KERKNIEUWS
ONDERWIJS
SPORT
DINSDAG 17 MAART 1931
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 10
cieele gevolgen, dan wijst spr. er óp, dat
indien er uitsluitend plaats zou zijn voor
bijzondere bewaarscholen, de kans groot
is, dat over eenige jaren Leiden een 25-
tal bewaarscholen rijk zou zijn. Wij zijn
in Leiden ver ten achter wat betreft het
openbaar bewaarschoolonderwijs en juist
dat gemis aan openbare bewaarscholen
ïr oorzaak, dt er zooveel bijzondere scho
len verrezen zijn. Gesteld eens, dat het
spaak zou loopen met de financiën, dan
hebben we toch altijd nog de gelegen
heid om in te grijpen. Met het oog daar
op geelt spr. in overweging om e^n soort
commissie van toezicht voor de bewaar
scholen met adviseerende bevoegdheid
in te stellen.
Met het minderheidsvoorstel is spr.
het ook niet geheel eens; de bouw van
bijz. scholen kan best eens worden stop
gezet. Uit nuttigheidsoverwegingen zal
spr. echter vóór stemmen.
Als de cijfers juist waren
De heer Wilbrink meent, dat het
den wethouder van onderwijs wel won
derlijk te moede moet zijn, a.s hij de hee-
ren Groene veld en Verwey hoort, die de
pacificatie verwerpen, maar hem toch in
dit geval steunen. Hier worden vruchten
geplukt door de voorstanden van het
openbaar onderwijs en de voorstanders
van het bijzonder onderwijs kunnen er
later wel eens de wrange vruchten van
plukken. Waarop grondt de S. D. A. P.
eigenlijk het reoht om van de overheid
openbaar bewaarschoolonderwijs te
^éisohen
Het verheugt spr. dat de heej- Romijn
erkend heeft het recht van de ouders om
een andere sfeer te eischen voor hun
kleme kleuters dan de neutraliteit van de
openbare school. Van den anderen kant
meent de heer Komijn, die anders zoo'n
voorstander is van het particulier initia
tief, dat de overheid moet zorgen voor
neutraal onderwijs.
De heer Romijn: Wanneer de parti
culieren het niet doen.
De heer Wilbrink: Dan moet men
het particulier initiatief aanmoedigen.
De financieele gelijkstelling kan spr. niet
zien in het voorstel der minderheid. De
bijzondere scholen krijgen immers de
bouwkosten slechts in termijnen vergoed
en bovendien zullen de te bouwen bij
zondere scholen eerst dan de bouwkosten
vergoed krijgen, als er een bepaald aan
tal (72) leerlingen is, terwijl zij boven
dien eerst de goedkeuring van B. en W.
moeten hebben. Wanneer spr. zou kun
nen gelooven, dat de nunderheidsvoorstel-
len precies zóó zouden worden uitgevoerd
als becijferd is, dan zou spr. vóór de
minderheids-voorstellen kunnen stemmen.
Het is ten slojte geen prinoipieele kwes-
tei, doch een financieele kwestie. Wan
neer de becijferde bezuinigingen zóó ge
makkelijk waren, dan begrijpt spr. niet
waarom deze bezuinigingen niet zijn door
gevoeld bij de bestaande organisatie.
Spr. noemt de kostenberekening kunst
matig, geen rekening houdend met de
werkelijkheid. Wat wij willen voorkomen,
is, dat het tot een debacle, kómt met ons,
bewaarschoolonderwijs. Spr. komt op te
gen de voorgestelde verhooging van de
leeftijdsgrens; het was in 1927' een dui
delijke wensoh van den raad, dht deze
grens op 3 jaar werd gesteld. Spr. vraagt
den wethouder in zijn ontwerp op te ne
men, dat de goedkeuring voor een bij
zondere Echool nooit geweigerd zal wor
den op grond van het feit, dat er in die
omgeving reeds een school van een an
dore richting gevestigd is.
Laksheid der vroegere meerderheid.
De heer de R e e d e vindt de moti
veering van het meerderheidsvoorstel niet
gelukkig, doch is er toch voorstander
van. Het ie nog pas kort geleden, dat er
in dezen raad een rechtsche meerderheid
is en wanneer er zoo'n achterstand is op
het gebied van het openbare bewaar
schoolonderwijs, dan heeft de vroegere
linksche meerderheid dat aan zich zelf te
wijten. Spr. vreest, dat de minderheids-
vooretellen financieel zullen tegenvallen,
omdat de raad op den duur niet tevre
den zal zijn met de thans voorgestelde
bezuinigingen.
De wethouder antwoordt.
Wethouder Tepe zegt, dat hij de
erfenis van het vorige college heeft aan
vaard, waarbij het hem evenwel speet,
dat hij deze niet kon aanvaarden onder
voorrecht van boedelbeschrijving. Dit
vraagstuk leek hem een zeer moeilijk
vraagstuk en pas na diepgaande bestu
deering is het spr. gebleken, dat in den
geest van het huidige minderheidsvoor
stel een bevredigende oplossing mogelijk
was.
Het vorige college stond op het stand
punt, dat het beter was, de stichting van
bewaarscholen over te laten aan het par
ticulier initiatief, omdat er ten eerste
geen wettelijke regeling bestond en ver
volgens omdat particuliere scholenbouw
voordeeliger was.
Spr. is het daarmede in zooverre eens,
dat. de bestaande regeling voor bet lager
onderwijs niet maar zonder meer is toe
te passen op het bewaarschool-ondrwijs.
De regeling van het lager onderw ijs heefr
een geschiedenis, welke niet zonder meer
genegeerd kan worden. Spr. gaat de wer
king van de z.g. bevredigingscommissie
na en merkt daarbij op, dat dc voorstel
ling van de meerderheid,, als zou haar
systeem eigenlijk financieele gelijkstelling
beteekenen, misleidend is. Hel is juist,
dat. het bewaarschoolonderwijs geen wet
telijke gelijkstelling kent, maar dat komt
niet omdat de bevredigingscommissie dat
met wilde. Integendeel, ook op dit ge
bied werd de gelijkstelling wenschelijk
geacht, doch men vreesde voor de finan
cieele gevolgen. Toch is het redelijk, dat
ook voor het bewaarschoolonderwijs de
gelijkstelling wordt doorgevoerd; immers
het is de.taak van den wetgever te zor
gen, dat niemands geweten geweld wordt
j aangedaan. Dat geldt niet alleen voor
de confessioneele groepen, maar voor alle
groepen, ook voor de groep van hen, die
j neutraal onderwijs wenschen. Dat alles
j binnen het raam van de financieele mo
gelijkheid. De meerderheid ontkent, dat
het bewaarschoolonderwijs „onderwijs" is,
doch dat is een logica,, die geen logica
is. De heeren Meijnen en v. Es hebben
j er reeds op gewezen, dat deze meening
onjuist is en ook de onderwijsweiten
spreken van voorbereidend lager „onder-
j wijs" en van de onderwijzeressen wordt
een zekere mate van ontwikkeling ver-
I eischt, zelfs een diploma. Met de voor
stelling dat het bewaarschoolonderwijs
geen onderwijs is, vallen de voorstellen
der meerderheid eveneens.
Het. bewaarschoolonderwijs is in elk
geval een volksbelang, waaraan de over
heid aandacht moet schenken. Hoe kan
dat het. beste geschieden? De voorstan
ders van hei bijzonder onderwijs kan men
in groot e lijnen verdeelen in Protestan
ten en Katholieken, de voorstanders van
het openbaar onderwijs zijn minder ge
makkelijk te groepeeren.
Wil men ook nu de z.g. neutrale bij
zondere scholen, dan krijgt men ofwel een
groot aantal kleinere scholen, ofwel de ver
schillende partijen vinden elkaar. In het
eerste geval komt het de gemeente duur
te staan. Het tweede geval komt spr. on
waarschijnlijk voor, en dan blijft een groo-
te groep verstoken van het onderwijs, dat
zij wenscht. Slechts het minderheidsvoor
stel biedt allen gelegenheid om het ge-
wenschte onderwijs te krijgen.
De financieele kant van de
kwestie.
Spr. beschouwt dan de financieele kant
van de kwestie. Reeds dadelijk zag spr. in,
dat de gelijkstelling financieel niet door-
voerbaar was, tenzij het mogelijk was het
openbaar onderwijs te reorganiseer en. Die
reorganisatie was een belangrijk werk, en
spr. brengt hulde aan de ambtenaren, dio
hem hierbij hebben geholpen. Als spr.'s
systeem wordt, aanvaard, zijn wij vele ge
meenten vooruit, want in vele steden heeft
men nog steeds geen oplossing gevonden.
Het minderheidssysteem is in elk opzicht
acceptabel, al is het niet volmaakt. Er
blijven altijd wenschelijkheden over. Wan
neer de gemeente zwom in het geld, zou
spr. geen bezuinigings-voorstellen hebben
gedaan. Spr.'s voorstel moet ieder bevre
digen, zoowel de voorstanders van het bij
zonder als van het openbaar onderwijs;
zeer zeker de voorstanders van het bijzon
der onderwijs, tenzij deze tegenstanders
van het openbaar onderwijs zouden zijn,
doch moet men daarvoor uitkomen en de
geheele pacificatie verwerpen. De meerder
heid heeft een vergelijking gemaakt met
handels- en nijverheidscholen, doch deze
vergelijking gaat niet op; dat zijn ongelijk
waardige grootheden.
De heer Meijnen heeft zich vergist met
zijn opmerking, dat het meerderheids-voor
stel goedkooper is. De meerderheid komt
tot een eindcijfer van 175.000, terwijl, het
minderheids-voorstel slechts 109.000 tot
eindcijfer heeft. De vorige raad heeft in
derdaad de leeftijdsgrens op 3 jaar gesteld,
doch wanneer spr. de leeftijdsgrens ver
hoogt, doet hij dat noodgedwongen uit be
zuinigingsoverwegingen. De heer Meijnen
heeft, zich beroepen op het ontbreken van
een leerplichtwet voor het bewaarschool
onderwijs, er zou geen algemeen belang be
staan; doch dan bestaat er ook geen aan
leiding om het bewaarschoolonderwijs te
subsidieeren.
Heeft de heer Meijnen financieele bezwa
ren, dan moet hij die ook handhaven voor
het meerderheidsstandpunt. Het bezwaar
van de formeering der klassen geldt even
zeer voor het meerderheids-voorstel, geldt
immers ook voor de bijzondere scholen en
daar bestaan nu eenmaal klassen van 50,
terwijl het meerderheidsvoorstel zelfs sub
sidie onthouden wil wanneer er kleinere
klassen gevormd worden, liet minderheids-
voorstel eischt veel meer waarborgen voor
goed onderwijs dan het meerderheidsvoor
stel.
Wat de berekening van de onkosten be
treft, wijst spr. erop, dat deze is opgemaakt
in overleg met wethouder Guslinga en den
chef van de afd. onderwijs. De heer Meij
nen heeft verschillende gevallen genoemd,
waarin de onkosten zouden kunnen stijgen.
Spr. erkent, dat er wel eens van het schema
afgeweken zou moeten worden; ook daar
heeft hij rekening mee gehouden en de fi
nancieele gevolgen becijferd. Zooveel als
de heer Meijnen vreest., zal de begrooting
evenwel niet overschreden worden, hetgeen
spr. nader aantoont. In het ongunstigste
geval komt spr. tot een vermeerdering van
onkosten tot een bedrag van rond f 4.300.
Tot een eindcijfer van 2 ton zou men
slechts kunnen komen, wanneer de raad
daartoe zou besluiren geheel in afwijking
van spr.'s voorstellen.
(Omdat er wegens het vergevorderde uur
geen kans bestond op beëindiging der de
batten, breekt de wethouder hier zijn be
toog af en wordt de behandeling van dit
punt uitgesteld tot een volgende vergade
ring).
7. Prae-advies op het voorstel van den
heer Groeneveld, in zake de beschikbaar
stelling van gelden ten behoeve van de
bevordering van het geven van goede
volksvoorstellingen op het gebied van
zang, muziek en tooneel, tevens prae-ad
vies op het verzoek van het Mannenkoor
„De Vereenigde Zangers", om een subsi
die in de kosten van een te geven conceit.
Ook dit punt wordt aangehouden.
8. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 25 September 1922
(Gem. blad No. 56) op de Veemarkt.
Goedgekeurd.
9. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 23 Mei 1912 Gem. blad
No. 81) op het Rijden.
Aangehouden.
10. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 11 Augustus 1864 (Gem.
blad No. 11), houdende Reglement voor
het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen-
en Vrouwenhuis binnen Leiden.
Aangehouden.
11. Prae-advies op het verzoek van de
Leidsche Koetsiers-Vereeniging „Verbete
ring zij ons Streven'', om de huwelijksvol
trekkingen, die op de gewone dagen in de
Stadsgehoorzaal plaats hebben, te doen
geschieden in het gebouw „l"ot Nut van 't
Alvemeen."
De heer Coster wenscht aan dit ver
zoek eenigszins tegemoet te komen en de
trouwparen ook aan de Breestraat-zijde t,e
laten uitgaan. De tegenwoordige regeling
is wel wat armoedig.
De v o o r z. zegt overweging toe.
De heer Groeneveld wil uitzien
naar een andere gelegenheid.
Wethouder Reimeringer vindt de
tegenwoordige regeling ideaal, vergeleken
bij den vroegeren toestand in het oude
raadhuis. Doch wanneer men een betere
gelegenheid weet, houdt spr. zich aanbe
volen.
Daarna aangenomen.
12. Motie van den heer Rnmiin. in zake
de toepassing van de Zondagswet.
Wordt eveneens aangehouden, evenals de
interpellatie-Coster.
Spoedeischend wordt daarna aan de orde
gesteld een verzoek van den Leidschen Be
stuurdersbon d om de Stadsgehoorzaal kos
teloos beschikbaar te stellen op sommige
avonden tot ontspanning voor de werkloo-
zen.
Het verzoek wordt op voorstel van B.
en W. toegestaan.
Rondvraag.
De heer Koole vestigt er de aandacht
op, dat bij de brand op de Hoogewoerd een
brandweerman in groot gevaar heeft ver
keerd, wegens de duisternis. Hij verzoekt
den commandant er op te wijzen, dat een
schijnwerper gewenscht zou zijn.
De heer Coster vraagt naar het ant
woord op zijn vraag van 20 Oct. omtrent
het niet verhuren van de reclame-vlakte
van de schutting voor de raadhuis-ruïne
aan Leidenaars.
De v o o r z. deelt hem mede, dat alleen
de heeren Bleijs en -Jansen informaties had
den gevraagd omtrent het huren van de
geheele schutting, doc-h niet verder in on
derhandeling zijn getreden. Uit gebrek aan
gegadigden is toen de schutting bij gedeel
ten verhuurd.
De heer Valleritgoed vestigt nog
de aandacht op den ongunstigen toestand
van de volière en de eendenkooi in het
Plantsoen.
Daarna sluiting.
CHRETIEN MERTZ t
Na een langdurige ongesteldheid is in
het hospitaal Calvariënberg te Maas
tricht j.l. Zaterdagnamiddag overleden
de Maastrichtsóhe priester-dichter leeraar
Chretien Mertz. Voor ingewijden was
het geen geheim, datde gezondheidstoe
stand van prof. Mertz sedert lang een
ernstige wending had genomen. Toch
komt ook dit overlijdensbericht nog met
een snelheid, die zijn vele oud-leerlingen,
vrienden en vereerders pijnlijk zal ver
rassen.
Zijn eerste onderricht in vreemde talen
ontving de jonge Mertz van den zeereerw.
pater Alberts S. J., den bekenden ge
schiedschrijver, met wien hij steeds in
vriendschap verbonden bleef. Omstreeks
1900 bezocht hij het Stedelijk Gymnasium
te Maastricht, om vrij spoedig naar Roer
mond te gaan. Te Nijmegen behaalde hij
de benoodigde diploma's en studeerde ver
volgens verder te Rolduc. In April 1911
werd prof. Mertz priester gewijd en te
Sittard aan het St. Jozef-College tot
leeraar benoemd. Hier b'leef hij tot vóór
een jaar, toen hij rust ging zoeken te
Cleef.
In het tijdschrift „De Katholiek"
schreef hij herhaaldelijk prachtig verzorg
de proza-bijdragenover St. Servaes, den
bouw der kerk en den Schat, een onder
werp, hetwelk den jongen priester in het
bijzonder lag. Later" verwisselde hij den
proza-vorm voor de dichtkunst en volg
den zijn bekende openluchtspelen „Het
St. Servatiusspel" en ..St. Lambertussoel"
beiden ter gelegenheid der Zevenjaarlijk-
sohe Heiligdomsvaarten als massa-ver
tooning op het wonde-mooie Vrijthof aan
den voet van de St. Servatiuskrocht ver
toond. Duizenden woonden deze vertoo
ningen bij, die grooten bijval verwierven.
Later werd te Amsterdam onder leiding
van Huib Luns zijn bekend Missiespel
„Lumen Christi" vertoond.
Te Sittard waren het de rijke fantasie
en werkkracht van prof Mertz, die den
kleurigen, historischen St. Rosa-optocht
tot stand brachten.
Trad ec na de rustkuur te Cleef aan
vankelijk een gunstige verbetering in.
een snelle inzinking volgde, operatief in
grijpen word noodzakelijk en in de kracht
van ziin leven werd het dezen priester
duideliik, dat zijn levenstaak was vol
eindigd. „Tijd".
Visitatie-reis.
Wij vernemen dat na een zeer gunstige
reis met de Transsiberischc spoorweg te
Tangshau in China zijn aangekomen de
zeereerw. Bineder Caspar, Alg. Overste
der Broeders-Congregatie van O. L. Vrouw
van Zeven Smarten te Voorhout, en de
eerw. Br. Overste Theodosius, die op 2
Maart j.l. ter visitatie daarheen vertrok
ken zijn.
146.
„Hier, vrouw, dat is wat voor jou.
Luister eens wat die Meneer van „De Tijd
spiegel" vertelt: „Charlie Chaplin kan
4000 pop per minuut pratend verdienen,
maar die oolijkerd heeft berekend dat hij
met zwijgen 2000 per minuut meer in de
wacht sleept.
„Ik vind het erg aardig, hoor, maar ik
zie niet in waarom dat nu juist wat voor
mij is. Ik vind het o zoo mooi, maar waar
om je mij daar nou speciaal bijhaalt, 't Is
erg leuk van dien meneer van „De Tijd
spiegel", maar ik zou wel eens willen we
ten waarom
„Nou, nou, nou. Dat kan je met je klom
pen aan wel voelen, dat.
„Nou zeg het dan eens. Kom eens voor
de dag. Spreek eens uit. Wind er maar
geen doekjes om. Je behoeft
„M'n goede ziel, maak je toch niet ze
nuwachtig. Je geeft mij niet eens de
kans
„Je geen kans geven? Zenuwachtig? Tk
heb nog bijna geen woord gezegd. Waarom
zou ik zenuwachtig zijn? Zeker om.... ze
ker om
Ze wist het niet meer. Ze was in het
heete van de strijd vergeten waarom ze
eigenlijk aan het vechten waren.
Ik ben bang dat het zoo wel eens gaat
met de stukjes van Pater Liefhebber, van
„cjen Pater van het Nummertje", ook. Ver
sta mij goed. Ik bedoel niet dat mijn ont
boezemingen aanleiding zouden geven tot
misverstanden tusschen man en vrouw,
maar ik kan mij wel voorstellen dat een
ijverige Missievriendin bij het lezen van
mijn stukjes tegen haar man zegt: „Hier,
man, dat is wat voor jou. Luister eens wat
die „Pater van het nummertje" vertelt:
A!s je 'm hier laat komen en hem honderd
gulden geeft, dan schrijft hij je op als
Stichter van zijn Missiehuis. Hij wil ook
wel geld hebben tegen rente zoolang je
leeft, enz.
En dan beginnen ze ook de zaak te be
praten: Zij is er wel voor, maar hij, nu ia,
hijEn dan praten ze net zoolang over
Belasting en niet ontvangen hypotheek
rente dat hij er dorst van krijgt, om een
kopje thee vraagt en dan. z'n kipjes
gaat voeren en toedekken. En het slot is 0,0
voor de Pater van het nummertje.
Father LEFEBER,
Directeur.
St. Bonifacius-Missiehuis,
Hoorn, postrek. 120937.
Laten jongens die niet met Sept. willen
komen studeeren, zich nu reeds opgeven.
Gewoonlijk zijn er voorbereidende lessen,
door den onderwijzer, noodig. Dan kom ik
zelf wel eens praten.
ESPERANTO-NIEUWS.
Premie voor jeugdige Espe-
ranto-exarr.en candidaten.
Evenals in 1929 en 1930 is geschied,
stelt ook voor het loopende jaar een
Haagsch belangstellende, die eohter vol
strekt onbekend wenscht te blijven, twaalf
gouden tientjes ter beschikking als premie
voor kinderen, niet ouder dan 15 jaar, die
met succes het examen A-Esperanto afleg
gen. Het doel is natuurlijk om onder kin
deren de beoefening van deze Wereldhulp
taal aan te moedigen. De examen-commis
sie heeft zich in beginsel met deze wijze
van aanmoediging vereenigd en de secre
taris is bereid nadere inlichtingen te ge
ven (secretaris is de heer H. J. Bulthuis,
Kamillestraat 37, den Haag).
Esperanto in het Onderwijs.
De wethouder van onderwijs en volks
ontwikkeling te Rotterdam heeft bericht,
dat voortaan aanteekening zal worden ge
houden van de berichten van hoofden van
scholen betreffende de door onderwijzers
behaalde Esperanto diploma's, afgenomen
door de Ned. Esp. Vereenigingen. Deze di
ploma's zullen in het verslag der commis
sie voor het onderwijs en volksontwikkeling
over het jaar waarin de berichten zijn ont
vangen in de staat van het onderwijzend
personeel worden vermeld.
Esperanto in de Universiteit.
Bij de Hoogescholen van Genève, Zagreb
e.a. bestaat reeds een leerstoel voor Espe
ranto. Dr. Buchanan, die kort geleden ie
Liverpool overleed heeft een fonds van
4000 p.st. 48.000) nagelaten voor het ia-
stellen van een Esperanto-leerstoel in de
Universiteit van deze stad. Esperauto
wordt aan deze universiteit reeds onder
wezen en meerdere vooraanstaande profes
soren zijn aanhangers van de internationale
taal.
Allerlei.
Het electro-technisch instituut te Greno
ble (Frankrijk) geeft zijn prospecti in t
Esperanto uit.
Het 3e Zuid-Amerikaansche congres voor
Toerisme besloot om de te verspreiden gid
sen in het Esperanto uit. te geven. Het zal
daarbij de medewerking ondervinden van
den gevolmachtigd gezant van Uruguay in
Brazilië.
DE ESPERANTO-EXAMENS.
De examen9 in het Esperanto werden
hier te lande voor het eerst afgenomen in
1910 of 1911, doch toen bestond slechts één
diploma.
In 1913 werden voor het eerst twee dipl.
uitgereikt en wel dipl. A. (Atesto pri lingva9
kapableco) en dipl. B (Atesto pri lnstruista
kapableco). Dit laatste geeft bevoegdheid
tot het geveu van onderwijs in de taal.
Van 1913 tot 1922 werden resp. uitgereikt
175 A en 58 B diploma's. Na 1922 nam het
aantal deelnemers bijna steeds toe. Hier
onder volgt een staatje, waarin wordt op
gegeven, hoeveel candidaten van 192? tot
.en met 1930 werden toegelaten.
In 1922 slaagden voor A 40 en voor B 10
candidaten.
In 1923 slaagden voor A 90 en voor B 22
candidaten.
In 1924 slaagden voor A 97 en voor B 16
candidaten.
In 1925 slaagden voor A 85 en voor B 19
candidaten.
In 1926 slaagden voor A 88 en voor B 13
candidaten.
In 1927 slaagden voor A 243 en voor B 24
candidaten.
In 1928 slaagden voor A 330 en voor B 46
candidaten.
In 1929 slaagden voor A 165 en voor B 57
candidaten.
In 1930 slaagden voor A416 en voor B 67
candidaten.
19221930 in totaal A 1554 en voor B 274
candidaten.
Zoodat voor zoover bekend is, thans 1831
personen het dipl. A of B hebben behaald.
Aangezien de A cursus te Nijmegen in
samenwerking met de Radio-cursus van de
K.R.O. thans wordt gevolgd door ongeveer
5000 cursisten kan men voorzien dat de Es-
peranto-examens aanmerkelijk zullen wor
den uitgebreid, vooral wat betreft het
B-examen.
Het is een verblijdend teeken, dat de
meeste deelnemers aan het B-examen thans
onderwijzers en onderwijzeressen zijn. Zij
voorzien terecht, dat binnen enkele jaren
het Esperanto zal worden ingevoerd op
alle hoogste klassen der lagere scholen.
Moge dit een aansporing zijn voor onder
wijzers, die tot heden onverschillig waren
ten opzichte van de wereld-hulptaal Espe
rauto, om zich eindelijk ook eens met dit
vraagstuk te bemoeien.
ZWEMMEN
Nieuw wereldrecord.
Een damesploeg van de Washington
Athletic Club vestigde een nieuw wereld
record over 4 X 50 Meter vrije slag met een
tijd van 1 min. 55.6 sec.
Het oude wereldrecord stond op naam
sedert 1926 van de Rotterdamsehe Dames
Zwemclub met 2 min. 20 sec.
VOETBAL
Amsterdam—Antwerpen.
Naar wij vernemen zal op 28 Maart, den
Zaterdag voor den interlandwedstrijd Ne
derlandBelgië, te Amsterdam een wed
strijd plaats vinden tusschen een Amster-
damsch elftal en Antwerpen, welke wed
strijd onder auspiciën staat van den Ara-
sterdamschen Voetbalbond. De wedstrijd
wordt gespeeld op het Ajaxterrein.
Een merkwaardig doelpunt
De „N.R.Crt." vestigt de aandacht op
een merkwaardig doelpunt, dat te Burnley
in den wedstrijd BurnleyBarnsley voor
de Engelsche tweede divisie gemaakt werd.
Harvey, van Barnsley, schoot van kor
ten afstand tegen den paal waar Somer-
ville, Burnley's doelman, den bal afwacht
te. Harvey kon zijn vaart niet inhouden
en botste een halve seconde na den bal,
tegen den paal en den keeper op tenge
volge waarna eerst de paal, en toen de
dwarslat brak en de beide spelers met den
bal tus-sohen hen in een seconde later in
een wir.war van hout en netwerk in het doel
lagen te spartelen als gevangen visschen.
Het doelpunt was ondanks dit alles volko
men zuiver en Barnsley bereikte een eind
stand van 22.
De „Cup"-ziekte.
70.000 toeschouwers woonden de demi
finale om den Engelschen Cup tusschen
Everton en West Bromwich Albion bij.
20.000 liefhebbers stonden buiten.
Bij het gedrang werden 32 personen ge
wond. Talrijke personen vielen flauw of
bekwamen lichte verwondingen. De politie
kon tenslotte met veel moeite eeniger-
mate de orde doen terugkeeren.
De eindstand was 01.
De halve eindstrijd BirminghamSun
derland eindigde met 20.
„Hela, jongen, wat moet dat; mij wek
ken, als ik mijn middagslaapje doe?"
„Ja, pa, ik wou graag trommelen, maar
ma zegt, dat ik niet trommelen mag als
u slaapt."