ALS ILCHOC'
fe^TREEPEN
STADSNIEUWS
DINSDAG 30 JUNI 1931
GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad vergadert op Maan
dag 6 Juli 1931, des namiddags te twee uur
Te behandelen onderwerpen:
I. Bern eming van een tijdelijk leeraar in
de geschiedenis en aardrijkskunde aan het
Gymnasium, voor den cursus 19311932.
2. Idem als voren van een leeraar in de
Wiskunde.
3. Voorstel om het aan den leeraar van
het Gymnasium A. L. van Beeck te verleo-
nen ontslag wederom voor den tijd van één
jaar op te schorten.
4. Prae-advies op het verzoek van A
Kist, om ontslag als Stads-geneesheër.
5. Voorstel tot verhuring van het boven
huis aan de Lammermarkt no. 67, aan den
Armenraad.
6. Voorstel tot overneming in eigendom
en onderhoud bij de gemeente van eenige
strookjes grond en een gedeelte slcot, resp.
aan de Kooilaan, de Geerestraat en de
Rijn- en Schiekade.
7. Voorstel om aan de N.V. Leidsche
Manufacturenhandel van Vroom en Drees-
mann vergunning te verleenen tot het ma
ken van nog een verbindingsbrug over de
Vischpoort.
8. Voorstel tot het doen afbreken van
het complex woningen ge'egen lusschen de
2e Binnenvestgracht, de Korte Scheistraat
en de lammermarkt en tot besibaar-
stelling van gelden voor het sloopen van
de woningen en het in orde maken van
het vrijkomend terrein.
9. Voorstel tot het indienen van bezwa
ren bij Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland, tegen de aanslagen van eenige
personen in de Forensenbelasting in andere
gemeenten.
10. Voorstel om aan de Zwemvereeniging
„De Zijl" een jaarlijksche subsidie van
100.— toe te kennen in de kosten van de
te houden volkszwemfeesten.
II. Voorstel in zake de finantieele con
trole op de boekhouding van verschillende
gemeentediensten.
12. Voorstel tot verhooging van ver
schillende posten der begrooting, dienst
1930, waarvan de raming te laag is geble-
"ken en tot toevoeging van eenige nieuwe
posten aan die begrooting.
13. Voorstel om medewerking te verlee
nen aan het bestuur van de R. K. Par.
Jongensscholen onder R. K. Par. Kerkbe
stuur, tot het aanbrengen van eenige ver
anderingen in dc school Pelikaanstraat 20
en tot vaststelling van den des-betreffende
begroofcingsstaat.
14. Voorstel tot het verleenen van mede
werking tot uitbreiding van het gebouw
der Ambachtsschool en tot vaststelling
van den betreffenden begroofcingsstaat.
15. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor de verbouwing van het school
gebouw aan de Oude Vest-Caeciliastraat
van de Centrale school voor het 7e en 8e
leerjaar en voor de inrichting van het
schoolgebouw 'aan de Mare met he't oog
op do tijdelijke huisvesting van de Cen
trale School.
16. Voorstel in zake de herziening van
de schoolgeldverordeningen voor het Lager
en Buitengewoon Lager Onderwijs.
17. Voorstel om eon geschil met de
Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maat
schappij, betreffende de beteekenis en de
uitlegging van art. 22 van de voorwaarden
waaronder aan de Maatschappij vergunning
is verleend tot het exploiteeren van hare
stadsliin aan het oordeel van scheidslieden
te onderwerpen.
18. Voorstel in zake de overdracht- van
den Zijldijk, de Ziil en de Soanjaardsbrug
aan de provincie Zuid-Holl-nd.
19. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 14 November 1913
(Gemeenteblad no. 43). regelende de sa
menstelling van de Bureaux van Gemeen
tewerken, van den Gemeen'eli'ken Reini-
gings- en Ontsmetting dienst en van het
Bouw- en Woningtoezicht.
20. Voorstel in zake whziging van de
salarieering van het verplegend personeel
der gestieHen „Endegeest, Voorgeest en
Rhiingeest".
21. Prae-advies op het verzoek van den
Plaatseb"ken Baad. samengesteld uit de
besturen van de afd. Leiden der S. U. A.
P. en van den Leidschen Bestuurdersbond,
om a°n daarvoor in aftnmp-l-iog
geheel of gedeelteliik werklooze hoofden
van gezinnen, kostwinners en abeenstaande
personen, een extra-steunbedrag te ver
strekken.
22. Prae-advies on de voorstellen-Man-
ders. in zake best-üding van de worVlnos-
hoid en het verkrncen van eigen woningerf
door minder-gesiti,eerden.
23. Beantwoording van de vragen van
den keer Fikerbout. in verband met de
voortdurende fluctuatie bii het r-oBtiecor^s.
Leeraren Gymnasium,
In verband met het aantal in den cursus
1931—1932 te geven lesuren aan het Gym
nasium, stellen B. en W. den Raad voor,
dr. R. E. Dinger Hattink en dr. J. D. A.
Boks, door den Raad bij besluiten van 4
Augustus en van 2 September 1930 be
noemd tot tijdelijk leeraar resp. in de ge
schiedenis en aardrijkskunde en in de wis
kunde,. wederom als zoodanig voor don
nieuwen cursus te benoemen.
In een Raadsvergadering van den 30en
Juni 1930, werd besloten den heer A. L.
van Beeck, die in den cursus 1929/30 den
65-jarigen leeftijd had bereikt, als leeraar
aan het Gymnasium voor den cursus
1930/31 te continueeren.
Aangezien B. en W. het van belang ach
ten, dat de heer van Beeck ook voor den
duur van den cursus 1931/32 in zijne go-
noemde betrekking blijft gehandhaafd, ge
ven den Raad in overweging te besluiten,
het ontslag van den heer A. L. van Beeck
als leeraar in geschiedenis en aardrijks
kunde aan het Gymnasium alhier, ingaan
de 1 September a.s., wederom voor den
tijd van één jaar op te schorten.
OVERDRACHT AAN DE
PROVINCIE.
ZIJLDIJK, ZIJL EN SPANJAARDSBRUG
B. en W. deelen den Raad het volgends
mede over de onderhandeling door hen ge
voerd met Ged. Staten over den verkoop
van Zijldijk, Zijl en Spanjaardsbrug:
De onderhandelingen tusschen Gedepu
teerde Staten en ons College trokken zich
samen op de volgende onderwerpen:
a. overdracht van den geheelen Zijldijk,
gepaard gaande met opheffing van den tol;
b. overdracht van mogelijke rechten en
verplichtingen der gemeente op het water
de Zijl (met uitzondering van de vroon
rechten);
c. het vervallen van de uitkeeringen aan
Alkemade;
d. overdracht van de Spanjaardsbrug
met inbegrip van het recht tot heffing van
bruggelden.
Het is ons College een groote voldoening
Uwe Vergadering te kunnen mededeeien,
dat het overleg met het provinciaal bestuui
tot algeheele overeenstemming heeft ge
leid, waardoor de eerste belangrijke stap
naar de liquidatie van het vraagstuk der
z.g. buitenbezittingen zal kunnen worden
gedaan.
Alvorens den aard van de ontworpen
transactie toe te lichten, achten wij liet
nuttig in het kort den tegenwoordigen, fei
telijken toestand weer te geven.
De gemeente is verplicht tot het onder
houd van den Zijldijk, welke weg in de 17e
eeuw door Leiden werd aangelegd ten be
hoeve van een behoorlijke gemeensccap
tusschen stad en land. Ook de tolheffing
ten behoeve van de gemeente Leiden dag-
teekent uit dien tijd.
In de jaren 1867 en 1868 werd met de ge
meente Alkemade een overeenkomst ge
troffen in zake den door Leiden te veilee-
nen steun voor den aanleg van een kunst
weg tusschen beide gemeenten, aansluiten
de op den Zijldijk. Leiden verbond zich
daarbij, om, behalve een uitkeering in een3,
een jaarlijksche bijdrage van f 500.- te
verleenen in de kosten van onderhoud vaa
den weg en van de brug over de ringvaart,
ahmede om de opbrengst van de pacht van
den tol boven 700.— aaii Alkemade uit
te keeren. Deze verplichtingen bestaan
thans nog en dienovereenkomstig ontving
Alkemade over 1930 (over welk jaar de
pachtsom 4.336.— bedroeg) boven het be
drag van 500.een som van 3.636.
De kosten van onderhoud van den weg
(waaronder begrepen die van het onder
houd van de beschceiïng langs de Zijl en
van de tolpachterswoning), overtreffen be
langrijk de bate, die de gemeente netto
van den tol trekt.
Het water de Zijl behoort tót de Vru.bij
wateren der gemeente en deze oefent
daarop dan ook de vroonrechten (waartoe
het vischrecht behoort) uit. Overigens stelt
de gemeente zich op het standpunt, dat zij
niet den eigendom bezit en dus ook niet
daaraan verbonden verplichtingen heeft,
met name niet den ouderhoudsplicht.
De Spanjaardsbrug, met den daaraan
verbonden watertol, is eigendom van de ge
meente; op haar rust de verplichting tct
onderhoud en bediening. In de bedien :ug
voorziet de gemeente door verpachting van
de opbrengst der bi liggelden. Ook hier is
de pachtsom de laatste jaren bedroeg
zij 300.ontoereikend, om daaruit do
onderhoudskosten te voldoen. Bovend*sn
verkeert de brug in een zoodanigen toe
stand, dat een algeheele vernieuwing, die
voor de gemeente langer uitstel kan lijden.
In dit verband brengen wij in herinnering
dat, toen in 1930 voor de verbreeding van
den Lagen Rijndijk een gedeelte grond
werd aangekocht van de N.V. Scheeps
bouw- en Reparatie werf „de Hoop" v,h.
Gebrs. Boot, bij de bepaling van de groot
te der over te nemen strook reeds reke
ning werd gehouden met een mogelijke
vernieuwing en omlegging van de* Span
jaardsbrug clpor de Provincie.
Voorts vestigen wij er de aandacht op,
dat bij raadsbesluit van 12 Juli 1900 hei
aandeel (1/3) van Rijnland in den eigen
dom, het onderhoud en de bediening van
de brug werd overgenomen tegen bijbeta
ling door Rijnland van 3.457.08. Dit be
drag, met de gekweekte rente, op 1 Ja
nuari 1931 tezamen bedragende 11.212.61,
werd bestemd om te dienen tot geieeite-
lijke vernieuwing van de brug en daartoe
op den kapitaalcliensb gereserveerd.
De transactie nu, waaromtrent, behou
dens de goedkeuring van Uwe Vergaderng,
overeenstemming werd verkregen, omvat
het volgende:
a. de gemeente draagt aan de provincie
over:
in eigendom, beheer en onderhoud: den
geheelen Zijldijk (dus vanaf den Lagen
Rijndijk tot eindpunt);
de rechten (met uitzondering van de
vroonrechten) en de verplichtingen, die de
gemeente eventueel ten aanzien van hei
water de Zijl mocht hebben;
in eigendom, beheer, onderhoud en be
diening: do Spanjaardsbrug, met het reent
tot heffing van bruggelden;
b. als vergoeding van de voortaan noor
rekening van de provincie komende kosten
van onderhoud van den Zijldijk betaalt de
gemeente jaarlijks een bedrag van 2.345.
Dit bedrag is als volgt berekend: Voor het
op het provinciaal wegenplan voorkomende
verharde weggedeelte, ter lengte van pl.m.
1600 M. 600.— per K.M., is 960.— v >or
het in het verlengde daarvan gelegen kool-
asehpad, lang pl.m. 3100 M. 575.en voor
de oeververdediging over de volle leng.e
van den Zijldijk f 900.
De gemeente verliest uiteraard boven
dien de vaste inkomst van 700.— per jaar
uit de tolheffing.
c. de provincie gaat over tot vernieuwing
DE LEIDSCHE COURANT
van de Spanjaardsbrug, waarvan de kosten,
met inbegrip van den oprit aan den Lei-
derdorpschen kant, worden geraamd op
150.000.In deze kosten (derhalve van
brug met oprit) draagt Leiden 1/3 gedeelte
bij tot een maximum van 50.000.
De kosten van den oprit aan de zijde van
Leiden, welke ook voor straatverruiming
dient, worden begroot op 30.000.waar
van de provincie 1/3 gedeelte tot een maxi
mum van 10.000.— voor hare rekening zal
nemen, zoodat 20.000.ten laste van de
gemeente blijft.
Aangezien echter m deze raming ook de
grond is opgenomen en verreweg het groot
ste gedeelte van den grond, welke voor
ƒ20.000.— van de fiima Boot werd ge
kocht, tevens benoodigd is voor het maken
van den oprit, mag worden aangenomen,
dat de gemeente te dezer zake weinig of
niets meer behoeft uit te geven.
d. de gemeente betaalt verder als vergoe
ding van de kosten van onderhoud en be
diening van ue Spanjaardsbrug aan de pru-
vincie jaarlijks een bedra-g van 900.
Gevolg van deze regeling zal voorts zijn,
dat ook de uitkeeringen aan de gemeente
Alkemade van de vaste jaarlijksche som
van 500.en van het bedrag, dat de
pachtsom hocae; is dan 700.—, vervallen
Volledigheidshalve teekenen wij hierbij ten
slotte nog aan, dat de tolpachterswoning
aan den Zijldijk buiten cle transactie valt
en derhalve eigendom van Leiden blijft.
Vermits echter de nieuwe brug meer naar
het noorden zal worden omgelegd, moet ten
behoeve van het maken van den oprit aan
den Leiderdorpschen kant over dit huis
worden beschikt. De Provincie zal daartoe
te zijner tijd het perceel van de gemeente
koopen, terwijl clan de kosten van den aan
koop zullen worden gebracht tot die uit
gaaf voor de brugvernieuwing, in welke de
gemeente een derde tot een maximum van
50.000.— betaalt.
Uit de in de Leeskamer ter vijne liggen
de stukken, waaronder een vérgelijkend
financieele overzicht van den bestaanden
toestand en den nieuwen toestand, blijkt,
dat de bovenomschreven regeling, in haar
geheel genomen, mede uit een geldelijk oog
punt, voor de gemeente alleszins aanneme
lijk is. Voorts zal de bestrijding van de
werkloosheid daarmede zeer worden ge
diend; niet slechts moet een nieuwe brug
met opritten worden gemaakt, maar ook
de oever verdedigingen langs het geheele
vaarwater de Zijl zullen tot de verruiming
van werkgelegenheid bijdragen. Het is
overbodig daarnaast nog te wijzen op het
greote voordeel, dat deze regeling het be
gin beteekent van het verdwijnen van den
hoogst ongewenschtsn toestand, volgens
welken de gemeente wegen en bruggen te
haren laste heeft, die buiten haar territoir
zijn gelegen en waarover zij dientengevolge
geen publiekrechtelijke beheersbevoegd
heden kan uitoefenen. Van te meer belang
is dat in easu, waar, gelijk reeds werd op
gemerkt, de Spanjaardsbrug in een zoo
danigen toestand verkeert, dat een alge
heele vernieuwing niet kan uitblijven en de
gemeente, hoewel zij daartoe wel het minst
aangewezen lichaam is, voor het feit zou
worden gesteld zelf een dergelijke kostbare
voorziening te treffen.
Ook de Commissies van Fabricage en van
Financiën achten de transactie aanvaard
baar.
UITBREIDING AMBACHTSSCHOOL.
Kosten /9S.900.—Voor de
gemeente hoogstens 30.000.
Gelijk bekend is, kan in de laatste jaren
niet worden voldaan aan alle aanvragen om
toelating tot de Ambachtsschool. Sind3
eenigen tijd worden dan ook door het be
stuur der school pogingen aangewend, om
tot uitbreiding van het gebouw der Am
bachtsschool te geraken.
Het verheugt ons zeer aldus B. en
W. aan den.Raad dat de tusschen het
bestuur en den Minister van Onderwijs ge
veerde besprekingen thans tot het resultaat
hebben geleid, dat de Minister de door het
bestuur voorgenomen uitbreiding van de
•schoollocaliteit heeft goedgekeurd-. Aange
zien vergrooting van het gebouw niet mo
gelijk bleek, is het bestuur voornemens,
aan den Haagweg tegenover de Ambachts
school een geïjoinv te stichten, dat o.m. vijf
leslokalen zal bevatten.
Nu inmiddels de aanvankelijke begroo
ting ad 124.000.— is teruggebracht tot
pl.m. 99.900.— heeft de Ministeè toegezegd
de kosten tot het bij de Nijverheids Onder
wijswet bejiaaldo gedee'te van 70 pet. voor
rekening van het Rijk te zullen nemen. Aan
die toezegging heeft de Minister de voor
waarde verbonden, dat het geheele bedrag
van de kosten ten laste van den dienst
1931 zal komen, zoodat derhalve het Rijk
zijn aandeel in die kosten ad 70 pet. en de
gemeente haar aandeel ad 30 pet. in eens
zullen moeten uitkeeren.
Naar de meening van B. en W. bestaat
hiertegen geen bezwaar. Slechts tnecacn
wij, dat de gemeente aan hare medewer
king de voorwaarde moet verbinden, dat
de ten laste van de gemeente komende kos
ten het bedrag van 30.000.— niet te boven
zullen gaan.
VERBOUWING CENTRALE SCHOOL.
Kosten 53.500.
Reeds eenigen tijd geleden bleek B. en
W., dat het schoolgebouw aan cle Oude
VestCaeciliastraat, waarin de Centrale
school voor het 7e en 8e leerjaar is gehuil
vest,, verschillende gebreken vertoont, wel
ke voorziening vereischen.
Aanvankelijk waren B. en W. van mee
ning, dat op betrekkelijk eenvoudige, wei
nig kostbaie wijze een bevredigende toe
stand kon worden verkregen. Bij nadere
beschouwing kwamen zij echter tot de
overtuiging, dat een meer ingrijpende ver
bouwing noodzakelijk was.
VRAAGT VOORAL
l/AADT HOLLANDSCH-
KUUPI ZWITSERSCHE
Het ligt in de bedoeling de Centrale
school tijdens de verbouwing onder te
brengen in het oude schoolgebouw aan de
Mare.
De aan de uitvoering van het verbou
wingsplan verbonden kósten worden ge
raamd op 44000.—, waarbij nog komt
ƒ6500.voor meubilair en pl.m. ƒ3000
voor de inrichting van het gebouw aan de
Mare, in totaal derhalve 53500.
Katholieke School Pelikaanstraat.
Het bestuur van de R. K. Parochiale Jon
gensscholen heeft verzocht, de benoodigde
gelden beschikbaar te stellen voor hel
aanbrengen van een tweetal closets en uri
noirs in de school voor g.l.o. aan de Peli
kaanstraat 20, waarvan de kosten zijn ge
raamd op 700.
Deze kosten behooren niet tot de onder-
houdsuitgaven, welke moeten worden be
streden uit de in artikel 101 der Lager On-
derwenswet 1920 bedoelde exploitatiever
goeding.
Aangezien het schoolbestuur bij zijne
aanvrage de wettelijke voorschriften in
acht heeft genomen, geven B. en W. den
Raad in overweging, het verzoek in te wil
ligen.
Bijbouw Gymnasium.
Toen bij den aanvang van den cursus
1930/31 het eerste leerjaar van het Gym
nasium in drie afdoelingen moest worden
gesplitst, bleek het nog mogelijk, zij het
dan ook niet zonder bezwaar, een regeliug
te treffen, waarbij alle klassen in hei Gym
nasiumgebouw konden worden onderge
bracht. De overweging, dat de tegenwoor
dige toestand, waarbij één klasse met over
een vast lokaal kan beschikken, niei be
hoort te worden bestendigd, alsmede de
omstandigheid, dat vermeerdering van het
aantal klassen in het eerstvolgend school
jaar niet is uitgesloten, brachten het Col
lege van Curatoren er toe B. en W. te ver
zoeken om te zien naar eene uitbreiding
van de lesruimte voor het Gymnasium.
Aangezien met een permanente vergroo
ting van het Gymnasium te veel tijd ge
moeid zou zijn, om tegen 1 September a.s.
te kunnen voorzien in de oogenblikkelijke
behoefte aan leslokaliteit en het niet vol
doende vaststaat, dat permanente vergroo-
grooting van het Gymnasium reeds thans
als absoluut noodzakelijk moet worden be
schouwd, hebben B. en W. gemeend de
Raad daartoe, althans voorloopig, nog niet
te moeten adviseeren, doch in overweging
te moeten geven door z.g.n. senii-perma-
nenten bijbouw tot vermeerdering van les
lokalen te geraken.
Heb te dien einde door den Directeur
van Gemeentewerken opgemaakte pian
voor een houten schoolgebouwtje op stee-
nen voetingmuren en betonfundeeringspla-
ten en met betonnen bodemafsluitingen en
steenen kachelnissen en schoorsleenen, be
vat twee leslokalen en verdere ruimten en
zal door een overdekten gang in verbinding
staan met het Gymnasiumgebouw. Het ge
bouwtje kan niet geheel worden geplaatst
op het bij het Gymnasium behoorende open
terrein, zoodat het noodig is van het Rijk
de beschikking te verkrijgen over een ge
deelte van het van der Werf park ter g-uot-
te van pl.m. 80 M2. Op grond van verkregen
inlichtingen mag worden aangenomen, dat
de daartoe van Rijkswege vercischte toe
stemming zal worden verkiegen.
De kosten van stichting, ineubileering en
inrichting van het gebouwtje wordeu ge
raamd op 11.200.
Ontslag Stadsgeneesheer A. Kist.
Tegen inwilliging van het verzoek van
den heer A. Kist, om ontslag als Stadsge
neesheer, bestaan noch bij de Commissie
voor den Geneeskundigen- en Gezondheids
dienst, noch bij B. en W., bedenkingen.
De ontslag-aanvrage van den heer Kist
luidt als volgt:
Den Gemeenteraad van Leiden ver
zoek ik niet veischuldigden eerbied mij
tegen 1 Juni a.s. ontslag te verleenen als
Stadsgeneeskundige.
Van deze gelegenheid wensch ik ge
bruik te maken, Uw college er op te wij
zen, dat, sedert de inwerkingtreding van
den geneeskundigen dienst, in vergelij
king met vroeger, de positie der Stads-
geneesheeren, volgens het oordeel der
meerderheid der betrokken art9?n, der-
mate onaangenaam is geworden, dat liet
hun zeer bezwaarlijk is geworden het,
vaak moeilijk, ambt met de noodige oo-
gewektheid te vervullen.
Wanneer ik bovendien onder uw aan
dacht breng de, volgens de mcening dcr
vier oudste Stadsgcneesheeren, treuri
ge salarieering, welke uw college met
ingang van 1 Jan. 1928 voor die amb
tenaren heeft vastgesteld, dan zal uw
college het mij ten goede moeten hou
den, dat het niet met leedwezen is Jat
ik, na een diensttijd van ruim 30 jaar.
thans wegens gezondheidsredenen ver
zoek uit mijn functie ontslagen te wor
den.
Overname grond.
In verband met bebouwing ter plaatse,
moeten eenige strookjes grond en water
aan de gemeente worden overgedragen.
B. en W. stellen den Raad mitsdien voor
te besluiten kosteloos in eigendom en on
derhoud bij de gemeente over te nemen:
a. van Th. C. J. den Hollander, te Lei
den, het strookje grond, ter grootte van
pl.m. 16 M2., gelegen aan de Kooilaan;
b. van P. Dubbelaar, te Leiden, het
strookje grond, ter grootte van pl.m. 0.7
M2„ gelegen aan de Geerestraat, heek
Gortestraat;
c. van L. N. den Older, te Leiden, het
strookje grond en sloot, ter grootte van
pl.m. 11 M2., gelegen aan de Rijn- en Schie
kade.
TWEEDE BLAD PAG. 7
Verhuring pand.
Bij raadsbesluit van 21 Mei 1928 werd
de bovenverdieping van het perceel Nieuwe
Mare No. 15 thans genummerd Lammer
markt No. 67 voor den tijd van drie ja
ren verhuurd aan den Armenraad, alhjer.
Deze huur eindigt op 1 Augustus a.s.
Na met den huurder gevoerde corres
pondentie heeft deze zich bereid verklaard,
de huur tegen den geldenden huurprijs van
500.per jaar voor den tijd van een jaar
te continueeren, met stilzwijgende verlen
ging van jaar tot jaar.
Verbindingsbrug Vischpoort.
Van de N.V. Leidsche Manufacturenhan
del van Vroom en Drcesmann is bij B. en
W. het verzoek ingekomen te bevorderen,
dat de Raad haar vergunning verleent tot
het maken van een verbindingsbrug ovor
de Vischpoort. Het is do bedoeling een van
de buitenlucht afgesloten verbinding te ma
ken tusscheÈ de aan weerszijden van do
Vischpoort gelegen perccelen der N.V.
Maarsmanssteeg No. 7 en Aalmarkt No. 26
ter hoogte van de eerste verdieping dier
perceelen.
permits de Vischpoort, waarover zich
reeds twee overbruggingen bevinden, een
doodloopend weggedeelte is, uitsluitend
voor dc aangrenzende perceelen van be
lang, bestaat, aldus B. en W., uit een oog
punt van welstand togen het maken tan
een derde overbrugging geen bezwaar. Uok
bij de eigenaren van de aangrenzende per
ceelen ontmoet de gevraagde overbrugging
geen bedenking.
Onder opmerking, dat voor do brug eeno
jaarlijksche recognitie van ƒ40 verschul
digd zal zijn, geven B. en W. den Raad in
overweging, het verzoek in te willigen.
Geschil tusschen Gemeentebestuur en
N. Z. H. T. M.
Bij raadsbesluit van 23 December 1909
zijn vastgesteld de voorwaarden, waaron
der aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tram
weg Maatschappij te Haarlem concessie is
verleend tot het hebben en exploiteeren
van een tramverbinding met bovengrjad-
sche electrische beweegkracht, binnen de
Gemeente Leiden, welke voorwaarden de
N. Z. H. T. M. heeft aanvaard.
Artikel 22 der voorwaarden van die con
cessie luidt als volgt:
„Het onderhoud van den tramweg en alle-3
„wat daartoe behoort, heeft plaats ten ge-
„noegen van Burgemeester en Wethouders
„door en op kosten der Maatschappij.
„De kosten van onderhoud van de bestra
ling, verharding en brugdekken tusschen
„de spoorstaven en van de strooken langs
„de buitenzijde der spoorstaven, over een
„breedte van 0.50 Motor, worden door de
„Maatsclrappij aan de Gemeente vergoed.
„De Maatschappij is gehouden aan de
„door Burgemeester en Wethouders aan te
„wijzen personen vrije toegang te verlee-
„nen tot hare werkcui en inrichtingen zoo-
„wel binnen als buigen--de Gemeente",
Over de beteekenis en uitlegging van
deze bepaling is tusschen B. en W. en do
Directie der Maatschappij geschil ontstaan.
In den loop van het jaar 1928 vorderde
het onderhoud vau den Hoogen Rijndijk,
waarover dc stadstram, door de Maatschap
pij geëxploiteerd, loopt, dat deze moest
worden voorzien van eon nieuwe klinker-
bestrating, omdat de oude klinkerbcstra-
ting, zoowel die tusschen de spoorstaven
en op do strooken langs de buitenzijde der
spoorstaven over een breedte van 50 c.M.,
als die buiten deze strook gelegen is, on
bruikbaar en slecht geworden was.
De Hooge Rijndijk is toen van Gemeente
wege van een nieuwe klinkerbestrating
voorzien.
Het College van B. en W. stelt zich met
den Directeur van Gemeentewerken op het
standpunt, dat het onderhoud van oen
klinkerstraat vordert, dat oezc straat van
tijd tot tijd van een nieuwe klinkerbestra
ting wordt voorzien.
De Directie van de N. Z. H. T. M. is eeh-
ter van meening, dat „onderhoud" en „ver
nieuwing1, twee afzonderlijke begrippen
vormen, dat althans in het onderhavige
geval, waar de aanwezigheid en het gebruik
van tramspoor in de bestrating slechts aan
leiding geven kunnen tot verzwaring van
het ondorhoud als afzonderlijk begrip, een
algemeene \ernieuwing van de bestraling
niet tot den onderhoudsplicht van de Maat
schappij mag worden gerekend.
Volgens de Maatschappij mogen de kos
ten van nieuw bestratingsmateriaal lus-
schen langs de sporen niet te haren laste
gebracht worden, maar slechts de zuivere
straatkosten inet 'n normaien bijslag voor
inboeting.
Volgens de opvatting van B. en W. heeft
de Gemeente van de Maatschappij te vor
deren 12607.09, terwijl de Maatschappij
van mcening is tot betaling van slecnts
7740.96 verplicht te zijn, zoodat een ge
schil bestaat over een bedrag van ƒ4806.13.
B. en W. acht het, ook voor de toekomst,
van belang, dat de Gemeente haar stand
punt handhaaft en daarover een beslissing
uitlokt. Volgens artikel 16 der concessie
voorwaarden moeten alle geschillen tus
schen de Gemeente cu de Maatschappij
beslist worden door drie scheidsrechters,
door partijen in gehieen overleg te benoe
men, of, indien bedoeld overleg tel geen
overeenstemming heeft geleid, binnen vier
weken, nadat de eeno partij de anckre bi.
aangeteekenden bief heeft uitgenoodig
tot benoeming over te gaan, door den bc
voegden rechter.
De Directie van de N. Z. H. T. M. is be
reid het geschil aan het oordeel van
scheidslieden te onderwei pen en B. en W.
meenen te mogen aannemen, dat partijen
het over de te benoemen scheidslieden
eens zullen worden. Moch dit laatste niet
het geval zijn, dan zou de Rechtbank te
Haarlem volgens artikel 624 van hei Wet
boek van Burgerlijke Rechtsvordering
scheidslieden moeten benoemen.