ZATERDAG 23 MEI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
AFDEELIWG LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND
Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen
en mededeeluigen te richten aan één der redactieleden: Mejuffrouw Jo van der
Laan, Rijnsburgerweg 20, Leiden; Zr. 1. van den Abeelen, Willem de Zwijger
laan 25, Uegstgeest; Mevr. Fehmers—Boer—Knottnerue-, Warmonderweg 37.
ZATERDAG, 23 Mei. Vigilie van
Pinksteren.
Op 24 Mei vieren wij het feest van Ma
ria, Hulp der Christenen. In tijden van
grooten nood spoort de H. Kerk haar kin-
derlaag leden in den slag van Lepanto
vlucht te nemen.
In 1571 toen de Turken hun groote ne
derlaag leden in de slag van Lepanto
schreef Paus Pius V deze overwinning van
de Ohristenen toe aan de Allerheiligste
Maagd. Daarom deed Z. H. aan de Litanie
van Loretto toevoegen de bede: Maria
Hulp der Christenen, bid voor ons!
ln 1815 werd de Feestdag: Maria Hulp
der Ohristenen door Paus Pius VI inge
steld als dank aan Maria voor zijn terug
keer in Rome na een verbanning van vijf
jaar.
Tijdens algemeene rampen en in onze
peisoonlijke beproevingen lal en wij altijd
met een onbegrensd vertrouwen gaan tob
Haar, die nooit te vergeefs is aangeroepen.
Wanneer wij morgen op het Hoogfeest
van Pinksteren aan God dank brengen
voor het H. Geloof en'de onuitsprekelijk
groote genadegaven door den H. Geest
ons geschonken, laten wij dan ook Haar
Feest gedenken. Bruid van den H. Geest,
wij groeten U Hulp der Christenen, bid
voor ons en voor het arme Spanje.
„SANCTA VERONICA."
Donderdagmiddag 4 Juni a.s. van 35
zitting Pieterskerksteeg 15.
Het Bestuur heeft gemeend een loterij
te organiseer en, om van de opbrengst den
komenden winter veel en groot werk te
kunnen verrichten.
Hoofdprijs: cassette met 52 stuks Sola-
Zilver. Inhoud: 12 tafellepels, 12 tafelvor
ken, 12 desseertlepels, 12 dessertvorken, 1
soeplepel, 1 sauslepel, 1 groentelepel, 1
aardappellepel. Prijs per lot 25 cent.
Tijdens de zitting zullen de prijzen ten
toongesteld 'worden, die bij de verloting
gewonnen kunnen worden. Loten verkrijg
baar bij Mej. Catijn, Breestraat 17.
DOEL EN WERKEN VAN
„DE GRAAL."
Op onzen sluitingsavond heeft onder
groote belangstelling van talrijke aanwe
zigen Mej. Egelie een lezing gehouden over
bovengenoemd onderwerp. Om aan de aan
dachtige toehoorsters gelegenheid te ge-
van den inhoud nog 'ns op haar gemak na
te pluizen en ook aan de wenschen van de
genen die niet aanwezig konden zijn tege
moet te komen, laten we hier een verkort
verslag van deze interessante lezing vol
gen.
Spr. zegt ons allereerst wat de Graal is.
De Graal is een godsdienstige beweging,
met als voornaamste ideaal de jonge meis
jes te vormen tot bewust Katholieke vrou
wen, omdat van haar zal afhangen, welke
sfeer er in de komende katholieke huisge
zinnen zal heerschen.
De Graal is ook een Eucharistische be
weging. Zij wil liefde en eerbied voor de
H. Eucharistie in de meisjes Aankweeken.
De Graal is ook een sociaal-economische
beweging en wil volgens de Rerum Nova
rum besluiten van Leo XIII ieder meisje
helpen in haar strijd om een menschwaar-
dig bestaan, om indirect, door het verbete
ren van sociale toestanden, het moreele
peil van.de meisjes te verhoogen.
Ook werkt de Graal op cultureel gebied,
om de meisjes verder te ontwikkelen en te
beschaven.
De Graal is verder een jeugdbeweging.
Geen jeugdzorg, want de tegenwoordige
jeugd wil niet meer verzorgd en bemoederd
worden. Zij wil zelf haar organisatie mee
besturen en mee verantwoordelijk zijn voor
den groei en bloei van haar vcreeniging.
Spr. geeft verder een heel interessant
overzicht van de plaats die de vrouw in do
verschillende tijden heeft ingenomen, te
beginnen bij het steenen tijdperk om dan
te komen tot vóór 100 jaar.
Volgens de Duitsche politici was in
laatstgenoemd tijdperk haar terrein: Kir-
che, Kiiche, Kinderstube.
De huishouding alleen was haar levens
taak. Moeder en dochter hadden dan ook
van 's ochtends tot 's avonds haar handen
vol en alle vrouwen waren tevreden. Van
invloed op het maatschappelijk leven was
geen sprake.
Toen kwamen de uitvindingenen bezig
heden waar vroeger halve blagen voor noo-
dig waren, werden kwesties van 'n kwar
tiertje. 't Gevolg was dat er tijd over bleef
en de vrouwen zich begonnen te vervelen.
In de arbeidersklasse gingen zij werk
zoeken buitenshuis en vonden dit in de fa
brieken en ateliers.
De meer welgestelden begonnen te le
zen en eindigden met den eisch te mogen
studeeren net als de mannen. Vol veront
waardiging werd dit geweigerd, want het
paste een meisje niet. Toch zetten ze
haar wil door en kregen we het type vrou
wen, dat door haar mannelijke collega's
hevig gehoond en bespot, de theorie ver
IHTERPAROCHIEELE
kondigde, dat de vrouw niet anders is dan
de man.
We zien onder hen vrouwen, die mistoe
standen verbeterden, hard streden en veel
bereikten, maar hun eigen geluk ondanks
alles niet vonden.
Bij duizenden werkten zij in fabrieken,
op kantoren en in winkels, als verpleegster
onderwijzeressen, dokters, advocaten. En
toch voelden zij zich niet bevredigd. Tot
zij den moed hadden te erkennen dat zij
onvrouwelijk waren geworden.
Aan den een en kant zien we dus de in
vloed s-mogelijkheid voor de vrouw sterk
groeien; maar aan den andeien kant groet
er een geslacht op van onevenwichtige
vrouwen. Deze strooming laat ïich niet
stuiten. Het is er eene, die ten goede zal
keeren of ten kwade.
Als we dezen stroom maar laten betijen,
zal ze een machtig wapen worden in de
handen van socialisten en communisten.
Maar diezelfde massa jonge meisjes kan
een weermacht worden voor de katholieke
zaak en tot behoud van de goede orde en
zeden.
Dan zullen zij de orde verdedigen óók
tegen haar verloofden, ook tegen haar man
nen later, als die willen afvallen naar so
cialisme of communisme.
Dit nu heeft de Graal ondernomen.
Nu volgde een uiteenzetting van de tech
niek der organisatie.
1. Leden zijn alle leerplichtvrije R. K.
meisjes.
2. De organisatie is geen liefdewerk
maar drijft op vaste inkomsten en vrij hoo-
ge contributies van de leden.
3. Het volledige lidmaatschap begint met
15* jaar. De meisjes van 1315 jaar zijn
nieuwelingen die een beperkt lidmaat-
schapsrecht hebben en maar de halve con
tributie betalen.
4. De leidsters van de Graal zijn cen
traal georganiseerd in het Jeugdleidsters
instituut, dat gevestigd is in het Moeder
huis van de Vrouwen van Nazareth, „Hui
ze de Voorde" in Rijswijk.
5. De Graal staat onder leiding van de
Vrouwen van Nazareth. Dit is een reli-
gieuse congregatie van leeken, die zich
voor levenslang aan dit apostolisch werk
geven.
Na een streng 2-jarig noviciaat doen zij
3 geloften. Iedere 5 jaar hebben zij weer
1 jaar noviciaat. Zij vormen de kern der
beweging.
Naar buiten treden zij op als gewone
leeken, dragen in het dagelijksch leven
geen speciaal kleed en passen zich, voor-
zoover dit mogelijk is, aan alles aan.
Rondom deze kern vormen zich 5 groe
pen:
a. de externe-helpsters. Zij leven in alles
met de Vrouwen van Nazareth mee, kun
nen al haar functies aanvullen en wor
den na 1 jaar proeftijd door de algemeene
Overste aangenomen.
b. de Jonge Garde. Dit is een keurbende
van meisjes en vrouwen van studie en ont
wikkeling. Zij moeten minstens éénmaal den
3-maandelijkschen cursus voor Jeugdleiders
met goed gevolg hebben meegemaakt en
ieder jaar de gesloten retraite van 8 dagen
houden. 'Zij verplichten zich om tot. haar
huwelijk zooveel het met haar familie-om
standigheden is overeen te brengen zich
door het Centrale Graatbestuur te laten
rondzenden voor de zedelijke, religieuse,
wetenschappelijke en artistieke leiding van
de meisjes.
c. de plaatselijke leidsters, die gekozen
worden uit de eigenlijke leden van den
Graal bond. Zij zijn altijd gegroepeerd in
drietallen, die elkaar kunnen vervangen.
d. de groepleidsters, propagandisten en
pioniersters.
e. de eigenlijke Graalleden van minstens
15 jaar oud en de nieuwelingen van 1315
jaar. De leden zijn weer onder verdeeld in
3 verschillende graden alnaargelang hun
willen en kunnen: de z.g. dadenclubs.
De spr., mej. Egelie, eindigde hiermede
haar lezing over de Graal, eene beweging,
die ieders interesse zoo dubbel waard is.
Zij zeide, dat juist de belangstelling van
den Vrouwenbond door het Graalbestuur
in zoo hooge mate wordt geapprecieerd,
waarvoor zij dan ook den dank van de
Leidsche Graal overbracht.
H. M. M. v. d. MEER, Secr.
„DE GRAAL."
Op Zondagmiddag 31 Mei om 3 uur zal
„De Graal" haar Massaal Spreekkoor op
nieuw uitvoeren in de Nenijto-hallen te
Rotterdam.
Reeds vele Leidenaars woonden de eer
ste uitvoering in het Stadion te Amster
dam bij, maar nog vele anderen waren hier
toe op den 2en Paaschdag niet in de gele
genheid en zullen dus gaarne bij deze nieu
we uitvoering toehoorders en toe-schou
wers zijn.
Daarom zullen op „De Graal", Hooigr.
31, weer toegangskaarten van 0.50ƒ3
verkrijgbaar zijn en zal, bij gencegzame
deelname, waarvoor men zich vóór Maan
dagavond 25 Mei gelieve op te geven, ook
weer voor goedkoope reisgelegenheid ge-
ADOLF KOLPING.
IV.
Door de studie trachtte Adolf te ontko
men aan liet gevoel van eenzaamheid, dac
over hem was gekomen sinds hij ontdekt
had, welke treurige ideeën er onder zijn
jongere tijdgenooten heerschben. Zoo zette
zich bij hem het denkbeeld vast, dat hij
aan de werkplaats vaarwel moest zeggen,
wilde hij niet tot moedeloosheid en verbit
tering verzinken. Tevens was 't hem dui
delijk, dat hij dan pas tot hoogere studie
kon komen, wanneer hij doorzette, ondanks
de bergen van stoffelijke moeilijkheden. Hij
wikte en woog, hij dacht langen tijd na
zonder strijd en bekoring tegen zijn edel
moedig voornemen is ook hij niet gebleven.
In het voorjaar van 1836 had hij zich
door moeilijkheden en zwaren arbeid een
ernstige ziekte op den hals gehaald en
zocht rust en beterschap in het ouderlijk
huis. Van deze gelegenheid maakte Kolping
gebruik om de vraag zijner roeping thans
tot beslistheid te brengen. De heilige drang
naar verheven idealen leefde in hem en
thans vond hij het besliste oogenblik geko
men dit teere punt in bespreking te bren
gen. Zijn vader gaf gaarne toestemming, al
kon hij ook geen middelen verschaffen om
het plan uit te voeren. Maar de pastoor
van Kerpen, wiens beurs zou moeten bij
springen, was minder toeschietelijk. Hij
wees Kolping af met de woorden: „Schoen
maker, blijf bij je leest". Dat was een harde
tegenvaller. Adolf hield echter het hoofd
boven water en God verliet hem niet.
Pastoor Lauffs van Blatzheim, een dorp
in de buurt van Kerpen, was hem meer ge
negen en in hem vond hij een gullen be
schermer en eerlijk raadsman. Deze pas
toor raadde hem aan naar Keulen terug te
gaan, zijn vroegere patroon weer op te
zoeken en in zijn vrijen tijd Latijn te stu
deeren.
Het was echter makkelijker zeggen dan
doen. Üp den dag het zware werk en
'8 nachts de ongewone studie. Geen won
der dat hij later eens tot een domheer van
Keulen zeide: „Toen"gij als gymnasiast te
genover het huis, waar ik werkte, woonde,
heb ik u meerdere malen bespied en u be
nijd, dat gij zoo ongestoord en met allen
tijd kondt studeeren, terwijl ik hamer en
els moest hanteeren en -mijn studiën in de
grammatica om zoo te zeggen als een
smokkelwaar moest doen".
In 1837 kwam eindelijk de zoo lang ver
hoopte verandering. Van toen af kon hij
zich tehuis uitsluitend aan zijn studie wij
den en.... waagde hij weer een kans bij
den pastoor. Deze examineerde hem en was
zoo verbaasd over de antwoorden, dat hij
zeide: „Goed-, gij zult geestelijke worden,
als gij standvastig blijft en roeping toont".
zorgd worden.
Den dag, waarop de bewijzen van deel
name aan de reis kunnen worden afge
haald, en het uur van vertrek en toekomst
op Zondag 31 Mei kan men vinden in dit
blad onder de Agenda van „De Graal".
VOORJAAR.
Een harde bel, 't glundere gezicht van
den bleeker, die met eenige deftigheid een
gezegend voorjaar wenscht, achter mij
slaande deuren en een kou, alsof het Nov.
inplaais van Mei is. Het fooitje heeft de
voorjaarswenscher gekregen, voor Z9n zou
hij zorgen en werkelijk, vandaag was er
wat meer warmte in de lucht, zoodat ik
mij niet zoo bezorgd behoef te maken over
de jonge vogels, die in een kunstig ge
bouwd nest een plaatsje in den tuin ge
zocht hebben. Het is een drukke tijd voor
de ouders. Ze /vliegen af en aan met wor
men en de gretige bekjes schijnen onver
zadigbaar. Bij dit ouderpaar vergeleken
heeft menig jong moedertje het toch maar
heerlijk rustig de eerste weken. Ze kan haar
kindje koesleren en verzorgen en behoeft
geen angst te hebben, dat ze het wiegje
na een afwezigheid leeg zal vinden. En
mocht het zieltje, al het lichaampje na een
kortstondig bezit verlaten, dan weet het
Moedertje, dat het in den Hemel veilig ge
borgen is. De vogelkinders van het vorig
jaar zijn ten prooi gevallen aan de poes.
Nu zijn ze beschut door een boog van
kippengAas. Het aanbrengen wekte zeer
de bevreemding der ouders op. Met een
grooten worm in de. bek hipten ze om ons
heen, goed toeziende, of we de kleine peu
ters geen kwaad deden, zoodra we ons te
rug trokken, namen ze een aanloopje, om
het nest te bereiken, maar stuitten op het
kippengaas. Tien. twintig pogingen wend
den ze aan, totdat ze eindelijk de be
doelde opening gevonden hadden en triom
fantelijk vliegen ze nu in en uit.
Zoo heeft het voorjaar ondanks kou en
regen toch zijn aantrekkelijkheden en als
O. L. H. ons nu een paarfczonnige weken
wil geven, dan vliegt al het gezaaide den
grond uit en genie'en we allen weer van
den kleurenrijkdom in eigfen en an
dermans tuinen.
Z. v. d. A.
Eindelijk dus mocht hij opgaan naar zijn
schoon ideaal, mocht hij gaan studeeren en
schrijven. Het was voor Kolping een mijl
paal, maar een, die hij niet dan na groo
te inspanning had bereikt. Zoo kwam hij
in de Tertia van het Harzellen-gymnasium
te Keulen. Daarmee eindigde zijn leven als
gezel en werd hij de student. Het was in
den herfst van 1837, Kolping was toen bijna
24 jaar oud. S. M.
Excursie Studieclub Amsterdam.
De leden der Studieclub, die zich heb
ben opgegeven voor deelname aan deze ex
cursie, verzamelen zich 2den Pinksterdag
te half elf aan het station. Te Amsterdam
aangekomen wordt onmiddellijk gelrokken
naar het Gezellenhuis van Amsterdam IV,
Hugo dc Grootkade 1113.
Des middags wordt een bezoek gebracht
aan de Vlieghaven Schiphol. Daarna wordt
gezamenlijk gegeten aan het Molenpad. Te
half negen volgt bijwoning van het Myste
riespel „De Triomph der Levenden" in het
Stadion, dat zeker het hoofdmoment zal
worden van deze excursie.
Dit mysteriespel wordt opgevoerd bij ge
legenheid van de opening van den Vden
Nedcrl. Katholiekendag. Het spel is voor
deze gelegenheid geschreven door den be
kenden letterkundige Willem Nieuwenhuys,
terwijl de regie in handen is van Paul Huf.
Medespelenden zijn behalve enkele beroeps-
artisten en een aantal dilettanten van het
R. K. Amsterd. Tooneelgezelsehap, een 400
leden van onderscheidene Kathol. Jeugd
verenigingen als uaar zijn Kathol. Verken
ners, S. Joseph's Gezellenvereeniging (Boet-
vaardigen), R. K. Jonge Werkgevers (Le
vieten, Gulzigen en Beursmannen), R. K.
Studenten ver eeniging (Narren), De Graal
(Engelen) enz.
Tooneelbouw en costumes zijn van de
meest moderne opvatting en teekening.
De nieuwste hulpmiddelen van belichting
en geluidstechniek zijn in toepassing ge
bracht.
Het spel beweegt zich om den eeuwigen
strijd tusschen goed en kwaad, welke ge
streden wordt tusschen de twee antagonis
ten Michael en Lucifer, waarom op het
tooneel wordt voorgesteld de hemel (hoog
platform) en de hel lage hoog in de too-
1 neelbouw).
I Tusschen de hoon der duivelen en het
smeekend gebed der Engelen beweegt zich
j de menschheid. Zij bevolkt het narren-
schip, de opstandigen waaien hun roode
j vlaggen, de helsche beurs prevelt cijfers als
vrome spreuken, de boetvaardigen smeeken
tevergeefs.
Tenslotte verzamelt zich de hoopgeven-
de jeugd van vandaag onder Michael s ba-
nier. Nog eenmaal beukt de strijd. Lucifer
I vlucht. Ln de katholieke jeugd zweert haar
j trouw aan het Geloof in God, haar Hoop
op het hiernamaals en hare Liefde tot God
i en den medemensch. Met een Sacris So-
lemniis eindigt het spel.
Kolpings Vacantie-oord „De Liebaard".
Deze week zal aan alle Gezellen worden
uitgereikt een keurig uitgegeven propagan
da blaadje voor ons eigen Vacantie-oord te
Apeldoorn. Zij, die hun vacantie daar wil
len door brengen wenden zich tot den
I V.-Praeses voor een aanvraagformulier.
Turnwedstrijd „Oranje Zwart".
Nu de rust in onze vereeniging is terug
gekeerd na de uitnemend geslaagde ten
toonstelling, wordt de aandacht van de le
den der turnciub gevraagd. Waarvoor? Wel,
op Zondag 31 Mei wordt 's middags
half drie een wedstrijd georganiseerd. De
strijd gaat tegen de turnciub van Haarlem
I II. Waar dien dag het le jaarfeest gevierd
wordt kan 't niet anders, of het zal een
geslaagd feest worden.
Oranje-Zwarten, bezoekt dus trouw de
repetities, niemand mag ontbreken. Met
ijver en in eendracht aan het werk, dan is
er voor ons goed kans te winnen.
's Avonds wordt een demonstratie gege-
i ven door de Leidsche en de Haarlemsche
turners; dat is iets wat ook moet slagen,
j U ziet, werk genoeg, dus alle hens aan
dek!1
HET BESTUUR.
VAN M'N BOEKENTAFEL
Rijksinkomstenbelasting en Gemeente-
for.dsbelastir.g.
Bij de N.V. Leidsche Uitgeversmaat
schappij is een handig boekje verschenen
van de hand (of moeten wij zeggen van de
„handen" van de heeren B. Nijholt, con
troleur der gemeentebelastingen te Leeu
warden, en R. Ensing, hoofdcommies ter
gemeente-secretarii alhier. Dit boekje
maakt een deel uit van een uit te geven
serie populaire handleidingen voor belas
tingbetalers en behandelt de Rijksinkom
stenbelasting en de nieuwe met 1 Mei in
gevoerde gemeentefondsbelasting. Het is
de bedoeling ook de andere belastingen in
een tweetal werkjes te behandelen.
Het eerstgenoemde tweetal evenwel
vormt twee van de voornaamste belastin
gen en is dus waar dig voorop behandeld
te worden. Belastingkwestie zijn uiteraard
geen stof voor romannetjes, maar vooral in
dezen tijd, nu ieder Nederlandsch staats
burger verblijd wordt met een formulier,
dat hij behoort in te vullen, en ieder recht
geaard Nederlander wordt uitgenoodigd
zich te slachtofferen op het altaar der eer
lijkheid, is de lezing van zulk een boekje
zeer interessant, om niet te zeggen span
nend.
Want op zeer populaire wijze wordt uit
gelegd, hoe men z'u belastingbiljet behoort
in te vullen zóó, dat niet te weinig, maar
ook niet te veel wordt betaald en voor
dit laatste heeti iedereen, die het behalve
met het vaderland ook goed meent met
zichzelf en zijn portemonnaie, heel spoedig
een gereed oor.
SINT JAN WAS BOOS!
Neen, niet op de bloemisten van Bree-
zand, zijne aangenomen beschermelingen,
want nog geen dag had Hij er spijt van
gehad, dat Haarlem s Doorluchtige Kerk
vorst juist Hem tot hun Patroon had uit
verkoren. Immers hadden ze nu al niet
twee volle jaren dag in, dag uit, Zijn kerkje
met de mooiste bloemen versierd? Zoo me
nige stads-kathedraal moet zich tevreden
stellen met wat simpele bouquetjes, duur
gekocht; maar de herder van Breezand had
nog nooit een cent hoeven te betalen. Groot
en klein bracht voortdurend de bloemen,
en wel van de mooiste soort, zelf thuis.
Dan, de Breezanders hadden een paar
zware jaren achter den rug; menig sigaai-
tie werd er minder gerookt, maar de Zon-
dagsche collecte b.v. voor een eigen kerk
hof draaide nog steeds rond de 40 gulden,
zoodat dit plekje grond misschien het
eenigst in Breezand mocht heeten zonder
schuld te zijn. Wellicht zat hierbij de prac-
tische zin bij do Breezanders voor, dat het
toch zoo'n zoete gedachte moet wezen, na
je geheelo leven in last en zorgen te heb
ben doorgebracht, na je dood te worden
heengebracht naar een plekje, wat geheel
vrij van schuld is, om daar rustig en onge
stoord de roepstem van den oordeelsengel
af te wachten. Wel mag dan een ondeugen
de kerkmeester opmerken, dat ze hem wel
niet al te diep mogen begraven, want na
2 y. Meter diepte is de kerke-grond weer
hypothecair belast, feit is en blijft, dat de
eerlijke bedoeling bij de Breezanders bo
ven alles uitgaat. Nogmaals, Sint Jan was
niet boos de de bloemisten van Breezand,
niet boos op de bloemisten van Breezand,
Breezandsche herder.
De pastoor zit er nu zoo druilerig bij,
omdat binnenkort de Kerkbollenveiling zal
plaats hebben; en die neerslachtigheid kon
ook zijn schaapjes den moed doen verlie
zen. „Ik zal hem vannacht maar eens een
bezoek brengen", dacht St. Jan, „dat heb
Ik al meer gedaan".
En pastoortje lag in diepen slaap, maar
toch bewoog hij zich onrustig heen en weer
en zijn kleur werd vuurrood, toen St. Jan
op eens aan hem vexscheen en zijn ernstige
oogen op hem richtte.
„Alweer in den put?" zoo begon St. Jan.
„Ach ja, groote Patroon", zuchtte de her
der diep onderdanig. „Tegenwoordig lig ik
dag en nacht te cijferen en ieder oogenblik
wordt het getal nulletjes achter het schuld-
cijfer onzer nieuwe kerk grooter. 't Is om
wanhopig te worden. En zie nu dien brief
eens. Monseigneur beveelt me een collecte
te houden voor het martelveld te Brielle.
Maar weet dan Zijne Excellentie niet, dat
het martelveld te Breezand niet negentien,
maar minstens honderd negentig martela
ren telt? Het vorig jaar deed ik mijn
schaapjes een aderlating tot op het kantje
af, en nu moet ik Donderdag 28 Mei weer
de beul spelen".
Sint Jan had voorgenomen zich ernstig
te houden, maar nu kwam er opeens eeu
glimlach op Zijn gelaat. „Ach, ach, goei«
ma.n", riep Hij uit„ met den beul heb lk
heelemaal geen medelijden. De schaapjes
verwennen je met eitjes, Brusselsch lot,
pracht-aardappelcn, je hebt er van je leven
nog niet zoo goed uitgezien. Met de schaap
jes zelf heb ik een beetje meer medelijden,
maar martelaars-gezichten hebben ze nog
geen van allen. Bovendien, is het geen eere-
titel, martelaar te heeten?
Ook mij hebben ze eens in de kokende
olie gelegd en ik ben daar nog blij om, want
al heet ik ook de bizondere vriend des
Heeren, van alle apostelen ware ik anders
de eenige geweest, die geen martelaars
kroon verdiende".
„Nu ja", antwoordde de angstige pastoor
weifelend, „al heb ik ze dan niet bewerkt
met kokende olie, minstens heb ik ze, vol-
zal ik ze a.s. Donderdag heelemaal moeten
gens hun eigen zeggen, half gevild. En nu
afstroopen. Noemt U dat geen martelaar
schap?"
Een pijnlijke trek vertoonde zich op het
gelaat van den herder, terwijl St. Jan er
nog vroolijker op werd.
„Nu", vervolgde St. Jan. „Luister eens
goed, neen, noen, ook ditmaal zullen de
stoere Breezanders wederom toonen dat ze
voor geen kleintje vervaard zijn. Heel goed
snappen ze, dat hun verhuizen naar Bree
zand maar een half leven zou zijn, wanneer
ze van een eigen kerk en eigen school ver
stoken zouden zijn. Beslist hadden ze voor
hun land eenige honderden guldens minder
betaald, wanneer ze het vooruitzicht op
een eigen kerk en school hadden moeten
missen. Voor aalmoezen van buiten voelen
ze zich te fier. Liever nog hun land een
ietsje meer bezwaard, maar een kerk cn
school moest er komen. De kerk, die ze bou
wen, mag nog steeds de goedkoopste van
het heele bisdom heeten. Ze telt 740 plaat
sen en dapper steekt ze haar eenvoudig
torentje omhoog, als wilde het namens hen
zeggen: „Rijk zijn we geen van allen, en
mogen ons ook zware lasten en zorgen
drukken, moedig en vol vertrouwen rich
ten wij onze oogen naar boven, waar Hij
woont, die oen wasdom geeft, Hij, zonder
Wiens zegen al het aardsche van nul en
geener waarde is, Hij, die ons somtijds mag
beproeven, maar meer nog beschermen
zal".
Hij, de algoede Hemelvader, zal ons Zijn
zichtbaren zegen niet onthouden, Hij zal
liet jonge en vroeger zoo gesmade Bree
zand, zichtbaar doen bloeien ten dank voor
de buitengewone offervaardigheid van zoo-
velen, die in Hem gelooven, om tevens eere
te geven aan Zijn besten vriend, hun groo
ten Patroon, den Apostel der Liefde, Sint
Jan, den Evangelist.
Pastoor VERHOEFF,
Breezand (N.-R