BINNENLAND DE ARME GILLI KERKNIEUWS DONDERDAG 23 JULI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 EERSTE KAMER. In memoriam J. N. Hendrix. Van de gelegenheid, dat de Eerste Ka mer, alvorens in de afdeelingen de Drank wet-Verschuur te gaan onderzoeken, gis ter even in openbare vergadering bijeen was, maakte haar voorzitter, Baron de Vos van Steenwijk, gebruik, om in tref fende bewoordingen den op 11 Juli jl. overleden Katholieken senator Hendrix te herdenken. De leden hoorden de rede staande aan. Mocht het tengevolge van ziekte, die hem reeds enkele maanden na zijn binnen treden in den Senaat op 18 September 1929 trof en ook verschillende malen daarna af wezig deed zijn, den heer Hendrix niet gegeven zijn, met de grondigheid, welke hem kenmerkte, aan het werk van den Se naat deel te nemen, met bewondering herinnerde de President aan het vele goe de, door het overleden medelid in den Baad van Amsterdam, in de Staten van Noord- Holland en in het vereenigingsleven ver richt. En op plechtigen toon besloot de voorzitter zijn kort en door de leden staan de en in doodsche stilte aangehoord her denkingswoord met de bede, dat God, die de Vertrooster van allen is, de nabe staanden moge bijstaan in het dragen van hun smartelijk verlies. De vergadering werd te 2.10 verdaagd tot Donderdag 11 uur. De afdeelingen der Eerste Kamer heb ben benoemd tot rapporteurs over het ontwerp-Drankweb de heeren ter Haar, Koster, Steger, Heerkens Thijssen en Gel derman. PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. Onder voorzitterschap van Jhr. Mt. Dr. H. A. v. Kamebeek is heden de ver gadering van Provinciale Staten van Zuid- Holland in het gebouw der Tweede Kamer voortgezet. Vervolgd werden de besprekingen over het voorstel van Gedeput. Staten tot het ter laen verstrekken van kapitaal aan de ver- eeniging Ned. Herv. stichtingen voor Ze nuw- en Geesteszieken, gevestigd te Amers foort, waarbij tevens ter sprake kwam het voorstel, Dinsdag ingediend "door mevr. De V r i e sB ruins (S.-D.) om Ged. Staten te verzoeken het voorstel terug te nemen en een commissie in te stellen die de kwes tie der centralisatie op dit gebied zal heb ben te onderzoeken. De heer Beekenkamp (V.B.) acht het alleszins rationeel, met deze stichting, waarmee nog geen contract bestaat, in zee te gaan. Hij vindt nu allerminst het tijdstip geschikt, om te praten over de stichting van een provinciaal krankzinnigengesticht, al wil hij het thans gevolgde systeem niet voor 100 pCt. onderschrijven. Er is echter in den k»op der jaren een soort instituut gegroeid en spr. meent, dat de provincie in haar ver plichtingen allerminst tekort schiet. Het is best mogelijk, dat de wetenschappelijke sfeer in de overheidsgestiohten hooger staat, maar ligt het op den weg der provincie om voor wetenschappelijke doeleinden geld be schikbaar te stellen Spr. maakt verder en kele opmerkingen over de inhoud van het contract en vraagt, of het niet wat eenzij dig is. De heer Dr. Hoffman (B.K.) wijst er op, dat er groote psychiaters zijn en ge weest zijn uit de confessioneels schooi. De confessioneelen hebben de psychiatrische wetenschap ver vooruitgebracht. Er zou geen bezwaar tegen zijn als mevr. de Vries pogingen aanwendde om een gesticht op te richten voor haar ge est ver wanen, maar voor een overheidsgesticht voelt spr. niets zoo lang dat niet noodig is. De verzorging, zoo- als die thans is, geschiedt op voortreffelijke wijze. FEUILLETON. Verhaal uit het Tiroolsche volksleven. 3) Thans greep Gilli in een gat onder den drempel, haalde een sleutel voor den dag en opende de deur. Het was ee-n verschrikkelije woning, waar de man binnenntrad. De vloer was met hout en stroohalmen bezaaid, het was ©r halfdonker, want het papier, dat bij het eenige venster de plaats der ruiten innam, liet slechts weinig licht naar binnen. Benedikt moest eerst lang in het rondien eer hij een vrouwelijke gestalte zag, die op een lagen stoel bij de kachel zat. „Zijt gij het, Jula?" zei hij. Zij schrok op het hooren dier ongewone stem en liet haar breikous in den schoot glijden. Te gelijk blikten haar groote oogen schuw tot den bezoeker omhoog. Wellicht vond zij in zijn gezicht een gelijkenis met de trekken, die haar dierbaar waren ge weest, maar deze gelijkenis scheen haai smartelijk te treffen. Met bevende stem mompelde zij onverstaanbare woorden en met haar magere hand streek zij peinzend over heur haar, waardoor reeds vele zilve ren draden liepen. Gilli sloeg liefdevol den arm om haai hals en schreeuwde haar in het oor, dat de oom uit Kaltern was gekomen. Hij schreeuwde uit al zijn macht, want hij en zijn zusje waren gewoon de moeder, die zoo langzaam van begrip was, als een I dóove te behandelen. I De heer Werker (VJ).) gelooft niet, dait het aanbeveling verdient, diit voorstel aan te houden, omdat men niet op deze voorziening kan wachten. De heer v. Baren (AJU.) wil niet be weren, dat particuliere verpleging beter is, maar men mag op deze verpleging geen stempel drukken van minderwaardigheid. Spr. wijst erop, dat de Chr. Vereeniging tot verpleging van krankzinnigen baanbrekend werk heeft verricht. Zij heeft gebroken met blok- en kazernestelsel. De gesticht&kleedmg heeft zij afgeschaft. Zij is begonnen met ge zinsverpleging. Ook de opleiding heeft zij ter hand genomen. Overheidsbeheer als zoodanig staat geenszins aan den spits. De ervaring heeft integendeel geleeixL, dat het particulier initiatief prikkel is geweest voor de overheid, een andere sfeer te scheppen. Spr. ontkent op grond van deskundige ad viezen, dat de verpleging en de wetenschap pelijke sfeer in de overheidsgestiohten beter zijn. Er gaat niet één dokter naar de par ticuliere gestichten zender wetenschappe lijke vooropleiding. Gaat de sympathie van mevr. de VriesBruins voor overheidsbe heer zóó voor, dat zij blind is voor de feiten? Behalve een medisch-teohnisohe is er ook een economische zijde aan het vraagstuk. En nu meent spr., dat de Noord-Holiand- sche overheidsgestiohten geenszins ten voorbeeld gesteld kunnen worden wat be treft het economisch beheer, dat in het ver leden gevoerd is. Hoe nu dat beheer is, kan spr. niet beoordeelen. De motie van mevr. De Vries acht spr. vrij duister. Wel zou er niets op tegen zijn als een instantie gescha pen werd, die Ged. Staten van advies kun nen dienen. De heer Bergmeyer (S.D.) heeft als bezwaar tegen het huidige systeem, dat de armlastige 'familie met vrij is om het ge sticht voor een patiënt te kiezen. Hij haalt ook een voorbeeld aan van een patiënte, dde overgeplaatst zou worden .naar een an der gesticht omdait dit de gemeente minder geld zou kosten, hoewel verplaatsing doods gevaar mede bracht. Het is toen te danken geweest aan den toenmaligen Commissaris der Koningin, dat de patiënte niet ver plaatst is. D© heer Schokking (C.H.) vraagt wat eigenlijk de bedoeling is van mevr. De VriesBruins. Haar redevoering was voor spr. feitelijk het beste pleidooi voor be- hout van het huidige stelsel, dat uitstekend werkt, zoo goed, dat door dit voorbeeld de provinciale gestichten wel eens in het ge drang zouden kunnen komen. Veel belan gen heeft zij bepleit, die feitelijk bij het Rijk thuis behooren. Spr. zou zich willen •bepalen tot de bemoeiing, die de Provincie heeft met het Krankzinnigenwezen krach tens art. 11 der Krankzinnigenwet. In de eerste plaats is de familie aangewezen om voor een geesteszieke te zorgen. Wat de behandeling zelf betreft is er een groot verschil gekomen tusschen die onder ons voorgeslacht en die van nu. Niet kan wor den ontkend, dat het eerst in Christelijken kring gevoeld is, dat krankzinnigen niet alleen opgeborgen, maar ook verpleegd moeten worden. Waar zoo de zaak staat, ziet spr. niet in, dat er thans behoefte bestaat aan een ander stelsel. Het geval dat de heer Bergmeyer noemde, heeft zich juist afgespeeld in een overheidsgesticht; daarom kan het geen argument zijn om te komen tot een overheidsgesticht. Spr. staat afwijzend tegenover de motie-De Vries- Bruins. De heer De Visser (C.P.) steunt het voorstel-De VriesBruins tot terugneming van het voorstel van Ged. Staten en on derzoek naar de mogelijkheid van centra lisatie der verpleging van geesteszieken. De heer Borghols (B.K.), lid van Ged. Staten, meent, dat mevr. de Vries Bruins bereid is de aanhouding van het voorstel tot subsidieering van „Zon en Schild" uit haar motie te lichten, zoodat daarover niet weer gesproken behoeft te worden. Wat de rest van de motie betreft, daarin wordt niet gesproken van een pro vinciaal gesticht, maar uit de rede van mevr. de VriesBruins, bleek wel, dat zij daarvoor veel voelt. Zij wil een deskundige provinciale leiding voor het toezicht op de verpleging ,doch dat zou, naar spr.'s mee ning, in strijd zijn met de wet, daar deze Zij schudde het hoofd. „Ik begrijp je nietmompelde zij. Met ernstig gelaat verontschuldigde de knaap zijn moeder., „Wij zijn dikwijls alle drie niet in staat, haar iets te doen be grijpen." Daarna werd hij plotseling weer vroo lijk en verklaarde den oom, dat dit de ka mer was, waar moeder en zuster sliepen en daar was de slaapkamer, die hij met met z'n broer deelde. En vertrouwelijk nam hij den oom bij den arm en trok hem in 't zijvertrek. „Kijkmerkte hij verontschuldigend op, „vandaag heeft Trine vergeten het bed op te maken. Zij heeft nu veel met de wasch te doen en naaien moet zij ook, daar moeder niets anders doen mag dan breien, Benedikt Anderlan was nauwelijks aan het woord gekomen. Wellicht ha-d hij den zoon van zijn broeder ook veel te zeggen. Toch rustte zijn scherp oog op den knaap, als had hij iets met hem voor, en eindelijk vroeg hij op den toon van een onderzoe- kingsrechter: „Gilli, hoe oud zijt gij „Goed dertien jaar." „Gij zijt groot en sterk voor je jaren," zei de voogd peinzend. „Gij moest thans ook eens een ambacht gaan leeren." „O, ik werk graag," riep Gilli geestdrif tig uit. Weer rustte het oog van den voogd vorschend op den knaap. „Ge zoudt geen ongeschikte knecht zijn," mompelde hij en vervolgde daarna luider: „Hoor eens, Gilli, vandaag over acht dagen is het mijn naamdag. Kom dan bij mij te Kaltern, maar alleen hoort ge! Voor de anderen is de weg te moeilijk. Ge behoeft ook geen vers voor mij op te zeggen, voor zulke dwaasheden zijt ge te groot. Maar geluk- De HoogEerw. Heer DEKEN F. J. M. FRANKEN van Valkenswaard is in den ouderdom van 53 jaar plotseling overleden. Hij was in Brabant een zeer geziene figuur, speciaal op het gebied der jeugdorganisatie. provinciale leiding in de plaats zou treden van de rijksinspecteurs. Het bestaande stelsel is voortreffelijk; ieder krijgt de verpleging die gewenscht wordt en er zijn geen klachten, terwijl mevr. de VriesBruins evenmin met voor beelden heeft kunnen bewijzen, dat de ver pleging in een provinciaal gesticht beter zou zijn. Er kan, gezien de ervaring in deze provincie, geen aanleiding zijn om te doen hetgeen mevr. de VriesBruins wenscht. Mevr. De V r i e sB ruins repliceert en neemt het eerste gedeelte van haar mo tie terug. De heer Werker, repliceerend, betoogt, dat hij zich met de aldus gewijzigde motie zou kunnen vereenigen indien het de be doeling is een objectief onderzoek te doen instellen door een deskundige commissie en niet de bedoeling voorop staat, de mogelijk heid van de stichting van een provinciaal gesticht te onderzoeken. De heer Beekenkamp repliceert eveneens. Hij meent, dat de motie wel de gelijk in een bepaalde richting wijst en al voelt hij veel voor de argumenten van mevr. de VriesBruins en is hij erkentelijk voor de mitigeering der motie, niettemm zal hij, daar zij onzeker is, tegen de motie stemmen. De heer v. Baren repliceert. Niemand weet nu eigenlijk wat er in de motie staat, maar in het onderbewustzijn van mevr. de VriesBruins leeft het provinciale ge sticht. Dat blijkt ook wel uit de woorden: „centralisatie der verzorging", welke in de motie staan. De heer Hoffman repliceert en blijft eveneens tegen de motie, evenals de heer Zandt. Het voorstel van Ged. Staten wordt aan genomen z.h.s., nadat de heer De Visser aanteekening heeft gevraagd, dat zijn frac tie er tegen is. De motie-D e V r i e sB ruins wordt verworpen met 5024 stemmen. De Leiderdorpsche brug. De heer Ten Hope (Lib.) dringt aan op aanhouding van het voorstel tot aanvulling van het tarief voor het in brugrecht omge zet veerrecht aan de Leiderdorpsche brug. Aanhouding zou afkoop van den tol moge lijk maken. wenschen moogt ge mij wel en dan kunt ge bij mij lekker smullen en krijgt ge een Fünfzehner (vijftien-kreuzer-stuk). Gilli beloofde op den feestdag van den H. Benedictus bij zijn oom te zullen zijn. Deze ging heen, zonder verder nog iets te zeggen. In blijde stemming bleef Gilli alleen achter, en toen zijn broer en zuster met de geit huiswaarts keerden, vertelde hij hun aanstonds, wat de oom verteld had. Dat hij alleen genoodigd was, had hij in het ge heel niet begrepen. Het was natuurlijk, dat zij alle drie eens lekker zouden gaan smullen. Zij behoorden immers bij elkaar. Hoe verheugd waren de beide jongere kinderen! Trine begon aanstonds de Zon- dagsche kleeren na te zien en te herstel len en ook de goede Sandel was aanstonds bij de hand. Zij maakte voor de kleine 'n mooie schort en ried haar aan, zich eens flink het gezicht te wasschen, eer zij naar Kaltern ging, want daar wonen, zei zij, voornamere menschen dan in Altenburg. Zij kende Benedikt Anderlan in het ge heel niet, maar zij verheugde zich, dat de voogd zich eindelijk de arme weezen aantrok. Toen de groote dag was aangebroken, begaven de drie kinderen zich op weg naai Kaltern. Toen zij bij hun oom binnentraden, wachtte den kinderen een heerlijk tafeltje met allerlei lekkere gerechten. De oom ontving hen echter zeer barsch en vroeg, wat hun was ingevallen, hem met hun drie- en op zijn dak te komen vallen. Toen de oom hen zoo barsch aansprak, begonnen Hauser (Balthasar) en Trine aanstonds te weenen. Gilli liet zich echter niet zoo spoedig vrees aanjagenhij ver klaarde, dat hun de weg niet lang geval UIT DE RADIO WERELD Programma's voor Vrijdag 24 Juli. Huizen, 298 M. Algemeen programma verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftlezing. 8.159.45 Gramofoonplaten. 10.30 Ziekendienst. 11.0012.80 Gramofoonplaten. 12.302.00 Concert. A. Nooteboom (viool), H. v. d. Horst Jr. (cello), Mevr. R. A. v. d. HorsbBleekrode (piano), W. J. Hendrix (harmonium). 2.003.00 Gramofoonplaten. 3.004.00 Concert. Mevr. C. v. Raven- zwaay-Möllenkamp (zang), Joh. Lammen (bas), Mevr. A. Moret (cello), H. Brugman (piano). 4.304.45 Gramofoonplaten. 5.00 H. J. Seinvoort: „Een wandlampje". 5.306.30 Orgelconcert door P. Meijer. 6.30 Radio-dokter. 7.007.30 A. J. Herwig: „Nazomerplan- ten in den uitgebloeiden rotstuin". 7.308.00 Gramofoonplaten. 8.0010.30 Concert Arnhemsche Orkest- vereen. o. 1. v. H. J. Manks. 9.009.30 A. Schilder: „Accountancy. Ontwikkeling in Nederland en tegenwoor dige beteekenis". 10.30 Vaz Dias. 10.4011.30 Gramofoonplaten. Hilversum, 1875 M. 6.457.00 en 7.107.45 Gymnastiek. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voordracht door E. Erfmann. 10.30 VodT de Zieken (voordracht, viool, piano). 11.3012.00 Gramofoonplaten. 12.15 Concert Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. 2.15 Voor de Jeugd. B. Blinxma spreekt over: De geschiedenis van het metaal. Sprookje v. d. kleintjes. 2.454.00 Concert door Kovacs Lajos en zijn orkest. Refreinzang: Bob Scholte. 4.00 Orgelspel Joh. Jong. 4.30 Voor de Kinderen. 5.15 Concert VARA-orkest. 6.00 L. Lessing: „Hebben oude rijwiel plaatjes nog waarde". 6.15 Vervolg concert. 6.30 Actueel Allerlei door he NVV. 6.45 Vervolg concert. 7.00 Sluitingsrede der bestuursvergade ring van de Arbeiter Radio door Fr. Ze- lenka. 7.30 Politieberichten. 7.458.00 Gramofoonplaten. 8.00 Ds. W. Banning: „Jean Jaurès, strij der, denker, Geloovige". 8.30 Concert. 8.00 Ds. K. H. Boersema: „Hoe staat het Vrijz. Protestantisme tegenover politieke en maatschappelijke vraagstukken?" (II). 9.30 Vervolg concert. 10.00 Vrijz. Godsd. Persbureau. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Piano-voordrachten door Hanna Beekhuis. 11.0012.00 Gramofoonplaten (VARA). De heer v. B o e y e n C.H.), lid van Ged Staten, betwist dit. De door Leiden gepro duceerde stukken bewijzen, dat deze ge meente hier een recht heeft. En de Wegeii- wet legt de verplichting op een tarief aan te vullen als dit onvoldoende is. De heer Ter Laan (S.D.A.P.) meent, dat men aan een verzoek om aanhouding tegemoet moet komen als het kan. En er is hier geen bezwaar tegen aanhouding, om dat de stukken eerst kortgeleden zijn ge produceerd. De heer D e K o k (R.K.) sluit zich hier bij aan. De heer De Brauw (A.R.) sluit zich volkomen aan bij Ged. Staten. De stukken zijn veertien dagen geleden aan de leden toegezonden en men heeft gelegenheid ge noeg gehad ze te bestudeeren. Het zou niet len was, en zij waren alle drie zoo blij, oom te mogen gelukwenschen. Éindelijk klaarde het gezicht van den baas op; zonder verder iets te zeggen,met een droog, „hier jongen," haalde hij een grooten leeren geldbuidel uit zijn zak, gaf Gilli het beloofde vijftienkreuzer- st-uk en ging. Benedikts huishoudster trad binnen en noodigde de kinderen ten eten, en nu vergaten ook de beide jongsten spoedig den geleden schrik en tastten vroolijk toe. De huishoudster moest hen ten slotte tot opbreken manende zon was reeds laag en zij hadden nog een verren weg voor zich. Vroolijk wandelden de drie kinderen weer huiswaarts. Zij slenterden juist over het smalle voetpad door het woud, toen Trina plotseling verschrikt riep„De pa ter en het hazenpad koos. Haar voor beeld. werkte aanstekelijk. Aanstonds waren de broeders aan haar zijde en ver borgen zich in het struikgewas in het woud Intusschen kwam de oorzaak van dien schrik, een hoogbejaarde, eerbiedwaardig uitziende monnik, die de ruwe pij van den H. Franciscus droeg, nadert. Hij scheen van een ziekenbezoek terug te keeren. Moeizaam schreed hij voort, op een stok geleund, de oogen op den grond gericht. Sneeuwwit haar omkransde zijn hoofd. Plotseling bleef de pater staan, als om uit te rusten. De gebogen gestalte richtte zich iets omhoog, en de grijsaard staarde naar den wolkenloozen hemel en zijn blauwe oogen schitterden van begeeste ring. Daarna vervolgde hij zijn weg en ging voorbij de plaats, waar de kinderen ver borgen zaten. Gilli was de eerste, die uit zijn schuil plaats te voorschijn kwam. Daventry, 1554,4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Sopraanzang. 12.50 Orgelconcert. I.502.50 Gramofoon. 4.20 Eicht orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.35 Nieuwsber. 7.00 Bach's orgelmuziek. 7.20 Lezing. 7.50 The stage revolves. 8.35 Orgelconcert. 9.20 Nieuwsber. 9.40 Lezing. 9.45 Causerie. 10.00 Dansmuziek. II.2012.20 Dansmuziek. Langenberg, 473 M. 7.258.20 Gramofoon. 11.0011.35 Gramofoon. 12.20 Gramofoon. I.252.50 Orkestconcert. 4.104.50 Hoorspel. 4.505.20 Paardenrennen. 5.206.20 Concert. Strijkkwartet. 8.20 Gramofoon. 9.20 „Tijll' Uilenspiegel", hoorspel. Daar na tot 11.20 Concert. II.2012.20 Dansmuziek. „Radio P a ri s", 1725 M. 8.05 Gramofoon. 12.50 Gramofoon. I.25 Gramofoon. 6.50 Gramofoon. 7.20 Gramofoon. 8.20 „La Bande Mouchetée, hoorspel, Co- nan Doyle. 10.20 Gramofoon. Kalundborg, 1153 M. 8.50 Morgenwijding. 12.202.20 Concert. Strijkensemble. 3.505.50 Orkestconcert. 8.20 Orgelconcert. 8.50 Italiaansche operamuziek. 10.35 Moderne Fransche muziek. II.20J12.20 Dansmuziek. Brussel. 338.2 en 508.5 M. 338.2 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.05 Orkestconcert. 6.35 Gramofoon. 7.20 Dansmuziek. 7.35 Vlaamsch praatje. 8.20 Orkestconcert. 508.5 M.5.20 Orkestconcert. 6.05 Orkestconcert. 6.50 Gramofoon. 8.20 Orkestconcert. 8.35 Vocaal concert. 8.50 Orkestconcert. 9.20 Concert in het Casino van Knokke. Z e e s e n, 1635 M. ca. 7.007.50 Gramofoonplaten. 10.55—12.20 Berichten. 12.20 Gramofoonplaten. 1.152.20 Berichten. 2.203.20 Gramofoonplaten. 3.204.20 Lezingen. 4.20 Concert. 5.208.50 Lezingen. 8.50 Symphoniè-concert. 9.45 Duitsche volksliederen door koor. 10.35 Berichten en daarna Concert door orkest en Werklooze musici. passen niet aan het verzoek van Leiden te gemoet te komen. De tjeer v. B o e y e n repliceert. Leiden heeft onomstootelijk aangetoond, dat ze eigenaresse van het veerrecht is en dat ze er recht op heeft, dat de Staten doen wat de Veerwet hun oplegt. De heer Jansen Maneschijn (A.R.) is tegen uitstel. De stukken zijn tijdig ge noeg toegezonden. Het voorstel van Ged. Staten wordt aan genomen met 5214 stemmen. Aan de orde is het voorstel in zake de verbindingen van de Zuid-Hollandsche eilanden met het vaste land. Nadat eenige leden hierover het woord hebben gevoerd, wordt de vergadering te 5.30 verdaagd tot hedenmorgen 11 uur. „Ik zou mij niet verborgen hebben, in dien gij niet zoo geschreeuwd hadt," ver klaarde hij moedig. Daarna wandelden zij verder, niet zon der nu en dan schuw om te zien, of de pa ter wel zeker verdwenen was. De man, die de kleine Altenburgers zoo in opgewondenheid gebracht had, was pa ter Angelicus. Het Franciscaner-klooster van Kaltern, waar hij te midden zijner or debroeders was oud geworden, had voor meer dan een jaar het lot van andere or den gedeeld. De paters waren door de her vormers verjaagd, en alleen aan het onop houdelijk smeeken van den burgervader was het gelukt, te verkrijgen, dat met het sluiten der kloosterkerk en van het kloo stergebouw nog gewacht werd, en dat pa ter Angelicus, geboortig uit Kaltern, in 't verlaten klooster zijn dagen mocht eindi gen. Niemand bleef bij hem dan een jonge man, de vroegere portier, die hem de H. Mis diende en hem in zijn ouden dag in al les behulpzaam was. In Kaltern geloofde men algemeen, dat pater Angelicus 'n heilige was en de gavè der voorzegging bezat. Men vertelde, dat hij dikwijls ongeroepen en ongenoodigd aan het bed van een verlaten zieken was verschenen, dat hij in de harten kon lezen en verharde zondaars tot bekeering bracht Men vertelde veel van hem, wellicht al te veel, en menig wonderbaar, ja onheilspel lend gerucht was over dezen merkwaardi- gen man in den omtrek verbreid. Dat was ook de reden, waarom de ontmoeting met hem de drie kinderen zoo'n schrik had aan gejaagd. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5