piano).
11.3012.00 Gramofoonplaten.
12.15 Concert Omroeporkest o. 1. v. N.
Treep.
2.15 Voor de Jeugd. B. Blinxma spreekt
over: De geschiedenis van het metaal.
Sprookje v. d. kleintjes.
2.454.00 Concert door Kovacs Lajos en
zijn orkest. Refreinzang: Bob Scholte.
4.00 Orgelspel Joh. Jong.
4.30 Voor de Kinderen.
5.15 Concert VARA-orkest.
6.00 L. Lessing: „Hebben oude rijwiel
plaatjes nog waarde".
6.15 Vervolg concert.
6.30 Actueel Allerlei door he NVV.
6.45 Vervolg concert.
7.00 Sluitingsrede der bestuursvergade
ring van de Arbeiter Radio door Fr. Ze-
lenka.
7.30 Politieberichten.
7.458.00 Gramofoonplaten.
8.00 Ds. W. Banning: „Jean Jaurès, strij
der, denker, Geloovige".
8.30 Concert.
8.00 Ds. K. H. Boersema: „Hoe staat het
Vrijz. Protestantisme tegenover politieke
en maatschappelijke vraagstukken?" (II).
9.30 Vervolg concert.
10.00 Vrijz. Godsd. Persbureau.
10.05 Vaz Dias.
10.15 Piano-voordrachten door Hanna
Beekhuis.
11.0012.00 Gramofoonplaten (VARA).
De heer v. B o e y e n C.H.), lid van Ged
Staten, betwist dit. De door Leiden gepro
duceerde stukken bewijzen, dat deze ge
meente hier een recht heeft. En de Wegeii-
wet legt de verplichting op een tarief aan
te vullen als dit onvoldoende is.
De heer Ter Laan (S.D.A.P.) meent,
dat men aan een verzoek om aanhouding
tegemoet moet komen als het kan. En er is
hier geen bezwaar tegen aanhouding, om
dat de stukken eerst kortgeleden zijn ge
produceerd.
De heer D e K o k (R.K.) sluit zich hier
bij aan.
De heer De Brauw (A.R.) sluit zich
volkomen aan bij Ged. Staten. De stukken
zijn veertien dagen geleden aan de leden
toegezonden en men heeft gelegenheid ge
noeg gehad ze te bestudeeren. Het zou niet
len was, en zij waren alle drie zoo blij, oom
te mogen gelukwenschen.
Éindelijk klaarde het gezicht van den
baas op; zonder verder iets te zeggen,met
een droog, „hier jongen," haalde hij een
grooten leeren geldbuidel uit zijn zak,
gaf Gilli het beloofde vijftienkreuzer-
st-uk en ging. Benedikts huishoudster trad
binnen en noodigde de kinderen ten eten,
en nu vergaten ook de beide jongsten
spoedig den geleden schrik en tastten
vroolijk toe.
De huishoudster moest hen ten slotte
tot opbreken manende zon was reeds
laag en zij hadden nog een verren weg
voor zich.
Vroolijk wandelden de drie kinderen
weer huiswaarts. Zij slenterden juist over
het smalle voetpad door het woud, toen
Trina plotseling verschrikt riep„De pa
ter en het hazenpad koos. Haar voor
beeld. werkte aanstekelijk. Aanstonds
waren de broeders aan haar zijde en ver
borgen zich in het struikgewas in het woud
Intusschen kwam de oorzaak van dien
schrik, een hoogbejaarde, eerbiedwaardig
uitziende monnik, die de ruwe pij van den
H. Franciscus droeg, nadert. Hij scheen
van een ziekenbezoek terug te keeren.
Moeizaam schreed hij voort, op een stok
geleund, de oogen op den grond gericht.
Sneeuwwit haar omkransde zijn hoofd.
Plotseling bleef de pater staan, als om
uit te rusten. De gebogen gestalte richtte
zich iets omhoog, en de grijsaard staarde
naar den wolkenloozen hemel en zijn
blauwe oogen schitterden van begeeste
ring. Daarna vervolgde hij zijn weg en ging
voorbij de plaats, waar de kinderen ver
borgen zaten.
Gilli was de eerste, die uit zijn schuil
plaats te voorschijn kwam.
Daventry, 1554,4 M.
10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
12.20 Sopraanzang.
12.50 Orgelconcert.
I.502.50 Gramofoon.
4.20 Eicht orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.35 Nieuwsber.
7.00 Bach's orgelmuziek.
7.20 Lezing.
7.50 The stage revolves.
8.35 Orgelconcert.
9.20 Nieuwsber.
9.40 Lezing.
9.45 Causerie.
10.00 Dansmuziek.
II.2012.20 Dansmuziek.
Langenberg, 473 M.
7.258.20 Gramofoon.
11.0011.35 Gramofoon.
12.20 Gramofoon.
I.252.50 Orkestconcert.
4.104.50 Hoorspel.
4.505.20 Paardenrennen.
5.206.20 Concert. Strijkkwartet.
8.20 Gramofoon.
9.20 „Tijll' Uilenspiegel", hoorspel. Daar
na tot 11.20 Concert.
II.2012.20 Dansmuziek.
„Radio P a ri s", 1725 M.
8.05 Gramofoon.
12.50 Gramofoon.
I.25 Gramofoon.
6.50 Gramofoon.
7.20 Gramofoon.
8.20 „La Bande Mouchetée, hoorspel, Co-
nan Doyle.
10.20 Gramofoon.
Kalundborg, 1153 M.
8.50 Morgenwijding.
12.202.20 Concert. Strijkensemble.
3.505.50 Orkestconcert.
8.20 Orgelconcert.
8.50 Italiaansche operamuziek.
10.35 Moderne Fransche muziek.
II.20J12.20 Dansmuziek.
Brussel. 338.2 en 508.5 M.
338.2 M.: 5.20 Orkestconcert.
6.05 Orkestconcert.
6.35 Gramofoon.
7.20 Dansmuziek.
7.35 Vlaamsch praatje.
8.20 Orkestconcert.
508.5 M.5.20 Orkestconcert.
6.05 Orkestconcert.
6.50 Gramofoon.
8.20 Orkestconcert.
8.35 Vocaal concert.
8.50 Orkestconcert.
9.20 Concert in het Casino van Knokke.
Z e e s e n, 1635 M.
ca. 7.007.50 Gramofoonplaten.
10.55—12.20 Berichten.
12.20 Gramofoonplaten.
1.152.20 Berichten.
2.203.20 Gramofoonplaten.
3.204.20 Lezingen.
4.20 Concert.
5.208.50 Lezingen.
8.50 Symphoniè-concert.
9.45 Duitsche volksliederen door koor.
10.35 Berichten en daarna Concert door
orkest en Werklooze musici.
passen niet aan het verzoek van Leiden te
gemoet te komen.
De tjeer v. B o e y e n repliceert. Leiden
heeft onomstootelijk aangetoond, dat ze
eigenaresse van het veerrecht is en dat ze
er recht op heeft, dat de Staten doen wat
de Veerwet hun oplegt.
De heer Jansen Maneschijn (A.R.)
is tegen uitstel. De stukken zijn tijdig ge
noeg toegezonden.
Het voorstel van Ged. Staten wordt aan
genomen met 5214 stemmen.
Aan de orde is het voorstel in zake de
verbindingen van de Zuid-Hollandsche
eilanden met het vaste land.
Nadat eenige leden hierover het woord
hebben gevoerd, wordt de vergadering te
5.30 verdaagd tot hedenmorgen 11 uur.
„Ik zou mij niet verborgen hebben, in
dien gij niet zoo geschreeuwd hadt," ver
klaarde hij moedig.
Daarna wandelden zij verder, niet zon
der nu en dan schuw om te zien, of de pa
ter wel zeker verdwenen was.
De man, die de kleine Altenburgers zoo
in opgewondenheid gebracht had, was pa
ter Angelicus. Het Franciscaner-klooster
van Kaltern, waar hij te midden zijner or
debroeders was oud geworden, had voor
meer dan een jaar het lot van andere or
den gedeeld. De paters waren door de her
vormers verjaagd, en alleen aan het onop
houdelijk smeeken van den burgervader
was het gelukt, te verkrijgen, dat met het
sluiten der kloosterkerk en van het kloo
stergebouw nog gewacht werd, en dat pa
ter Angelicus, geboortig uit Kaltern, in 't
verlaten klooster zijn dagen mocht eindi
gen. Niemand bleef bij hem dan een jonge
man, de vroegere portier, die hem de H.
Mis diende en hem in zijn ouden dag in al
les behulpzaam was.
In Kaltern geloofde men algemeen, dat
pater Angelicus 'n heilige was en de gavè
der voorzegging bezat. Men vertelde, dat
hij dikwijls ongeroepen en ongenoodigd
aan het bed van een verlaten zieken was
verschenen, dat hij in de harten kon lezen
en verharde zondaars tot bekeering bracht
Men vertelde veel van hem, wellicht al te
veel, en menig wonderbaar, ja onheilspel
lend gerucht was over dezen merkwaardi-
gen man in den omtrek verbreid. Dat was
ook de reden, waarom de ontmoeting met
hem de drie kinderen zoo'n schrik had aan
gejaagd.
(Wordt vervolgd).