ZATERDAG 23 MEI 1931 DE LEIDSCHE COURANT AFDEELIWG LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen en mededeeluigen te richten aan één der redactieleden: Mejuffrouw Jo van der Laan, Rijnsburgerweg 20, Leiden; Zr. 1. van den Abeelen, Willem de Zwijger laan 25, Uegstgeest; Mevr. Fehmers—Boer—Knottnerue-, Warmonderweg 37. ZATERDAG, 23 Mei. Vigilie van Pinksteren. Op 24 Mei vieren wij het feest van Ma ria, Hulp der Christenen. In tijden van grooten nood spoort de H. Kerk haar kin- derlaag leden in den slag van Lepanto vlucht te nemen. In 1571 toen de Turken hun groote ne derlaag leden in de slag van Lepanto schreef Paus Pius V deze overwinning van de Ohristenen toe aan de Allerheiligste Maagd. Daarom deed Z. H. aan de Litanie van Loretto toevoegen de bede: Maria Hulp der Christenen, bid voor ons! ln 1815 werd de Feestdag: Maria Hulp der Ohristenen door Paus Pius VI inge steld als dank aan Maria voor zijn terug keer in Rome na een verbanning van vijf jaar. Tijdens algemeene rampen en in onze peisoonlijke beproevingen lal en wij altijd met een onbegrensd vertrouwen gaan tob Haar, die nooit te vergeefs is aangeroepen. Wanneer wij morgen op het Hoogfeest van Pinksteren aan God dank brengen voor het H. Geloof en'de onuitsprekelijk groote genadegaven door den H. Geest ons geschonken, laten wij dan ook Haar Feest gedenken. Bruid van den H. Geest, wij groeten U Hulp der Christenen, bid voor ons en voor het arme Spanje. „SANCTA VERONICA." Donderdagmiddag 4 Juni a.s. van 35 zitting Pieterskerksteeg 15. Het Bestuur heeft gemeend een loterij te organiseer en, om van de opbrengst den komenden winter veel en groot werk te kunnen verrichten. Hoofdprijs: cassette met 52 stuks Sola- Zilver. Inhoud: 12 tafellepels, 12 tafelvor ken, 12 desseertlepels, 12 dessertvorken, 1 soeplepel, 1 sauslepel, 1 groentelepel, 1 aardappellepel. Prijs per lot 25 cent. Tijdens de zitting zullen de prijzen ten toongesteld 'worden, die bij de verloting gewonnen kunnen worden. Loten verkrijg baar bij Mej. Catijn, Breestraat 17. DOEL EN WERKEN VAN „DE GRAAL." Op onzen sluitingsavond heeft onder groote belangstelling van talrijke aanwe zigen Mej. Egelie een lezing gehouden over bovengenoemd onderwerp. Om aan de aan dachtige toehoorsters gelegenheid te ge- van den inhoud nog 'ns op haar gemak na te pluizen en ook aan de wenschen van de genen die niet aanwezig konden zijn tege moet te komen, laten we hier een verkort verslag van deze interessante lezing vol gen. Spr. zegt ons allereerst wat de Graal is. De Graal is een godsdienstige beweging, met als voornaamste ideaal de jonge meis jes te vormen tot bewust Katholieke vrou wen, omdat van haar zal afhangen, welke sfeer er in de komende katholieke huisge zinnen zal heerschen. De Graal is ook een Eucharistische be weging. Zij wil liefde en eerbied voor de H. Eucharistie in de meisjes Aankweeken. De Graal is ook een sociaal-economische beweging en wil volgens de Rerum Nova rum besluiten van Leo XIII ieder meisje helpen in haar strijd om een menschwaar- dig bestaan, om indirect, door het verbete ren van sociale toestanden, het moreele peil van.de meisjes te verhoogen. Ook werkt de Graal op cultureel gebied, om de meisjes verder te ontwikkelen en te beschaven. De Graal is verder een jeugdbeweging. Geen jeugdzorg, want de tegenwoordige jeugd wil niet meer verzorgd en bemoederd worden. Zij wil zelf haar organisatie mee besturen en mee verantwoordelijk zijn voor den groei en bloei van haar vcreeniging. Spr. geeft verder een heel interessant overzicht van de plaats die de vrouw in do verschillende tijden heeft ingenomen, te beginnen bij het steenen tijdperk om dan te komen tot vóór 100 jaar. Volgens de Duitsche politici was in laatstgenoemd tijdperk haar terrein: Kir- che, Kiiche, Kinderstube. De huishouding alleen was haar levens taak. Moeder en dochter hadden dan ook van 's ochtends tot 's avonds haar handen vol en alle vrouwen waren tevreden. Van invloed op het maatschappelijk leven was geen sprake. Toen kwamen de uitvindingenen bezig heden waar vroeger halve blagen voor noo- dig waren, werden kwesties van 'n kwar tiertje. 't Gevolg was dat er tijd over bleef en de vrouwen zich begonnen te vervelen. In de arbeidersklasse gingen zij werk zoeken buitenshuis en vonden dit in de fa brieken en ateliers. De meer welgestelden begonnen te le zen en eindigden met den eisch te mogen studeeren net als de mannen. Vol veront waardiging werd dit geweigerd, want het paste een meisje niet. Toch zetten ze haar wil door en kregen we het type vrou wen, dat door haar mannelijke collega's hevig gehoond en bespot, de theorie ver IHTERPAROCHIEELE kondigde, dat de vrouw niet anders is dan de man. We zien onder hen vrouwen, die mistoe standen verbeterden, hard streden en veel bereikten, maar hun eigen geluk ondanks alles niet vonden. Bij duizenden werkten zij in fabrieken, op kantoren en in winkels, als verpleegster onderwijzeressen, dokters, advocaten. En toch voelden zij zich niet bevredigd. Tot zij den moed hadden te erkennen dat zij onvrouwelijk waren geworden. Aan den een en kant zien we dus de in vloed s-mogelijkheid voor de vrouw sterk groeien; maar aan den andeien kant groet er een geslacht op van onevenwichtige vrouwen. Deze strooming laat ïich niet stuiten. Het is er eene, die ten goede zal keeren of ten kwade. Als we dezen stroom maar laten betijen, zal ze een machtig wapen worden in de handen van socialisten en communisten. Maar diezelfde massa jonge meisjes kan een weermacht worden voor de katholieke zaak en tot behoud van de goede orde en zeden. Dan zullen zij de orde verdedigen óók tegen haar verloofden, ook tegen haar man nen later, als die willen afvallen naar so cialisme of communisme. Dit nu heeft de Graal ondernomen. Nu volgde een uiteenzetting van de tech niek der organisatie. 1. Leden zijn alle leerplichtvrije R. K. meisjes. 2. De organisatie is geen liefdewerk maar drijft op vaste inkomsten en vrij hoo- ge contributies van de leden. 3. Het volledige lidmaatschap begint met 15* jaar. De meisjes van 1315 jaar zijn nieuwelingen die een beperkt lidmaat- schapsrecht hebben en maar de halve con tributie betalen. 4. De leidsters van de Graal zijn cen traal georganiseerd in het Jeugdleidsters instituut, dat gevestigd is in het Moeder huis van de Vrouwen van Nazareth, „Hui ze de Voorde" in Rijswijk. 5. De Graal staat onder leiding van de Vrouwen van Nazareth. Dit is een reli- gieuse congregatie van leeken, die zich voor levenslang aan dit apostolisch werk geven. Na een streng 2-jarig noviciaat doen zij 3 geloften. Iedere 5 jaar hebben zij weer 1 jaar noviciaat. Zij vormen de kern der beweging. Naar buiten treden zij op als gewone leeken, dragen in het dagelijksch leven geen speciaal kleed en passen zich, voor- zoover dit mogelijk is, aan alles aan. Rondom deze kern vormen zich 5 groe pen: a. de externe-helpsters. Zij leven in alles met de Vrouwen van Nazareth mee, kun nen al haar functies aanvullen en wor den na 1 jaar proeftijd door de algemeene Overste aangenomen. b. de Jonge Garde. Dit is een keurbende van meisjes en vrouwen van studie en ont wikkeling. Zij moeten minstens éénmaal den 3-maandelijkschen cursus voor Jeugdleiders met goed gevolg hebben meegemaakt en ieder jaar de gesloten retraite van 8 dagen houden. 'Zij verplichten zich om tot. haar huwelijk zooveel het met haar familie-om standigheden is overeen te brengen zich door het Centrale Graatbestuur te laten rondzenden voor de zedelijke, religieuse, wetenschappelijke en artistieke leiding van de meisjes. c. de plaatselijke leidsters, die gekozen worden uit de eigenlijke leden van den Graal bond. Zij zijn altijd gegroepeerd in drietallen, die elkaar kunnen vervangen. d. de groepleidsters, propagandisten en pioniersters. e. de eigenlijke Graalleden van minstens 15 jaar oud en de nieuwelingen van 1315 jaar. De leden zijn weer onder verdeeld in 3 verschillende graden alnaargelang hun willen en kunnen: de z.g. dadenclubs. De spr., mej. Egelie, eindigde hiermede haar lezing over de Graal, eene beweging, die ieders interesse zoo dubbel waard is. Zij zeide, dat juist de belangstelling van den Vrouwenbond door het Graalbestuur in zoo hooge mate wordt geapprecieerd, waarvoor zij dan ook den dank van de Leidsche Graal overbracht. H. M. M. v. d. MEER, Secr. „DE GRAAL." Op Zondagmiddag 31 Mei om 3 uur zal „De Graal" haar Massaal Spreekkoor op nieuw uitvoeren in de Nenijto-hallen te Rotterdam. Reeds vele Leidenaars woonden de eer ste uitvoering in het Stadion te Amster dam bij, maar nog vele anderen waren hier toe op den 2en Paaschdag niet in de gele genheid en zullen dus gaarne bij deze nieu we uitvoering toehoorders en toe-schou wers zijn. Daarom zullen op „De Graal", Hooigr. 31, weer toegangskaarten van 0.50ƒ3 verkrijgbaar zijn en zal, bij gencegzame deelname, waarvoor men zich vóór Maan dagavond 25 Mei gelieve op te geven, ook weer voor goedkoope reisgelegenheid ge- ADOLF KOLPING. IV. Door de studie trachtte Adolf te ontko men aan liet gevoel van eenzaamheid, dac over hem was gekomen sinds hij ontdekt had, welke treurige ideeën er onder zijn jongere tijdgenooten heerschben. Zoo zette zich bij hem het denkbeeld vast, dat hij aan de werkplaats vaarwel moest zeggen, wilde hij niet tot moedeloosheid en verbit tering verzinken. Tevens was 't hem dui delijk, dat hij dan pas tot hoogere studie kon komen, wanneer hij doorzette, ondanks de bergen van stoffelijke moeilijkheden. Hij wikte en woog, hij dacht langen tijd na zonder strijd en bekoring tegen zijn edel moedig voornemen is ook hij niet gebleven. In het voorjaar van 1836 had hij zich door moeilijkheden en zwaren arbeid een ernstige ziekte op den hals gehaald en zocht rust en beterschap in het ouderlijk huis. Van deze gelegenheid maakte Kolping gebruik om de vraag zijner roeping thans tot beslistheid te brengen. De heilige drang naar verheven idealen leefde in hem en thans vond hij het besliste oogenblik geko men dit teere punt in bespreking te bren gen. Zijn vader gaf gaarne toestemming, al kon hij ook geen middelen verschaffen om het plan uit te voeren. Maar de pastoor van Kerpen, wiens beurs zou moeten bij springen, was minder toeschietelijk. Hij wees Kolping af met de woorden: „Schoen maker, blijf bij je leest". Dat was een harde tegenvaller. Adolf hield echter het hoofd boven water en God verliet hem niet. Pastoor Lauffs van Blatzheim, een dorp in de buurt van Kerpen, was hem meer ge negen en in hem vond hij een gullen be schermer en eerlijk raadsman. Deze pas toor raadde hem aan naar Keulen terug te gaan, zijn vroegere patroon weer op te zoeken en in zijn vrijen tijd Latijn te stu deeren. Het was echter makkelijker zeggen dan doen. Üp den dag het zware werk en '8 nachts de ongewone studie. Geen won der dat hij later eens tot een domheer van Keulen zeide: „Toen"gij als gymnasiast te genover het huis, waar ik werkte, woonde, heb ik u meerdere malen bespied en u be nijd, dat gij zoo ongestoord en met allen tijd kondt studeeren, terwijl ik hamer en els moest hanteeren en -mijn studiën in de grammatica om zoo te zeggen als een smokkelwaar moest doen". In 1837 kwam eindelijk de zoo lang ver hoopte verandering. Van toen af kon hij zich tehuis uitsluitend aan zijn studie wij den en.... waagde hij weer een kans bij den pastoor. Deze examineerde hem en was zoo verbaasd over de antwoorden, dat hij zeide: „Goed-, gij zult geestelijke worden, als gij standvastig blijft en roeping toont". zorgd worden. Den dag, waarop de bewijzen van deel name aan de reis kunnen worden afge haald, en het uur van vertrek en toekomst op Zondag 31 Mei kan men vinden in dit blad onder de Agenda van „De Graal". VOORJAAR. Een harde bel, 't glundere gezicht van den bleeker, die met eenige deftigheid een gezegend voorjaar wenscht, achter mij slaande deuren en een kou, alsof het Nov. inplaais van Mei is. Het fooitje heeft de voorjaarswenscher gekregen, voor Z9n zou hij zorgen en werkelijk, vandaag was er wat meer warmte in de lucht, zoodat ik mij niet zoo bezorgd behoef te maken over de jonge vogels, die in een kunstig ge bouwd nest een plaatsje in den tuin ge zocht hebben. Het is een drukke tijd voor de ouders. Ze /vliegen af en aan met wor men en de gretige bekjes schijnen onver zadigbaar. Bij dit ouderpaar vergeleken heeft menig jong moedertje het toch maar heerlijk rustig de eerste weken. Ze kan haar kindje koesleren en verzorgen en behoeft geen angst te hebben, dat ze het wiegje na een afwezigheid leeg zal vinden. En mocht het zieltje, al het lichaampje na een kortstondig bezit verlaten, dan weet het Moedertje, dat het in den Hemel veilig ge borgen is. De vogelkinders van het vorig jaar zijn ten prooi gevallen aan de poes. Nu zijn ze beschut door een boog van kippengAas. Het aanbrengen wekte zeer de bevreemding der ouders op. Met een grooten worm in de. bek hipten ze om ons heen, goed toeziende, of we de kleine peu ters geen kwaad deden, zoodra we ons te rug trokken, namen ze een aanloopje, om het nest te bereiken, maar stuitten op het kippengaas. Tien. twintig pogingen wend den ze aan, totdat ze eindelijk de be doelde opening gevonden hadden en triom fantelijk vliegen ze nu in en uit. Zoo heeft het voorjaar ondanks kou en regen toch zijn aantrekkelijkheden en als O. L. H. ons nu een paarfczonnige weken wil geven, dan vliegt al het gezaaide den grond uit en genie'en we allen weer van den kleurenrijkdom in eigfen en an dermans tuinen. Z. v. d. A. Eindelijk dus mocht hij opgaan naar zijn schoon ideaal, mocht hij gaan studeeren en schrijven. Het was voor Kolping een mijl paal, maar een, die hij niet dan na groo te inspanning had bereikt. Zoo kwam hij in de Tertia van het Harzellen-gymnasium te Keulen. Daarmee eindigde zijn leven als gezel en werd hij de student. Het was in den herfst van 1837, Kolping was toen bijna 24 jaar oud. S. M. Excursie Studieclub Amsterdam. De leden der Studieclub, die zich heb ben opgegeven voor deelname aan deze ex cursie, verzamelen zich 2den Pinksterdag te half elf aan het station. Te Amsterdam aangekomen wordt onmiddellijk gelrokken naar het Gezellenhuis van Amsterdam IV, Hugo dc Grootkade 1113. Des middags wordt een bezoek gebracht aan de Vlieghaven Schiphol. Daarna wordt gezamenlijk gegeten aan het Molenpad. Te half negen volgt bijwoning van het Myste riespel „De Triomph der Levenden" in het Stadion, dat zeker het hoofdmoment zal worden van deze excursie. Dit mysteriespel wordt opgevoerd bij ge legenheid van de opening van den Vden Nedcrl. Katholiekendag. Het spel is voor deze gelegenheid geschreven door den be kenden letterkundige Willem Nieuwenhuys, terwijl de regie in handen is van Paul Huf. Medespelenden zijn behalve enkele beroeps- artisten en een aantal dilettanten van het R. K. Amsterd. Tooneelgezelsehap, een 400 leden van onderscheidene Kathol. Jeugd verenigingen als uaar zijn Kathol. Verken ners, S. Joseph's Gezellenvereeniging (Boet- vaardigen), R. K. Jonge Werkgevers (Le vieten, Gulzigen en Beursmannen), R. K. Studenten ver eeniging (Narren), De Graal (Engelen) enz. Tooneelbouw en costumes zijn van de meest moderne opvatting en teekening. De nieuwste hulpmiddelen van belichting en geluidstechniek zijn in toepassing ge bracht. Het spel beweegt zich om den eeuwigen strijd tusschen goed en kwaad, welke ge streden wordt tusschen de twee antagonis ten Michael en Lucifer, waarom op het tooneel wordt voorgesteld de hemel (hoog platform) en de hel lage hoog in de too- 1 neelbouw). I Tusschen de hoon der duivelen en het smeekend gebed der Engelen beweegt zich j de menschheid. Zij bevolkt het narren- schip, de opstandigen waaien hun roode j vlaggen, de helsche beurs prevelt cijfers als vrome spreuken, de boetvaardigen smeeken tevergeefs. Tenslotte verzamelt zich de hoopgeven- de jeugd van vandaag onder Michael s ba- nier. Nog eenmaal beukt de strijd. Lucifer I vlucht. Ln de katholieke jeugd zweert haar j trouw aan het Geloof in God, haar Hoop op het hiernamaals en hare Liefde tot God i en den medemensch. Met een Sacris So- lemniis eindigt het spel. Kolpings Vacantie-oord „De Liebaard". Deze week zal aan alle Gezellen worden uitgereikt een keurig uitgegeven propagan da blaadje voor ons eigen Vacantie-oord te Apeldoorn. Zij, die hun vacantie daar wil len door brengen wenden zich tot den I V.-Praeses voor een aanvraagformulier. Turnwedstrijd „Oranje Zwart". Nu de rust in onze vereeniging is terug gekeerd na de uitnemend geslaagde ten toonstelling, wordt de aandacht van de le den der turnciub gevraagd. Waarvoor? Wel, op Zondag 31 Mei wordt 's middags half drie een wedstrijd georganiseerd. De strijd gaat tegen de turnciub van Haarlem I II. Waar dien dag het le jaarfeest gevierd wordt kan 't niet anders, of het zal een geslaagd feest worden. Oranje-Zwarten, bezoekt dus trouw de repetities, niemand mag ontbreken. Met ijver en in eendracht aan het werk, dan is er voor ons goed kans te winnen. 's Avonds wordt een demonstratie gege- i ven door de Leidsche en de Haarlemsche turners; dat is iets wat ook moet slagen, j U ziet, werk genoeg, dus alle hens aan dek!1 HET BESTUUR. VAN M'N BOEKENTAFEL Rijksinkomstenbelasting en Gemeente- for.dsbelastir.g. Bij de N.V. Leidsche Uitgeversmaat schappij is een handig boekje verschenen van de hand (of moeten wij zeggen van de „handen" van de heeren B. Nijholt, con troleur der gemeentebelastingen te Leeu warden, en R. Ensing, hoofdcommies ter gemeente-secretarii alhier. Dit boekje maakt een deel uit van een uit te geven serie populaire handleidingen voor belas tingbetalers en behandelt de Rijksinkom stenbelasting en de nieuwe met 1 Mei in gevoerde gemeentefondsbelasting. Het is de bedoeling ook de andere belastingen in een tweetal werkjes te behandelen. Het eerstgenoemde tweetal evenwel vormt twee van de voornaamste belastin gen en is dus waar dig voorop behandeld te worden. Belastingkwestie zijn uiteraard geen stof voor romannetjes, maar vooral in dezen tijd, nu ieder Nederlandsch staats burger verblijd wordt met een formulier, dat hij behoort in te vullen, en ieder recht geaard Nederlander wordt uitgenoodigd zich te slachtofferen op het altaar der eer lijkheid, is de lezing van zulk een boekje zeer interessant, om niet te zeggen span nend. Want op zeer populaire wijze wordt uit gelegd, hoe men z'u belastingbiljet behoort in te vullen zóó, dat niet te weinig, maar ook niet te veel wordt betaald en voor dit laatste heeti iedereen, die het behalve met het vaderland ook goed meent met zichzelf en zijn portemonnaie, heel spoedig een gereed oor. SINT JAN WAS BOOS! Neen, niet op de bloemisten van Bree- zand, zijne aangenomen beschermelingen, want nog geen dag had Hij er spijt van gehad, dat Haarlem s Doorluchtige Kerk vorst juist Hem tot hun Patroon had uit verkoren. Immers hadden ze nu al niet twee volle jaren dag in, dag uit, Zijn kerkje met de mooiste bloemen versierd? Zoo me nige stads-kathedraal moet zich tevreden stellen met wat simpele bouquetjes, duur gekocht; maar de herder van Breezand had nog nooit een cent hoeven te betalen. Groot en klein bracht voortdurend de bloemen, en wel van de mooiste soort, zelf thuis. Dan, de Breezanders hadden een paar zware jaren achter den rug; menig sigaai- tie werd er minder gerookt, maar de Zon- dagsche collecte b.v. voor een eigen kerk hof draaide nog steeds rond de 40 gulden, zoodat dit plekje grond misschien het eenigst in Breezand mocht heeten zonder schuld te zijn. Wellicht zat hierbij de prac- tische zin bij do Breezanders voor, dat het toch zoo'n zoete gedachte moet wezen, na je geheelo leven in last en zorgen te heb ben doorgebracht, na je dood te worden heengebracht naar een plekje, wat geheel vrij van schuld is, om daar rustig en onge stoord de roepstem van den oordeelsengel af te wachten. Wel mag dan een ondeugen de kerkmeester opmerken, dat ze hem wel niet al te diep mogen begraven, want na 2 y. Meter diepte is de kerke-grond weer hypothecair belast, feit is en blijft, dat de eerlijke bedoeling bij de Breezanders bo ven alles uitgaat. Nogmaals, Sint Jan was niet boos de de bloemisten van Breezand, niet boos op de bloemisten van Breezand, Breezandsche herder. De pastoor zit er nu zoo druilerig bij, omdat binnenkort de Kerkbollenveiling zal plaats hebben; en die neerslachtigheid kon ook zijn schaapjes den moed doen verlie zen. „Ik zal hem vannacht maar eens een bezoek brengen", dacht St. Jan, „dat heb Ik al meer gedaan". En pastoortje lag in diepen slaap, maar toch bewoog hij zich onrustig heen en weer en zijn kleur werd vuurrood, toen St. Jan op eens aan hem vexscheen en zijn ernstige oogen op hem richtte. „Alweer in den put?" zoo begon St. Jan. „Ach ja, groote Patroon", zuchtte de her der diep onderdanig. „Tegenwoordig lig ik dag en nacht te cijferen en ieder oogenblik wordt het getal nulletjes achter het schuld- cijfer onzer nieuwe kerk grooter. 't Is om wanhopig te worden. En zie nu dien brief eens. Monseigneur beveelt me een collecte te houden voor het martelveld te Brielle. Maar weet dan Zijne Excellentie niet, dat het martelveld te Breezand niet negentien, maar minstens honderd negentig martela ren telt? Het vorig jaar deed ik mijn schaapjes een aderlating tot op het kantje af, en nu moet ik Donderdag 28 Mei weer de beul spelen". Sint Jan had voorgenomen zich ernstig te houden, maar nu kwam er opeens eeu glimlach op Zijn gelaat. „Ach, ach, goei« ma.n", riep Hij uit„ met den beul heb lk heelemaal geen medelijden. De schaapjes verwennen je met eitjes, Brusselsch lot, pracht-aardappelcn, je hebt er van je leven nog niet zoo goed uitgezien. Met de schaap jes zelf heb ik een beetje meer medelijden, maar martelaars-gezichten hebben ze nog geen van allen. Bovendien, is het geen eere- titel, martelaar te heeten? Ook mij hebben ze eens in de kokende olie gelegd en ik ben daar nog blij om, want al heet ik ook de bizondere vriend des Heeren, van alle apostelen ware ik anders de eenige geweest, die geen martelaars kroon verdiende". „Nu ja", antwoordde de angstige pastoor weifelend, „al heb ik ze dan niet bewerkt met kokende olie, minstens heb ik ze, vol- zal ik ze a.s. Donderdag heelemaal moeten gens hun eigen zeggen, half gevild. En nu afstroopen. Noemt U dat geen martelaar schap?" Een pijnlijke trek vertoonde zich op het gelaat van den herder, terwijl St. Jan er nog vroolijker op werd. „Nu", vervolgde St. Jan. „Luister eens goed, neen, noen, ook ditmaal zullen de stoere Breezanders wederom toonen dat ze voor geen kleintje vervaard zijn. Heel goed snappen ze, dat hun verhuizen naar Bree zand maar een half leven zou zijn, wanneer ze van een eigen kerk en eigen school ver stoken zouden zijn. Beslist hadden ze voor hun land eenige honderden guldens minder betaald, wanneer ze het vooruitzicht op een eigen kerk en school hadden moeten missen. Voor aalmoezen van buiten voelen ze zich te fier. Liever nog hun land een ietsje meer bezwaard, maar een kerk cn school moest er komen. De kerk, die ze bou wen, mag nog steeds de goedkoopste van het heele bisdom heeten. Ze telt 740 plaat sen en dapper steekt ze haar eenvoudig torentje omhoog, als wilde het namens hen zeggen: „Rijk zijn we geen van allen, en mogen ons ook zware lasten en zorgen drukken, moedig en vol vertrouwen rich ten wij onze oogen naar boven, waar Hij woont, die oen wasdom geeft, Hij, zonder Wiens zegen al het aardsche van nul en geener waarde is, Hij, die ons somtijds mag beproeven, maar meer nog beschermen zal". Hij, de algoede Hemelvader, zal ons Zijn zichtbaren zegen niet onthouden, Hij zal liet jonge en vroeger zoo gesmade Bree zand, zichtbaar doen bloeien ten dank voor de buitengewone offervaardigheid van zoo- velen, die in Hem gelooven, om tevens eere te geven aan Zijn besten vriend, hun groo ten Patroon, den Apostel der Liefde, Sint Jan, den Evangelist. Pastoor VERHOEFF, Breezand (N.-R

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7