KERKNIEUWS ONDERWIJS SPORT DINSDAG 17 MAART 1931 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 10 cieele gevolgen, dan wijst spr. er óp, dat indien er uitsluitend plaats zou zijn voor bijzondere bewaarscholen, de kans groot is, dat over eenige jaren Leiden een 25- tal bewaarscholen rijk zou zijn. Wij zijn in Leiden ver ten achter wat betreft het openbaar bewaarschoolonderwijs en juist dat gemis aan openbare bewaarscholen ïr oorzaak, dt er zooveel bijzondere scho len verrezen zijn. Gesteld eens, dat het spaak zou loopen met de financiën, dan hebben we toch altijd nog de gelegen heid om in te grijpen. Met het oog daar op geelt spr. in overweging om e^n soort commissie van toezicht voor de bewaar scholen met adviseerende bevoegdheid in te stellen. Met het minderheidsvoorstel is spr. het ook niet geheel eens; de bouw van bijz. scholen kan best eens worden stop gezet. Uit nuttigheidsoverwegingen zal spr. echter vóór stemmen. Als de cijfers juist waren De heer Wilbrink meent, dat het den wethouder van onderwijs wel won derlijk te moede moet zijn, a.s hij de hee- ren Groene veld en Verwey hoort, die de pacificatie verwerpen, maar hem toch in dit geval steunen. Hier worden vruchten geplukt door de voorstanden van het openbaar onderwijs en de voorstanders van het bijzonder onderwijs kunnen er later wel eens de wrange vruchten van plukken. Waarop grondt de S. D. A. P. eigenlijk het reoht om van de overheid openbaar bewaarschoolonderwijs te ^éisohen Het verheugt spr. dat de heej- Romijn erkend heeft het recht van de ouders om een andere sfeer te eischen voor hun kleme kleuters dan de neutraliteit van de openbare school. Van den anderen kant meent de heer Komijn, die anders zoo'n voorstander is van het particulier initia tief, dat de overheid moet zorgen voor neutraal onderwijs. De heer Romijn: Wanneer de parti culieren het niet doen. De heer Wilbrink: Dan moet men het particulier initiatief aanmoedigen. De financieele gelijkstelling kan spr. niet zien in het voorstel der minderheid. De bijzondere scholen krijgen immers de bouwkosten slechts in termijnen vergoed en bovendien zullen de te bouwen bij zondere scholen eerst dan de bouwkosten vergoed krijgen, als er een bepaald aan tal (72) leerlingen is, terwijl zij boven dien eerst de goedkeuring van B. en W. moeten hebben. Wanneer spr. zou kun nen gelooven, dat de nunderheidsvoorstel- len precies zóó zouden worden uitgevoerd als becijferd is, dan zou spr. vóór de minderheids-voorstellen kunnen stemmen. Het is ten slojte geen prinoipieele kwes- tei, doch een financieele kwestie. Wan neer de becijferde bezuinigingen zóó ge makkelijk waren, dan begrijpt spr. niet waarom deze bezuinigingen niet zijn door gevoeld bij de bestaande organisatie. Spr. noemt de kostenberekening kunst matig, geen rekening houdend met de werkelijkheid. Wat wij willen voorkomen, is, dat het tot een debacle, kómt met ons, bewaarschoolonderwijs. Spr. komt op te gen de voorgestelde verhooging van de leeftijdsgrens; het was in 1927' een dui delijke wensoh van den raad, dht deze grens op 3 jaar werd gesteld. Spr. vraagt den wethouder in zijn ontwerp op te ne men, dat de goedkeuring voor een bij zondere Echool nooit geweigerd zal wor den op grond van het feit, dat er in die omgeving reeds een school van een an dore richting gevestigd is. Laksheid der vroegere meerderheid. De heer de R e e d e vindt de moti veering van het meerderheidsvoorstel niet gelukkig, doch is er toch voorstander van. Het ie nog pas kort geleden, dat er in dezen raad een rechtsche meerderheid is en wanneer er zoo'n achterstand is op het gebied van het openbare bewaar schoolonderwijs, dan heeft de vroegere linksche meerderheid dat aan zich zelf te wijten. Spr. vreest, dat de minderheids- vooretellen financieel zullen tegenvallen, omdat de raad op den duur niet tevre den zal zijn met de thans voorgestelde bezuinigingen. De wethouder antwoordt. Wethouder Tepe zegt, dat hij de erfenis van het vorige college heeft aan vaard, waarbij het hem evenwel speet, dat hij deze niet kon aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Dit vraagstuk leek hem een zeer moeilijk vraagstuk en pas na diepgaande bestu deering is het spr. gebleken, dat in den geest van het huidige minderheidsvoor stel een bevredigende oplossing mogelijk was. Het vorige college stond op het stand punt, dat het beter was, de stichting van bewaarscholen over te laten aan het par ticulier initiatief, omdat er ten eerste geen wettelijke regeling bestond en ver volgens omdat particuliere scholenbouw voordeeliger was. Spr. is het daarmede in zooverre eens, dat. de bestaande regeling voor bet lager onderwijs niet maar zonder meer is toe te passen op het bewaarschool-ondrwijs. De regeling van het lager onderw ijs heefr een geschiedenis, welke niet zonder meer genegeerd kan worden. Spr. gaat de wer king van de z.g. bevredigingscommissie na en merkt daarbij op, dat dc voorstel ling van de meerderheid,, als zou haar systeem eigenlijk financieele gelijkstelling beteekenen, misleidend is. Hel is juist, dat. het bewaarschoolonderwijs geen wet telijke gelijkstelling kent, maar dat komt niet omdat de bevredigingscommissie dat met wilde. Integendeel, ook op dit ge bied werd de gelijkstelling wenschelijk geacht, doch men vreesde voor de finan cieele gevolgen. Toch is het redelijk, dat ook voor het bewaarschoolonderwijs de gelijkstelling wordt doorgevoerd; immers het is de.taak van den wetgever te zor gen, dat niemands geweten geweld wordt j aangedaan. Dat geldt niet alleen voor de confessioneele groepen, maar voor alle groepen, ook voor de groep van hen, die j neutraal onderwijs wenschen. Dat alles j binnen het raam van de financieele mo gelijkheid. De meerderheid ontkent, dat het bewaarschoolonderwijs „onderwijs" is, doch dat is een logica,, die geen logica is. De heeren Meijnen en v. Es hebben j er reeds op gewezen, dat deze meening onjuist is en ook de onderwijsweiten spreken van voorbereidend lager „onder- j wijs" en van de onderwijzeressen wordt een zekere mate van ontwikkeling ver- I eischt, zelfs een diploma. Met de voor stelling dat het bewaarschoolonderwijs geen onderwijs is, vallen de voorstellen der meerderheid eveneens. Het. bewaarschoolonderwijs is in elk geval een volksbelang, waaraan de over heid aandacht moet schenken. Hoe kan dat het. beste geschieden? De voorstan ders van hei bijzonder onderwijs kan men in groot e lijnen verdeelen in Protestan ten en Katholieken, de voorstanders van het openbaar onderwijs zijn minder ge makkelijk te groepeeren. Wil men ook nu de z.g. neutrale bij zondere scholen, dan krijgt men ofwel een groot aantal kleinere scholen, ofwel de ver schillende partijen vinden elkaar. In het eerste geval komt het de gemeente duur te staan. Het tweede geval komt spr. on waarschijnlijk voor, en dan blijft een groo- te groep verstoken van het onderwijs, dat zij wenscht. Slechts het minderheidsvoor stel biedt allen gelegenheid om het ge- wenschte onderwijs te krijgen. De financieele kant van de kwestie. Spr. beschouwt dan de financieele kant van de kwestie. Reeds dadelijk zag spr. in, dat de gelijkstelling financieel niet door- voerbaar was, tenzij het mogelijk was het openbaar onderwijs te reorganiseer en. Die reorganisatie was een belangrijk werk, en spr. brengt hulde aan de ambtenaren, dio hem hierbij hebben geholpen. Als spr.'s systeem wordt, aanvaard, zijn wij vele ge meenten vooruit, want in vele steden heeft men nog steeds geen oplossing gevonden. Het minderheidssysteem is in elk opzicht acceptabel, al is het niet volmaakt. Er blijven altijd wenschelijkheden over. Wan neer de gemeente zwom in het geld, zou spr. geen bezuinigings-voorstellen hebben gedaan. Spr.'s voorstel moet ieder bevre digen, zoowel de voorstanders van het bij zonder als van het openbaar onderwijs; zeer zeker de voorstanders van het bijzon der onderwijs, tenzij deze tegenstanders van het openbaar onderwijs zouden zijn, doch moet men daarvoor uitkomen en de geheele pacificatie verwerpen. De meerder heid heeft een vergelijking gemaakt met handels- en nijverheidscholen, doch deze vergelijking gaat niet op; dat zijn ongelijk waardige grootheden. De heer Meijnen heeft zich vergist met zijn opmerking, dat het meerderheids-voor stel goedkooper is. De meerderheid komt tot een eindcijfer van 175.000, terwijl, het minderheids-voorstel slechts 109.000 tot eindcijfer heeft. De vorige raad heeft in derdaad de leeftijdsgrens op 3 jaar gesteld, doch wanneer spr. de leeftijdsgrens ver hoogt, doet hij dat noodgedwongen uit be zuinigingsoverwegingen. De heer Meijnen heeft, zich beroepen op het ontbreken van een leerplichtwet voor het bewaarschool onderwijs, er zou geen algemeen belang be staan; doch dan bestaat er ook geen aan leiding om het bewaarschoolonderwijs te subsidieeren. Heeft de heer Meijnen financieele bezwa ren, dan moet hij die ook handhaven voor het meerderheidsstandpunt. Het bezwaar van de formeering der klassen geldt even zeer voor het meerderheids-voorstel, geldt immers ook voor de bijzondere scholen en daar bestaan nu eenmaal klassen van 50, terwijl het meerderheidsvoorstel zelfs sub sidie onthouden wil wanneer er kleinere klassen gevormd worden, liet minderheids- voorstel eischt veel meer waarborgen voor goed onderwijs dan het meerderheidsvoor stel. Wat de berekening van de onkosten be treft, wijst spr. erop, dat deze is opgemaakt in overleg met wethouder Guslinga en den chef van de afd. onderwijs. De heer Meij nen heeft verschillende gevallen genoemd, waarin de onkosten zouden kunnen stijgen. Spr. erkent, dat er wel eens van het schema afgeweken zou moeten worden; ook daar heeft hij rekening mee gehouden en de fi nancieele gevolgen becijferd. Zooveel als de heer Meijnen vreest., zal de begrooting evenwel niet overschreden worden, hetgeen spr. nader aantoont. In het ongunstigste geval komt spr. tot een vermeerdering van onkosten tot een bedrag van rond f 4.300. Tot een eindcijfer van 2 ton zou men slechts kunnen komen, wanneer de raad daartoe zou besluiren geheel in afwijking van spr.'s voorstellen. (Omdat er wegens het vergevorderde uur geen kans bestond op beëindiging der de batten, breekt de wethouder hier zijn be toog af en wordt de behandeling van dit punt uitgesteld tot een volgende vergade ring). 7. Prae-advies op het voorstel van den heer Groeneveld, in zake de beschikbaar stelling van gelden ten behoeve van de bevordering van het geven van goede volksvoorstellingen op het gebied van zang, muziek en tooneel, tevens prae-ad vies op het verzoek van het Mannenkoor „De Vereenigde Zangers", om een subsi die in de kosten van een te geven conceit. Ook dit punt wordt aangehouden. 8. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 25 September 1922 (Gem. blad No. 56) op de Veemarkt. Goedgekeurd. 9. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 23 Mei 1912 Gem. blad No. 81) op het Rijden. Aangehouden. 10. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 11 Augustus 1864 (Gem. blad No. 11), houdende Reglement voor het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis binnen Leiden. Aangehouden. 11. Prae-advies op het verzoek van de Leidsche Koetsiers-Vereeniging „Verbete ring zij ons Streven'', om de huwelijksvol trekkingen, die op de gewone dagen in de Stadsgehoorzaal plaats hebben, te doen geschieden in het gebouw „l"ot Nut van 't Alvemeen." De heer Coster wenscht aan dit ver zoek eenigszins tegemoet te komen en de trouwparen ook aan de Breestraat-zijde t,e laten uitgaan. De tegenwoordige regeling is wel wat armoedig. De v o o r z. zegt overweging toe. De heer Groeneveld wil uitzien naar een andere gelegenheid. Wethouder Reimeringer vindt de tegenwoordige regeling ideaal, vergeleken bij den vroegeren toestand in het oude raadhuis. Doch wanneer men een betere gelegenheid weet, houdt spr. zich aanbe volen. Daarna aangenomen. 12. Motie van den heer Rnmiin. in zake de toepassing van de Zondagswet. Wordt eveneens aangehouden, evenals de interpellatie-Coster. Spoedeischend wordt daarna aan de orde gesteld een verzoek van den Leidschen Be stuurdersbon d om de Stadsgehoorzaal kos teloos beschikbaar te stellen op sommige avonden tot ontspanning voor de werkloo- zen. Het verzoek wordt op voorstel van B. en W. toegestaan. Rondvraag. De heer Koole vestigt er de aandacht op, dat bij de brand op de Hoogewoerd een brandweerman in groot gevaar heeft ver keerd, wegens de duisternis. Hij verzoekt den commandant er op te wijzen, dat een schijnwerper gewenscht zou zijn. De heer Coster vraagt naar het ant woord op zijn vraag van 20 Oct. omtrent het niet verhuren van de reclame-vlakte van de schutting voor de raadhuis-ruïne aan Leidenaars. De v o o r z. deelt hem mede, dat alleen de heeren Bleijs en -Jansen informaties had den gevraagd omtrent het huren van de geheele schutting, doc-h niet verder in on derhandeling zijn getreden. Uit gebrek aan gegadigden is toen de schutting bij gedeel ten verhuurd. De heer Valleritgoed vestigt nog de aandacht op den ongunstigen toestand van de volière en de eendenkooi in het Plantsoen. Daarna sluiting. CHRETIEN MERTZ t Na een langdurige ongesteldheid is in het hospitaal Calvariënberg te Maas tricht j.l. Zaterdagnamiddag overleden de Maastrichtsóhe priester-dichter leeraar Chretien Mertz. Voor ingewijden was het geen geheim, datde gezondheidstoe stand van prof. Mertz sedert lang een ernstige wending had genomen. Toch komt ook dit overlijdensbericht nog met een snelheid, die zijn vele oud-leerlingen, vrienden en vereerders pijnlijk zal ver rassen. Zijn eerste onderricht in vreemde talen ontving de jonge Mertz van den zeereerw. pater Alberts S. J., den bekenden ge schiedschrijver, met wien hij steeds in vriendschap verbonden bleef. Omstreeks 1900 bezocht hij het Stedelijk Gymnasium te Maastricht, om vrij spoedig naar Roer mond te gaan. Te Nijmegen behaalde hij de benoodigde diploma's en studeerde ver volgens verder te Rolduc. In April 1911 werd prof. Mertz priester gewijd en te Sittard aan het St. Jozef-College tot leeraar benoemd. Hier b'leef hij tot vóór een jaar, toen hij rust ging zoeken te Cleef. In het tijdschrift „De Katholiek" schreef hij herhaaldelijk prachtig verzorg de proza-bijdragenover St. Servaes, den bouw der kerk en den Schat, een onder werp, hetwelk den jongen priester in het bijzonder lag. Later" verwisselde hij den proza-vorm voor de dichtkunst en volg den zijn bekende openluchtspelen „Het St. Servatiusspel" en ..St. Lambertussoel" beiden ter gelegenheid der Zevenjaarlijk- sohe Heiligdomsvaarten als massa-ver tooning op het wonde-mooie Vrijthof aan den voet van de St. Servatiuskrocht ver toond. Duizenden woonden deze vertoo ningen bij, die grooten bijval verwierven. Later werd te Amsterdam onder leiding van Huib Luns zijn bekend Missiespel „Lumen Christi" vertoond. Te Sittard waren het de rijke fantasie en werkkracht van prof Mertz, die den kleurigen, historischen St. Rosa-optocht tot stand brachten. Trad ec na de rustkuur te Cleef aan vankelijk een gunstige verbetering in. een snelle inzinking volgde, operatief in grijpen word noodzakelijk en in de kracht van ziin leven werd het dezen priester duideliik, dat zijn levenstaak was vol eindigd. „Tijd". Visitatie-reis. Wij vernemen dat na een zeer gunstige reis met de Transsiberischc spoorweg te Tangshau in China zijn aangekomen de zeereerw. Bineder Caspar, Alg. Overste der Broeders-Congregatie van O. L. Vrouw van Zeven Smarten te Voorhout, en de eerw. Br. Overste Theodosius, die op 2 Maart j.l. ter visitatie daarheen vertrok ken zijn. 146. „Hier, vrouw, dat is wat voor jou. Luister eens wat die Meneer van „De Tijd spiegel" vertelt: „Charlie Chaplin kan 4000 pop per minuut pratend verdienen, maar die oolijkerd heeft berekend dat hij met zwijgen 2000 per minuut meer in de wacht sleept. „Ik vind het erg aardig, hoor, maar ik zie niet in waarom dat nu juist wat voor mij is. Ik vind het o zoo mooi, maar waar om je mij daar nou speciaal bijhaalt, 't Is erg leuk van dien meneer van „De Tijd spiegel", maar ik zou wel eens willen we ten waarom „Nou, nou, nou. Dat kan je met je klom pen aan wel voelen, dat. „Nou zeg het dan eens. Kom eens voor de dag. Spreek eens uit. Wind er maar geen doekjes om. Je behoeft „M'n goede ziel, maak je toch niet ze nuwachtig. Je geeft mij niet eens de kans „Je geen kans geven? Zenuwachtig? Tk heb nog bijna geen woord gezegd. Waarom zou ik zenuwachtig zijn? Zeker om.... ze ker om Ze wist het niet meer. Ze was in het heete van de strijd vergeten waarom ze eigenlijk aan het vechten waren. Ik ben bang dat het zoo wel eens gaat met de stukjes van Pater Liefhebber, van „cjen Pater van het Nummertje", ook. Ver sta mij goed. Ik bedoel niet dat mijn ont boezemingen aanleiding zouden geven tot misverstanden tusschen man en vrouw, maar ik kan mij wel voorstellen dat een ijverige Missievriendin bij het lezen van mijn stukjes tegen haar man zegt: „Hier, man, dat is wat voor jou. Luister eens wat die „Pater van het nummertje" vertelt: A!s je 'm hier laat komen en hem honderd gulden geeft, dan schrijft hij je op als Stichter van zijn Missiehuis. Hij wil ook wel geld hebben tegen rente zoolang je leeft, enz. En dan beginnen ze ook de zaak te be praten: Zij is er wel voor, maar hij, nu ia, hijEn dan praten ze net zoolang over Belasting en niet ontvangen hypotheek rente dat hij er dorst van krijgt, om een kopje thee vraagt en dan. z'n kipjes gaat voeren en toedekken. En het slot is 0,0 voor de Pater van het nummertje. Father LEFEBER, Directeur. St. Bonifacius-Missiehuis, Hoorn, postrek. 120937. Laten jongens die niet met Sept. willen komen studeeren, zich nu reeds opgeven. Gewoonlijk zijn er voorbereidende lessen, door den onderwijzer, noodig. Dan kom ik zelf wel eens praten. ESPERANTO-NIEUWS. Premie voor jeugdige Espe- ranto-exarr.en candidaten. Evenals in 1929 en 1930 is geschied, stelt ook voor het loopende jaar een Haagsch belangstellende, die eohter vol strekt onbekend wenscht te blijven, twaalf gouden tientjes ter beschikking als premie voor kinderen, niet ouder dan 15 jaar, die met succes het examen A-Esperanto afleg gen. Het doel is natuurlijk om onder kin deren de beoefening van deze Wereldhulp taal aan te moedigen. De examen-commis sie heeft zich in beginsel met deze wijze van aanmoediging vereenigd en de secre taris is bereid nadere inlichtingen te ge ven (secretaris is de heer H. J. Bulthuis, Kamillestraat 37, den Haag). Esperanto in het Onderwijs. De wethouder van onderwijs en volks ontwikkeling te Rotterdam heeft bericht, dat voortaan aanteekening zal worden ge houden van de berichten van hoofden van scholen betreffende de door onderwijzers behaalde Esperanto diploma's, afgenomen door de Ned. Esp. Vereenigingen. Deze di ploma's zullen in het verslag der commis sie voor het onderwijs en volksontwikkeling over het jaar waarin de berichten zijn ont vangen in de staat van het onderwijzend personeel worden vermeld. Esperanto in de Universiteit. Bij de Hoogescholen van Genève, Zagreb e.a. bestaat reeds een leerstoel voor Espe ranto. Dr. Buchanan, die kort geleden ie Liverpool overleed heeft een fonds van 4000 p.st. 48.000) nagelaten voor het ia- stellen van een Esperanto-leerstoel in de Universiteit van deze stad. Esperauto wordt aan deze universiteit reeds onder wezen en meerdere vooraanstaande profes soren zijn aanhangers van de internationale taal. Allerlei. Het electro-technisch instituut te Greno ble (Frankrijk) geeft zijn prospecti in t Esperanto uit. Het 3e Zuid-Amerikaansche congres voor Toerisme besloot om de te verspreiden gid sen in het Esperanto uit. te geven. Het zal daarbij de medewerking ondervinden van den gevolmachtigd gezant van Uruguay in Brazilië. DE ESPERANTO-EXAMENS. De examen9 in het Esperanto werden hier te lande voor het eerst afgenomen in 1910 of 1911, doch toen bestond slechts één diploma. In 1913 werden voor het eerst twee dipl. uitgereikt en wel dipl. A. (Atesto pri lingva9 kapableco) en dipl. B (Atesto pri lnstruista kapableco). Dit laatste geeft bevoegdheid tot het geveu van onderwijs in de taal. Van 1913 tot 1922 werden resp. uitgereikt 175 A en 58 B diploma's. Na 1922 nam het aantal deelnemers bijna steeds toe. Hier onder volgt een staatje, waarin wordt op gegeven, hoeveel candidaten van 192? tot .en met 1930 werden toegelaten. In 1922 slaagden voor A 40 en voor B 10 candidaten. In 1923 slaagden voor A 90 en voor B 22 candidaten. In 1924 slaagden voor A 97 en voor B 16 candidaten. In 1925 slaagden voor A 85 en voor B 19 candidaten. In 1926 slaagden voor A 88 en voor B 13 candidaten. In 1927 slaagden voor A 243 en voor B 24 candidaten. In 1928 slaagden voor A 330 en voor B 46 candidaten. In 1929 slaagden voor A 165 en voor B 57 candidaten. In 1930 slaagden voor A416 en voor B 67 candidaten. 19221930 in totaal A 1554 en voor B 274 candidaten. Zoodat voor zoover bekend is, thans 1831 personen het dipl. A of B hebben behaald. Aangezien de A cursus te Nijmegen in samenwerking met de Radio-cursus van de K.R.O. thans wordt gevolgd door ongeveer 5000 cursisten kan men voorzien dat de Es- peranto-examens aanmerkelijk zullen wor den uitgebreid, vooral wat betreft het B-examen. Het is een verblijdend teeken, dat de meeste deelnemers aan het B-examen thans onderwijzers en onderwijzeressen zijn. Zij voorzien terecht, dat binnen enkele jaren het Esperanto zal worden ingevoerd op alle hoogste klassen der lagere scholen. Moge dit een aansporing zijn voor onder wijzers, die tot heden onverschillig waren ten opzichte van de wereld-hulptaal Espe rauto, om zich eindelijk ook eens met dit vraagstuk te bemoeien. ZWEMMEN Nieuw wereldrecord. Een damesploeg van de Washington Athletic Club vestigde een nieuw wereld record over 4 X 50 Meter vrije slag met een tijd van 1 min. 55.6 sec. Het oude wereldrecord stond op naam sedert 1926 van de Rotterdamsehe Dames Zwemclub met 2 min. 20 sec. VOETBAL Amsterdam—Antwerpen. Naar wij vernemen zal op 28 Maart, den Zaterdag voor den interlandwedstrijd Ne derlandBelgië, te Amsterdam een wed strijd plaats vinden tusschen een Amster- damsch elftal en Antwerpen, welke wed strijd onder auspiciën staat van den Ara- sterdamschen Voetbalbond. De wedstrijd wordt gespeeld op het Ajaxterrein. Een merkwaardig doelpunt De „N.R.Crt." vestigt de aandacht op een merkwaardig doelpunt, dat te Burnley in den wedstrijd BurnleyBarnsley voor de Engelsche tweede divisie gemaakt werd. Harvey, van Barnsley, schoot van kor ten afstand tegen den paal waar Somer- ville, Burnley's doelman, den bal afwacht te. Harvey kon zijn vaart niet inhouden en botste een halve seconde na den bal, tegen den paal en den keeper op tenge volge waarna eerst de paal, en toen de dwarslat brak en de beide spelers met den bal tus-sohen hen in een seconde later in een wir.war van hout en netwerk in het doel lagen te spartelen als gevangen visschen. Het doelpunt was ondanks dit alles volko men zuiver en Barnsley bereikte een eind stand van 22. De „Cup"-ziekte. 70.000 toeschouwers woonden de demi finale om den Engelschen Cup tusschen Everton en West Bromwich Albion bij. 20.000 liefhebbers stonden buiten. Bij het gedrang werden 32 personen ge wond. Talrijke personen vielen flauw of bekwamen lichte verwondingen. De politie kon tenslotte met veel moeite eeniger- mate de orde doen terugkeeren. De eindstand was 01. De halve eindstrijd BirminghamSun derland eindigde met 20. „Hela, jongen, wat moet dat; mij wek ken, als ik mijn middagslaapje doe?" „Ja, pa, ik wou graag trommelen, maar ma zegt, dat ik niet trommelen mag als u slaapt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 10