22ste Jaargang DONDERDAG 30 APRIL 1931 No. 6885 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Het zilveren Presidentsfeest van den Doorluchtigen en Hoogeerwaarden Heer Mgr, TASKIN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franoo per port f2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad ia voor de Abonnó's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij Tooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regeL Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit drie bladen V Een woord van den Bisschop Professor Groenen herinnerde in een ar tikel, naar aanleiding van het zilveren Presidentschap van Mgr. Taskin in ons nummer van Dinsdag, aan het woord van den Psalmist: „Gelukkig het volk, dat het jubelen kent". En als een verheugend feit mag daarom worden geconstateerd, dat het ju bileum van den President van het Groot- Seminarie in ons Bisdom gevierd is met jubel door de studenten van het Groot-Seminarie, door de geestelijkheid van het Bisdom met den Bisschop aan haar hoofd! door de burgerij van War mond, met den Burgemeester voorop. Wij willen hier nog even speciaal onder d-e aandacht brengen een passage uit de rede van Zijn Hoogw. Excellentie den Bis schop van Haarlem, bij de huldiging. Dins dagavond gehouden. De Bisschop zeide in die rede: „In den tegenwoordigen tijd wordt ook in katholieke gelederen geoor deeld over hoogstaande personen, ook po litieke met een waanwijsheid, die aan 't ongeloofelijke grenst. Maar gij aldus richtte de Bisschop zich tot de theolo ganten gij hebt geleerd niet overmoe dig te oordeelen over anderen, die veel ouder zijn en veel meer ervaring heb ben". Ons schijnt niet gewaagd toe de veron derstelling, dat Mgr. Aengenent bij het maken van deze opmerking b i p n e n het Seminarie de bedoeling had, dat deze voor al buiten het Seminarie zou worden ver nomen èn verstaan. De Bisschop heeft hier aangewezen een vergroeide geestesgesteldheid, een oneven wichtigheid in de karaktervorming, welke wij bij vele jongere menschen bij vele „jongeren"! moeten waarnemen. Ongetwijfeld slaafsche navolging door de jongeren van wat de ouderen denken en doen mag niet worden geëischt, kan ver keerd zijn. Er is ook in het geestelijke le ven nu eenmaal een zekere evolutie, een zekere ontwikkeling, waaraan ook zelfs de Goddelijke Stichter Zijn Kerk heeft willen onderwerpen. Maar tegenovergesteld aan slaafsche na volging is een „waanwijsheid, die aan 't on geloofelijke grenst"! En welke voor een ieder, die wat geestelijk mooi en zedelijk goed. is te waardeeren weet, heel 1 e e- 1 ij k is Een waanwijsheid, welke niet de waarde kan schatten van ervaring; welke geen open oog heeft voor verdiensten. 't Is die waanwijsheid, welke de frissche kracht en aantrekkelijke durf van de jeugd zoo heel veel moois ontrooft! Moge het hier geciteerde bisschoppelijk woord in de kringen der jongeren worden verstaan DE RECEPTIE VAN DE THEOLOGANTEN. Om half twee was er receptie in de ver sierde Recreatiezaal. Hierbij was de Jubileerende Praeses vergezeld van Zijn Hoogw. Excellentie den Bisschop van Haarlem en al dege nen, die de H. Mis hadden bijgewoond pastoor Colla uit Amsterdam had zich nog bij dit gezelschap gevoegd. Op schoone wijze werden tijdens deze receptie door de theologanten uitgevoerd de Presidentmarsch van Th. Wanna. In fe speravi van H. Andriessen, Le reveil du printemps, poezie de Charles Méan, musiqué de Fr. Riga, Andante en Turk- sche marsch van L. von Beethoven. REDE VAN DEN PRAESES. Op deze recptie heeft de doorluchtige en hoogwaardige Jubilaris het woord ge richt tot zijn studenten. Naast God ben ik, aldus de Praeses, dank verschuldigd aan de communiteit der studenten. De studenten reageeren op wat de president doet, in welk opzicht dan ook! Op geestige wijze schetst dan de spre ker, hoe hem 25 jaar geleden zijn benoe ming is geworden, onder een Paaschva- cantie, .waarin hij mgr. was toen 12 jaar op Hageveld geweest, waarvan hij er 10 als subregent had gesleten, van 's morgens tot '*s avonds steeds onder de studenten heel erg verlangde naar een pastoo rsfoen oem ing. De benoeming tot Praeses van het Groot-Seminarie werd door hem gevoeld alsof een bijna verpletterende last op de schouders was gelegd. Maar hij heeft ondervonden de waar heid van den algemeenen regel van de uit- deeling der genade, dat, als een bijzon dere opdracht wordt gegeven, altijd daar bij wordt geschonken de genade, noodig om het ambt goed te vervullen. Ik heb, aldus de Praeses, altijd gerekend op en gebeden om Gods genade. Of 't goed is gegaan, durft de Jubilaris niet zelf verkla ren, maar wel dat hij iederen morgen met devotie in de H. Mis Gods barmhartigheid heeft afgesmeekt voor tekortkomingen en zonden. Dankbaar is zijn hoogeerw. voor de volg zaamheid en aanhankelijkheid van de stu denten. We moeten de geestesgesteldheid van de jeugd bestudeeren en kennen en als we dan de verschillende nuances daarvan begrijpen en inzien, dan is er zooveel moois en goeds in de jeugd, dat mgr. de vol brenging van zijn taak licht heeft ge maakt. Gelijk een parel bij het dragen glanzen- der en mooier wordt, zoo is de Jubilaris zijn ambt bij het vervullen daarvan steeds aangenamer geworden. Op deze dag vraagt spr. zich a-fwat nu 1 Ik ben zes en zestig jaar. Ben ik een afge leefde man? Spontaan en krachtige ont keningen worden op deze vraag door de aanwezigen gegeven. Een drietal overwegingen dringen bij spr. naar voren. 't Is een buitengewoon moeilijke tijd. De Aartsbisschop heeft op de Katholiekendag te Groningen als zijn meening uitgespro ken, dat wij sedert, het herstel der hiërar chie nog niet zulk een tijd hebben beleefd. De geest onder de jongeren is zóó, dat zij de overheid rekenschap vragen van haar daden.Voor dien geest des tijds is spr. niet teruggedeinsd en hij mag constatee- ren, dat die geest niet zijn studenten heeft aangetast. De Congregatie van de H. Sacramen ten heeft dezer dagen degenen, die belast zijn met de opleiding der clerus, strenge voorschriften gegeven betreffende de be proeving van degenen, die gewijd wen- schen te worden. Deze voorschriften be antwoorden aan de reeds op het Semi narie heerschende practijk. De Deken van Amsterdam heeft in het programmaboek van den Katholiekendag te Amsterdam gewezen op de noodzake lijkheid van toegewijden arbeid voor de opkomende jeugd. En spr. werkt aan de vorming eener jeugd, die moet worden toegerust met priesterlijke deugden. Dat alles overwegende wil spr. verkla ren, „non recuso laborem", dat hij den arbeid niet afwijst. En zich tot den Bis schop richtend, zegt hij: beschik over mij, zoolang O. L. Heer mij de gezondheid laat, en ik zal de mij opgelegde taak zoo goed mogelijk volbrengen. Ten slotte wil spr. een wensch uiten, en wel deze, dat, wat de Graal is in het Bisdom voor de vrouwelijke jeugd, de jonge priesters zullen zijn voor de man nelijke jeugd. Om deze taak later te kun nen vervullen mceten de theologanten zich door gebed en studie voorbereiden. De Praeses houdt zijn studenten voor, om ..sobrie" te leven, zich te beheerschen, oan zoo te worden mannen van karakter, die later anderen kunnen leiden. Op de uit het hart gesproken rede van den hoogeerw. Jubilaris die meerma len door applaus was onderbroken volgden luide toejuichingen. De receptie werd besloten met een krachtig Io Vivat voor Praeses en voor Bisschop. Vermelden wij hier nog, dat tijdens de lunch prof. J. Visser mede namens zijn mede-professoren den Jubilaris een Missa- le Romanum heeft aangeboden. DE ALGEMEENE RECEPTIE. Om drie uur ving de algemeene receptie aan voor geestelijken en leeken. Wij kun nen niet beginnen met het noemen van na men, daar een keuze uit de honderden be zoekers altijd min of meer willekeurig zou zijn. Daar kwamen het volledig dagelijkscb bestuur der gemeente Warmond, priesters uit heel het Bisdom, leeken van alle rang en stand. DE MAALTIJD. Na de receptie was om half zes de maal tijd, waaraan met den Jubilaris aanzaten de Bisschop, de professoren en studenten, familieleden van den Jubilaris en de mees ten der bij de ochtendplechtigheden reeds genoemde geestelijken (ook was nu eere- kanunnik W. Jansen aanwezig). Toespraken aan het diner. De ceremoniemeester, de hoogeerw. heer W esterwoud t, verwelkomde namens den gasten en paste op leuke wijze de zinspreuk van Mgr. Taskin: sobrie, juste et pie op het feestmaal van dezen avond toe. Spr. zeide, dat vanmorgen een der aan- zittenden heeft gesproken over den jubila ris naar aanleiding van de onderschei ding als over een leeuw. De consequen tie zou dus zijn, dat men zich op 't oogen- blik in het hol van den leeuw bevindt. Als dat zoo is, dan is het een heele waag om hier de mond open te doen, waarom spr. het 't beste vond het voorbeeld daartoe te vragen van hem, die de stoutheid van mor gen heeft gehad om van den leeuw te rep pen. De Bisschop want hij was 't op wie spr.' doelde nam hierop het woord en herinnerde aan de woorden gisteravond door hem gesproken, toen spr. den jubila ris gehuldigd heeft namens de studenten en oud-studenten. Maar op 't oogenblik voelde mgr. zich gedrongen te spreken als de Bis schop, die ook doende namens vele hon Mgr. H. J. Taskin herdacht Woensdag te dent van het Groot Seminari aldaar. Mgr. was bij de viering aanwezig en zat Warmond zijn 25-jarig jubileum als presi- J. D. J. Aengenent, bisschop van Haarlem mede aan de KOFFIETAFEL. derden andere priesters, die onder Praeses' leiding hebben gestaan, maar die hem toch goed kennen en hem allen ten hoogste waardeeren. Ook namens de duizenden en duizenden Katholieke leeken wilde mgr. spreken namens zichzelf. Al die priesters, leeken en spr. op de eer ste plaats danken den Praeses uit den grond van hun hart voor het ontzaglijk vele goed, wat hij als president heeft gedaan. De Praeses had 's morgens gezegd, dat hij niet in een oordeel wilde treden over zijn presidentschap, dat oordeel overlatend aan God. Maar spr. mocht wel zeggen al was 't dan in oneindig lageren graad dat zijn oordeel is (een oordeel gedragen door honderden priesters), dat mgr. Taskin op schitterende wijze het presidentschap heeft vervuld en volledig heeft beantwoord aan de verwachtingen, die de vorige Bis schop van hem koesterde. Nogmaals wilde Z. H. Exc. de aandacht vestigen op de lijfspreuk van den jubilaris. Hij heeft allereerst ernaar gestreefd de priesters op te voeden tot deugd en hei ligheid, tot navolgers van Christus. Chris tus Zelf heeft gezegd: wie Mijn leerling zijn wil, moet zijn kruis opnemen en volge Mij na", 't I» nauwelijks eenige weken geleden, dat velen getuige zijn geweest van de Kruis-boodschap, door duizenden Katho lieke meisjes in het stadion te Amsterdam. Allen, wie men ook was, groot of klein, ge letterd of ongeletterd, wij allen waren on der den indruk van het uitbazuinen der boodschap van het Kruis. Maar wat de jubilaris gedaan heeft, is meer dan met de stem de boodschap ver kondigen. Gij hebt aldus mgr. uw kruis opgenomen door een allerstiptste plichtsbe trachting en door een lichtend voorbeeld te zijn voor velen. Als iemand dat doet, dan is dat het dragen van het kruis met de daad. De Praeses heeft er ook naar gestreefd in de studenten aan te kweeken de deugd van Justitia, de deugd van rechtvaardig heid ten opzichte van anderen een deugd waarop in dezen tijd bizonder de nadruk dient en ook wordt gelegd. Dat. er recht geschiedde in het maatschappelijk leven is een deugd, die alle Katholieken moet wor den voorgehouden. Het was Mgr. daarom een groote vreugde van leiders in de sociale beweging vernomen te hebben, dat de priesters van dit diocees steeds bereid zijn om voor de sociale organisaties te werken met al hun krachten. Dat is voor een groot deel te danken aan het streven van den Praeses, die de studenten daartoe heeft aangespoord. Zijn medeleven op dit punt blijkt ook in zijn bijwonen van de zondag- sche sociale vergaderingen op het semi narie. Ook het sobrie van het devies heeft de Praeses ten opzichte van de studenten in vervulling gebracht, hen namelijk geleerd om zelfbeheersching te hebben. Gisteren heeft spr. het woord vertaald als beschei den; bescheidenheid is een der facetten van de deugd van zelfbeheersching. Dat spr. de bescheidenheid aanstipte, is bizon der daarom, dat onder de Kath. jongeren er zijn die deze bescheidenheid missen en mgr. zou buitengewoon bezorgd zijn als de jonge priesters dien weg zouden opgaan, omdat hij gevaarlijk is. Mgr. de Bisschop dankte den jubilaris nogmaals voor he. enorm vele goeds door hem verricht. Wij vinden aldus mgr. dat ge nog beslist noodzakelijk zijt en wij danken u, dat gij u bereid verklaard hebt, het Presidentschap nog te blijven vervullen. De volgende tafelredenaar was de D e- ken van Amsterdam, dr. G. van N o o r t. Het feest van den Praeses, zeide spr., is ook in hooge mate het feest van den Bisschop, die er zich over verheugt, dat mgr. Taskin praeses van Warmond is gebleven. Spr. herinnert zioh, bij gelegenheid van het 40-jarig priesterfeest van mgr. Taskin drie jaar geleden, dat toen tusschen hem en prof. Aengenent ter sprake kwam het stichten van het Pres. Taskinfonds. Prof. Aengenent wilde met dit fonds niet wach ten tot het feest, dat wij heden vieren, om dat, zooals prof. Aengenent zeide, de Prae ses er dan niet meer is! Ook thans doen weer geruchten de ronde, dat de Praeses na zijn feest bedankt, maar wij hebben vanmorgen nog gehoord, hoe hij allerlei uitnemende redenen heeft gevonden om nog niet te bedanken. (Stormend applaus). Daarover verheugen wij ons van harte, op de eerste plaats de Bisschop, omdat later misschien een even goede, maar moeilijk een betere president te vinden zal zijn. Namen» de professoren de vijf vingers van 's Praeses' rechterhand sprak prof. J. Visser den jubilaris toe en getuigde, dat van de deugden op het devies van den Praeses in zijn omgang gelukkig heel wei nig kan ontdekt worden. In plaats van de pietas die hij wel bezit volgt hij de spreuk: dulce est decipere in loco. Zijn col legialiteit en zijn aanmoediging van de ge zellige onderlinge samenleving is een groo te steun bij de verrichting onzer ernstige Mej. LOUISE BIEKART, die morgen haar gouden jubileum in be trekking bij mevr. G. W. Gründemann, Nieuwe Rijn 42, hoopt, te herdenken. taak. En bij de uitoefening van die deugd der collegialiteit, bezit hij volstrekt niet de Justitia de rechtvaardigheid! De Praeses geeft altijd veel meer aan moeite en offer. Met de deugd der matigheid is het evenzoo. Spr. wil niet zeggen, dat de matigheid niet wordt beoefend, maar dat de Praeses, om den professoren het leven zoo aangenaam mogelijk te maken, eigen lijk geen maat kent. Daarvoor bracht spr. hartelijk dank. Tenslotte zeide spr., dat al mochten de krachten van den Praeses in de komende jaren iets sneller gaan afne men als in de afgeloopen 25 jaar, het boven allen twijfel verheven is, of hij zal nog 25 jaar president van het seminarie blijven. De ceremoniemeester zelf oud-profes sor vroeg thans het woord voor dr. B e y- s e ii s, die het woord voerde uit naam van de oud-professoren. Spr. den Praeses op vriendschappelijke wijze huldigend, memoreerde, dat hij een strenge maar juiste lijn in het seminarie-leven had gebracht. Dankbaar wa® spr. voor de durf, waarmede de Praeses doorzette oen voorbeeld dat spr. later dik wijls tot steun geweest was in eigen werk kring. Dank bracht spr. ook voor de heer lijke, gezellige samenleving met den Prae ses gevonden. Pastoor v. d. Berg uit den Haag, liet, na een „tweevoudige huivering" om in dit illuster gezelschap het woord te voeren, „de stem des bloeds" weerklinken als neef van den jubilaris. Namens de naaste fami- -ieleden wenschte spr. den jubilaris geluk met het jubileum en de welverdiende ko ninklijke onderscheiding. Pastoor IJzermans uit Heemstede bracht den Praeses hulde in oen chronicon: Geen Praeses Van een SeMInaar Kan grooter en kan sChooner sCkaar Van Priesterzonen ZIJn BIssChop toonen Dan GIJ In 't zILVren JUbeLJaar 1931 in het Latijn luidt dit: SaCerDotaLIs gerMInls fUIstl CULtor Te Uberlor nULLUs 1931. Namens de vrienden van den jubilaris sprak Pastoor Colla uit Amsterdam, dio deze uitnoodiging om het woord te voe ren een lastige taak noemde. De vorige sprekers immers spraken allen namens een kleine categorie van menschen, maar aan spr. is de taak het woord te voeren namens allen. Spr. wekte allen op de belofte af te leggen, dat, als de Praeses beroep doet op hun vriendschap, allen zullen toonen echr te vrienden van den Praeses te zijn. De ceremoniemeester maakte er nu op merkzaam op, dat men den geheelen dag gehoord heeft van 25 jaar Praeses, doch dat niemand er aan gedacht heeft, dat de Prae ses ook 25 jaar moraal professor is geweest. Zijn verdieïisten als zoodanig werden in het licht gesteld door Deken Boek horst van Buitenveldert. Voor de tweede maal dezen avond voerde nu Z. H. Exc. de Bisschop het woord, die de verblijdende mededeeling deed, dat een van de aanwezigen het geschenk van 9500 vol wenschte te maken tot 10.000. Deze schenker was de sympathieke pastoor van St. Pancratius uit Sassenheim. (Ge zang: Bravo, bravo bravissimo). Mgr. Taskin heeft daarna in een slot woord dank gebracht aan allen voor het goschenk en voor het schitterend feest. Bizonder dank bracht spr. aan Mgr. Aen genent en aan den Plebaan. Met een Plechtig Lof, gecelebreerd door den Doorluchtigen Jubilaris, werd de feest viering besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1