ALS ILCHOC' fe^TREEPEN STADSNIEUWS DINSDAG 30 JUNI 1931 GEMEENTERAAD. De Gemeenteraad vergadert op Maan dag 6 Juli 1931, des namiddags te twee uur Te behandelen onderwerpen: I. Bern eming van een tijdelijk leeraar in de geschiedenis en aardrijkskunde aan het Gymnasium, voor den cursus 19311932. 2. Idem als voren van een leeraar in de Wiskunde. 3. Voorstel om het aan den leeraar van het Gymnasium A. L. van Beeck te verleo- nen ontslag wederom voor den tijd van één jaar op te schorten. 4. Prae-advies op het verzoek van A Kist, om ontslag als Stads-geneesheër. 5. Voorstel tot verhuring van het boven huis aan de Lammermarkt no. 67, aan den Armenraad. 6. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van eenige strookjes grond en een gedeelte slcot, resp. aan de Kooilaan, de Geerestraat en de Rijn- en Schiekade. 7. Voorstel om aan de N.V. Leidsche Manufacturenhandel van Vroom en Drees- mann vergunning te verleenen tot het ma ken van nog een verbindingsbrug over de Vischpoort. 8. Voorstel tot het doen afbreken van het complex woningen ge'egen lusschen de 2e Binnenvestgracht, de Korte Scheistraat en de lammermarkt en tot besibaar- stelling van gelden voor het sloopen van de woningen en het in orde maken van het vrijkomend terrein. 9. Voorstel tot het indienen van bezwa ren bij Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland, tegen de aanslagen van eenige personen in de Forensenbelasting in andere gemeenten. 10. Voorstel om aan de Zwemvereeniging „De Zijl" een jaarlijksche subsidie van 100.— toe te kennen in de kosten van de te houden volkszwemfeesten. II. Voorstel in zake de finantieele con trole op de boekhouding van verschillende gemeentediensten. 12. Voorstel tot verhooging van ver schillende posten der begrooting, dienst 1930, waarvan de raming te laag is geble- "ken en tot toevoeging van eenige nieuwe posten aan die begrooting. 13. Voorstel om medewerking te verlee nen aan het bestuur van de R. K. Par. Jongensscholen onder R. K. Par. Kerkbe stuur, tot het aanbrengen van eenige ver anderingen in dc school Pelikaanstraat 20 en tot vaststelling van den des-betreffende begroofcingsstaat. 14. Voorstel tot het verleenen van mede werking tot uitbreiding van het gebouw der Ambachtsschool en tot vaststelling van den betreffenden begroofcingsstaat. 15. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbouwing van het school gebouw aan de Oude Vest-Caeciliastraat van de Centrale school voor het 7e en 8e leerjaar en voor de inrichting van het schoolgebouw 'aan de Mare met he't oog op do tijdelijke huisvesting van de Cen trale School. 16. Voorstel in zake de herziening van de schoolgeldverordeningen voor het Lager en Buitengewoon Lager Onderwijs. 17. Voorstel om eon geschil met de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maat schappij, betreffende de beteekenis en de uitlegging van art. 22 van de voorwaarden waaronder aan de Maatschappij vergunning is verleend tot het exploiteeren van hare stadsliin aan het oordeel van scheidslieden te onderwerpen. 18. Voorstel in zake de overdracht- van den Zijldijk, de Ziil en de Soanjaardsbrug aan de provincie Zuid-Holl-nd. 19. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 14 November 1913 (Gemeenteblad no. 43). regelende de sa menstelling van de Bureaux van Gemeen tewerken, van den Gemeen'eli'ken Reini- gings- en Ontsmetting dienst en van het Bouw- en Woningtoezicht. 20. Voorstel in zake whziging van de salarieering van het verplegend personeel der gestieHen „Endegeest, Voorgeest en Rhiingeest". 21. Prae-advies op het verzoek van den Plaatseb"ken Baad. samengesteld uit de besturen van de afd. Leiden der S. U. A. P. en van den Leidschen Bestuurdersbond, om a°n daarvoor in aftnmp-l-iog geheel of gedeelteliik werklooze hoofden van gezinnen, kostwinners en abeenstaande personen, een extra-steunbedrag te ver strekken. 22. Prae-advies on de voorstellen-Man- ders. in zake best-üding van de worVlnos- hoid en het verkrncen van eigen woningerf door minder-gesiti,eerden. 23. Beantwoording van de vragen van den keer Fikerbout. in verband met de voortdurende fluctuatie bii het r-oBtiecor^s. Leeraren Gymnasium, In verband met het aantal in den cursus 1931—1932 te geven lesuren aan het Gym nasium, stellen B. en W. den Raad voor, dr. R. E. Dinger Hattink en dr. J. D. A. Boks, door den Raad bij besluiten van 4 Augustus en van 2 September 1930 be noemd tot tijdelijk leeraar resp. in de ge schiedenis en aardrijkskunde en in de wis kunde,. wederom als zoodanig voor don nieuwen cursus te benoemen. In een Raadsvergadering van den 30en Juni 1930, werd besloten den heer A. L. van Beeck, die in den cursus 1929/30 den 65-jarigen leeftijd had bereikt, als leeraar aan het Gymnasium voor den cursus 1930/31 te continueeren. Aangezien B. en W. het van belang ach ten, dat de heer van Beeck ook voor den duur van den cursus 1931/32 in zijne go- noemde betrekking blijft gehandhaafd, ge ven den Raad in overweging te besluiten, het ontslag van den heer A. L. van Beeck als leeraar in geschiedenis en aardrijks kunde aan het Gymnasium alhier, ingaan de 1 September a.s., wederom voor den tijd van één jaar op te schorten. OVERDRACHT AAN DE PROVINCIE. ZIJLDIJK, ZIJL EN SPANJAARDSBRUG B. en W. deelen den Raad het volgends mede over de onderhandeling door hen ge voerd met Ged. Staten over den verkoop van Zijldijk, Zijl en Spanjaardsbrug: De onderhandelingen tusschen Gedepu teerde Staten en ons College trokken zich samen op de volgende onderwerpen: a. overdracht van den geheelen Zijldijk, gepaard gaande met opheffing van den tol; b. overdracht van mogelijke rechten en verplichtingen der gemeente op het water de Zijl (met uitzondering van de vroon rechten); c. het vervallen van de uitkeeringen aan Alkemade; d. overdracht van de Spanjaardsbrug met inbegrip van het recht tot heffing van bruggelden. Het is ons College een groote voldoening Uwe Vergadering te kunnen mededeeien, dat het overleg met het provinciaal bestuui tot algeheele overeenstemming heeft ge leid, waardoor de eerste belangrijke stap naar de liquidatie van het vraagstuk der z.g. buitenbezittingen zal kunnen worden gedaan. Alvorens den aard van de ontworpen transactie toe te lichten, achten wij liet nuttig in het kort den tegenwoordigen, fei telijken toestand weer te geven. De gemeente is verplicht tot het onder houd van den Zijldijk, welke weg in de 17e eeuw door Leiden werd aangelegd ten be hoeve van een behoorlijke gemeensccap tusschen stad en land. Ook de tolheffing ten behoeve van de gemeente Leiden dag- teekent uit dien tijd. In de jaren 1867 en 1868 werd met de ge meente Alkemade een overeenkomst ge troffen in zake den door Leiden te veilee- nen steun voor den aanleg van een kunst weg tusschen beide gemeenten, aansluiten de op den Zijldijk. Leiden verbond zich daarbij, om, behalve een uitkeering in een3, een jaarlijksche bijdrage van f 500.- te verleenen in de kosten van onderhoud vaa den weg en van de brug over de ringvaart, ahmede om de opbrengst van de pacht van den tol boven 700.— aaii Alkemade uit te keeren. Deze verplichtingen bestaan thans nog en dienovereenkomstig ontving Alkemade over 1930 (over welk jaar de pachtsom 4.336.— bedroeg) boven het be drag van 500.een som van 3.636. De kosten van onderhoud van den weg (waaronder begrepen die van het onder houd van de beschceiïng langs de Zijl en van de tolpachterswoning), overtreffen be langrijk de bate, die de gemeente netto van den tol trekt. Het water de Zijl behoort tót de Vru.bij wateren der gemeente en deze oefent daarop dan ook de vroonrechten (waartoe het vischrecht behoort) uit. Overigens stelt de gemeente zich op het standpunt, dat zij niet den eigendom bezit en dus ook niet daaraan verbonden verplichtingen heeft, met name niet den ouderhoudsplicht. De Spanjaardsbrug, met den daaraan verbonden watertol, is eigendom van de ge meente; op haar rust de verplichting tct onderhoud en bediening. In de bedien :ug voorziet de gemeente door verpachting van de opbrengst der bi liggelden. Ook hier is de pachtsom de laatste jaren bedroeg zij 300.ontoereikend, om daaruit do onderhoudskosten te voldoen. Bovend*sn verkeert de brug in een zoodanigen toe stand, dat een algeheele vernieuwing, die voor de gemeente langer uitstel kan lijden. In dit verband brengen wij in herinnering dat, toen in 1930 voor de verbreeding van den Lagen Rijndijk een gedeelte grond werd aangekocht van de N.V. Scheeps bouw- en Reparatie werf „de Hoop" v,h. Gebrs. Boot, bij de bepaling van de groot te der over te nemen strook reeds reke ning werd gehouden met een mogelijke vernieuwing en omlegging van de* Span jaardsbrug clpor de Provincie. Voorts vestigen wij er de aandacht op, dat bij raadsbesluit van 12 Juli 1900 hei aandeel (1/3) van Rijnland in den eigen dom, het onderhoud en de bediening van de brug werd overgenomen tegen bijbeta ling door Rijnland van 3.457.08. Dit be drag, met de gekweekte rente, op 1 Ja nuari 1931 tezamen bedragende 11.212.61, werd bestemd om te dienen tot geieeite- lijke vernieuwing van de brug en daartoe op den kapitaalcliensb gereserveerd. De transactie nu, waaromtrent, behou dens de goedkeuring van Uwe Vergaderng, overeenstemming werd verkregen, omvat het volgende: a. de gemeente draagt aan de provincie over: in eigendom, beheer en onderhoud: den geheelen Zijldijk (dus vanaf den Lagen Rijndijk tot eindpunt); de rechten (met uitzondering van de vroonrechten) en de verplichtingen, die de gemeente eventueel ten aanzien van hei water de Zijl mocht hebben; in eigendom, beheer, onderhoud en be diening: do Spanjaardsbrug, met het reent tot heffing van bruggelden; b. als vergoeding van de voortaan noor rekening van de provincie komende kosten van onderhoud van den Zijldijk betaalt de gemeente jaarlijks een bedrag van 2.345. Dit bedrag is als volgt berekend: Voor het op het provinciaal wegenplan voorkomende verharde weggedeelte, ter lengte van pl.m. 1600 M. 600.— per K.M., is 960.— v >or het in het verlengde daarvan gelegen kool- asehpad, lang pl.m. 3100 M. 575.en voor de oeververdediging over de volle leng.e van den Zijldijk f 900. De gemeente verliest uiteraard boven dien de vaste inkomst van 700.— per jaar uit de tolheffing. c. de provincie gaat over tot vernieuwing DE LEIDSCHE COURANT van de Spanjaardsbrug, waarvan de kosten, met inbegrip van den oprit aan den Lei- derdorpschen kant, worden geraamd op 150.000.In deze kosten (derhalve van brug met oprit) draagt Leiden 1/3 gedeelte bij tot een maximum van 50.000. De kosten van den oprit aan de zijde van Leiden, welke ook voor straatverruiming dient, worden begroot op 30.000.waar van de provincie 1/3 gedeelte tot een maxi mum van 10.000.— voor hare rekening zal nemen, zoodat 20.000.ten laste van de gemeente blijft. Aangezien echter m deze raming ook de grond is opgenomen en verreweg het groot ste gedeelte van den grond, welke voor ƒ20.000.— van de fiima Boot werd ge kocht, tevens benoodigd is voor het maken van den oprit, mag worden aangenomen, dat de gemeente te dezer zake weinig of niets meer behoeft uit te geven. d. de gemeente betaalt verder als vergoe ding van de kosten van onderhoud en be diening van ue Spanjaardsbrug aan de pru- vincie jaarlijks een bedra-g van 900. Gevolg van deze regeling zal voorts zijn, dat ook de uitkeeringen aan de gemeente Alkemade van de vaste jaarlijksche som van 500.en van het bedrag, dat de pachtsom hocae; is dan 700.—, vervallen Volledigheidshalve teekenen wij hierbij ten slotte nog aan, dat de tolpachterswoning aan den Zijldijk buiten cle transactie valt en derhalve eigendom van Leiden blijft. Vermits echter de nieuwe brug meer naar het noorden zal worden omgelegd, moet ten behoeve van het maken van den oprit aan den Leiderdorpschen kant over dit huis worden beschikt. De Provincie zal daartoe te zijner tijd het perceel van de gemeente koopen, terwijl clan de kosten van den aan koop zullen worden gebracht tot die uit gaaf voor de brugvernieuwing, in welke de gemeente een derde tot een maximum van 50.000.— betaalt. Uit de in de Leeskamer ter vijne liggen de stukken, waaronder een vérgelijkend financieele overzicht van den bestaanden toestand en den nieuwen toestand, blijkt, dat de bovenomschreven regeling, in haar geheel genomen, mede uit een geldelijk oog punt, voor de gemeente alleszins aanneme lijk is. Voorts zal de bestrijding van de werkloosheid daarmede zeer worden ge diend; niet slechts moet een nieuwe brug met opritten worden gemaakt, maar ook de oever verdedigingen langs het geheele vaarwater de Zijl zullen tot de verruiming van werkgelegenheid bijdragen. Het is overbodig daarnaast nog te wijzen op het greote voordeel, dat deze regeling het be gin beteekent van het verdwijnen van den hoogst ongewenschtsn toestand, volgens welken de gemeente wegen en bruggen te haren laste heeft, die buiten haar territoir zijn gelegen en waarover zij dientengevolge geen publiekrechtelijke beheersbevoegd heden kan uitoefenen. Van te meer belang is dat in easu, waar, gelijk reeds werd op gemerkt, de Spanjaardsbrug in een zoo danigen toestand verkeert, dat een alge heele vernieuwing niet kan uitblijven en de gemeente, hoewel zij daartoe wel het minst aangewezen lichaam is, voor het feit zou worden gesteld zelf een dergelijke kostbare voorziening te treffen. Ook de Commissies van Fabricage en van Financiën achten de transactie aanvaard baar. UITBREIDING AMBACHTSSCHOOL. Kosten /9S.900.—Voor de gemeente hoogstens 30.000. Gelijk bekend is, kan in de laatste jaren niet worden voldaan aan alle aanvragen om toelating tot de Ambachtsschool. Sind3 eenigen tijd worden dan ook door het be stuur der school pogingen aangewend, om tot uitbreiding van het gebouw der Am bachtsschool te geraken. Het verheugt ons zeer aldus B. en W. aan den.Raad dat de tusschen het bestuur en den Minister van Onderwijs ge veerde besprekingen thans tot het resultaat hebben geleid, dat de Minister de door het bestuur voorgenomen uitbreiding van de •schoollocaliteit heeft goedgekeurd-. Aange zien vergrooting van het gebouw niet mo gelijk bleek, is het bestuur voornemens, aan den Haagweg tegenover de Ambachts school een geïjoinv te stichten, dat o.m. vijf leslokalen zal bevatten. Nu inmiddels de aanvankelijke begroo ting ad 124.000.— is teruggebracht tot pl.m. 99.900.— heeft de Ministeè toegezegd de kosten tot het bij de Nijverheids Onder wijswet bejiaaldo gedee'te van 70 pet. voor rekening van het Rijk te zullen nemen. Aan die toezegging heeft de Minister de voor waarde verbonden, dat het geheele bedrag van de kosten ten laste van den dienst 1931 zal komen, zoodat derhalve het Rijk zijn aandeel in die kosten ad 70 pet. en de gemeente haar aandeel ad 30 pet. in eens zullen moeten uitkeeren. Naar de meening van B. en W. bestaat hiertegen geen bezwaar. Slechts tnecacn wij, dat de gemeente aan hare medewer king de voorwaarde moet verbinden, dat de ten laste van de gemeente komende kos ten het bedrag van 30.000.— niet te boven zullen gaan. VERBOUWING CENTRALE SCHOOL. Kosten 53.500. Reeds eenigen tijd geleden bleek B. en W., dat het schoolgebouw aan cle Oude VestCaeciliastraat, waarin de Centrale school voor het 7e en 8e leerjaar is gehuil vest,, verschillende gebreken vertoont, wel ke voorziening vereischen. Aanvankelijk waren B. en W. van mee ning, dat op betrekkelijk eenvoudige, wei nig kostbaie wijze een bevredigende toe stand kon worden verkregen. Bij nadere beschouwing kwamen zij echter tot de overtuiging, dat een meer ingrijpende ver bouwing noodzakelijk was. VRAAGT VOORAL l/AADT HOLLANDSCH- KUUPI ZWITSERSCHE Het ligt in de bedoeling de Centrale school tijdens de verbouwing onder te brengen in het oude schoolgebouw aan de Mare. De aan de uitvoering van het verbou wingsplan verbonden kósten worden ge raamd op 44000.—, waarbij nog komt ƒ6500.voor meubilair en pl.m. ƒ3000 voor de inrichting van het gebouw aan de Mare, in totaal derhalve 53500. Katholieke School Pelikaanstraat. Het bestuur van de R. K. Parochiale Jon gensscholen heeft verzocht, de benoodigde gelden beschikbaar te stellen voor hel aanbrengen van een tweetal closets en uri noirs in de school voor g.l.o. aan de Peli kaanstraat 20, waarvan de kosten zijn ge raamd op 700. Deze kosten behooren niet tot de onder- houdsuitgaven, welke moeten worden be streden uit de in artikel 101 der Lager On- derwenswet 1920 bedoelde exploitatiever goeding. Aangezien het schoolbestuur bij zijne aanvrage de wettelijke voorschriften in acht heeft genomen, geven B. en W. den Raad in overweging, het verzoek in te wil ligen. Bijbouw Gymnasium. Toen bij den aanvang van den cursus 1930/31 het eerste leerjaar van het Gym nasium in drie afdoelingen moest worden gesplitst, bleek het nog mogelijk, zij het dan ook niet zonder bezwaar, een regeliug te treffen, waarbij alle klassen in hei Gym nasiumgebouw konden worden onderge bracht. De overweging, dat de tegenwoor dige toestand, waarbij één klasse met over een vast lokaal kan beschikken, niei be hoort te worden bestendigd, alsmede de omstandigheid, dat vermeerdering van het aantal klassen in het eerstvolgend school jaar niet is uitgesloten, brachten het Col lege van Curatoren er toe B. en W. te ver zoeken om te zien naar eene uitbreiding van de lesruimte voor het Gymnasium. Aangezien met een permanente vergroo ting van het Gymnasium te veel tijd ge moeid zou zijn, om tegen 1 September a.s. te kunnen voorzien in de oogenblikkelijke behoefte aan leslokaliteit en het niet vol doende vaststaat, dat permanente vergroo- grooting van het Gymnasium reeds thans als absoluut noodzakelijk moet worden be schouwd, hebben B. en W. gemeend de Raad daartoe, althans voorloopig, nog niet te moeten adviseeren, doch in overweging te moeten geven door z.g.n. senii-perma- nenten bijbouw tot vermeerdering van les lokalen te geraken. Heb te dien einde door den Directeur van Gemeentewerken opgemaakte pian voor een houten schoolgebouwtje op stee- nen voetingmuren en betonfundeeringspla- ten en met betonnen bodemafsluitingen en steenen kachelnissen en schoorsleenen, be vat twee leslokalen en verdere ruimten en zal door een overdekten gang in verbinding staan met het Gymnasiumgebouw. Het ge bouwtje kan niet geheel worden geplaatst op het bij het Gymnasium behoorende open terrein, zoodat het noodig is van het Rijk de beschikking te verkrijgen over een ge deelte van het van der Werf park ter g-uot- te van pl.m. 80 M2. Op grond van verkregen inlichtingen mag worden aangenomen, dat de daartoe van Rijkswege vercischte toe stemming zal worden verkiegen. De kosten van stichting, ineubileering en inrichting van het gebouwtje wordeu ge raamd op 11.200. Ontslag Stadsgeneesheer A. Kist. Tegen inwilliging van het verzoek van den heer A. Kist, om ontslag als Stadsge neesheer, bestaan noch bij de Commissie voor den Geneeskundigen- en Gezondheids dienst, noch bij B. en W., bedenkingen. De ontslag-aanvrage van den heer Kist luidt als volgt: Den Gemeenteraad van Leiden ver zoek ik niet veischuldigden eerbied mij tegen 1 Juni a.s. ontslag te verleenen als Stadsgeneeskundige. Van deze gelegenheid wensch ik ge bruik te maken, Uw college er op te wij zen, dat, sedert de inwerkingtreding van den geneeskundigen dienst, in vergelij king met vroeger, de positie der Stads- geneesheeren, volgens het oordeel der meerderheid der betrokken art9?n, der- mate onaangenaam is geworden, dat liet hun zeer bezwaarlijk is geworden het, vaak moeilijk, ambt met de noodige oo- gewektheid te vervullen. Wanneer ik bovendien onder uw aan dacht breng de, volgens de mcening dcr vier oudste Stadsgcneesheeren, treuri ge salarieering, welke uw college met ingang van 1 Jan. 1928 voor die amb tenaren heeft vastgesteld, dan zal uw college het mij ten goede moeten hou den, dat het niet met leedwezen is Jat ik, na een diensttijd van ruim 30 jaar. thans wegens gezondheidsredenen ver zoek uit mijn functie ontslagen te wor den. Overname grond. In verband met bebouwing ter plaatse, moeten eenige strookjes grond en water aan de gemeente worden overgedragen. B. en W. stellen den Raad mitsdien voor te besluiten kosteloos in eigendom en on derhoud bij de gemeente over te nemen: a. van Th. C. J. den Hollander, te Lei den, het strookje grond, ter grootte van pl.m. 16 M2., gelegen aan de Kooilaan; b. van P. Dubbelaar, te Leiden, het strookje grond, ter grootte van pl.m. 0.7 M2„ gelegen aan de Geerestraat, heek Gortestraat; c. van L. N. den Older, te Leiden, het strookje grond en sloot, ter grootte van pl.m. 11 M2., gelegen aan de Rijn- en Schie kade. TWEEDE BLAD PAG. 7 Verhuring pand. Bij raadsbesluit van 21 Mei 1928 werd de bovenverdieping van het perceel Nieuwe Mare No. 15 thans genummerd Lammer markt No. 67 voor den tijd van drie ja ren verhuurd aan den Armenraad, alhjer. Deze huur eindigt op 1 Augustus a.s. Na met den huurder gevoerde corres pondentie heeft deze zich bereid verklaard, de huur tegen den geldenden huurprijs van 500.per jaar voor den tijd van een jaar te continueeren, met stilzwijgende verlen ging van jaar tot jaar. Verbindingsbrug Vischpoort. Van de N.V. Leidsche Manufacturenhan del van Vroom en Drcesmann is bij B. en W. het verzoek ingekomen te bevorderen, dat de Raad haar vergunning verleent tot het maken van een verbindingsbrug ovor de Vischpoort. Het is do bedoeling een van de buitenlucht afgesloten verbinding te ma ken tusscheÈ de aan weerszijden van do Vischpoort gelegen perccelen der N.V. Maarsmanssteeg No. 7 en Aalmarkt No. 26 ter hoogte van de eerste verdieping dier perceelen. permits de Vischpoort, waarover zich reeds twee overbruggingen bevinden, een doodloopend weggedeelte is, uitsluitend voor dc aangrenzende perceelen van be lang, bestaat, aldus B. en W., uit een oog punt van welstand togen het maken tan een derde overbrugging geen bezwaar. Uok bij de eigenaren van de aangrenzende per ceelen ontmoet de gevraagde overbrugging geen bedenking. Onder opmerking, dat voor do brug eeno jaarlijksche recognitie van ƒ40 verschul digd zal zijn, geven B. en W. den Raad in overweging, het verzoek in te willigen. Geschil tusschen Gemeentebestuur en N. Z. H. T. M. Bij raadsbesluit van 23 December 1909 zijn vastgesteld de voorwaarden, waaron der aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tram weg Maatschappij te Haarlem concessie is verleend tot het hebben en exploiteeren van een tramverbinding met bovengrjad- sche electrische beweegkracht, binnen de Gemeente Leiden, welke voorwaarden de N. Z. H. T. M. heeft aanvaard. Artikel 22 der voorwaarden van die con cessie luidt als volgt: „Het onderhoud van den tramweg en alle-3 „wat daartoe behoort, heeft plaats ten ge- „noegen van Burgemeester en Wethouders „door en op kosten der Maatschappij. „De kosten van onderhoud van de bestra ling, verharding en brugdekken tusschen „de spoorstaven en van de strooken langs „de buitenzijde der spoorstaven, over een „breedte van 0.50 Motor, worden door de „Maatsclrappij aan de Gemeente vergoed. „De Maatschappij is gehouden aan de „door Burgemeester en Wethouders aan te „wijzen personen vrije toegang te verlee- „nen tot hare werkcui en inrichtingen zoo- „wel binnen als buigen--de Gemeente", Over de beteekenis en uitlegging van deze bepaling is tusschen B. en W. en do Directie der Maatschappij geschil ontstaan. In den loop van het jaar 1928 vorderde het onderhoud vau den Hoogen Rijndijk, waarover dc stadstram, door de Maatschap pij geëxploiteerd, loopt, dat deze moest worden voorzien van eon nieuwe klinker- bestrating, omdat de oude klinkerbcstra- ting, zoowel die tusschen de spoorstaven en op do strooken langs de buitenzijde der spoorstaven over een breedte van 50 c.M., als die buiten deze strook gelegen is, on bruikbaar en slecht geworden was. De Hooge Rijndijk is toen van Gemeente wege van een nieuwe klinkerbestrating voorzien. Het College van B. en W. stelt zich met den Directeur van Gemeentewerken op het standpunt, dat het onderhoud van oen klinkerstraat vordert, dat oezc straat van tijd tot tijd van een nieuwe klinkerbestra ting wordt voorzien. De Directie van de N. Z. H. T. M. is eeh- ter van meening, dat „onderhoud" en „ver nieuwing1, twee afzonderlijke begrippen vormen, dat althans in het onderhavige geval, waar de aanwezigheid en het gebruik van tramspoor in de bestrating slechts aan leiding geven kunnen tot verzwaring van het ondorhoud als afzonderlijk begrip, een algemeene \ernieuwing van de bestraling niet tot den onderhoudsplicht van de Maat schappij mag worden gerekend. Volgens de Maatschappij mogen de kos ten van nieuw bestratingsmateriaal lus- schen langs de sporen niet te haren laste gebracht worden, maar slechts de zuivere straatkosten inet 'n normaien bijslag voor inboeting. Volgens de opvatting van B. en W. heeft de Gemeente van de Maatschappij te vor deren 12607.09, terwijl de Maatschappij van mcening is tot betaling van slecnts 7740.96 verplicht te zijn, zoodat een ge schil bestaat over een bedrag van ƒ4806.13. B. en W. acht het, ook voor de toekomst, van belang, dat de Gemeente haar stand punt handhaaft en daarover een beslissing uitlokt. Volgens artikel 16 der concessie voorwaarden moeten alle geschillen tus schen de Gemeente cu de Maatschappij beslist worden door drie scheidsrechters, door partijen in gehieen overleg te benoe men, of, indien bedoeld overleg tel geen overeenstemming heeft geleid, binnen vier weken, nadat de eeno partij de anckre bi. aangeteekenden bief heeft uitgenoodig tot benoeming over te gaan, door den bc voegden rechter. De Directie van de N. Z. H. T. M. is be reid het geschil aan het oordeel van scheidslieden te onderwei pen en B. en W. meenen te mogen aannemen, dat partijen het over de te benoemen scheidslieden eens zullen worden. Moch dit laatste niet het geval zijn, dan zou de Rechtbank te Haarlem volgens artikel 624 van hei Wet boek van Burgerlijke Rechtsvordering scheidslieden moeten benoemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7