LETTEREN EN KUNST
MAANDAG 9 MAART 1931
DE LE1DSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 12
RECHTZAKEN
HET VERSCHE KADETJE BIJ HET
ONTBIJT.
Een hotelkeuken is geen broodbakkerij.
Directeur van Suisse vrijgesproken.
Zaterdag deed de Kantonrechter mr. dr.
A. Fontein te Amsterdam, uitspraak in de
zaak tegen den directeur van Hotel Suisse
die in zijn hotelkeuken klein brood had la
ten bakken, om bij het ontbijt versch brood
te kunnen verschaffen aan zijn gasten en
De tweede spanning voor de brug ever de BORGSCHE MAAS bij Keizersveer werd
Zaterdag vanaf de werf van Peen en Bauduin naar de plaats van bestemming
gesleept. Hot passee ren van de Moerdijk.
VAN M'N BOEKENTAFEL
Het Schild, Apologetisch Maand
schrift. Uitgave der A. V. Petrus
Canisius.
De Maart-aflevering van het apologe
tisch maandschrift „Het Schild'' vangt
niet aan, zooals vorige afleveringen, met
een voortzetting van de artikelen van prof.
Verhaar over de Anthroposophie, maar
met een hooggestemde, vaak poëtische me
ditatie van Zr. M. Ursula O.S.B. van Schoo-
tenhof over Liturgie en Kunst.
.,De liturgische kunstenaar schept geen
schoonheid hij ontdekt, ontsluiert de
schoonheid, die van alle eeuwigheid ge
schapen is, die reeds speelde voor Gods
aanschiin, „toen Hij de hemelen oereidde.
toen Hij naar vaste wet de afgronden met
een ringwai omsloot, toen Hij het zwerk
vastmaakte in den hooge. en de waterbron
nen afwoog, toen Hij om de zee haar grens
lijn trok en de wet stelde aan de wateren
hun perken niet te overschrijden; toen
Hij de grondvesten der aarde toewoog"
toen sneelde de schoonheid reeds cp den
aardbodem den cadans van Gods schep
pingsvreugd, het rythme van Gods blijde
strikte wetten.'" Aldus teekent Zr. Ursula
den litimgisehen kunstenaar met een raken
greep uit den rijken stof van Bijbe'teksten,
waaraan ook de Liturgie haar sclioonsten
inbond ont'eent.
Prof. Verhaar komt in deze aflevering
met zün vervolgartikel over de Anthropo-
soobische leeringen en praktijken op de
d«"d plaats: een rangorde, welke aan de
belangrijkheid van den inhoud niets af
doet. Na eraan herinnerd te hebben, dat
de volgelingen van Rudolf Rteiner hun lei
der beschouwen als iemand, die meer dan
wie ook begenadigd was met de gave der
helderziendheid en daarom in staat was
cm'nieuwe openbaringen te geven en voor
de menschheid geheel nieuwe banen van
wetenschan, kunst en religie aan te wij
zen. gaat de schrijver na. wat het resultaat
is geweest van de openbaringen en nieu
we riebtinsen waarmede Rudolf Rteiner
de menschheid heeft verrijkt-. Op liet ge
bied van de kunst hebben de Anthroposo-
pben de z.g. „eurvthmie" gebracht, plas
tische gebaren en dansen, hetgeen echter
niets nieuws order de zon is, daar deze
kunstuiting reeds in de oudheid bekend
was. Op het gebied van de medische we
tenschap houden de Anthropasophen er
ook eigen meeningen en eigen middelen
on na; zii hebben in Den Haag zelfs een
ei?en ziekenhuis. Tastbare resultaten zijn
evenwel niet aan te wijzen, evenmin als
van de leermethode der z.g. Vrije School,
waarvan er ortk een exemplaar in Den
Haag is te vinden.
Prof. Verhaar concludeert dan ook, dat
de onwetenschappelijke „wetenschap" der
Anthroposopben meer destructief dan con
structief is, meer afbreekt dan opbouwt.
Een interessante bekeerings-geschiede-
nis treffen wij in de afl. aan. nl. van dr.
Selden P. Delany, rector van een dei-
grootste parochies te New York en een dei-
meest- gezaghebbende leiders der Episco-
paalsche Kerk in de Vereen. Staten.* Dr.
Delan.v is verleden jaar tot de R. K. Kerk
overgegaan en zet in dit artikel de redenen
uiteen, welke hem t-ot dien stap hebben
bewogen. Hij behoorde tot de katholieee-
re.nde richting der Episcopaalsche Kerk,
doch zag meer en meer in. dat hij de eeni-
ge stap moest zetten, welke logisch wes
n.l. terugkeeren tot de Moederkerk, die
hij erkennen moest- als de waarlijk „Katho
lieke" Kerk, terwül het Protestantisme in
sta't van ontbinding verkeerde.
Een nieuwe artikelen-serie wordt ver
der aangesneden door P. Ka-steel over het
Vaticaansch Concilie (1869\ aan de hand
van een recent werk van Dom Cuthbert
Butler, monnik van de Benedictijner Dnwn-
side-abdij in Engeland. Dr. Butler heeft
hierbij gebruik gemaakt van een serie
brieven, geschreven door dr. Ullathorne.
bisschop van Birmingham, die het Concilie
meemaakte.
Het artikel geeft wel een goed inzicht
in de moeilijkheden, verbonden aan de tot
stand koming en afkondiging van een
domna.
K. La-utenscbutz geeft in het vervolg
van zijn beschouwingen over Erasmus de
volgende karakteristiek van deze merk
waardige zestiende-ee-uwsche figuur „Een
glorie der Kerk nas hij niet. Hij hoeft haar
geschaad bij hen, die zich ergerden aan zijn
spot- en zijn reformatieplanncn en deze ge
heel verkeerd begrepen. Zijn werk mist
dikwijls de katholieke mentaliteit en zijn
dubbelzinnige houding tegenover de
Hervorming heeft deze sterk bevorderd.
Zijn godsdienstig leven ging niet diep: de
fraaie allure was hem meestal genoeg" en
verder; „Alles bijeengenomen: een door
snee-christen, die zonder zijn geniale ken
nis nooit was opgevallen."
F. Paulus beëindigt in deze aflevering
zijn bekeerinesgeschiedenis.
Tenslotte de bekende vaste rubrieken
Op den Uitkijk, thans geheel gewijd aan
een nolemiek tussehen den heer P. K. en
de N. Rotterd. Courant; de Vragenbus,
Boekbespreking en Correspondentie.
waar een honderdtal jongelui en jonge
meisjes eten, praten, dansen en lachen.
Simpele zwart-katoenen rokjes naast slee-
pende en gedecolleteerde avondt-oilletteji.
Geschminkte gezichten en met zwart-door-
getrokken wenkbrauwen naast bleeke ge
zichtjes en antieke kapsels. Versleten en
verstelde colbertjes, naast goedkoope pak
jes, maar die door breede revers en veel
fluweel een tikje exoentriek schijnen.
Vergulde schilderingen langs den muur
of ook wel hier en daar het kale hout, tegen
elkaar getimmerde planken. Orchest, dans
en maaltijd kosten zes franks, vijftig cen
times. Het is de goedkoopste elegantie van
het Quartier Latin en tegelijk iets in den
geest van de schuur-dancings uit Califernië,
tot in den treure vertoond door de Ame-
rikaansche films.
De keuken is Russisch: men begint met-
de „borsch", een soep van kool, tomaten
en een sohijntje room, je gaat- verder mét
balletjes groente en gehakt vleesch en je
eindigt met een vruchtencompote. En tus
sehen eiken schotel in een fox-trott of een
tango met de grnote blonde Russin, die
op Greta Ga-rbo lijkt, of met het Duitsche
studentinnetje in de medicijnen, die zoo
levendig is en zeker van zich zelf, of met
die kleine provinciaalsohe, een eerste
jaars-studentje aan de rechtsfaculteit en
die hier op twee passen van de Sorbonue
vcor matige prijzen het diner-dansant heeft
gevonden op de manier van de Champs-
Elysées, die super-heerlijkheid, waar ze van
droomde in de rustige nachten van Toulou
se of Rheims. En wanneer in het begin
van de maand het vaderlijk maandgeld is
aangekomen, dan biedt haar kameraad
haar na het diner een kopje koffie en een
glaasje vodka aan, wat een totale uitgave
vertegenwoordigt van twee franks vijftig.
Maar ook hier is voor half elf alles
donker en stil en voor één uur 's nachts
is op twee dancings na- het geheele Quar-
tier Latin ingeslapen en slechts het ge
hijg van het» asthmatische treintje, dat de
groenten van Arpajon naar de Hallen ver
voert, verstoort die nachtelijke stilte.
Het is mogelijk, dat dit een beeld geeft
van het werkzame en bedaarde leven van
de tegenwoordige studenten, doch het is
ook mogelijk, dat zij ergens anders zijn.
Is het Quartier Latin dan dood? Waar
om? Het is veranderd en de smaken zijn
dezelfde niet meer. Dat is alles.
En dan, gaat u er eens wandelen tussch-en
negen uur 's morgens en vier uur 's mid
dags. U zult er opdoen een opfrisschende
en eenige impressie: die van een stad,
waarvan de meeste bewoners nog geen vijf
en twintig jaar oud zijn.
Het is het mirakel van de stad der jeugd.
J.- W. KOLKMAN.
Sta vast, vader, de wind is gedraaid.
deswege proces-verbaal tegen zich zag op
gemaakt wegens overtreding van de Ar
beidswet.
De Kantonrechter sprak den directeur van
Hotel Suisse vrij, daarbij o.m. als bewezen
achtende, dat in de keuken van hotel
Suisse broodjes zijn gebakken, dat dezelfde
oven werd gebruik, waarin ook andere
spijzen worden bereid, dat geen arbeids
lijst aanwezig was bedoeld bij art. 68 der
Arbeidswet 1919, en dat de kantonrechter
dus geen termen aanwezig vindt tot nie
tigverklaring van de dagvaarding.
Voorts herinnert het vonnis aan de ver
dediging, dat het bereiden van brood öe
onderneming van den verdachte niet maak
te tot een broodbakkerij; dat art. 68 der
Arbeidswet 1919 niet gewaagt- van arbeid
in een broodbakkerij, wel in het algemeen
van arbeid in een fabriek of werkplaats,
doch zoowel een hotel als een koffiehuis is
in den zin der wet niet eene fabriek noch
werkplaatsdat in de dagvaardiging ge
noemde arbeid werd verricht in een keu
ken en derhalve arbeid was, krachtens
de Arbeidswet 1919 aan dezer werking ont
trokken.
Het feit, dat de Amsterdamsche kan
tonrechter den heer J. F. Staal, directeur
van hotel „Suisse", heeft vrijgesproken van
de hem ten laste gelegde overtreding van
de Arbeidswet heeft beroering gewekt in
kringen van Amsterdamsche bakkers. Prac-
tisch toch beteekent dit vonnis, dat de no-
telhouder. die 's morgens vroeg in zijn keu
ken brood doet bakken, de Arbeidswet, vr
overtreedt en dus niet strafbaar is. Het
betreft hier een principieele zaak, en zij
zal tot in hoogste instantie worden uitge
vochten, aldus het „Hbld.".
HAAGSCHE RECHTBANK.
Hedenmorgen stond voor de Politierech
ter terecht A. J. de J., uit Leiden, ter
zake dat hij op *25 Maart jl. op den Hoo-
gen Rijndijk bij de controle op ds wegen
belasting niet in het bezit was van een
geldige wegenbelastingkaart. Als getuige
werden gehoord de Rijksveldwachter Th.
de Boer, uit Leiderdorp, en de commies
P. Meijdam, uit Zoeterwoude. De eisch
luidde: f 2S geldboete sub. 23 dagen hech
tenis. Verdachte werd overeenkomstig den
eisch veroordeeld.
HAAGSCH GERECHTSHOF.
Aanrijding.
De 36-jarige chauffeur J. A. K., uit Lei
den, die op 16 Juli van het vorige jaar te
Noordwijk met zijn auto twee wandelaars
zoodanig aanreed, dat een van hen aan de
gevolgen overleed, werd Zaterdag door het
Haagsch Gerechtshof te D;n Haag ver
oordeeld tot vier maanden hechtenis.
Mr. J. A. de Visser, advocaat-generaal,
had bevestiging van het vonnis der Haag-
sche Rechtbank gevraagd, waarbij ver
dachte veroordeeld was tot vier maanden
gevangenisstraf en ontzegging van de be
voegdheid tot het besturen vau motorrij
tuigen voor den tijd van 1 jaar.
HET QUARTIER LATIN.
Traditioneel wordt nog steeds de Pa-
rijsche 3t-udenfconwijk het Quartier Latin
genoemd, ofschoon de taal van Cicero er
nauwelijk? meer onderwezen, laat staan
gesproken wordt. Ook in Frankrijk is de
beoefening der klassieken goeddeels ver
drongen door die'der exacte wetenschap
pen. Geen college's, geen disputen meer in
de „tale Lat-iums", dooh een Babelsverwar-
ring van moderne talen en dan moderne
talen in den meest-uitgebreiden zin van
het woord: harde klanken uit het Noorden
en de zang uit Italië en Spanje, neusklin-
kend Amerikaansch en scberp-sissend- Sla
visch en daartusschen door de heidensche
onverstaanbaarheid van de Afrikaansche
negerdialecten en het geheimzinnig gefluis
ter van Oosterlingen. Toch is de naam
„Quartier Lat-in" blijven bestaan en dat is
maar goed ook: het klinkt als een brokje
romantiek tussehen al do dorheid van alge
bra en meetkundige vraagstukken.
Als je de verhalen hoort of leest over
de studentenwijk van vijf en twintig, der
tig jaar geleden, dan stelde je je dat Quar
tier Latin voor als een reusachtig café met
heel veel bier en heel veel pijpen. Nu is dat
anders. De café's zijn er gebleven, maar
het bier is vervangen door „café-crèmes"
en de pijpen door Amerikaansche en En-
gelsche sigaretten. En dat komt hoofdza
kelijk, omdat de klanten zelf veranderd zijn.
Vroeger waren ze blank, nu zijn ze heel
dikwijls geel. Door elkaar vindt je een Sy
rische prins, een Afghaansche magiër, een
stel Ethiopische studenten, den zoon van
een der rijkste suikerplanters van Cuba en
dien van den bekendsten runderfokker van
de Braziliaansche pampa.
Tegenwoordig is er een groote kwestie
in het Quartier Latin: ze'is er aan de orde
van den dag. Vroeger ontsnapten de stu
denten aan de gevolgen van een economi
sche crisis en het Quartier Latin genoot
een zekere neutraliteit, die het beschutte
tegen de slagen van het lot, net zooals Mo
naco in vrede kan blijven leven midden in
een tot de tanden gewapend Europa.
Helaas! de tijden zijn wel veranderd. Te
genwoordig zijn de gevolgen van de werke
loosheid in Engeland of Duitschland, de
crisis van de overproductie, de beurs
krachs, de ziekten van de schapen of de
mislukte oogst even voelbaar in het Quar
tier Latin als in de volksbuurt van St. An-
toine of de deftige wijk van de Plaine Mon-
ceau. Om welke redenen? Mysterie. Het is
een. soort onweerstaanbare doorsijpeling
van de beroerdigheid van het leven. Men
beweert, dat in den volgenden oorlog de
niet-gemobiliseerden even weinig door de
gassen gespaard zullen worden als de ge-
mobiliseerden. En zoo worden verschillen
de jaren reeds door den economischen
oorlog net zooals alle anderen ook de jon
gelui getroffen, die tot dan toe beschut
waren gebleven tegen dergelijke veldslagen,
omdat zij zooals men zegt nog niet
„gevestigd" waren.
Tegenwoordig zijn er rijke studenten
en arme studenten. U zult zeggen, dat dit
altijd bestaan heeft. Maar op het oogen-
blik zijn de armon ook werkelijk arm. En
hieruit volgt dit: om hun studies te kun
nen voleindigen, moeten de armen naar
keuze zijn: loopjongen, kellner, autobe
stuurder of straatwerker, wat hun wel
begrijpelijk niet veel vrijen tijd laat. Zij,
die juist genoeg hebben om rond te komen,
hebben evenmin tijd te verliezen of geld
te verteren in een tijd, dat een glas bier
evenveel kost als een dejeuner in 1914.
En de rijken? Die hebben maar één ver
langen: zoo gauw mogelijk dien achterhoek
te verlaten voor de bars van de Champs-
Elysées of van Montparnasse. En op die
manier blijft er wel plaats over voor de
vreemdelingen.
Physisch als ik het zoo mag uitdruk
ken is het Quartier Latin weinig veran
derd. Het is mogelijk, dat hier of daar een
bank of een kleermaker gekomen is in de
plaats van een café. Maar het is toch nooit
in het hoofd van Madame Hanau opgeko
men de Sorbonne to koopen om er een suc-
cursaal van do „Gazette du Franc" op te
richten en Oustaic heeft nooit het idee ge
had eigenaar te worden van de Medische
school om er een instituut voor zwende
laars te stichten.
Dit alles is reeds zeer belangrijk om een
stadswijk zijn physionomie te doen bewa
ren. Toch moeten twee dingen opgemerkt
worden. Je werpt een geldstuk in de gleuf I
en je krijgt er voor in de plaats een sand
wich, die min of meer oudbakken is.
Op de debetzijde moet daarentegen ge
noteerd worden, dat Balzar, het oude café
Balzar, zijn sluitings-uur een uur vervroegd
heeft. En dat is al even veelbeteekenend
als het verhooging van het discouto dooi
de Bank van Frankrijk.
En voor die feiten schudden de „ouden"
uit het Quartier Latin het hoofd. Want de
oude getrouwen bestaan nog altijd. Wo
nen doen zij er al lang niet meer. Een po
sitie hebben zij nu in een cinema of in
zaken of aan de balie. Maar zij zijn er niet
toe kunnen komen om het totaal te verge
ten en zij komen er terug om er te pra
ten over den goeden ouden tijd. En dan
beweren ze: „Het is niet meer als vroeger.
Wat voeren de jongelui tegenwoordig toch
uit?" En zij bemerken niet, dat de tijden
nog meer veranderd zijn dan de menschen.
Vóór den oorlog had het Quartier Latin
zijn beroemdheden en persoonlijkheden. Ga
ze nu maar eens zoeken. Op den boulevard
St. Michel slentert dezelfde horde anonie
me gezichten als op den boulevard Mont-
martre. Het Quartier was vroeger een stad
je, waar iedereen bekend was, zooals de
onder-prefect, de notaris en de dorpsgek
in een provincieplaatsje. De laatste dorps
gek van dat groote dorp was Adalbert de
la Ghérardine, die zijn diploma's omzette
in glaasjes witten wijn. Maar hij is dood, al
lang.
Op het oogenblik is er nog één bekende
persoonlijkheid, mijnheer Duconneaud. Stu
dent is hij nooit geweest, hij is bloemenven-
ter. Bij elke verkiezing wordt officieel zijn
candidatuur gesteld en op de aanplakbil
jetten, die het comité voor hem aanslaat,
verklaart hij zich voorstander van „afschaf
fing van het pauperisme na acht uur
's avonds".,
's Avonds, ja, dan moet je 't Quartier
Latin zien. Overdag is Parijs slechts een
enorme stad, waarvan alle inwoners op
gaan in dezelfde activiteit. Maar s avonds
verdeelt Parijs zich in een groot aantal
kleine dorpjes, die door een helder schij
nend licht worden aangeduid en van de
anderen zijn gescheiden door een zware
muur van duisternis. Op dat uur vindt elke
wijk zijn eigen persoonlijkheid terug, zooals
de bewoner9 hun huiselijke pantoffels.
Het Quartier Latin heeft, eigenlijk maar
één straat, pardon, een boulevard, de bou
levard St. Michel, meer populair afgekort
tot Boul. Mich. Op die boulevard zijn veie
café's. De Souflet, waar veel over politiek
geboomd wordt, soms ook over philosophic,
de dHarcourt, waarvan de clientèle van
blank overgeslagen is tot geel, de Soures,
waar de kasjuffrouw zoo majestueus is.
Hier.en daar vindt men nog enkele pijpen,
heel veel kaarters en vooral heel veel vreem
delingen. Verderop de Mahieu, een zeer
ernstig café, waar op de eerste etage
bridge wordt gespeeld en gelijkvloers ge
schaakt. Op het trijp van de banken langs
den muur zit er eiken avond een mijnheer,
die je doet denken aan president Wilson,
een ander met bakkebaarden, die je her
innert aan Offenbach. Het is er bijna dood
stil; jongelui zitten er met het hoofd in de
handen te zwoegen over boeken, die heusch
niet altijd romannetjes zijn.
Aan den overkant van de straat niets
bijzonders: een populaire bar, zooals je
overal aantreft. Verder, naar het Luxem
bourg. Daar staat de eerbiedwaardige
Voltaire. Voltaire, mijne heeren, dat betee
kent een heel tijdperk. De gevel is blank
en wit, als een zuiver geweten: de Voltaire
is een nette inrichting! Binnen staat esn
kellner te dutten tegen een pilaar in een
bijna verlaten zaal. Het is dan ook bijna
elf uur! Boven op de eerste verdieping
hoor je een muziekgezelschap repeteeren:
„Les montagnarcls Les monta-gnards
sont lè,". Een dorp, absoluut een dorp.
In de zijstraatjes achter de Boul. Mich,
vindt je de kleine goedkoope restauranis.
Russisch, zooals bijna al die goedkoope din
gen zijn. Wanneer je zoo tegen acht uur in
de buurt van het Panthéon ronddwaalt,
dan hoor je van achter uit een binnenplaats
de accoorden van een Russisch orkest. En
als je dan heel goed zoekt eii let op een
minimaal klein, verlicht uithangbord ergens
tegen den hoek van een donkeren muur en
als je dan, na de zware ingangspoort te zijn
binnengegaan en de donkere binnenplaats
te hebben overgestoken,,-een smal deurtje
opent, dan sta, je plotseling in een helder-
verlichte ruimte, half schuur, half salon,
HET MENSJEWIKI
PROCES TE MOS
KOU. DE VER
DACHTEN TIJDENS
HET VERHOOR.
(Foto hieronder).
HET HAYDN-EEUWFEEST.
De stad Eisenstadt in Oostenrijk maakt
thans reeds toebereidselen om het ko
mende Haydn-jubileum in 1932 op waar
dige wijze te vieren. Op 31 Maart van
het volgend jaar is het nl. tweehonderd
jaar geleden, dat de componist Jozef
Haydn le Rohrau in Oostenrijk werd ge
boren. Behalve door de oprichting van
een monument en van een mausoleum dooi
prins Esterhazy, zal de nagedachtenis van
den componist Jozef Haydn, die gedurende
vele jaren in Eisenstad heeft gewoond,
door de stad en door het Burgerland wor
den geëerd met een feestweek en door
de oprichting van een museum.
HET HAYDN-HITIS IN EISENSTADT,
waar de componist volgens de gedenkplaat
van 17G6 tot 1778 woonde en werkte.