De doorbraak der Amstelkade in 1928.
UIT DE OMGEVING
MAANDAG 20 JULI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 8
WIE ZAL DAT BETALEN
Verschenen is een voordracht van Ged.
Staten der Provincie Zuid-Holland aan de
Stalen dier provincie tot dekking van de
dichtingskosten der kade van de Gecom
bineerde Noordschebuurter en Voordijk-
sche Polders als gevolg van de bekende
doorbraak op 27 November 1928.
De Provincie heeft bij besluit van 10 De
cember 1929 aan dien polder voorgescho
ten de kosten van de dichting, de kosten
van opruiming van den dubbelen dam wand
in de Kromme Mijdrecht en de kosten van
wettelijke interessen en procedure te dezer
zake, een bedrag van ongeveer 60.000.
Gedeputeerde Staten willen thans deze
kosten mede op de omliggende polders
verhalen, waarvoor ook het Provinciaal
heeft toegezegd.
De polders moeten
meebetalen.
Men wil dit doen door in de verschillen-
bijzondere reglementen van de betrokken
polders een aanvulling op te nemen en
daarbij vast te leggen, dat naar verhou
ding der berekende oppervlakte geduren
de 15 jaren een bijdrage moet worden be
taald, waarbij de penningmeester van de
Gecombineerde Noordschebuurter en
Voordijksche Polders als tusschcnpersoon
tegenover de Provincie naar bepaalde re
gelen deze verrekening moet administree-
ren.
Als motief voor het mede-betalen wordt
aangevoerd de spoedige dichting en als
belanghebbende polders worden hierbij be
trokken:
Noordschebuurter en Voordijksche Pol
ders groot 429 H.A.
Polder Nieuwkoop en Noorden groot
1948 H.A.
Polder Westveen (voor zoover gelegen
ten Westen van de Kromme Mijdrecht)
groot 110 H.A.
De Polder Zevenhoven groot 1676 H.A.
De Polder Nieuwkoop groot 2648 H.A.
Verecnigde Bloklandsche en Korteraar-
sche Polders groot 321 H.A..
Zuid- en Noordeinderpolder groot 1133
H.A.
De Drooggemaakte Polder aan de West
zijde van Aarlanderveen groot 478 H.A.
De Noordeinderpolder (gemeente Bode
graven) groot 677 H.A.
De Meijepolder groot 707 H.A.
De Polder Achttienhoven groot 417 H.A.
Het Waterschap Zegveld groot 498 H.A.
Het Waterschap Zegvelderbroek groot
992 H.A.
De Gecombineerde Polders moeten als
grond'bedrag 5000 bijdragen en worden
bovendien naar een dubbelen oppervlakte
aangeslagen terwijl de Polder Nieuwkoop
en Noorden naar 1345 H.A. wordt aange
slagen in plaats van naar de volle opper-
valkte, wat in verband staat met het vele
aanwezige water.
Niet minder dan 29 bezwaar-
schriften.
Tegen deze ontworpen regeling zijn niet
minder dan 29 zwaarschriften ingediend.
Wat nu de bezwaren betreft, in de adres
sen ontwikkeld, deze meenen Gedeputeer
de Staten tot de volgende te kunnen te
rugbrengen en zeggen daarvan het vol
gende
1. In verscheidene bezwaarschriften
beklaagt men zich over het feit, dat tus-
schen ons College en de polderbesturen
geen overleg is gepleegd, om aldus langs
minnelijken weg tot een bevredigende op
lossing te geraken.
Ons College heeft bij rondschrijven d.d.
24 Januari 1929, G.S. No. 75/1, de besturen
der betrokken polders, voor zoover zij in
deze provincie zijn gelegen, uitgenoodigd
om vrijwillig toe te treden tot een, door
ons in den breede ontvouwd plan tot ver
deeling der meergenoemde dichtingskosten
over de belanghebbende polders. Blijkens
de op dit rondschrijven ontvangen ant
woorden, stond het grootste gedeelte der
polders zoozeer afwijzend tegenover dit
denkbeeld, dat het ons duidelijk was, dat
langs minnelijken weg in dezen niets was
te bereiken.
Wie waren nalatig?
2. In ongeveer alle adressen wordt
aangevoerd, dat de doorbraak is geschied
tengevolge van de nalatigheid van het be
stuur van de Gecombineerde Polders in
het onderhoud der kade, en/of door het
onverantwoordelijk hoog opvoeren van den
waterstand in Amstellands boezem.
Deze voorstelling van zaken is, wat het
eerste gedeelte betreft, minder juist. Bo
vendien doet dit voor de kwestie niet ter
zake. In de door ons bij de in de ontwerp
besluiten neergelegde regeling is uitge
gaan van de gedachte, dat de Gecombi
neerde Polders de kosten eener dichting
der kade onder normale omstandigheden
behooren te betalen en dat slechts de
meerdere kosten gemaakt voor de spoedige
dichting der doorbraak, welke vooral in
het belang der achterliggende polders was,
door al deze polders zullen worden gedra
gen.
Het peil van Amstelland en
de voltooiing der Zuiderzee
dijk.
Wat betreft de meening, dat de ramp
zou zijn veroorzaakt door het te hoog op
voeren van den waterstand in Amstellands
boezem, moge worden opgemerkt, dat
Amstelland daarvoor niet aansprakelijk
kan worden gesteld. Immers een maalpeil
bestaat voor Amstellands boezem niet en
de invoering daarvan zou voor een be
langrijk deel van het Hoogheemraadschap
onoverkomelijke bezwaren met zich bren-
gen, omdat dit deel bij gedwongen stop
zetting van een bemaling wegens het be
reiken van het maalpeil, terstond water-
bezwaar zou hebben. Door ons College
wordt echter in overleg met onze Ambtge-
nooten van Noord-Holland en Utrecht
overwogen, op welke wijze de toestand ter
plaatse kan worden verbeterd. Dat de
voltooiing van den Zuiderzeedijk, welke in
1932 mag worden verwacht, daarbij een
gewichtige rol zal spelen, behoeft geen be
toog, doch die belangrijke wijziging in den
toestand is tevens oorzaak, dat noch om
trent de richting, waarin een oplossing
zal worden gezocht, noch omtrent het ver
moedelijk resultaat van het overleg op dit
oogenblik veel kan worden medegedeeld.
3. Aansluitend aan het voorafgaande
bezwaar wordt betoogd, dat de Gecombi
neerde Polders financieel in staat waren,
de kosten der dichting geheel voor hun re
kening te nemen.
Nu de billijkheid van het medebetalen
door de achteliggende polders hiervoren
is betoogd,is voor een nader onderzoek
naar de juistheid der bewering van recla
manten geen reden aanwezig. Wij willen
alleen aanstippen, dat de omslag voor de
landen in de Gecombineerde Polders bin
nenkort ongeveer 20 k 25 per H.A.
zal bedragen.
4. De voorgestelde aanvulling der bij
zondere reglementen wordt in strijd ge
acht met de wet, althans met den geest
der wet en ook met het Algemeen Polder-
reglement Immers in de Waterstaatswet-
ten zijn uitdrukkelijk de buitengewone be
voegdheden van het. hooger gezag bij drin
gend of dreigend gevaar en tijdens over
strooming omschreven, terwijl de wetge
ver mede uitdrukkelijk heeft bepaald, voor
wien rekening de door het hooger gezag
gemaakte kosten moeten worden vergoed.
Met het oog op een en ander wordt de
bevoegdheid der Staten ontkend, het ver
haal der kosten te doen geschieden door
middel van wijziging der bijzondere regle
menten voor de betrokken polders.
Hieromtrent wordt het volgende mede
gedeeld.
Onmiddellijk na de doorbraak der kade
is het bestuur van de Gecombineerde Pol
der vooral ook op aandrang van bestuurs
leden van de achterliggende polders, be
gonnen met het treffen van maatregelen
voor de dichting ervan, voornamelijk om
een uitbreiding der overs (.rooming over
die achterliggende polders tevoorkomen.
Een bevel daartoe van onzenbwege, inge
volge de vierde afdeeling van par. 17 der
Waterstaatswet 1900, was daarom niet
noodig en is derhalve niet gegeven.
De een betaalde in het belang
van alle anderen.
Het bestuur van de Gecombineerde Pol
ders heeft dus vrijwel geheel in het belang
van de achterliggende polders werken uit
gevoerd en betaald, ter onmiddelijke dich
ting van de kadedoorbraak. Van 7,et ma
ken van kosten door het hooger gezag,
zooals reclamanten beweren, kan dus niet
worden gesproken. De billijkheid eischt-,
dat de polders, wier belangen daardoor
ten zeerste gediend zijn, in de kosten dier
werken medebetalen. De voorgestelde wij
ziging van de reglementen voor de ver
schillende belanghebbende polders beoogt
slechts dat te regelen en is geenszins in
strijd met de wet. Van een regeling van de
inning eener vordering van de Gecombi
neerde Polders op andere polders is hier
geen sprake. Wij zijn van oordeel, dat,
waar het hier betreft de regeling van een
gemeen waterstaatsbelang, de Staten be
voegd zijn deze regeling tot stand te bren
gen door gebruikmaking van de bevoegd
heid tot reglement sering der waterschap
pen, hun bij art. 192 der Grondwet ge
schonken. Wij behoeven slechts te herin
neren aan de veel verder sfrekkende be
voegdheid van de Provinciale Staten om
de gronden van al deze polders in één wa
terschap te brengen met omslagplicht
voor al die gronden, aan welke bevoegd
heid niemand zal twijfelen.
Het geldt hier geen nieuwe figuur.
Beeds meer is een soortgelijke regeling ge
troffen. Wij wijzen o.a. op het besluit der
Staten dezer provincie van 22 Juh 190S,
goedgekeurd bij K.B. van 14 September
1908, No. 62 (Buit. Prov. Bladen Nos. 1170
t./m. 1173), waarbij in de bijzondere regle
menten van de polders Buitenland, Binnen
land, Ziedewij en Zuidpolder de verplich
ting werd opgelegd tot het doen van een
bijdrage aan de gemeente Barendrecht in
de, door die gemeente te maken kosten
van onderhoud van een aantal grindwegen,
en op een soortgelije regeling, welke de
Staten van Utrecht en Noord-Holland in
1924 ten aanzien van de bemalingskosten
van den Horstermeerpolder hebben getrof
fen.
5. Het wordt onbillijk gevonden, dat
niet de polders Rietveld, Weiland en de
Breepolder,, welke evenveel belang bij een
spoedige dichting zouden hebben gehad als
de thans bij de regeling betrokken pol
ders, in deze regeling zijn betrokken.
Wij merken hieromtrent op, dat deze
polders geen belanghebbenden zijn, om
dat zij niet onmiddellijk aan een der des
tijds overstroomde polders grenzen. Welis
waar verkeert ook de Vereenigde Blok
landsche en Korteraarsche polder in dit
geval, maar deze polder stond met de over
stroomde in open gemeenschap door de
Ringvaart, waardoor ook voor hem het ge
vaar urgent was.
6. Van een bespreking van bezwaren,
zooals persoonlijke bedrijfsschade, de
slechte toestand van den landbouw enz.
meenen wij ons te kunnen onthouden.
7. Tal van bezwaren van belangsheb-
benden hebben betrekking op de huns in
ziens onbillijke of onjuiste verdeeling der
kosten en de maatsaf, welke voor deze ver
deeling is aangelegd. Voor zoover deze
bezwaren in het in den aantrang dezes op
gemerkte nog geen beantwoording hebben
gevonden, mogen wij Uwe Vergadering
verwijzen naar het als bijlage BB12 hier
bij overgelegde gemeenschappelijke rap
port van de Hoofdingenieurs van den Pro
vincialen Waterstaat van Zuid-Holland en
Utrecht, d.d. 4/5 September 1929, No. 8250/
1893.
Het water was nu eenmaal
binnengestroomd.
8. Het bestuur van den eveneens over
stroomden polder Nieuwkoop en Noorden
is van meening, dat deze polder geen be
lang meer had bij een snelle dichting en
dus van mede-betaling behoort te worden
vrijgesteld. Voorts zou het bestuur door
een vlugge uitpomping van het ingestroom
de water en door eenige andere weren an
dere polders voor overstrooming hebben
behoed en meent het, dat deze kosten
eveneens ten laste van alle instellingen
behooren te worden gebracht.
Zooals hierboven reeds is medegedeeld,
is deze polder niet voor zijn geheele opper
vlakte (1948 H.A.) doch slechts naar een
oppervlakte van 1345 H.A., zijnde de to
tale grootte van de gras-, en riet- en tuin
landen, aangeslagen.
Het is slechts ten deele juist, dat de
polder, nu hij ingestroomd was, bij een
vlugge dichting geen belang had. Wan
neer met de dichting was gewacht, tot het
water tot rust was gekomen, had ook
Nieuwkoop en Noorden gedurende dien
tijd niet kunnen uitmalen en was die pol
der geruimen tijd onder water gebleven tot
groote schade van het gras-, riet- en tuin
land.
Dat de achtergelegen polders hun be
houd zouden hebben te danken aan de
vlugge uitpomping van het water door het
polderbestuur, is onjuist. Hun behoud is te
danken aan de vlugge dichting der kade,
waardoor het water in Nieuwkoop en
Noorden niet meer steeg. Eerst daarna kon
men gaan uitpompen. Ons College kan
dan ook geen aanleiding vinden, voor
noemde kosten eveneens ten laste van de
polders te brengen.
Uit voorgaande bespreking van de be
zwaren, welke tegen de ontworpen regeling
zijn gerezen, zal Uwe Vergadering reeds
hebben begrepen, dat de kennisneming
daarvan ons College niet van de onjuist
heid of onbillijkheid der voorgestelde re
geling heeft kunnen overtuigen. In over
eenstemming met onze Ambtgenooten in
Utrecht, bij wie tegen de ontwerp-beslui-
ten tot wijziging van de reglementen be
zwaren zijn ingediend, hebben wij besloten
deze regel mg aan het oordeel der Staten
der resp. provincies te onderwerpen.
Het totaalbedrag van het voorschot, door
de provincie aan den polder verleend, ter
dekking van de kosten onder a. b. en c. van
art. 1 der Slotbepalingen van het ont-
werp-besluit tot wijziging van het bijzon
der reglement voor de Gecombineerde
Polders, bedraagt 57.451.58. Het bedrag
van de door den polder verschuldigde ren
te wegens voorloopige opgenomen gelden
bedraagt in totaal ƒ3685.30.
OEGSTGEEST
Personalia. Voor het Mulo-examen (di
ploma A) is geslaagd J. Lubach.
LISSE
DUBBELE AUTO-BOTSING
De gevolgen vielen mee.
Zaterdagmiddag omstreeks kwart voor twaalf
heeft voor het gemeentehuis alhier op den
Rijksstraatweg een ernstige auto-aanrijding
plaats gehad. Een uit de richting Haarlemmer
meer komende luxe auto, reed vanuit de
Bondstraat links de bocht door naar de rich
ting Leiden. Op het midden van den straatweg
werd hij aan den eenen kant in de flank ge
reden door een uit de richting Leiden komende
luxe auto, terwijl een uit de richting Haarlem
komende vrachtwagen hem van achteren en
terzijde raakte. Alle drie auto's bekwamen
schade.
Een dame, zittende in de auto komende uit
de richting Haarlemmermeer, werd dermate
aan haar gelaat gewond door glasscherven,
dat zij het Pius-gesticht werd binnengedragen
en door den aldaar aanwezigen dr. Haase ver
bonden. Deze gecompliceerde aanrijding had,
afgezien van de materieele schade en de ge-
laatswonden van genoemde dame, die gelukkig
niet ernstig bleken te zijn, geen ernstige gevol
gen.
De spoedig verschenen veldwachter J. B.
Kaas, maakte proces-verbaal op en liet van
de aanrijding foto's maken.
Besmettelijke ziekten. In de week van 12
18 Juli zijn binnen deze gemeente 3 gevallen
van roodvonk geconstateerd.
Personalia. Voor het Mulo-examen (di
ploma A) zijn geslaagd J. C. van Aken en W.
Tromp.
Harmonie „Adolf Kolping" Onze R.K.
Harmonievereenigng „Adolf Kolping" direc
teur de heer G. Dik te Leiden, geeft a.s. Don
derdagavond een concert in de gem. muziek
tent. Bij mooi weer maakt het gezelschap een
wandeling vanaf het patronatasgebouw naar de
tent, met het nieuwe vaandel voorop.
Geboren: Hendricus Petrus z. van P. van
Berkel en H. Menze.
Getrouwd: G. de Jonge en P. E. Teeuw.
Overleden: Johannes v. d. Lans lj.
Maria v. Rooden echtgen. van J. v. d. Zwet 65
ZEGWAART
DOODELIJK MOTOR-ONGELUK
De bestuurder tegen een muur geslagen.
Zaterdagmiddag te plm. half twee had op de
Stationsstraat een doodelijk ongeval plaats.
De 22-jarige A. S., van Benthuizen, kwam, met
als duopassagier de 19-jarige C. V., eveneens
van Benthuizen, per motorrijwiel vanuit de
richting van het station. Ter hoogte van de
woning bereed in dezelfde bewegingsrichting
de 7-jarige J. B. alhier een rijwiel. Door haar
wijfelend rijden op het midden van den weg,
kon de bestuurder van de motor aan geen van
beide kanten behoorlijk passeeren. Tijdig wa
ren door hem signalen gegeven.
Bij het voorrijden kwam het motorrijwiel in
aanraking met het rijwiel. De motorbestuurder
raakte zijn stuur kwijt, terwijl de jeugdige
wielrijdster met fiets over de sloot, voor de
woning van dokter Palte, werd geslingerd.
De motor reed met flinke vaart in de sloot
tegen de gemetselde dam van dokter P. De
bestuurder kwam met kracht tegen dien dam
eo werd bewusteloos door P., die in zijn ka
mer ooggetuige van het voorgevallene was, uit
de 6loot gehaald. De duo-passagier kon zelf uit
de sloot komen. De 6chok voor den bestuurder
was zoo hevig geweest, dat hij plm. 1 uur na
het ongeval overleed ten huize van dokter P.
De duo-pasagier had een knie en beenwond.
Deze kon, na verbonden en van schoone klee-
ren te zijn voorzien, naar huis worden ver
voerd. De 7-jarige J. B. bekwam eenige ge
kneusde ribben.
Motor en rijwiel werden geheel vernield.
Naar schatting werd door den motorrijder met
een snelheid van pl.m. 50 k 60 K.M. gereden.
Gemeenteraad. De Raad dezer gemeente
komt hedenavond te 7.30 uur ten Raadhuize
bijeen. Punten van behandeling zijn: 1. Onder
zoek geloofsbrieven nieuwe leden. 2. Mededee-
lingn. 3. Gemeenteverslag. 4. Adres L. Reu-
nker alhier om restitutie van de kosten van
aanschaffing van nieuwe planten ad 31.85. 5.
Verzoek van de algemeene woningbouwvereen
„Beter wonen" alhier, om voorschot voor wo
ningbouw. 6. Subsidie kinderfeest. 7. Geldlee-
ning ad 24000 voor de vernieuwing van de
Dorpsstraat. 8. Wijziging begrooting dienst
1931.
ZOETERMEER
Aanrijding. Op den Voorweg had gister
middag een aanrijding plaats tusschen een
bakkerswagen, waarvoor een paard gespannen
van den heer L. C. H. te Zegwaart en een auto
van de firma D. te Rotterdam. Beide voertui
gen bewogen zich in dezelfde bewegingsrich
ting. Toen de auto ter hoogte van den bakkers
wagen was gekomen, maakte het paard een
zijsprong, waardoor beide voertuigen met el
kaar in raanraking kwamen. Zoowel wagen als
auto werden beschadigd.
WASSENAAR
Wethouder Rooyakkers.
Naar men ons mededeelt, wenscht de heer
A. L. Rooyakkers, die gedurende 12 jaar wet
houder is geweest, bij de a.s. wethouderskeuze
wegens gezondheidsredenen, niet meer in aan
merking te komen voor een herbenoeming als
wethouder.
De Leidsche Lijdensweg.
Gistermorgen te kwart over vijf werd de po
litie gealarmeerd, dat op den Rijksstraatweg
een auto-ongeval had plaats gehad. Het bleek
dat de heer H. J. H. met zijn auto komende
uit Leiden met een snelheid van omstreeks 45
K.M. ter hoogte van de Narcislaan was komen
te slippen en hierdoor tegen een boom was op
gebotst. Zeker A. L. H. eveneens in de auto
gezeten, werd aan het hoofd verwond en be
kwam inwendige kneuzingen en werd op ad
vies van dr. Baart de la Faille, die eerste hulp
verleende, per ziekenauto van Goemans naar
het ziekenhuis aan de Zuidwal te Den Haag
overgebracht.
Omstreeks 2 uur in den namiddag kwam
vanuit Den Haag een auto, bestuurd door P.
J S., uit Delft en wilde de Van Zuylen van
Nijeveltstraat inrijden. Hier stonden twee
auto's op een stopteeken van den verkeers
agent stil, S. nam evenwel de bocht te klein
met het gevolg.dat hij tegen een dezer auto's
opbzotste van G. uit Rotterdam. Het bleek, dat
S. niet in het bezit van een rijbewijs was, doch
het stuur hanteerde onder toezicht en volgens
zijn verklaring op dat moment een weinig de
kluts was kwijtgeraakt. De materieele schade
zal onderling worden geregeld.
Omstreeks 6 uur in den namiddag reed
de motorrijder L. W. uit Rotterdam in de rich
ting Katwijk, toen van de tegenovergestelde
zijde een file auto's en daartusschen eenige
motorrijders kwamen gereden. De voorste auto
gaf op een zeker moment een stopteeken met
het gevolg dat de daarachter rijdende motor
rijder G. S. uit Den Haag langs de auto heen
juist tegen W. opbotste. De heer L. W. bekwam
eenige kleine wonde aan de kin en de duo-
passagiere mej. E. K. uit Den Haag kleine
verwondingen aan dijbeen en knie, welke door
de politie met een snelverband werden behan
deld. Mej. E. K. was op de motorkap van de
auto, terecht gekomen.
Verder werd in den middag zekere J. S.
uit Katwijk, die in staat van dronkenschap
verkeerde en zich niet wenschte te verwijderen
op bevel van de politie, nabij het café R. aan
de Wassenaarsche Slag onder verzet naar het
bureau overgebracht, terwijl omstreeks 10 uur
's avonds zekere v. L. uit Voorschoten, onder
invloed van sterken drank de orde verstoorde
De politie rekende hem in, doch hiertegen
verzette zich v. d. B. alhier, die derhalve on
der hevig verzet mede werd opgebracht.
Personalia. Voor het Mulo-examen (di
ploma A) is geslaagd J. J. Tuinder.
Aanbesteding. Zaterdagmorgen werd ten
gemeentehuize aanbesteed voor rekening van
de N.V. Electriciteits Maatschappij „Wesse-
naar" alhier, het bouwen van een transforma
torenstation aan den Buurtweg alhier. Inge
schreven werd als volgt: A. C. Leleyn 1590,
D Hart 1478, G. v. Aken 1317, N.V. v. d.
Wel en Bax 1290, van Helmond en Moer-
mond 1281, Gebrs. de Witt 1230, Wed. H.
C. J. Looyesteijn 1225, firma J. J. Rcm-
merswaal 1060. Alle inschrijvers zijn alhier
woonachtig.
TEEKENT HET PETITIONNEMENT VOOR ONTWAPENING.
Wanneer allen het voorbeeld van dezen soldaat volgen, zal het
petitionnement een waardige uiting worden voor het verlangen
naar vrede, dat in ons volk woont.
DR. BRUNING en DR. CURTIUS zijn Zaterdag te Parijs aan
gekomen. Bij him aankomst werden zij door een enthousiaste me
nigte verwelkomd. V. 1. n. r. dr. Curtius, Briand, Laval, dr. Bru-
ning en Francois Ponset.