NED OOST-INDIE
BINNENLAND
KERKNIEUWS
ONDERWIJS
STADSNIEUWS
Agenda
ZATERDAG 6 JUNI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE PLAD PAG. 2
ENGELAND
HET BEZOEK DER DUITSCHE
MINISTERS.
Een voorstelijke ontvangst.
Kort na één uur kwamen de Duitscre
ministers, Briining en Curtius te South
ampton aan. De Duitsche gezant te Lon
den had zich reeds- vroeg gistermorgen
met zijn personeel naar Southampton be
geven, om de hooge bezoekers bij aan
komst. te verwelkomen.
Direct nadat de Duitsche ministers
aan land waren gegaan, werden zij door
den Lord Mayor van Southampton ont
vangen, alsmede door andere persoon
lijkheden.
Hierna zijn de Duitsche ministers in
gezelschap van den Duitschen gezant
naar Londen vertrokken waar zij om
kwort voor drie aan ht Waterloostation
arriveerden. Mac Donald en Henderson
waren aan het station, om de Duitsche
gasten te verwelkomen.
Op het perron, dat door de politie was
vrijgehouden waren ook versoheiden an
dere Duitsche en Enge'sche persoonlijk
heden ter begroeting aanwezig.
De Duitsche gsten werden, bij aankomst
van den trein, met een luid hoera toe
gejuicht.
De begroeting tusschen de ministers
van Duitschland en Engeland was zeer
hartelijk. Henderson en Curtius, die
elkaar herhaaldelijk als oude vrienden,
op de schouders. Tuschen beiden, alsook
tusschen Curtius en Brüning ontspon zich
al spoedig een druk gesprek.
Nadat nog eenige andere persoonlijk
heden aan de Duitsche bezoekers waren
voorgesteld, bestegen deze de auto die
hen naar het Carlton-hotel zou brengen,
waar zij tot heden hun intrek namen.
Vandaag gaan ze naar de Chequers waar
ze het weekend doorbrengen.
Ter eere van de Duitsche gasten gaf
de Engelsohe regeering gisteravond een
hanket in de Locarno-zaal van het mi
nisterie van buitenlandsche zaken, waar
in December 1925 de Locarno-verdragen
onderteekend werden.
SPANJE
ERNSTIGE INCIDENTEN TE OVIEDO.
Volgens een mededeeling van het Spaan-
sche ministerie van Binnenlandsche Za^
ken is het te Oviedo tot ernstige inciden
ten gekomen tusschen stakende mijnwer
kers én werkwilligen. Het kwam tot een
schietpartij, zoodat de gouverneur zich
genoodzaakt zag, den troëpen bevel te ge
ven de orde te herstellen. De militairen
werden door de stakers met geweerschoten
ontvangen. De gouverneur heeft een pro
clamatie gepubliceerd, waarin wordt ge
zegd, dat hij alle maatregelen zal treffen,
zoo noodig zeer krachtige, om de orde te-
handhaven en een oplossing van het con
flict te vinden. Volgens het ministerie van
Binnenlandsche zaken heerscht: er in ge
heel overig Spanje rust.
BRITSCH-INDIE
BLOEDIG TREFFEN TE BURMA.
In het dorp Wetto heeft een gevecht
plaats gehad tusschen rebellen en politie-
troepen, waarbij de rebellen meer dan 100
dooden en gewonden telden. De troepen
leden geen enkel verlies.
AARDVERSCHUIVING IN HET
PADANGSCHE.
Aneta seint uit Padang:
De spoorweg naar Padang Pandjang is
over de lengte van een kilometer wegens
aardschuiving gestremd. De laats-te trein
is gisteren niet aangekomen. De telegraaf
is gestoord. Heden werden geen passagiers
en vracht naar de bovenlanden aangeno
men. Naar wij vernemen is ook de autoweg
gestremd.
TWEEDE KAMER
Muziekauteurswet. Tarwewet.
Over het ontwerp inzake het muziek-
auteursrecht zal a.s. Dinsdag worden ge
stemd.
Zooals medegedeeld, stelt het wetsont
werp voor, dat de uitoefening van de mu-
ziekauteursrechtbemiddeling zal gebonden
zijn aan een concessie, te verleenen door
den Minister.
Waarbij de Minister evenwel in de Me
morie van Toelichting er rond voor is. uit
gekomen, dat het de bedoeling is de con
cessie alleen te verleenen aan de B. U. M.
A., (Bureau voor Muziekauteursrecht), die
dus .een monopolie zou krijgen.
Daartegen nu hadden verscheidene le
den bezwaar. Ofschoon de heer Teulings
allerminst ongelijk had, toen hij betoogde
dat de feitelijke toestand thans zoo is, dat
er een monopolie beslaat xoor de S. A. C.
E. M.. (Société des Auteurs Compositeurs
et Editeurs de Musique), dus een buiten-
landsch monopolie, strijdig met het alge
meen belang, immers strijdig met het
Nederlandsche cultuurbelang.
En daarover is veel en lang gepraat.
De aanneming van het wetsontwerp
staat evenwel vast.
De communist Wijnkoop heeft eenige
zeer langademige vragen tot den Minis
ter van' Binnenlandsche Zaken en Land
bouw gericht over de gevolgen van de in
voering der Tarwewet. Jhr. Buys gaf zijn
antwoorden, waarvan de strekking was,
dat, zoo de Tarwewet een verhooging van
den tarweprijs tengevolge zal hebben, deze
prijsstijging gering zal zijn en dat aan
tarweverwerk^nde industrieën, die daar
aan behoefte hebben, toestemming zal
worden verleend, om ongemengde bloem
voor haar beschuit, biscuit, stijfsel, mar-
caroni en vermicelli te gebruiken. Bij de
interpellatie-Oud over deze materie krij
gen we natuurlijk hierover meer te hooren.
PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND.
In plaats van den heer P. F. Veeleivturf
te Hazerswoudc, die overleden is. is tot lid
der Provinciale Staten van Zuid-Holland
benoemd verklaard de heer P. de Jong
Czn. te Alkemade.
DE NIEUWE ENCYCLIEK
Een brochure.
Hel R. K. Werkliedenverbond zal. naar
de Yolkskr. meldt, de me uwe Encycliek
„Quadragesimo anno", uitgeven in bro
chure. berekend op massaverspreiding.
Deze brochure zal zoowel een vertaling
van „Rerum Nó varum" als van „Quadra-
gesimo anno" bevatten.
R. K. MEISJESBESCHERMING.
Algemeene vergadering van de Federatie.
Onder presidium van mevrouw W. Bij
voet van Haaren werd te Utrecht in het
„Kasteel van Antwerpen" de jaarlijksche
algemeene vergadering gehouden van de
Federatie der R. K. Vereenigingen ter Be-
schei'ming van Meisjes in Nederland.
In de openiugsrede memoreerde de voor
zitter B.esse, van Wijnbergen, presidente
der Afdeeling Arnhem, die overleden is, en
meer dan 25 jaar het werk met groote toe
wijding diende; en niet minder de trouwe
correspondentie uit Castricum, mevrouw
Nyssen, die tot haar laatste levensdagen aan
den arbeid bleef, en die tot aller bewonde
ring nimmer verzuimden deze vergadering
bij te wonen.
Verder werd een woord van oprechten
dank gebracht aan Mgr. B. de Wit, die tal
van jaren als geestelijk-adviseur de Fede
ratie met raad en daad ter zijde stond,
maar wegens hoogen leeftijd deze functie
moest nederleggen.
De Hoogeerw. Adviseur Deken Th. Knu-
velder, wees er met nadruk op, dat het werk
der Meisjesbescherming is een gewichtig
werk en een waar apostolaat.
Vervolgens bracht de secretaresse het
jaarverslag uit over 1930, waarna het finan-
cieele verslag der penningmeesteresse volg
de, die onder dankzegging voor haar accu
raat beheer werd gedéchargeerd.
Vervolgens werden mededeelingen ge
daan over de Ned. F.I.O.M. bij de School-
propaganda, dit laatste is nog slechts een
plan in voorbereiding, doch het zal zeker
dit jaar tot stand komen. Verder, werd ge
sproken over genomen maatregelen voor
de béscherming der jeugd op moreel ge
bied, en over de wet op de Bemiddelings-
bureaux. Volgens deze wet, welke in bei
de Kamers is aangenomen, mogen de bu
reaux blijven bestaan, daar zij voor een
bepaalden datum zijn opgericht. Van 111-1
Juni a.s. zal te Budapest het negende Inter
nationale Congres der Vereeniging plaats
hebben; vier clames zullen aldaar de Ver
eeniging vertegenwoordigen.
Het woord werd gevoerd door kapelaan
L. Goet-stouwers, Redacteur van de „Zita-
bode'", Maandblad voor R. K. Meisjes, die
in particuliere dienstbetrekking zijn. Hij
wist de afgevaardigden te doordringen van
het groote nut, dat ook deze meisjes haar
eigen Orgaan hebben. Zij leeren hierdoor
onze Ver. beter kennen en waardeeren,
ontvangen door dit blad onderricht in gods
dienst, huishoudkunde, verder ontspanning,
enz. De Presidente beval dan ook de ver
spreiding van de „Zilabode" warm aan. In
1930 werd in totaal verkocht in de vier
Bisdommen Utrecht, Haarlem, Den Bosch
en Breda 13.450 kalenders, dit is 800 ex.
meer dan vorig jaar.
Het Stations-werk, onder leiding der
Stationscommissie, is wel een zeer belang
rijk onderdeel van het werk. Er zijn thans
twaalf gesalarieerde en vijftien vrijwillige
krachten. Ofschoon dankbaar voor de Rijks
subsidie, groot ƒ2000.— en gemeentesubsi
dies, moest de vereeniging toch nog een
nadeelig saldo van 3051.44 boeken. Diver
se voorstellen waren ingekomen van Fe
deratie en Diocesen, waaronder het zoo
zorgvuldig mogelijk controleeren van mis
leidende advertenties in dag- en weekb'a-
den: het oprichten van Tehuizen met be
perkte vrij! e-id voor werkende meisjes, het
recht te verkrijgen tot het alleen voeren
van de gele streep voor de vereeniging,
trachten om in de Kath. gestichten voor-
deelige opname te verkrijgen voor de onge
huwde moeder en haar kind.
Goedkoope trein.
Er gaat een goedkoope trein 2e en 3c
klasse van den Haag S.S., Voorburg, Zce-
termeer-Z., Zevenhuizen-M., Leiden, Ha-
zerswoude-K., Alphen a. d. Rijn, Zwammer-
dam, Bodegraven, Waarder, Gouda, Oude
water, Woerden, Harmeien, Vleuten en
Utrecht C.S. naar Oosterbeek Hoog, Arn
hem, Oosterbeek Laag en Nijmegen en
terug.
De verkoop der plaatskaarten tot een
beperkt aan tal heeft plaats van Maandag
8 tot en met Zaterdag 13 Juni a.s., ten 15
uur of vroeger, indien het vastgestelde aan
tal plaatskaarten is uitgegeven. Zij worden
verkocht door bovengenoemde stations en
bovendien door de Reisbureaux te den
Haag, Groenmarkt. 22 en te Utrecht, Jans-
kerk'hof 11 en zijn op geen andere dan de
genoemde treinen geldig.
Audiëntie.
Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal
volgende weck Dinsdag geen audiëntie
verleenen.
Examen krankzinnigenverpleging.
Voor het op 3 en 4 Juni in de inrichting
„Endegeest" c.a. te Oegstgeest afgeno
men Rijksexamon voor Krankzinnigenver
pleging (diploma B) zijn geslaagd de vol
gende zusters:
M. Bervoets, A. P. Boot, A. Fafieanie,
M. E. van Hel voort, H. Kloppenburg, A.
van Kralingen, O. Lems, M. G. Moest, J.
P. Pieters, J. M. van der Post, J. F. Ratel
band, B. R. Riemeyer, G. van der Schuit,
C. P. W. Veënendaal, T. Verschoor, F. A.
Versteeg, J. Wieling, J. van Zuylen.
Afgewezen werden 2 candidaten.
HET NEDERLANDSCH HIST.
NATUURWETENSCHAPPELIJK
MUSEUM.
DE OPENING
Gistermiddag te half drie heeft in een der
colegezalen van het oud-Academisch Zieken
huis de officieele opening plaats gehad van het
Nederlandsch Historisch Natuurwetenschappe
lijk Museum, waarvan we gisteren reeds een
en ander hebben medegedeeld.
Bij deze opening waren o.m. tegenwoordig
de heer P. Visser, chef van de afdeeling Kun
sten en Wetenschappen van het Departement
van Onderwijs, de rector-magnificus der Leid-
sche Universiteit, prof. dr. J. Ph. Vogel, mr. P.
Idenburg, secretaris van den Acad. Senaat,
prof. Knappert namens de historische commis
sie der Leidsche Universiteit, prof. dr. P. Zee
man uit Amsterdam, dr. G. J. de Lint, directeur
van het Instituut voor Geschiedenis der Ge
nees-, Natuur- en Wiskunde in Nederland, mr.
dr C. E. van Strijen, gemeente-secretaris van
Leiden: verder tal van professoren, directeuren
van musea en afgevaardigden van studenten-
vereenigingen, enz.
Openingswoord burgemeester
van de Sande Bakhuyzen.
De voorzitter der Stichting, mr. A. van de
Sande Bakhuyzen, sprak bij d'en aanvang een
kort openingswoord, waarin hij erop wees, dat
men deze opening een openbare heeft willen
doen zijn, opdat de stichting en het museum de
algemeene belangstelling mogen hebben.
Men heeft er een zoo algemeen mogelijk en
landelijk karakter aan gegeven door de mede
werking te vragen van regeering en Kon. Aca
demie van Wetenschappen. Met vreugde ge
waagt spr. dan van den zeer gewaardeerden
moreelen en materieelen steun der regeering,
waarna spr. hartelijke woorden van dank
spreekt tot dr. Crommelin, die de ziel en de
stuwende kracht was voor de oprichting, die
tijd en geld opofferde voor de inrichting.
Toespraak dr. Crommelin.
De directeur van Museum, dr. C. A. Cromme
lin, hield vervolgens een rede, waarin hij het
ontstaan en de beteekenis van het museum uit
eenzette.
Het volgende is hieraan ontleend.
Wanneer een schipper, na een moeilijke reis
en na vele gevaren te hebben doorstaan, einde
lijk zijn schip behouden in de haven heeft
gebracht, dan heerscht er bij hem en zijn
scheepsvolk een stemming van tevredenheid en
dankbaarheid over de behouden thuiskomst,
dan ziet hij met eenige voldoening terug op
den arbeid, dien hij verricht heeft om de geva
ren het hoofd te bieden en om de moeilijk
heden te overwinnen.
Zoo n stemming heerscht heden onder ons,
de stichters en het bestuur der stichting „Het
Nederlandsch Historisch Natuurwetenschappe
lijk Museum", de wetenschappelijke medewer
kers en de talloos velen, die hetzij door het
geven van geldelijke bijdragen, hetzij door het
schenken of in bruikleen geven van voorwer
pen, hetzij op andere wijze, hebben getoond
belang in het museum te stellen.
Het zooeven gebruikte beeld van den schip
per moge niet nieuw zijn, het drukt toch goed
de gevoelens uit, die ons bezielen; waarmede
ik intusschen volstrekt niet wil zeggen, dat
onze reis uitsluitend moeilijkheden heeft ge
kend. Aan hartelijke medewerking heeft het
ons allerminst ontbroken, maar de moeilijkhe
den zijn ook ons niet gespaard gebleven en na
den langen en omvangrijken arbeid, dien wij
hebben moeten verrichten om dit museum tot
stand te brengen, verheugen wij er ons ih, dat
wij ons werk voorloopig tot een goed eind heb
ben gebracht.
Spr. herinnert aan de stichting van het mu
seum op. 30 Aug. 1928, geeft vervolgens een
uiteenzetting van het doel en betoogt dat het
voornamelijk beoogt belangstelling te wekken
voor de geschiedenis der natuurwetenschap
pen. Aan dit vak wordt aan onze universiteiten
weinig aandacht geschonken, het wordt er wei
nig onderwezen en weinig beoefend. Wel weet
ik. dat vele professoren en docenten zich
mceite geven, historische bijzonderheden over
de behandelde onderwerpen en over beroemde
natuuronderzoekers urt het verleden op hunne
colleges ten beste geven en dit streven is on
getwijfeld niet genoeg te prijzen. Doch met
deze opmerking wordt aan de juistheid van
wat ik zooeven zeide niet getornd: een syste
matisch historisch inzicht in de ontwikkelings
gang der wetenschap geeft dit niet en toch
vormt de geschiedenis der natuurwetenschap
pen een uitermate belangwekkend onderdeel
der beschavingsgeschiedenis, een onderdeel,
waarvan de studie ons inziens door den mo
dernen beoefenaar dier wetenschap zonder
schade aan zijn wetenschappelijke vorming
niet geheel verwaarloosd kan worden.
Ik ben mij ervan bewust, dat niet ieder deze
opvatting deelt. „Kan men dan", hoor ik mij
tegenwerpen, „om een voorbeeld te noemen,
de moderne natuurkunde niet op echt weten
schappelijke wijze en met vrucht beoefenen,
zonder kennis van den historischen ontwikke
lingsgang dier wetenschap? Kan een heden-
daagsch natuurkundige dan niet verdienstelijk
en oorspronkelijk werk leveren op het gebied
van, zeggen wij, de quanten-mechanica zonder
ook maar het flauwste besef te hebben van de
wijze, waarop de klassieke mechanica zich in
den loop der tijden ontwikkeld heeft?" Het
antwoord op deze vragen, zoo gesteld, kan,
dunkt mij niet anders dan bevestigend luiden.
Dit alles kan niet alleen heel goed, maar wij
zien het dagelijks onder onze oogen gebeuren.
De ontwikkeling der moderne wetenschap is
er inderdaad niet in de eerste en vooraamste
plaats van afhankelijk, of hare beoefenaren al
dan niet over historisch inzicht beschikken, en
dit is zelfs, tot op zekere hoogte, een geluk
kige omstandigheid.
Doch stellen wij nu eens deze vraag: Moet
het historisch-wijsgeerig inzicht niet als een
heilzaam tegenwicht tegen ol te ver gedreven
verbijzondering beschouwd worden? Speciali
satie, zelfs ver gedreven specialisatie is in de
moderne natuurwetenschappen onvermijdelijk,
tegenwoordig veel meer dan vroeger; men
moge dit betreuren, maar daardoor verandert
men niets aan het feit zelf, men heeft dit feit
eenvoudig te aanvaarden. Zal nu de blik van
den modernen natuuronderzoeker op de door
hem beoefende wetenschap niet verruimd, zijn
inzicht niet verhelderd worden, wanneer hij
zich systematisch rekenschap geeft van het ge
leidelijk ontstaan der grondslagen dier weten
schap en van de wijze, waarop op die grond
slagen is voortgebouwd? Ons inziens moet ook
het antwoord op deze vragen zeer stellig be
vestigend luiden.
Gemeentelijke Aankondigingen
Hinderwet.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien het verzoek van P. P. Devilé, om
vergunning tot oprichting van een onder-
grondsche bewaarplaats voor benzine met
twee bovengrondsche aftappompen bij en
op het perceel M.n de Leliestraat, ka
dastraal bekend! gemeente Leiden, Sectie
M. No. 4846.
Geven kenifis aaii het publiek, dat ge
noemd verzo<$i inkt de bijlagen op de Se
cretarie deze^ gemeente ter visie gelegd is,
alsmede dat J»p Zaterdag 20 Juni e.k. des
voormiddags te «half elf uren in het per
ceel Breestraafr 125 (Bureau van Gemeen
tewerken) gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen-
Dinsdag, Alg. R.K. Propaganda club: „Dr.
Schaepmanter bespreking en
indeeling propagandisten voor de
a. s. gemeenteraadsverkiezing,
Burchtzaal 8.15 uur.
De Zondagsdienst der huisartsen wordt
waargenomen door de doktoren Bruining,
Merz, Niemer en Starck.
De Zondagsdienst der huisartsen wordt
te Oegstgeest waargenomen door dr. Hu-
genholz. Tel. 390.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst dei-
apotheken wordt van Maandag 1 tot en
met Zondag 7 Juni a.s. waargenomen
door de apotheken: G. H. Blanken, Hoo
ge woerd 171, Tel. 502 en H. J. v. Driesum,
Mare 76. Tel. 406.
En zoo dit waar is, kan men zeggen, dat ook
de modern voelende en modern werkende na
tuuronderzoeker de beoefening van de geschie
denis der natuurwetenschappen niet mag be
schouwen als eene euele liefhebberij of een
misschien nuttig, maar toch eigenlijk vrij nut
teloos tijdverdrijf, waarvan de moderne we
tenschap niets te verwachten heeft, doch veel
eer als een deel, het historisch-wijsgeerige
deel, van zijne wetenschap, waarvan de studie
niet straffeloos verwaarloosd wordt.
De geschiedenis der natuurwetenschappen
moet veeleer beoefend worden als een onder
deel der cultuurgeschiedenis; men dient zich
daarbij rekenschap te geven van de letterkun
dige, wijsgeerige en vooral ook van de reli-
gieuse stroomingen in den loop der eeuwen,
men dient na te gaan, hoe deze stroomingen
hare invloed op den geest der natuuronderzoe
kers en op het milieu waarin zijn leefden heb
ben uitgeoefend, kortom, men moet trachten
een bepaald persoon te zien in den tijd waarin
hij heeft geleefd, een theorie in den tijd waar
in hij is ontstaan; eerst dan kan men hopen
tot een juiste kritiek te geraken, een kritiek
gebaseerd op dieper historisch inzicht. Zóó
studeerende. zal men bij voorbeeld leeren be
seffen, dat de groote ontdekkingen en uitvin
dingen, waarvan men dikwijls in oppervlak
kige werken beschouwingen kan lezen, die zou
den doen denken, dat zij op een bepaald
oogeblik uit de lucht zijn komen vallen, steeds
hunne voorgeschiedenis hebben gehad; dat de
groote natuuronderzoekers steeds hebben voort
gebouwd op het werk van, soms veel minder
beteekenende, voorgangers, die evenwel als
wegbereiders een soms weinig bekenden doch
niet te onderschatten invloed op den ontwik
kelingsgang der wetenschap hebben uitge
oefend.
Zóó wendt het museum zich tot den moder
nen natuuronderzoeker, maar het wendt zich
evenzeer tot het algemeen ontwikkelde deel
des volks en tot de leergrage jeugd en vraagt
ook dèiar om belangstelling. Het is zóó inge
richt, dat ook de ontwikkelde leek er zijne be
langstelling kan bevredigen en wel voorname
lijk hierdoor, dat hij er vele instrumenten en
praeparaten zal vinden, afkomstig van en soms
eigenhandig vervaardigd door beroemde Ne
derlandsche natuuronderzoekers, wier namen
hem wèl bekend zijn, meer bekend dan hun
werk. Spr. geeft hierna een opsomming van
verschillende aanwezige voorwerpen, en uit
den wensch, dat de stichting van dit museum,
opgevat als een daad van piëteit verschuldigd
aan de nagedachtenis van de groote Nederlan
ders, die zoo krachtig de ontwikkeling der na
tuurwetenschappen hebben bevorderd, het hare
bijdragen moge tot de eering van die nagedach
tenis.
Aan het einde van zijn toespraak brengt
spr. dank aan de zéér velen, wier belangstel
ling de inrichting van dit museum heeft moge
lijk gemaakt. Allen degenen, die hetzij gelde
lijke bijdragen, hetzij instrumenten geschonken
of wel in bruikleen gegeven hebben met name
te noemen, is wegens het groote aantal hier
niet mogelijk en zou wellicht ook niet in den
geest der «thenkers zijn. Maar niet mag ont
breken een woord van diep gevoelde erkente
lijkheid aan de regeering voor het beschikbaar
stellen der lokaliteiten en voor het verleenen
van een rijkssubsidie, aan curatoren, aan den
secretaris van curatoren en aan vele leden van
den senaat der Leidsche, Amsterdamsche en
Groningsche Universiteiten en van de Techni
sche Hoogeschool te Delft voor de wijze, waar
op zij hetzij door ijverige bemoeiingen, hetzij
door het afstaan van vele instrumenten en prae
paraten van historische waarde het tot stand
komen van dit museum krachtdadig hebben
bevorderd, aan de leden der wetenschappelijke
commissie en wel in 't bijzonder aan den heer
Van der Klaauw, die geholpen door zijne me
dewerksters en medewerkers de inrichting en
catalogiseering van de geheele biologische af
deeling heeft tot stand gebracht en aan de hee-
ren Van Seters en Schierbeek, door wier be
moeiingen het museum in het bezit van zéér be
langrijke aanwinsten gekomen is, tenslotte aan
de heeren De Ruiter en Van der Waal, resp.
districtsbouwkundige en bouwkundig ambtenaar
bij de Rijksgebouwendienst te Leiden, die bij
de inrichting van het gebouw zeer gewichtige
diensten hebben bewezen.
Toepraak rector-magnificus.
Hierna verkeeg de rector-magnificus der
Leidsche Universiteit, prof. dr. J. Ph. Vogel, het
woord, die de aandacht vestigde op de groote
opvoedkundige waarde en historische collectie,
als hier werd bijeengebracht ,niet alleen voor
de studenten in de natuurwetenschappen, maar
voor de studeerenden in het algemeen.
Verder zeide spr., o.m., dat het besef van een
groot en roemrijk verleden verplichtingen op
legt. Dat besef moet wel bijzonder sterk zijn,
want het geldt de studie der natuurweten
schappen aan de Leidsche Hoogeschool. Men
'behoeft slechts twee namen te noemen: 's Gra-
vensande en Van Musschenbroek, namen die
ook voor hen, wier studiegebied verre ligt van
dat der natuurwetenschap een bekenden en
goeden klank hebben. Maar die namen zullen
wat meer worden dan namen alleen, wanneer
men hier de instrumenten kan zien, door die
vermaarde geleerden vervaardigd ei. gebruikt
en andere documenten, die betrekking hebben
op hun leven en werken.
Spr. eindigt dan met een woord van dank
uit naam van den geheelen Academischen Se
naat voor hetgeen hier tot stand is gebracht.
Het geldt de stichters en het bestuur, in het
bijzonder dr. Crommelin, den verdienstelijken
kenner van de geschiedenis der natuurweten
schappen in Nederland, Aan zijn geestdrift en
kennis is het vooral- te danken, dat dit plan
is ontworpen en op zoo deskundige wijze tot
uitvoering is gebracht.
Namens de studenten der Philosophische fa
culteit werd vervolgens het woord gevoerd door
den heer Bruining, namens het Instituut voor
de Geschiedenis der Genees-, Natuur- en Wis
kunde door dr. J. G. de Lint.
Hierna werd een rondgang door het Museum
gemaakt, waarmede de plechtigheid was afge-
loopen.
DE STADHUISBOUW.
Voor de Raadszitting van Maandag a.s.
zijn de volgende voorstellen ingediend:
Voorstel van de heeren Schiiller, Groe-
neveld en van Eek (S.D.A.P.):
Ondergeteekende stellen voor de behan
deling van punt a. (plaatsbepaling) aan te
houden en de in punt b. bedoelde commis
sie (ter beoordeeling van het reeds inge
diende pian-Dudok) te verzoeken, eveneens
advies uit te brengen over het voorstel om
het terrein aan de Lammermarkt aan te
wijzen voor Raadhuisbouw.
Voorstel van de heeren Wilmer (R.-K.),
Huurman (A.-R.), en Wilbrink (C-H.):
De Raad besluit:
1. den heer Dudok uit te noodigen een
plan te ontwerpen voor een Raadhuis zon
der den ouden gevel
2. enkele, door den Raad nader aan te
wijzen, architecten uit te noodigen plan
nen te ontwerpen voor een Raadhuis met
of zonder den ouden gevel of met- èn zon
der den ouden gevel;
3. als terrein voor den bouw met
ouden gevel aan te wijzen het terrein van
het reeds ingediende plan-Dudok;
4. als terrein voor den bouw met een
nieuwen gevel aan te wijzen ditzelfde ter
rein, zoo noodig uitgebreid tot aan de Ko
renbrugsteeg.
Handelsregister K. v. K.
Nieuwe i n s c h rij v i n g. 5758. Café
„Sluitkade"', Zevenhoven 260. E.: N. Lan-
geslag Jzn., Zevenhoven.
Wijzigingen: 4391. Gebrs. J. en B.
de .Jong, Oegstgeest, Hooge Morsohweg 12.
Machinefabriek-installatiebureu. B. de
Jong, Leiden. (H.V.).
806. De Leidsche Stoomboot- Maatschappij
,.De Volharding", in liquidatie. Leiden, Ha
ven 1—7. Uittr. dir.: G. C. van Nouhys,
Leiden, d.d. 15 Mei 1931.
4457. „De Betuwe" (f.) Leiden. Doeza-
straat 14. Hoofdz.: Haarlem, Zijlweg 38.
Handel in boter, kaas en fijne vleeschwa-
ren. Oph. fil.Leiden, Hoogewoerd 72 en
Noordeinde 38, d.d. 1 Juni 1931.
759. Coöp. Boerenleenbank te Benthui
zen. Benthuizen, No. 30. Uittr. Lid. R. v.
Toez.: W. van der Heyden, Benthuizen,
d.d. 1 Jan. 1931 N. Lid R. v. Toez.: A. va"
de Bijl, Benthuizen.