KALENDER DER WEEK
Financiën en Economie
ZATERDAG 6 JUNI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
Inktkookers, schyfgery en stoelen hard
gesmeten,
De schrick sloeg m' om het lyf, ick wil
het heusch wel weten.
Gedenck eens, welck een schrick myn
slaeprigh hart beving,
Myn hair dat rees te bergh en aen een
yeder hing
Een druppel nats: het zweet begon my
uyt te brecken.
Myn lyf werd kil als ys. Ick wou en kon
niet spreecken.
't Bedaerde laugzaem, de vergaederingh
ging door,
Ick bracht het plan-Dudok, ma er niemant
stemde voor.
Toen schoot ick uyt myn droom en opende
myn oogen,
Ick voelde my beangst en in mijn hoop
Vernietigd is myn hoop, het zij u niet
verheeld,
Dat is het datme steurt en in de zinnen
speelt.
AREND GOSLINGA.
Hy is verbouwereert.
GOZEWYN TEPE.
Ick zie het ook, dat is-ie.
BADELOCH BAKHUYZEN.
filechts een hoop heb ick nogh en dat is
de oommissie,
Die ick heb voorgesteld. Dat spaert ons
Veder tyt,
Missohien raeck ick dan ooc-k dit
schrickbeeld weder kwyt.
AREND GOSLINGA.
Kom, gord u tot den stryd, nogh is er
niets verloren,
Zy zullen straks van my ook nogh een
woordje hoor en.
Wy wercken oock voor 't heyl van onze
goede sbadt,
En zullen 't blyven doen, ter dood toe
afgemat.
REY VAN BURGERS.
VYaer werd oprechter trouw
Dan tusschen jullie nou
Ter weereld oit gevonden?
Het is hartroerend als ick zie
De burgervader vast verbonden
Met d' and're drie.
Daer zoo de liefde viel
Smolt vriendschap ziel met ziel
En hart met hart te gader.
En zie de houders van de wet,
Ze loopen allen achter Vader;
Straks komt de pret.
VYFDE BEDRYF.
EERSTE BURGER.
Het spel is aen den gang, zy zyn nu aen
het praeten,
Er hangt een wolck va-n roock. Wij
wachten hier gelaeten,
Aen het bordes van 't Nut op ,d' uyt-slag
van 't geschil.
TWEEDE BURGER.
Nou, als je dan nog maer een poosje
wachten wil,
Want zyn ze aan den gang. kyek maer
es door de ruyten,
Dan staet hun mond niet stil, dan zyn
ze niet te stuyten.
't Gaet in de Raetszael net precies als in
de soos:
Heeft iemand daer het woord dan houdt
hy het een poos.
EERSTE BURGER.
Wat zien we tegemoet?
Hoe zal dit spel beënden.
TWEEDE BURGER.
'k Ben doodelyck benieuwd. Dat ick den
uytslag kende.
EERSTE BURGER,
Als die commissie komt, dan zyn we nog
niet klaer.
TWEEDE BURGER.
Dan wachten we opnieuw weer twee en
hallef jaer.
BODE.
Gelief uw luid geroep van woorden wat
te remmen,
't Geschil loopt op zjrn end, de heeren
gaen aen 't stemmen.
TWEEDE BURGER.
Hoe zal het met de keus der wyze heeren
staen?
EERSTE BURGER.
'k Geloof het is geschied, daer komen ze
al aen.
Hoor toe wat luyd gejuich, wat jubelen
en roepen;
Zy zyn geagiteerd en wandelen in groepen.
Wie ziet er daer zoo bleek?
TWEEDE BURGER,
Dat, is de opperheer.
BADELOCH BAKHUYZEN.
Och broeders laetme los.
AREND GOSLINGA.
Hoe is 't?
BADELOCH BAKHUYZEN.
'k En kan niet meer.
HOPMAN HUURMAN.
't Is schitterend gegaen, laet luyden alle
klokken,
Gewonnen is het pleyt en Dudok is
vertrokken.
BURGERS.
Hoera! 't Is aen zyn end!
EERSTE BURGER.
Hé, broeders hoor je dat?
Hier geen sigarenkist, 't karwei is
end'lyk plat.
HOPMAN HUURMAN.
Wy hebben er ook hard en hevig voor
gevochten,
Maer nu wordt onze stadt geluckig niet
gesjochten.
DIEDERICK MANDERS.
Wat zat die Badeloch daer treurende
ter neer
Toen d' uytslagh was bekend en Dudok
nimmermeer
Zich binnen deze streeck zal durven te
vertoonen.
EERSTE BURGER.
Heel Leyden zal uw daad zeer vorstelyck
beloonen.
Was er weer een commissie op ons dak
gestuurt,
Da-n had het zeeker nogh een jaer of
tien geduurt.
TWEEDE BURGER,
't Is sneu voor Badeloch, daer alles loopt
verloren.
EERSTE BURGER.
De liefde voor zyn plan is yeder
aengeboren.
TWEEDE BURGER.
Maer Dudok gaet nu heen en nimmer
keert hy weer.
EERSTE BURGER.
En voor ons Raethuys komt na hem een
and're heer.
(UYT).
In deze „Gijsbrecht" geschreven
op Vondel's beroemd dichtwerk toonen
wij ons geen vriend van de architectuur-
Dudok.
De toon en aard van een werk als "dit
brengen vele overdrijvingen met zich, die in
een dichtstuk nu eenmaal gebezigd wor
den en geoorloofd schijnen te zijn en wij I
zelf zouden vele meeningen en uitdruk
kingen in ernstiger proza niet durven
neerschrijven.
Het voorstel om ir. Dudok plannen voor
den Stadhuisbouw te laten ontwerpen is
indertijd uitgegaan van het college van
B. en W., dat unaniem in deze was. Deze
eensgezindheid schijnt nu niet meer te
bestaan, maar omdat hierna niets meer
officieel hierover is bekend geworden is
dit stuk op deze eensgezindheid geba
seerd. Niet alle leden van B. en W. en
den Raad treden in dit stuk op, zelfs niet
allen, die een meer of minder groote rol
bij de discussies hebben gevoerd. De zwij
gende rol is een dichterlijke vrijheid,-die
aanleiding vindt in een komische tegen
stelling, maar die het zij erkend niet
met de werkelijkheid overeenstemt.
Tr.
AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND
Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen
en mededeelingen te richten aan één der redactieleden: Mejuffrouw Jo van der
Laan, Rijnsburgerweg 20, Leiden; Zr. 1. van den Abeelen, Willem de Zwijger-
laan 25, (Jegstgeest; Mevr. FehmersBoerKnottnerus, Warmonderweg 37.
ZATERDAG 6 Juni 1931. Feestdag van
St. Bonifacius, medepatroon van het bisdom
van Haarlem.
Sint Bonifacius, de „Germaansche bal
ling", die de duistere wouden van Germanje
heeft verlicht met puur-Roomsch, licht, werd
omstreeks 6S0 te Kyrton in Engeland gebo
ren. Reeds als vijfjarige knaap, werd hij in
een naburig klooster ter opvoeding opgeno
men. Later verhuisde hij naar het klooster
Nhutxelle voor de sudie der hoogere we
tenschappen, en werd na volbrachten stu
dietijd aangesteld tot leeraar in de kloos
terschool. Het zou ons te ver voeren hier
een uitvoerige levensbeschrijving te geven
van deze ons allen bekende Heilige. Wat
voor ons, Hollanders, van zoo groot be
lang is, en waar wij den H. Bonifacius zoo
onuitsprekelijk dankbaar voor moeten zijn,
is de groote apostolische liefde, die Hij
toonde voor ons land. Wij noemen Hein de
„Friesche" Heilige, maar toentertijd scheid
de de Zuiderzee I nesland en Holland nog
niet en de geschiedenis leert ons ook, dat
Noord- en Zuid-Holland drie jaar lang zijn
vruchtbaar arbeidsterrein is geweest, La-
ter is hij door Z. H. Paus Gregorius II aan
gesteld en gewijd als bisschop van Duitsch-
laud. Op drie en zeventig-jarigen leeftijd
kwam hij echter weer in ons land terug
voornamelijk in Friesland arbeidend. Vele
duizenden nam hij door het Doopsel in de
H. Kerk op. Dit groot succes wekte den
haat van het opperhoofd der oostelijke
Friezen. Toen Bonifacius op den 5den Juni
755, bij het gehucht Dokkum den neophie-
ten het Vormsel zou toedienen, werd hij
door een woest-aanstormende bende heid-e-
nen overvallen en gedood. Met hem ontvin
gen nog twaalf mede-apostelen de glorie
volle martelarenkroon.
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
Op Donderdag 11 Juni a.s. des morgens
ten 8 uur zal in de Petruskerk een H. Mis
worden opgedragen voor de zielerust van
mej. M. Swart, als bestuurslid van de Vcr-
eeniging „Hulp in de Huishouding en de
Baby", onderaf deeling van den R. K. Vrou
wenbond.
Op Zondag 14 Juni a.s. des morgens ten
8 uur zal in de Lodewijkskerk voor hare
zielerust een H. Mis worden opgedragen
vanwege den R. K. Vrouwenbond.
Propaganda. Dank zij het ijverig en vol
hardend werken der propagandisten wordt
het ledental steeds grooter. Toch kan het
nog grooter zijn en moet het nog grooter
zijn. Er zijn nog vele R. K. vrouwen, die
buiten onzen Bond staan. Dat mag niet
Geef u daarom, wanneer ge nog geen lid
zijt, reeds terstond op, ofwel bij de propa
gandisten, wanneer zij u bezoeken.
Winterprogram. Welke onderwerpen zmt
u graag in den aanstaanden winter behan
deld? Wat voor cursussen wensoh u? Waar
omtrent hebt u graag een demonstratie?
Wie bijzondere verlangens heeft, wie iets
weet voor het winterprogram, geve dit op
aan mevr. Manders-Vermeulen, Oegstgees-
terlaan 12, Tel. 292.
Verhuizingen. Vriendelijk verzoek in ge
val van verhuizing terstond hiervan kennis
te geven bij het bestuur, zoo mogelijk bij
de secretaresse, mej. M. M. van der Meer,
(Jegstgeest, Nassaulaan 6 of bij de pen-
ningmeesteresse, mevr. J. Witte-Hessels,
Hoogewoerd 179.
Gevonden voorwerpen. Op het jaarfeest
van de Propaganda club zijn gevonden een
zakdoek en een potlood. Terug te bekomen
bij mevr. Wittë-Hesseis.
DE VEREERDERS VAN DE HEILIGE I
SARA.
De Meimaand, waarnaar een ieder ver
langend uitziet, om het opnieuw herleven
der natuur te kunnen gadeslaan, te genie-
ten van kleur en geur, doet de zigeuners
van alle landen optrekken naar het ver
weerde dorpskerkje Saintes Maries aan de
Middellandsche zee, om aan de voeten van
de beeltenis der Heilige Sara, hun kaarsen
te offeren en Haar hulp in te roepen voor I
al hun nooden en behoeften. Van heinde en
ver komen de zwervers zonder vaste woon-
plaats, gebruind door de zon, gehard door
weer en wind, zorgeloos, zonnig, heftig, i
met weinig tevreden en toch veeleischend. I
De vereering van de Heilige Sara is een
vast punt in hun bestaan, de bedevaart
naar Saintes Maries, een jaarlijksch teiug- i
keerende weloverwogen daad. Luid bidden
de, schreeuwende, met veel beweeg van
handen en voeten, het gelaat verstard, of
fel oplichtend, smeeken ze hun wonder
lijke nooden af, ónder het offeren van on
telbare waskaarsen. Wie is de heilige
Sara
Ze moet de dienstmaagd geweest zijn van
de Heilige Vrouwen Maria van Jacobus en
Maria Salome, die voor twintig eeuwen uit
Palestina zijn gevlucht en bij Saintes Ma
ries, het,dorp dat naar de Heilige Maria's
genoemd is, landden. Trouw heeft Sara
haar beide meesteressen gediend, overal
met hen medetrekken.de. Haar gebeente,
eerst in de 15e eeuw gevonden, is in een
glazen sohrijn uitgesteld en trekt vele ver
eerders. Op haar feest beginnen de gods
dienstplechtigheden al reeds te midder
nacht met innige toewijding en groote in
teresse meegeleefd en gevolgd door de
zwervers en zwerfsters, die zich nauw ver
want voelen aan deze heilige zwerfster uit
vroeger eeuwen. Na de feestelijkheden die
besloten worden met een processie, trekt,
jong en oud weder de groote wereld in om
tegen de volgende Meimaand, zich weer op
te maken, naar dat sohoone land, met een
nog schooner doel voor oogen.
Z. v. d. A.
IS APOLOGIE NOODZAKELIJK VOOR
DE VROUW?
Aldus het opschrift van het artikel waar
mee „Het Sohild" van deze maand opent,
en het onderopschrift luidt: „Ja meer dan
ooit".
Inderdaad, zeker in onze dagen moet de
vrouw, moet de moeder haar geloof kennen,
door en door, en het tegen moeilijkheden
kunnen verdedigen. Wij veroorloven ons
eenige gedeelten uit het artikel aan te
halen:
„Vroeger hebben mannen en vrouwen de
wetenschap van God en het Zijne bestu
deerd om God. Meer dan vroeger voelt de
vrouw van dezen tijd de noodzaak om de
wetenschap van God te bestudeeren om
wille van haar zelve. Meer dan vroeger is
het nu in dezen tijd de hooge plicht der
vrouw om Gods wetenschap te bestudee
ren terwille van den evennaaste.
Er waren tijden, waarin de vrouw zich
geen rekenschap gaf van haar gelooven en
waarin haar geen rekenschap van haar ge
looven gevraagd werd door anderen. Uit
de huiskamer haar domein tot voor niet
veel jaren geleden trad de vrouw in de
openbaarheid. Zij kwam in aanraking met
veel, dat haar tot dan toe vreemd was ge
weest zijzelf is zich „waarom" gaan vra-''
gener waren anderen, die dezelfde vraag
stelden aan haar. Tegenover het nieuwe
leven, dat zij ontdekte en dat haar vee!
zou schenken, ging zij haar oude bezit op
nieuw schatten. Zij ontving rijke gaven
en het nieuw-geschonkene werd getoetst.
Maar zij ging ook geven en zij leerde de
waarde van haar eigen gaven; een schoon,
oud, deugdelijk, onvervalscht bezit, hoog
van waarde.
De mensoh van dezen tijd ziet, hoe de
grondslagen wankelen, hoe alles, wat een
maal onwrikbaar stond, is gaan verschui
ven en verbrokkelen, hoe de ontkenning
van ieder gezag leiden moet tot een volsla
gen anarchie, de anarchie des geestes
De vrouw trad de gemeenschap in. Het
zij in fabriek of op atelier, hetzij op kantoor
of in de groote magazijnen, hetzij in de
gehoorzalen der universiteiten of in de stu
diezalen der bibliotheken, hetzij als sociale
werkster, hetzij als society woman en in
de katholieke vrouw ziet de ongeloovige
van dezen tijd de uitzondering in dit ge
compliceerde, wrakke stuk geschiedenis,
dat wij maken, wijl haar leven gebouwd
werd op hechten bodem.
„Waarom" wordt haar gevraagd van
buiten-af, evengoed als zij 't zioh eenmaal
zelf afvroeg. Dan moet zij antwoord
kunnen geven. De niet-geloovige, die
onderzoekt en tast naar waarheid met zijn
subtiele, scherpzinnige onderscheidingen,
vraagt „waarom".
De scepticus, die de tegenstelling ziet
tusschen haar vast gericht leven in een om
geving, waar klles wankelt en verschuift,
zal haar vragen naar het „waarom" van
haar moraal.
Er is maar één antwoord; God.
De vrouw in het volle leven zal intel
lectueel moeten kunnen antwoorden, waar
om zijn gelooft, zij zal dat geloof weten
schappelijk moeben kunnen verdedigen, de
moeilijkheden, die er gemaakt worden, moet
zij kennen, om ze te kunnen weerleggen, de
vragen, die er gesteld worden, kunnen be
antwoorden, de problemen, die er gesteld
worden, kunnen begrijpen, doorvoelen
vooral, wil zij kunnen geven van de schat,
die de hare is. Zij moet kennis hebben van
God en Zijn zaak, omwille van den even
naaste.
Staande in het volle leven, heeft de
vrouw geloofskennis noodig. Eéne is er, wie
die kennis vóór alles niet ontbreken mag,
wijl zij de behoedster is van den mensoh der
toekomst, de moeder. Als de crisis van
onzekerheid aanbreekt in het leven van den
jongen mensch, de tijd, waarin de zware
kamp om God gestreden wordt, dan moge
de moeder daar zijn om haar jongen of
haar meisje bij te staan. Zijn er veel jon
gens en meisjes, die in dezen tijd kunnen
spreken met moeder, omdat moeder b e-
g r ij p t, wat er in hen strijdt om licht?
Ik weet niet of er veel is, dat den gou
den band van het vertrouwen en de liefde
tusschen moeder en kind zóó sterk smeedt
als dit oogenblik, wanneer moeder dan in
staat is om te begrijpenom bij te
staan.
Zij moet kennis hebben van de weten
schap van God en het Zijne terwille van
haar kind".
Tot zoover schreef Irma Meyer. Het
stukje is het waard door ons, katholieke
vrouwen, vooral moeders, goed ter harte
te worden genomen. Nog maar al te veel
wordt gedacht, dat wat godsdienst en
godsdienstkennis betreft het onzen kinde
ren in school en catechismus wel zal wor
den bijgebracht en wij zelf hot niet zoo
precies behoeven te weten. Laten we van
dat standpunt, zoo we er nog staan, toch
direct afstappen. Op de allereerste
plaats heeft het kind noodig, dat z'n ouders
hem kunnen helpen als het in moeilijkhe
den komt op geestelijk gebied, dat z'n
ouders meeleven mot hun tijd, meeleven
met. de verschillende stroomingen, die een
kinderziel kunnen in beweging brengen.
Een exemplaar van den catechismus mag
in geen gezin ontbreken, maar een ieder
kan zich niet de „Verklaring van den ca
techismus" door Potters aanschaffen, hoe
wel dit een heerlijk standaardwerk is, om
ons geloof te bestudeeren.
Met meer aandrang raad ik u aan, zoo
de kennis, de verdediging en de verkondi
ging van ons geloof u ter harte gaat, een
abonnement te nemen op „Het Schild.", 't Is
een maandblad en kost slechts 3 's jaars.
Proefnummers worden u gaarne gratis toe
gezonden door het Propaganda-secretariaat,
Oranje Nassaulaan 16 's Hertogenbosoh. De
nieuwe jaargang begint 1 Juni.
J. F.
N.B. In deze week dagelijks Gloria en
Credo. Tot en met Donderdag de Prefatie
van Kerstmis. Vrijdag en Zaterdag van het
H. Hart. Behalve Zaterdag. Kleur. Wit.
ZONDAG 7 Juni. Zondag onder het oc
taaf van H. Sacramentsdag. Mis: Factus
est. 2e gebed v. h. octaaf.
Door een voortdurend herhalen van de
groote levenslessen, welke de Leeraar der
Waarheid, de groote Menschenkenner en
Zijne Apostelen hebben naglaten tracht de
H. Kerk het door den Geest ingestorte ge
nadeleven tot bloei te brengen. Vandaag
wijst zij ons op de liefde „het eerste en
voornaamste gebed in de Wet". Uit liefde
heeft de Heer ons verlost uit den geestelij
ken nood en ons geschonken het bovenna
tuurlijke zieleleven. (Introitus; Epistel). Om
dat leven wil Hij onze Spijze zijn in het Al
lerheiligste Sacrament en hoe verlangt Hij,
dat wij die Spijze nuttigen (Evangelie).
Geven wij gehoor aan die liefdevolle uitnoo-
diging door als aanzittenden aan den God-
delijke-n liefde ma altijd Zijn huis te vullen.
Daar zullen wij genezen worden van onze
gebreken (Graduale; AllelujaversOfferto
rium). Daar zal ons gebed verhoord wor
den: „Wij wilen U voortdurend beminnen
o Heer" (Introitus). „Geef ons Uw altijddu
rende liefde" (Gebed). Daa-r zullen wij lee-
ren beoefenen de zoo heerlijke, daadwerke
lijke naastenliefde waartoe de H. Apostel
der liefde ons opwekt (Epistel).
MAANDAG 8 Juni. Mis v. d. dag onder
het octaaf: Cibavit (als op H. Sacraments
dag). 2e gebed ter eere van Maria (Conce
de); 3e voor Kerk of Paus.
DINSDAG 9 Juni. Mis als gisteren. 2e
gebed v. d. H.H. Primus en Felicia-nue, Mar
telaren; 3e ter eere van Maria.
WOENSDAG 10 Juni. Mis als op Maan
dag. 2e gebed v. d. H. Margarita; 3e ter
eere van Maria.
DONDERDAG 11 Juni. Octaafdag van
H. Sacramentsdag. Mis: Cibavit. 2e gebed
v. d. H. Barnabas, Apostel. SequensLauda
Sion.
VRIJDAG 12 Juni. Feestdag van het Al
lerheiligste Hart van Jesus. Mis: Cogitati-
ones. „Met. een eeuwige liefde heeft God
ons liefgehad. En daarom heeft God, mensch
'geworden en hangende aan het kruis, ons
getrokken in medelijden tot Zijn Goddelijk
Hart. En daaróm moeten wij gaan, wij al
len, die belast en beladen zijn tot Jesus' H.
Hart. Het zal ons een verkwikking zijn. Wij
allen moeten als echte kinderen Gods, ons
hart, onze wederliefde geven.
ZATERDAG 13 Juni. Mis v. d. H.H. Bo-
nifatius en Gezellen Martelaren: Sapien-
tiam. 5e gebed v. d. H. Antonius van Padua;
3e v. h. H. Hartoctaaf. Kleur: Rood.
Te Kyrton in Engeland geboren stak Win-
fried, later Bonifatius geheeten, vol zielen
ijver naar ons vaderland over en landde te
Wijk bij Duurstede in 716. Daar zijn arbeid
zonder vrucht bleef, keerde hij naar Enge
land terug. Onder gunstiger omstandighe
den en met Pauselijke zending predikte Bo
nifatius een r>aar jaren later in het land der
Germanen. Na den dood van den H. Bis
schop Willilbrord nam Bonifatius de zorg op
^ich voor het Utrechtsche Bisdom. Op een
vormreis werd hij met zijn gezellen nabij
het tegenwoordige Dokkum door een bende
heidenen overvallen en gedood den 5en
Juni 755.
In de kerken der E.E.P.P. Franciscanen:
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve:
ZONDAG. 3e gebed v. d. Z. Baptist-a Va-
rani, Maagd.
MAANDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Pacifius
van Cerano en Laurentius van Villa Magna
Belijders 3e ter eere van Maria.
ZATERDAG. Feestdag v. d. H. Antonius
van Padua, Belijder: Mis: In medio. 2e ge
bed v. h. H. Hart. Kleur: Wit.
Amsterdam.
ALB. M. KOK, Pr.
Leidsche Expl. Mij. van Onroerende Goederen
De Leidsche Exploitatie Maatschappij van
Onroerende Goederen bericht de inschrijving
tot 15 Juni 1931 op het resteerende gedeelte
ad ƒ244.000 der ƒ500.000 5 uitlootbare
obligaties in stukken van 1000 en 500 tegen
den koers van 100 De coupons vervallen
per 1 April en 1 October.
Aan het prospectus ontleenen wij het vol
gende:
Jaarlijks, doch niet vóór 1 April 1932, zal
van iedere uitgegeven serie een bedrag van no
minaal 4000 worden afgelost a pari. De ven
nootschap behoudt zich het recht voor na 1
April 1932 tot versterkte of algeheele aflossing
over te gaan.
De vennootschap verbindt zich geen meer
dere obligatiën uit te geven zoolang de onbe
zwaarde waarde van hare onroerende goede
ren niet de 500.000 overschrijdt en tot geen
hooger bearag dan zesmaal 't geplaatste maat
schappelijk kapitaal.
Geheel in de lijn van de eerste heeft deze
uitgifte plaats tot verkrijging van voldoende
middelen ter verdere uitbreiding van het be
drijf.
Blijkens het bedrijfsoverzicht over de jaren
1918 tot en met 1930, gaat deze uitbreiding rus
teloos voort. Het maatschappelijk kapitaal is
j uitgebreid en bedraagt geplaatst 772.500. Van
de aandeelen is de beursnoteering te Amster-
dam verkregen.
De gelegenheid tot inschrijving op deze obli
gatiën wordt opengsteld ten kantore der maat
schappij en ten kantore van de Rotterdamsche
Bankvereeniging te Leiden en van de firma Van
der Werff en Hubrecht te Amsterdam.