Mgr. H. J. M. TASKIN 22ste Jaargang DINSDAG 28 APRIL 1931 No. 6883 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN President van het Groot-Seminarie 1906-1931 £eicbehe DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Fra-noo per port f2.95 peT kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel. Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. PROTONOTARIUS APOSTOLICUS A. I. P. PROOST VAN HET KATHEDRAAL-KAPITTEL TE HAARLEM. Bij het 40-jarig priesterfeest van Mgr. H. J. M. Taskin, 15 Aug. 1928, hebben wij een bijzonder nummer van onze courant gewijd aan dezen hoogwaardigen Jubila ris, wien ons Bisdom, geestelijkheid en leeken, zoo vèèl dank verschuldigd is. In een tiental artikelen hebben toen verschillende daartoe alleszins bevoegde personen de veelzijdige verdiensten van den President van Haarlem's Groot-Se minarie belioht. In. dit nummer schreef Z. Hoogw. Ex cellentie de Bisschop van Haarlem, Mgr. J. D. J. Aengenent: de verdiensten van Warmond'e Hoogeerwaarden Praeses voor ons Bis dom zijn onberekenbaar. Van de veertig jaren, die hij in het H. Priesterschap be leefde, heeft hij er vier en dertig door gebracht in de beide Seminarieën, twaalf jaren in het Klein- en twee en twintig in het Groot-Seminarie. En de wijze, waarop hij zich gedurende dien tijd wijdde aan de verantwoordelijke taak, die hem was toevertrouwd, de op leiding en vorming van .Haarlems toe komstige priesters, is boven allen lof verheven. Ik schrijf dit èn als vriend èn als Bis- schop van het Diocees. Dertig jaren heb ik met hem in de Seminarieën mogen samenwerken, en eteeds heb ik er een eer in gesteld, en ik doe dat nog zijn vriendschap te mogen genieten". Nu Monseigneur Taskin morgen het feit herdenkt dat, hij vijf en twintig jaar President is van het Groot-Seminarie, is 't onze courant het Katholieke dag blad van het district, waarin hij woont een voorrecht, ook vandaag openlijk te mogen huldigen de verdiensten van dezen Priester, die, Priester-vormer bij uitnemendheid, voor ons Bisdom naar de getuigenis van den Bisschop zelf onbeiekenbaar grooto verdiensten heeft. Wij hebben op ons verzoek de zeer- eerw. professoren Groenen en De Korte onmiddellijk bereid gevonden, om in een tweetal artikelen het vijf en twintig jarig Presidium van den Hoogeerwaarden Jubilaris te beschouwen waarbij beiden de verworven veelzijdige verdiensten van verschillende zijde belichten. Op den derden Paaschdag van het jaar 190t> ontving de toenmalige subregent van Hageveld zijn benoeming tot President van het Groot Seminarie. Na de Paaschvacan- tie aanvaardde hij deze functie en morgen herdenkt mgr. H. J. M. Taskin het feit, dat hij gedurende vijf en twintig jaren die eervolle maar zware bediening als Pre sident van het Groot Seminarie heeft uit geoefend. Zoolang het Seminarie bestaat n.l. van 1799 af, is er slechts één ge wees o. die langer het Presidentschap heeft ver vuld en wel Chedeville, die van 181-'. tot 1839 Praeses is geweest. Een eervolle maar zware bediening is voorzeker het Presidentschap van een Groot SeminarieOf is het geen eer uit verkozen te worden om van zoo nabij den toekomstigen clerus te mogen vormen, de levieten van het heiligdom met de noodige kennis te verrijken en hun de deugden niet alleen voor te houden, maar ook eigen te maken, welke zij straks noodig hebben als ze als priesters gaan werken in den wijn gaard des Heeren. Het groobe, ja eenigste, middel dan ook, hetgeen volgens het Con cilie van Trente moest worden toegepast, om aan de Kerk een waardigen clerus te schenken, was het oprichten van Semina- rie's en het wa-arig besturen daarvan. Maar dan ligt daar tevens in opgesloten het zware en het verantwoordelijke van een bediening als President van een Groot Se minarie. Da.n heeft deze niet alleen aan de toekomstige geestelijkheid van een bisdom de heilige waarheden des geloofs voor te houden, hen vertrouwd te maken met en hen te verdiepen in de 1 :r der Kerk, daar moet hun ook ascese worden bijgebracht, theoretisch zoowel als praktisch, dan moet hun karakter worden gevormd, en dat alles moet niet alleen va i de katheder hun wor den voorgehouden, de studenten moeten het zien in de gedragingen cn handelwijzen van die hen voorgaat. Wie weet niet op wat voortreffelijke wijze Praeses Taskin al die vijf en twintig jaren zijn taak vervuld heeft? Hoe hij met inspanning van al zijn krachben door woord en voorbeeld gewerkt heeft aan de vorming van het grootste deel der Haarlemsche Geestelijkheid. En wat zoo typeerend is voor dezen jubilaris: met denzelfdcn ijver en hetzelfde vuur, met de nauwgezetheid en stiptheid, waarmede hij voor vijf en twintig jaar zijn taak begon, vervult hij die nog op den dag van heden. Op een leeftijd, waar op een ander, ja, ik mag gerust zeggen zoo goed als een ieder, er aan denkt om wat rust te nemen en een gedeelte van zijn werk aan jongeren over te dragen, denkt hij er nog niet aan om maar iets, hoe gering ook, door anderen te laten doen. lederen mor gen is hij, nu dan toch al in zijn 44ste pnes- terjaar, om zes uu. in de kapelgeen der professoren die zooveel uren college geeft als hij, terwijl het bovendien tot dcu taak juist van den Praeses behoort de hoofd administratie te voeren van het Seminarie. Maar niet alleen zijn onverflauwde ijver bij het vervullen van zijn taak treedt naar voren. Veel meer eerbied en waardeering en bovenal dank vraagt de vervulling zelve van zijn Presidentschap. Geheel heeft hij zich daaraaji gegeven, met lichaam en met ziel. Is hij de eenvoud in persoon, in zijn leiding is hij de „vir fortis", de sterke man, maar wiens hart verpand is aan zijn taak en nog mee* aan hen, die aan. zijn zorgen zijn toevertrouwd. Wat hij voor zijn theologanten doen kan, voor hun zielenheil, voor hun vorming voor later, letterlijk niets was hem to veel. Doordrongen van de waar digheid des priesters, van de beteekenis van hun plaats in Gods Kerk, kent hij geen andere motieven voor zijn handelen dan deze. Zonder aanzien des persoous gaat hij zijn weg en voorzeker is op hem van toe passing wat Vondel getuigt van Johan de Witt: „Bekoort door niemands gunst, verschrikt voor niemands haet". Zijn program vond hij in de „Exhortatio ad clerum catholicum", de opwekking tot de katholieke geestelijkheid, welke Z. H. Paus Pius X z.g. in 190S deed verschijnen. Geen gelegenheid liet hij ongebruikt om die Exhortatio den studenten voor te hou den en, toen er dan ook een nieuwe druk moest verschijnen van de Regelen en Sta tuten van het Groot Seminarie, liet hij daarin deze Exhortatio opnemen. Als zijn studenten zóó waren gevormd, als de Prae ses zóó hen kon aanbieden aan den Bis schop om hen tot Priester te wijden, dan kon hij op de vraag van den Bisschop: „Weet gij of zij waardig zijn" met een ge rust hart antwoorden:,, voorzoover een ruensch dit weten kan, weet ik en getuig ik, dat zij dit heilig officie waardig zijn". Hoe ook heeft hij 's Pausen voorbeeld na gevolgd en voor zijn studenten, de aan staande Priesters, de bede herhaald van Christus in Diens Hoogepriesterlijk gebed: „Pater sanctesanctifica eos',' Heilige Vaderheilig hen! Het is hier de plaats niet om in bijzon derheden van het Presidentschap van mgr. Taskin te treden. Maar één zaak mag ik hier toch niet voorbijgaan en dat is de bij zondere zorg, welke hij besteed heeft, om bij de toekomstige priesters een grooten eerbied voor de liturgie en voor den luister van den eeredienst in Gods huis in te pren ten. Zelf voorgaande in gehoorzaamheid., vol toewijding aan de liturgische geboden en in godvruchtigen eerbied bij de liturgi sche handelingen, heeft hij geen gelegen heid laten voorbijgaan, om den toekomsti gen clerus er diep van te doordringen, dat wie met het ontzaglijk ambt van den Kerk dienst is belast, gehouden is zich daarin met lichaam en ziel aan Christus' Kerk over te geven. Ook naar buiten is die liefde voor de liturgie gebleken en zij heeft zich uitge sproken in wat hij gezegd heeft op de ver gaderingen der Liturgische Vereeniging, welke hij als voorzitter te leiden had. Maar niet door zulke openbare uitingen alleen, maar misschien evenzeer, ja wellicht nog meer, door herhaalden zachteren of harde ren drang bij afzonderlijke personen heeft de Praeses het groote werk van opwekking der belangstelling, hoogachting, liefde voor de Kerkelijke Liturgie ongemeen bevorderd en tot de gelukkigste voltooiing nader ge bracht. Wie ooit dc kerkelijke plechtigheden in de kapel van het Groot Seminarie heeft medegemaakt, heeft het beleeft, hoe de nauwkeurigheid en waardigheid der cere moniën, de geschikte leiding, de plechtige zang, het harmonisch samentreffen van alle vereischtcn een dergelijke plechtigheid meer op het hemelsch visioen van Pathmos dan op een aardsch schouwspel doen gelij ken, zoodat voor zijn oog in vervulling gaat het opgetogen psalmwoord: „Alle glorie der Koningsdochter is binnen, maar zij straalt uit in haar goud gezoomden man tel en in velerlei pracht, die haar. omgeeft"'. Hoe afkeerig men persoonlijk ook moge wezen van alle luidruchtig feestbetoon, ook de eenvoudigste naturen moeten zich som tijds gewild laten welgevallen. Het volk heeft behoefte zijn grooten te eeren, die door genade- en geestesgaven een hoofd boven anderen uitstekenMachabeën onder het gewone volk van Israël. Bij een feest getij maakt de algemeene jubel zich mees ter van hun persoon; met volle recht: want de Vader van ongemeten majesteit wordt in hen geprezen. Daarom dan ook zegt het de Psalm: „Gelukkig het volk, dat het ju belen kent". Wie hier bij het vijf en twintig jarige Presidentschap van mgr. Taskin dat volk is? Allereerst het grootste deel van Haar lem's geestelijkheid, dat door den Praeses is gevormd. Wat zij aan hem te danken hebben, dat laat zich niet zeggen en daar voor kunnen zij alleen in God den Praeses danken. „Te Deuru laudamus, U, God, lo ven wij!" Maar moet niet geheel de Clerus instem men met dat dank- en jubellied? Wie is er van dien Clerus, oud of jong, voor wien Praeses Taskin niet altijd geweest is een lichtend voorbeeld van priesterdeugd, een raadsman voor velen en een welwillende vriend voor allen: Ook daarvoor danken wij hem in God. Maar er is nog meer. Niet alleen de geestelijkheid van Haarlem's diocees, alle geloovigen van het bisdom hebben reden te over om te jubelen en te danken. Als Haarlems clcrgé met recht mag worden geprezen, als de Katholieken van ons bis dom zich in een toewijdende, hard werken de geestelijkheid mogen verheugen, dan is dat naast God ook te danken aan Praeses Taskin, die de meesten van die geestelijk heid heeft gevormd en voor allen in ieder geval een heerlijk voorbeeld is geweest. Voor de Katholieken van Haarlem's dio cees bestaat dus alle reden om te jubilee- ren, een Te Deum aan te heffen tot dank aan God, Die ons gedurende vijf lustra in dezen eminenten priester oen lichtend voor beeld van kracht en wijsheid schonk. In een nieuw Neerlandia C'atholica zal bij de beschrijving van Haarlem's diocees ook het portret van mgr. Taskin geteekend worden en dat kan geschieden met de woorden van den dichter: „Wiens drift en gloeiende yver paert Godvruchtigheit en Godtgeleertheit t P. G. GROENEN. Degenen, die bovenstaande lofspraak hebben uitgelezen, zullen mogelijkerwijze gaan meenen, dat de man, die zoozeer op ging in het spiritueele, weinig oog heeft ge had voor de andere helft van het mensche- lijk bestaan. Zeker is de zorg voor de gees telijke belangen van de Seminaristen bij een President van een Groot Seminarie die, welke op de eerste plaats komt. Maar even min als bij mgr. Taskin een ascetische geest on vereen igbaar blijkt met een sterke en gezonde lichaamsbouw, evenmin sluit die uitnemende zorg voor het geestelijk heil der theologanten uit een aanhoudend suc cesvol streven naar stoffelijke uitbreiding en volmaaktere uitrusting van het huis, dat tot him volledige opvoeding dient. Wie weet, dat onder Praeses Taskin het getal studenten van honderd tot circa twee honderd verdubbeld is en ook niet onbe kend is met de contouren van het Semina rie, dat den nieuwen Praeses indertijd zag binnenkomen, moet wel begrijpen wat een hoofdbrekens die uitbreiding gekost heeft. Op de vleugels van het oude huis zijn enkele jaren na elkaar nieuwe verdiepin gen gebouwd: dat gaf een dertigtal stu dentenkamers. Maar vóór een jaar of vijf begon het algemeen gebrek aan ruimte zóó te pressen, dat tot den bijbouw van zoo I wat een heel nieuw seminarie om het oude heen moest worden overgegaan. Een Semi- I narie is een dorp op zich. Iemand die ge- j meubileerde kamers bewoont heeft elders in zijn woonplaats zijn kerk, zijn sehool of werkplaats, zijn schouwburg, zijn koffie huis, zijn badgelegenheid en zijn winkels. Maar het ééne seminarie moet dat alles te gelijk geven. Daardoor zag de Praeses zich genoodzaakt niet alleen een vijftigtal nieu we woonkamers voor dc studenten te bou wen maar ook voor ieder van hen een plaats te maken in de kapel, een bank in do leszalen, een stoel in de eetzaal plus I overvloedige gelegenheid tot ontspanning Dit nummer bestaat uit drie bladen VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Het onverwachte Paus-bezoek op het college der Propaganda. Frankrijk's vlootvoorstellen niet aan vaard. Portugeesche troepen maken een lan ding op Madeira. BINNENLAND. Bij een nadere berekening blijken de katholieken in Noord-Brabant drie zetels meer te hebben behaald, (l^te blad). Wetsontwerp tot strafbepaling van gods lastering. (2de blad). Dorus Hermsen overleden. (L. en K., 3de blad). Benoemingen in het Bisdom Haarlem. (Kerkn. 1ste blad). en liefhebberijtjes. En zoo heeft de Prae ses overlegd en beraden met het gevolg dat lo. de kapel geworden is tct een kerk met betere verhoudingen dan ze ooit heeft gehad; 2o. de oude leeszaal is gerestaureerd en ingericht tot een vriendelijke muziek zaal 3o. een geheel nieuw auditorium is op getrokken, dat een lust is om te zien en uitstekend blijkt te beantwoorden aan zijn doel; 4o. de eetzaal voorzien is van een serre die licht en lucht zoo overvloedig doorlaat dat ook het oude deel er profijt van heeft; 5o. een badinrichting tot stand kwam die aan alle eischcn van hygiëne en com fort voldoet; 6o. de bibliotheek werd verruimd met een brandvrije afdeeling tot berging van de kos'baarste werken en nieuwe ruimte ge wonnen werd. Daar is ook tot beschikking van dc stu denten een up-to-date boekhandel met rui me voorraad schrijfbehoeften. Ook is gedacht aan het minder verhe vene, maar niet minder noodige: een nieu we gezellige conversatiezaal, een coiffeur salon met volledige inventaris van alles, wat tot de beschaafde verzorging van het uiterlijk behoort; zelfs hebben enkele middenstanders daar hun stands als op een jaarbeurs. Zulk een nieuwbouw ontwerpen i n en rondom een bestaand seminarie, dat ca., honderddertig jaar staat, is een uiterst de licate opdracht. T6 meer als men een man van smaak is, gelijk onze Praeses. Het ging hem erg aan z'n hart, dat deze reusachtige aanbouw onmogelijk iets aantrekkelijks aan het silhouet van den bestaanden bouw kon bij brengen. La.ng vóór zijn presidentschap laadden andere meeningen al te vrijmoedig ingegrepen in het architectonisch geheel om hier nog iets te kunnen redden. Zelfs zouden de aanwassen aan de vleugels met studentenkamers het aspect nog doen ver minderen. Dat kostte hem een offer, maar wat zijn aesthetisch gevoel wel moest ont houden worden, dat is ten goede gekomen aan zijn zin voor practijk. Neen, architect en aannemer hadden hier geen vrij spel. Wie mgr. Taskin ook maar even kent, is daar zeker van. Meermalen heb ik deze vakmenschen vergenoegd hun bewondering hooren uitdrukken voor zijn practis-che wenschen, die wel eens tot eisehen moesten groeien, voordat er aan voldaan werd. En dan stónden zij versteld over het gemak, waarmee hij zich in de juiste vaktermen wist uit te drukken. Zoo kwam tot stand dit complex van gangen en zalen en kamers, dat bij de eerstvolgende priesterretraite alle oud-leerlingen in de handen deed slaan over de metamorphose die zóó economisch, zóó practisch, zóó aan trekkelijk en zóó afdoend was. Nu is deze geroemde nieuwbouw than: wel het meest opvallende, inaar lang niet het eenige werk op stoffelijk gebied ge weest van dezen Praeses. Degenen onder de Haarlemsche clergé, die al stevig begin nen te grijzen, weten het nog enthousiast te vertellen, hoe de komst van Praeses Tas kin al dadelijk te zien was aan glanzend- betegelde gangmuren, aan frisch opgeverf de deuren en kozijnen en aan eindelooze restauratie's. Hoe is de ook onder hem gebouwde royale sacristij rijk geworden aan inhoud, dank zij de zuinige zorg van den Praeses om de paramentenschat bij te hou den en te verrijken. Ook zijn voorzichtig beleid heeft het mogelijk gemaakt, dat een nijvere schaar Eerwaarde Zusters het keu ken- en huiswerk kwam verrichten, wat eei.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1