SS®
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
SPORT
In „De Witte Zwaan"
ZATERDAG 18 APRIL 1931
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
Gevallen majesteit. „Gedenk,
o Israël, de helden, die op uw hoogten zijn
gevallen".
Deze week heeft den val gezien van een
der weinige nog overgebleven monarchen.
Een telg. van het oude Katholieke
vorstengeslacht der Bourbons is gevallen
van de hoogte van zijn koningschap en
heeft zich geschaard in den rij der vorsten
in ballingschap.
Het wordt eenzaam voor de koningen.
Van de zuidpunt van Portugal tot de
Witte Zee in het noorden kan men nu een
diagonale lijn over Europa trekken zonder
dat men meer een monarchie ontmoet, con
stateert het „Huisgezin".
Na de oude geslachten der Habsburgers,
Hohenzollerns en Romanofs is nu de dyna
stie der Bourbons uit de steeds dunner
wordende rij der regeerende vorstenhuizen
geschrapt.
Een eeuw geleden werden de Bourbons
uit Frankrijk vérdreven, in de ballingschap
weldra gevolgd door de Bourbons uit Na
pels en Parma, ten offer gevallen aan de
verwezenlijking der Italiaansche eenheids
gedachte.
Alleen in Spanje, door de meesterlijk-
sluwe politiek van Lodewijk XIV voor zijn
huis veroverd, regeerde nog een Bourbon.
Wel werd in 1S6S koningin Isabella ver
jaagd en de republiek uitgeroepen, maar
deze regeeringsvorm beantwoordde zoo
weinig aan de eeuwenoude monarchale ge
voelens der Spanjaarden, dat zij prins Ama-
deo van het huis Savoye tot hun koning uit
riepen.
Doch deze vorst kon geen wortel schie
ten in den harden Spaanschen grond, en na
een paar jaar keerden de Bourbons in den
persoon van Isabella's zoon Alfonso te Ma
drid terug.
Deze Alfonso en zijn zoon, bij zijn ge
boorte reeds koning, hebben nog meer dan
een halve eeuw het koningschap vertegen
woordigd, maar thans is het, jarenlang vin
nig bestookt, eindelijk ingestort.
Is deze val enkel te wijten aan de fou
ten en misslagen, die ongetwijfeld de ko
ning gedurende zijn lange regeering heeft
begaan? vraagt het „Huisgezin".
Uitsluitend te wijten aan de te sterke
centraliseerende gedachte en aan een ach
terstand in de sociale wetgeving op de
hoogte van den tijd?
Is het niet merkwaardig, dat in heel
Europa al wat ongeloovig is tegen het
Spaansche koningschap heeft samenge
spannen
Dat, om ons tot ons land te bepalen, de
„Tribune"' zioh in scheldwoorden tegen
over den koning uitput, spreekt vanzelf;
dat ook het „Volk" koning Alfons „Spanje's
dwingeland" noemt, behoeft niet bijzonder
te verwonderen.
Maar ook onze liberale pers is niet ach
tergebleven in het zwart en verdacht ma
ken van het Spaansche koningschap: in
eigen huis koningsgezind, was zij voor
Spanje met vurige republikeinsche gevoe
lens bezield.
En zooals het in ons land was, was het
in heel Europa: een samenzwering tegen
de monarchie, ook door de voorstanders
van het koningschap.
Is er een wachtwoord uitgegeven?
Was de aanval met alleen tegen de mo
narchie, maar ook tegen den godsdienst ge
richt?
Want voortdurend heette het, en heet
het nog, dat het Spaansche hof bigot was,
dat de geestelijkheid het hof beheerschle.
Heeft men, na de katholieke dynastie
der Habsburgers ten val te hebben ge
bracht, nu ook het katholieke huis der
Bourbons uit den weg willen ruimen?
Het antwoord zal de toekomst geven.
Men zal hebben af te wachten, hoe de
nieuwe regeering zich tegenover den gods
dienst en de Kerk zal gedragen; of de re-,
publikeinsche machthebbers van het ooqen-
blik en van s-traks want niet onwaar
schijnlijk is, dat zij elkaar met meer spoed
dan voor bestendigheid in het bestuur weu-
schelijk is, zullen afwisselen de gevoelens
van het katholieke land zullen eerbiedigen
en ontzien, dan wel of men door een kerk
en geloofsvervolging Spanje tot meer libe
rale en socialistische, in ieder geval onge-
loovige inzichten zal pogen te brengen.
De republiek in Spanje kon wel eens een
herhaling te zien geven van hetgeen het
republikeinsche Portugal, na het verdrijven
van koning Manuel, vooral in de eerste ja
ren heeft vertoond.
Kerk en godsdienst zijn niet aan een be
paalden regeeringsvorm gebonden, maar
tot heden heeft het republicanisme onder
dit opzicht weinig reden tot voldoening ge
geven.
Geen afstand. Vlak na de dra
matische gebeurtenissen in Madrid, 'wist
een persbureau een verhaal mede te dee-
len van „een ooggetuige", volgens welk
aangrijpend verhaal de Spaansohe koning
op dien bewusten fatalen Dinsdag eerst in
diep gepeins verzonken zat achter de groe
ne tafel, met het hoofd geleund in de hand,
maar nadat de ministers en andere autori
teiben waren binnengekomen en dezen den
koning eerbiedig gegroet hadden, de koning
met een grimmige uitdrukking op het ge-
zich de gouden pen gieep, welke vóór hem
lag, en de acte van abdicatie teekende.
U voelt het grootsch-dramatische in de
situatie. Een scène, waardig op de film
te worden vastgelegd.
Hoe levendig kunnen wij ons voorstellen
die grimmige uitdrukking op het aangelaat
van- koning Alfonso. Het had een tafereel
kunnen worden voor een groot historisch
schilderij, dat in het Rijksmuseum of een
andere beroemde instelling had moeten
worden opgehangen.
Helaas, 't is jammer voor dit mooie be
richt en voor het grimmige gezicht van ko
ning Alfonso, maar er is niets van aan. De
Spaansche koning heeft van geen enkele
zijner rechten afstand gedaan en hij heeft
niets geteekend, al of niet met een grim
mige uitdrukking op het gezicht.
Hij heeft een manifest aan het volk ach
tergelaten, waarin hij zegt:
„Ik doe van geen van mijn rechten af
stand, want deze zijn, meer nog dan per
soonlijke aanspraken, een door de geschie
denis vergaard goed. En eens zal ik stren
ge rekenschap van het beheer over dezen
sohat moeten afleggen.
Ik wacht daarom de definitieve uitspraak
van het volk af. Tot dat oogenblik doe ik
vrijwillig en tijdelijk afstand van de uit
oefening van mijn koninklijke macht
en verlaat ik Spanje.
Aldus erken ik, dat Spanje alleen heer
en meester over zijn lot is. Ik ben over
tuigd, dat ik zoo, ook thans, den plicht, mij
door de liefde voor mijn vaderland voorge
schreven, vervul.
Ik bid God, cat de overige Spanjaarden
zich van him plicht even diep bewust mo
gen zijn als ik".
„De koning heeft zich slechts tijdelijk en
om tactische redenen op reis begeven",
zegt de Spaansche koningin. Hetgeen dus
zeggen wil, dat de figuur van koning Alfon-
90 nog niet is weggevaagd uit de geschie
denis van Spanje. En als men bedenkt, dat
het aantal republikeinen op het oogenblik
wordt geschat op 30 a 40 pet. van de bevol
king, terwijl de meerderheid nog royalist
wordt geacht, dan begrijpt men, dat er nog
wel eens een tijd kan komen, dat de Spaan
sche koningsfiguur meer zal zijn dan een fi
gurant op den achtergrond.
Doch wij zullen de gebeurtenissen riet
vooruit loopen.
De republiek. Op het oogenblik
is in Spanje feitelijk de republiek en de
nieuwe regeering onder Zarnora heeft tot
allereerste taak, om naast het vaststellen
van een voorloopig regeeringsprogram, zoo
spoedig mogelijk een constitueerende ver
gadering, het parlement, dat de nieuwe
grondwet moet opsteken, bijeen te roepen.
De grootste moeilijkheid zal zijn het
Spaansche volk in volkomen vrijheid zijn
wil te doen uitspreken. De onbloedige re
volutie van Dinsdag blijft, hoe men deze
ook beschouwt, de actie van een minder
heid, al beschikt deze minderheid door
haar concentratie in de groote steden over
De uitroeping van de CATALAA
Macia, president der nieuwe Cat
van het balcon van het stadhuis
NSCHE REPUBLfEIv. Koionel
alaansche Republiek, spreekt
te Barcelona de groote menigte toe.
JrLescht yCceren&aai,
maar dan, ook^
uit de oudste föiesc
Tabaksfadtiek
'douwe itfbyds tcy
yourèüt PnesÉatuL
Vp$ericht175S
®tckte Triescke
dfóeeren-ifyaai
verscJtaft IC welke* van genoi!
4165
overweldigende machtsmiddelen, welke de
meerderheid, veel meer verspreid wonende,
niet bezit.
De uitroeping der republiek heeft bo
vendien plaats gehad op een onverwacht
oogenblik; niemand meende, dat de beslis
sende stap reeds zoo nabij was. Waarschijn
lijk zullen ook do monarchisten zich nu
veel straffer gaan organiseeren, zoodat
binnenkort twee sterke kampen tegenover
elkaar zullen staan. En op dat oogenblik
treedt het gevaar in, dat de huidige be-
wrindvoerders, om hun idealen te verwe
zenlijken, van hun machtsmiddelen gebruik
zullen maken om de noodzakelijke, vrije
meeningsuiting te onderdrukken, zelfs on
mogelijk te maken.
Daar komt nog bij, dat de republikeinen
op het oogenblik allerminst den indruk ma
ken van eendrachtig naar één klaar doel
te streven. In Cataloniè is reeds een repu
bliek in de republiek gesticht.
Spanje is op het oogenblik nog een
tooverketel, waaruit allerlei onverwachte
duveltjes omhoog kunnen springen.
Republikeinsche ontvangst.
Heel typisch in de ontvangst, welke het
republikeinsche Frankrijk de verbannen
vorstenfamilie heeft bereid. Zoowel bij de
aankomst van de koningin met haar zoons
en dochters als bij de aankomst van den
koning, die langs twee verschillende wegen
Frankrijk binnen kwamen, was er gejuich
en hartelijke verwelkoming, ook van offi-
cieele zijde.
Te Parijs werd de koning in letterlijken
zin op de handen gedragen en bleef de me
nigte voor het gebouw, waar de koning lo
geerde, net.zoo lang roepen en juichen tot
dat het Spaansche koningspaar op. het bal
con verscheen en de hulde van het publiek
in ontvangst nam.
Aan den tegenstander van koning Alfon
so Unamuno schrijft men de boutade toe
geuit nog vóór de jongste gebeurtenis
sen dat de koning het verstandigst zou
doen een reis door Amerika te maken, om
dat als hij dit werelddeel doorkruist had,
de toestanden in Spanje wel juist weer zoo
zouden zijn geworden, dat men er met ver
langen naar zijn terugkeer zou uitzien.
Wie weet?
Voor zijn vertrek uit Marseille heeft
Alfonso een verklaring gepubliceerd, waar
in hij de hoop laat doorschemeren, dat bij
de algemeene verkiezingen in Juni nog veel
kan. veranderen. Hij voegde eraan toe, dat,
wat hij gedaan had, hem meer gekost heeft
dan wanneer hij aan het hoofd van een es
kadron huzaren zijn gezag zou hebben ge
handhaafd. Bij zijn aankomst te Parijs zei
Alfonso lachend tot den prefect van poli
tie Chiappe, dat hij zou trachten een sym
pathieke emigrant te zijn!
VOETBAL
R.-K. SPORT EN GODSDIENSTIGE
ZONDAGSVIERING..
Wedstrijdverbod voor den tweeden en
vierden Zondag van de maand.
De „St. Jansklokken" bevat do volgende
mededeeling:
Het is ons uitdrukelijk verlangen, dat in
't geheele Bisdom de uniforme regeling ge
troffen worde, dat zoowel de tweede als
de vierde Zondag van elke maand beschik
baar blijven voor Congregatie en H. Fa
milie-oefeningen.
Reeds in onze „Algemeene Regelen" voor
de R.-K. Sportorganisaties van 11 Februari
1Ö2« hebben Wij vastgesteld, dat geen com
petities of wedstrijden zouden gehouden
worden op lsten Paaschdag, lsten Pink
sterdag, lsten Kerstdag, noch op de drie
laatste dagen der Goede Week, op Aller
heiligen of op den Tweeden Zondag der
maand, terwijl waar mogelijk ook de vierde
Zondag geen wedstrijd zou mogen plaats
hebben.
Nu die mogelijkheid geleken is, verorde
nen Wij, dat overal in het Bisdom, behalve
op de andere bovengenoemde dagen, ook
op den vierden Zondag geen competitie
noch wedstrijden van welke sport ook,
door R.K. Sportvereenigingen zullen ge
houden worden en Wij dragen aan de
Geestelijke Adviseurs en de plaatselijke
Geestelijkheid op, dit ons besluit in over
leg met de betrokken Besturen trouw te
doen uitvoeren.
's-Hertogenbosch, 16 April 1931.
T A. F. DIEPEN,
Bisschop van 's-Hertogenbosch.
R. K. FEDERATIE.
Overzicht.
We naderen thans het einde van het
seizoen. Niet, dat de wedstrijden spoedig
zullen zijn afgeloopen, verre van dat,
maar morgen wordt een aanvang gemaakt
met de kampioenscompetitie, waarvan de
eerste wedstrijd in Deift gespeeld wordt
tusschen D. H. L. en R. K. T. V. V.
Deze ploegen zijn geen onbekende voor
elkaar. Ook in de vorige kampioenscompe
titie stonden beide clubs in den grooten
strijd om het. kampioenschap tegenover
elkander en met wisselend succes werd
er gestreden. Hoe het dit. jaar zal zijn is
moeilijk te voorspellen, temeer wijl we de
sterkte der Tilburgsche club heelemaal
niet kennen. Daarom doen we beter het
resultaat maar af te wachten
Voor de promotie- en degradatie-compe
titie staat SantpoortR. K. A. V. op het
programma. Santpoort heeft reeds een ne
derlaag te pakken en het zal morgen dus
aanpakken wezen, wil Santpoort nog een
kansje behouden.
De competitie vraagt de aandacht voor
enkele restantjes. Maar in de eerste klasse
E is de wedstrijd D. E. M.D. O. N. K.
niettemin zeer belangrijk. Slagen de Be-
verwijkers erin dezen wedstrijd te win
nen, dan hebben zij door hun voorsprong
van één punt eigen lot in handen en dan
ziet het er voor Lisse bedenkelijk uit.
Graaf M^Uem ontvangt Leonidas, maar
de Hagenaars zullen wel aan het kortste
eind trekken.
Leiden moet op bezoek bij Excelsior. Nu
de laatste plaats voorgoed voor de Lcide-
naars bestemd is, is er aan den uitslag
oogenschijnlijk niet veel gelegen, doch de
Leidsche Roodzwarten zullen goed doen,
zich zoo goed mogelijk te weren tor oefe
ning voor de komende wedstrijden.
R. K. Sportvereeniging „Leiden".
Leiden I gaat Zondag naar Schiedam,
om Excelsior te bekampen. Daar onze ploeg
bij den thuiswedstrijd geregeld de meerde
re van Excelsior was, betwijfelen wij niet
of Leiden komt met de puntjes thuis 1
Eerste elftal-spelers, zorgt er voor om
12.15 op het Stationsplein te zijn, want om
FEUILLETON
Uit het Duitsch
van
ADOLF HERZOG.
Met vochtige oogen stond Vilma op en
ging de kamer uit om de tranen die in
baar oogen kwamen, te verbergen. Het
werd voor Heinrich tijd, om naar huis te
gaan, wilde hij bij „De Witte Zwaan" niet
voor een dichte deur komen. Hij stond op
en nam afscheid van den musicus, die on
der den indruk van het gesprek in een
hoekje in elkaar gedoken bleef zitten. Toen
hij in de gang kwam en naar Vilma zocht,
stond ze plotseling voor hem.
Goeden nacht, zei hij, terwijl een
eigenaardig gevoel van bevangenheid zich
van hem meester maakte.
Goeden nacht, antwoordde zij.
Hij ging niet.
Hebt u geschreid?, vroeg hij zacht.
Van vreugde.
Vilma
Ze hief haar hoofd op en keek hem aan.
Lieve Vilma, herhaalde hij en hij kuste
haar.
Goeden nacht, Heinrich.
De sterren fonkelden aan den hernel en
hij ging naar huis, vervuld van onuitspre
kelijk ge'uk. Hij zong en floot en praatte
in zichzelf, alsof hij niets dan liederen in
in zich voelde zingen. Verloofd?, vroeg
hij zich af. In 't geheim verloofd?
Hij had zich dat heel anders voorgesteld.
Dat mooie, fijne meisje, was ze nu van
hem Hij bleef staan en liep terug om
nog eens naar het huisje te zien. Toen vloog
hij als een stormwind naar huis.
Hij was bijna tegen Dores aangeloopen,
die aan de deur stond en met een sprong
zijn groote voeten in veiligheid bracht.
Drommels, riep de huisknecht, hebt
u soms ook al geërfd? De wereld schijnt
vandaag op haar kop te staan.
Oók geëerfd herhaalde Heinrich met
een verbijsterend gezicht.
Ik dacht het maar, omdat u uw ken
nissen niet meer schijnt op te merken en
door het huis loopt als meneer Rose. Die
heeft de kans gekregen om baas van de
apotheek te worden en loopt als een gek
het heele huis door.
Meneer Rose? Wat is er met meneer
Rose aan de hand?
Zijn tanto heeft hem het genoegen ge
daan om naar betere woonplaats te verhui
zen Ze is dood
O, zei Heinrich, dat is droevig.
Ja, heel droevig, bevestigde Dores.
Hij fluit al den heelen aVond vroolijke
wijsjes
Praat niet zoo lichtzinnig verweet
Heinrich zijn bondgenoot al kan je den
provisor uiet uitstaan, met iemand, die in
de rouw is, mag je niet den spot drijven.
De drommel mag me halen, verzeker
de de huisknecht, als ik ook maar met
één enkel woord gesproken heb over
iemand, die in rouw is. Meneer Plafzdorf.
de provisor in rouw? Hij heeft zoo lang en
vurig haar dood gewensckt, dat ze waar
schijnlijk alleen ten gevolge daarvan al ge
storven is
Ze waren inmiddels de binnenplaats
overgestoken.
Waar zit Hannes?, vroeg Heinrich.
Boven bij zijn rooden vriend. De pro
visor heeft hem gezegd, dat hij op zijn ka
mer moest komen, om zijn zwarte ja6
schoon te maken morgen is de begrafenis.
Ruikt u niets Het ruikt hier overal naar
benzine. Die vuilpoets
Meneer Rose heeft dus geërfd 1
Geërfd herhaalde de huisknecht
grijnslachend. Hoort u eens, ik zal het u
influisteren; ik schaam me er voor het be
drag hardop te noemen, dat zou te veei
eer van dien kerel zijn.
Wat?, riep Heinrich en deed een
stap achteruit. Drie honderd duizend
Mark? Dat is onmogelijk.
Dores knikte. Alleen maar
Dus meneer Rose zal wel van positie
veranderen?, informeerde Heinrich.
Of hijantwoordde Dores droog. Hij
koopt nu vast de apotheek van den baas.
Daar kunnen we ons wol op voorbereiden.
Dat zal meneer Barenfeld ook wel niet
aangenaam vinden.
Die moet maar zien dat hij en ik een
ander baantje krijgen.
Dores riep Heinrich verschrikt. Je
wilt toch niet weg?
V a s tIk ben namelijk wat van plan.
Zoo
Ja. Jette en ik willen brouwen.
En hij blies de kamer vol rook, om zieh
aan den blik van zijn vriend te ontruk
ken.
Maar daarom kun je hier toch wel als
bediende blijvpn, Dores. Spreek er eens
met meneer Barenfeld over, die zal het
wel in orde maken. Je hoeft niet weg* Do
res. dat is niet noodig. Wat zou er dan van
de gezelligheid hier terecljt komen?
Ik heb er al eens over nagedacht, zei
de huisknecht ernstig. Als meneer Ba
renfeld de zaak kreeg, dan zou hij mis-
schieu voor mij en Jette een woning laten
inrichten. Maar die roode salamander?
Daar komt hij niet van in Enfin, we zul
len er maar eens over slapen
Heinrich ging dezen avond niet- met bet
warme gevoel van vreugde naar bed, dat
hij zich aanvankelijk in zijn geluksroes had
voorgesteld.
De omstandigheden waren opeens ver
anderd. Aan den stralenden hemel van zijn
jonge liefde trokken zich wolkeu samen,
leelijke, sombere wolken, die den vorm van
het weinig aantrekkelijke gezioht van den
provisor aannamen. Als die de apotheek
kocht of dc heel zaak en Konrad Baren
feld voor hem moest wijken Dan had hij
diens steun verloren. En hij had dien nu
juist zoo noodig, ter wille van Vilma.
Uit het vertrekje van den huisknecht
klonk zacht en melancholiek: Mtata,
mtata; het klarenetspel van zijn lotgenoot.
HOOFDSTUK XI.
Er broeit een samenzwering tegen
ons. U kunt me gerust gelooven, zei Rose
op somberen toon en hij wreef zich in de
handen bij deze opmerking, want het was
buiten koud herfstweer. Do heer Rose sprak
in 't algemeen op een anderen toon dan
vroeger, sinds -hij van de begrafenis vau
zijn tante was teruggekeerd; een toon, hee
lemaal in overeenstemming met zijn finan-
cicelc positie en zijn modieuze kleeding.
Want hij zag er uit om door een ringetje
te halen.
Er is al lang een samenzwering tegen
ons op touw gezet, herhaalde hij.
Apotheker Friedricb zat in zijn klein
kantoortje en keek zijn vertrouweling vol
spanning aan. De apotheker noemde hem
sinds de erfenis steeds: „beste meneer
Rose".
Zeker, meneer Friedrich. Ik koesterde
allang verdenking, maar tot dusverre vond
ik het niet gepast om u mijn hulp aan te
bieden. Nu is dat anders.
U bent mij altijd sympathiek ge
weest, zei de apotheker vertrouwelijk.
Spreekt u dus, zooals tusschen goede
vrienden past.
Dien Barenfeld, begon de provisor,
heb ik eigenlijk nooit vertrouwd.
Wat wilt u daarmee zeggen?
Niets bepaald. Maar, nietwaar, u was
toch van plan hem de grossierderij te ver-
koopeu
Dat was mijn plan onder zekere
voorwaarden natuurlijk. Ik heb den tijd.
Zeker. En daarop heeft hij zijn ge-
meene plannen gebouwd. Let. op wat ik u
zeg. Ik beweer, dat hij u er eenvoudig
wil uitwerken, zonder u een pfennig te
moeten betalen.
Gaat u voort, gaat u voort!, drong de
apotheker aan.
In de eerste plaats heeft Barenfeld
het personeel lekker gemaakt en ze door
fooien en beloften voor zich gewonnen.
Hier deed de provisier het verhaal van
den taler, die Dores gekregen had en ver
volgde: Wanneer u na verloop van
twee jaar niels voor de voortzetting van de
afspraak met hem zoudt voelen en het con
tract opzeggen, dan zouden op denzelfden
dag Dores, die vrijwel onmisbaar is en
Pfalzdorf, wiens leertijd dan ongeveer af
geloopen zou zijn, het werk neerleggen en
zoo zou de hcelë boel in 't honderd loopen.
U ziet, het is een duivelsch plan.
Verder, hijgde de apotheker.
(Wordt vervolgd).