22ste Jaargang
DONDERDAG 5 MAART 1931
No. 6838
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BUITENLAND
BINNENLAND
S)e Êcicbcli^Sou^nt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal
Franco per post f2.95 per kwartaal
Het Ge-llustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel.
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop 10.50.
Dit nummer bestaat uit twee olac'en
Vrijheid en ongebondenheid
Maar al te veel wordt vrijheid verward
met ongebondenheid.
Wanneer iemand vrijheid bezit, wil dat
niet zeggen, dat hij doen en laten kan en
mag wat willekeur hem ingeeft zooals
vanzelf spreekt met de beperking, dat
hij niet met de politie of rechterlijke macht
in aanraking komt.
Vrijheid bezitten beteekent te k u n n e n
<3oen of laten, wat men doen of laten mag.
Wie verder gaat maakt geen g e o r r i k
doch misbruik van zijn vrijheid.
't is opvallend, hoe men in het dage-
lijksch leven als voor 't grijpen beeft de
voorbeelden, dat tr.enschen verkeerde of
min-fraaie handelingen trachten goed te
praten of te be-bloemen met een beroep op
hun vrijheid. Wij geven één voorbeeld:
Iemand geeft veel geld nutteloos ait, smijt
er mee, en schijnt van meening te zijn, zich
volkomen te kunnen rechtvaardigen met
de bewering, dat het toch zijn eigen geld
is, waarmede hij doen of laten kan wat hij
wil.
Hieruit blijkt een verkeerde opvatting
over het eigendomsrecht, door welk recht
de bezitter van eigendom wel vrijheid
heeft in het gebruik daarvan, maar toch
gebonden blijft door wat rede, geschreven
èn ongeschreven wet voorschrijven.
Het recht om iets te doen toch is de
vrijheid om het te doen, maar: vrijheid is
geen ongebondenheid.
Waartoe een verkeerde opvatting van
vrijheid leidt zien wij ook in de houding
van sociaal-democraten en liberalen, die,
zich beroepend op de vrijheid van drukpers,
de „Tibune" vrij willen laten, om te schrij
ven, wat zij schrijft.
Gelukkig komt tegen een dergelijke op
vatting van vrijheid in verzet de Hberale
„Avondpost''.
Met weerzin geeft de „Avondpost" uit
het „voortrekkeiijk-gedocumenteerd" advies
van het Bestuur der Centrale Vereeniging
voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken
eenige aanhalingen uit het proza der „Tri
bune" en besluit:
„Welnu, er zijn, waarachtig, nog libe
ralen, herzegge: liberalen, die al dit schan
delijks m de leeszalen in naam der geeste
lijke vrijheid en de neutraliteit willen toe
laten, inplaats van het er uit te 'bezemen
en te verbranden.
Slappe liberalen, schreven we
hierboven.
Het is veel te zacht. Maar wij willen
niet te ónvriendelijk zijn. Wij onzerzijds
wenschen te toonen, dat wij, juist als libe
raal, het beginsel der geestelijke vrijheid
te hoog, te groot, te mooi achten om als
dekmantel te dienen van dergelijke hei
ligschennis. Men werpt nu eenmaal geen
paarlen voor de zwijnen."
Wie de vrijheid te gebruiken weet op een
hem waardige wijze geniei een groot goedl
Wie de vrijheid misbruikt is zichzelf en
anderen in meerdere of mindere mate tot
schade en schande.
BELGIE
BELGIES INTERNATIONAAL
STATUUT.
Verklaringen van Minister Hijmans.
Zoowel de diplomatieke als de publieke
tribunes va-n de Belgische Kamer waren
Woensdagmiddag tot rie laatste plaats be
zet bij de opening der a-lgemeene bespreking
va-n de begrooting van burienlandscbe za
ken. Bij de behandeling dezer begrooting
heeft minister Hymans een groote rede
voering gehouden.
De minister gaf vooreerst een uiteenzet
ting van den politieken status van België
sinds 't onafhankelijk Koninkrijk werd, met
gegarandeerde neutraliteit, waarvan het
evenwicht door den oorlog werd verstoord!
België heeft zich de lessen uit het verle
den herinnerd, doch nooit kannen geloo-
ven, dat het, gezien zijn aardrijkskundige
ligging, zijn kleine grondgebied en zijn lan
ge grenzen, steun en waarborgen zou kun
nen missen. De Be'gische regeering meen
de waarborgen van steun en veiligheid te
moeten zoeken.
Zij ha<l de overtuiging dat de entente
met Frankrijk en Engeland de meest solie-
de basis was voor den Europeeschen vrede.
Daarom opende de Belgische regeering met
deze landen onderhandelingen om nieuwe
waarborgen te verkriigen. De onderhande
lingen slaagden met Frankrijk.
In zekere kringen, '«^fs in p"Viê, zelfs in
bevriende landen, heeft men het voorses-teld
alsof het accoord met Frankrijk een beper
king onzer onafhanke'iikheid to gevolge zou
hebben, aJsof het aan het land 'asten, uit
gaven en een beoaalde politiek zou oHeg-
gen. Men heeft het in het buitenland een
verbond genoemd, dat van België een sa
telliet zou maken.
Het accoord van 1920 bevat slechts mili
taire maet-evelen van verdedigenden aard,
vastsresfeld door de hoofden van bei<Je le
gers. in het vooruitzicht van de mogelijk
heid eener cremeerschappelijke act;e onder
nomen door beide Staten om een niet ui-tge-
lokfen aanval re.nwere Din'tschland teren
een hunner af te weren. Het accoord eer
biedigt de autonomie van e'ken Staat.
Het is dus onjuist en ongerijmd te mee-
nen, dat het als dekmantel voot oorlogs
zuchtige en imperialistische combinaties
zou dienen en eveneens om het voor te
stellen als een verbond, dat onze politiek
aan die van Frankriik zou onderwerpen.
Ziehier welke de draagwijdte is van dit
accoord, volgens de meening der Belgische
regeering in overeenstemming is met de
Fransche.
Door zijn aard zelf heeft zulk een schik
king tusschen de generale staven nooit
eenig ander doel gehad, noch zou het eenig
ander doel kunnen hebben, dan de voorbe
reiding en de praktische verzekering der
technische uitvoeringvoorwaarden voor de
eventueele inwerkingstelling eener militaire
Cofineratie Be1<rië en Frankrijk in
geval van een niet-uitgelok+en aanval van-
were Duitsch'and.
De verplichting dezer samenwerking,
waarvan het beginsel reeds in de beschik
kingen van het Pact van den Volkenbond
nedergelègd was, is thans op de meest
nauwkeurige wijze omschreven door de be
schikkingen va-n het geslo
ten te Locarno op Ifi October 1925 dat de
verbintenissen heeft benaald die enkel en
alleen met die van het Volkenbondsoa ct,
beide reeeerinren in zake onderlinge hulp-
ve^eening binden.
Het F rans oh-Belgisch militair accoord
beoogde een enkel geval, namelijk een niet
uitrei n-kten aanval van Duitschland tegen
België nf Frankrijk.
Dit geval is een dergene. die formeel
voorzien worden door het Riinoakt.
Omtrent de beperking der bewapening
zeide de minister, dat Be'gië zal medewer
ken, doch dat het niet de taak van een
klein land als België, op dat gebied het
voorbeeld te geven. Overigens. België heeft
sedert den oorlog zijn effectieven en zijn
uitreven aanzienlijk verminderd.
De eenzijdige ontwanening zon, vooral
vpor ^kleine landen, een noodlottige onvoor
zichtigheid uitmaken. Niet de bewanening
van België zouden ooit den were'dvrede
kunnen bedreigen. Een ontwanenend klein
land te midden van gewanende groote lan
den ware slechts een prooi.
Onze r»o'*tv*V 7"1 hli'ven no]P'»k van
den vrede binnen het land van ons Statuut.
Zjj zal zich laten leiden door het edelmoe
dig en helderziend ideaal van Europeesche
samenwerking en verstandhouding, waar
van dp hp-»- T>---«d dp <rr>lr>ido.'iilr<* pri lang
zame verwezen Hiking nastreeft met een be
wonderenswaardig begrip det practische
behoeften en der zedelijke wetten van on
zen tijd.
ENGELAND
DE KWESTIE-MALTA.
Een discussie in het Engelsch hoogerhids.
In het Britscfce boogerhuis heeft g-ate-
ren een debat plaats gehad over den toe
stand op Malta, waar, zooals bekend, de
grondwet buiten werking is gesteld in ver
band met de tusschen de Engelsche regee
ring en de Katholieke Kerk bestaande
spanning.
Strickland beklaagde zich over de hou
ding van de geestelijkheid en somde ver
schillende grieven op. Zoo deelde hij meae.
„dat de Sacramenten onthouden zijn lan
dames, die lid waren geworden van een
door lady Strickland gestichte niet-p/li-
tieke club. Tevens werden de Sacramenten
geweigerd aan allen, die tot de constitulio-
neele partij behoorden".
Ook beklaagde hij zich, dal uit Italië
gelden naar Malta gezonden zijn, om de
anti-Engelsche beweging te steunen.
Namens de regeering verklaarde lord
Passfield, dat de ministers door hun hou
ding, de taak van den Engelsohen gouver
neur bemoeilijkt hebben en dat het Vair
caan geen medewerking heeft verleend aan
de pogingen der regeering, om normale toe
standen te herslellen.
De regeering zal den gouverneur steu
nen. Een regeermgscommissie is naai
Malta gezonden, om een onderzoek id t»
stellen en voorstellen te doen, op weike
wijze de constitutioneele toestanden weer
hersteld kunnen worden.
SPANJE
NAAR EINDE DER PERSCENSUUR IN
SPANJE.
Op een banket, dooi de correspondenten
van de buitenlandsche bladen te Madrid
aangeboden aan den. minister van Bu'»en-
landsohe Zaken, beeft laatstgenoemde
medegedeeld, dat de oensuur met ingang
van heden is opgeheven voor berich'-en
naar het buitenland en dai binnenkort ook
de binnenlandsche censuur zal worden op
geheven. Hij verzocht, den journalisten 'n
hun berichten een weerspiegeling te geven
van de absolute rust, die in Spanje
heerscht. Hij eindigde met de hoop uit te
spreken, dat het economische nationa'-s-
tne geen verandering zal brengen tn den
oprechten wensch naar vrede, die in alle
landen bestaat.
De rector en vice-rec.tor van de unirer
siteit te Sevilla hebben zioh bereid ver
blaard hun ontslagaanvrage in te trekken
De universitaire federatie heeft haar ie
den verzucht de colleges te hervatten, zoo
dra de universiteit weer wordt geopend.
De vrije en katholieke vakveieenigingen
hebben besloten de beide organisaties te
vereenigen.
BRITSCH-INDIE
GANDHI EN DE ONDERKONING
De bereikte overeenstemming.
Uit New-Delhi wordt nog gemeld, dat de
besprekingen tusschen Gandhi en den on
derkoning lord Lrwin Dinsdag den gehee
len avond hebben geduurd en eerst laat >n
den nacht, Woensdagmorgen tegen hall
twee, werd overeenstemming bereikt.
Hoewel de juiste voorwaarden nog me;
bekend zijn, schijnt Gandhi zich bereid Ie
hebben verklaard, de burgerlijke ongeho; r-
zaamheidscampagne te staken, waar te
genover de onder-koning eveneens bélai.g
rijke concess'es beeft gedaan.
Het maken van zout, dat tot nog toe ee.n
monopolie van he gouvernement was, zi)
voortaan worden toegestaan aan de be vo-
ners van de kust-streken Het wegens bo-
lastingweigenng in beslag genomen land
zal den eigenaais worden teruggegeven.
Het recht van vreedzaam posten wordt zt-
kend. Ook de inbeslag genomen eigendom
men van het congres worden teruggegeven
Zijnerzijds zou Gandhi hebber afgezien
van zijn eisch van een openbaar onderzoek
naar het optreden der politie bij de natio
nalistische demonstraties.
In Engelsche kringen in Indië oeteut
men scherpe oritiek op de overeenkomst
betreffende het zoutmaken. Men acht hei
onmogelijk, den kustbewoners het maken
van zout toe te staan en het den bewoners
van het binnenland te verbieden.
Te New Delhi heeft het bericht, iar
overeenstemming bereikt werd, algemeen,
ook in congres-kringen, groote voldoening
gewekt.
EERSTE KAMER.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN
RIJKSBEGROOTING.
Aan de orde zijn de algemeene be
schouwingen over de Rijksbegrooting.
De voorzitter zegt, dat het hem
wenschelijk voorkomt, eenige speciale
punten alleeen bij de afzonderlijke be
grootingen te bespreken, zoo o.a. de ra
dio, de Zondagsrust, de Begrafeniswet en
de Maastrichtsche kwestie.
De heer Rink (V. B.) merkt op, dat
er dit ja-ar weinig aanleiding ie tot
breedvoerige politieke beschouwingen.
Het Kabinet handhaaft zich, zij het ook
met krachtige middelen.
Van de krachtige middelen noemt spr.
verschillende voorbeelden, waarbij de
portefeuillekwestie gesteld werd. Het
komt spr. voor, dat de critiek, op dit
beleid geleverd, niet billijk is. Dit op
treden der regeering kan spr. niet af
keuren, al kan men hot meer of minder
eens zijn mei de motieven, die daarvoor
gegeven werden.
Spr. betoogt, dat de eigenlijke basis
der coalitie vervallen was toen de onder-
wijsgelijkstélling in de grondwet. werd
vastgelegd. Echter leefde de rechtsohc
cöalilie nog eenige jaren een slepend
bestaan en gaf toen den geest. Met over
tuiging zegt spr.: van een nieuwe reoht-
6che coalitie komt den eersten tijd niets.
Het verschil tusschen de partijen die
deze coalitie zouden moeten vormen, is
te groot.
Wie dus een parlementair kabinet wil,
kan niets anders wenschen dan een spoe
dige samenwerking tusschen de R. K. en
de S. D. Een andere oplossing is er niet
Voorloopig is daarvan echter minder
dan ooit sprake. Spr. laat in het midden
of het incident-AIbarda de eenige reden
daarvan is. De R. K. Staatspartij is m
al haar sohakeeringen een partij van
ordelijkheid en het debat in de Tweede
Kamer na het inoident-Albarda heeft
haar tot nadenken gestemd. Er is on
zekerheid blijven beslaan over de hou
ding der sociaal-democraten bij mobili
satie. Spr. aoht dit punt. zeer belangrijk
en hij protesteert er tegen, dat men de
aandacht daarvan poogt af te leiden
door een andere vraag op te werpen, n.l.
of art. 187 der Grondwet de meest wen-
schelijke oplossing voor het mobilisatie-
vraagstuk biedt.
Het regime van extra-parlementaire
Kabinetten zal dus voorloopig wel wor
den voortgezet, al zullen die Kabinetten
niet altijd rechtsch georiënteerd behoe
ven te zijn, maar ook b.v. nationale Kabi
netten.
De heer Anema (A. R.) wijst er op.
dat de factoren der crisis liggen buiten
de macht der regeering en de critiek in
het voorloopig verslag acht spr. dan ook
ten zeerste overdreven. Met het crisis-
beleid der regeering kan sprekers fractie
zich veTeenigen. Wat haar algemeen be
leid betreft, had de regeering meer prin-
cipieelo vraagstukken aan de orde kun
nen stellen en zoo het saamhoorigheids-
besef ter rechterzijde kunnen versterken
Is het nu de tijd om de verschilpunten
ter rechterzijde toe te spitsen?
De houding der sociaal-democraten ten
opzichte van de mobi'isatie is volkomen
logisch van haar standnunt uit. Al of
niet gehoorzamen aan het wettig gezag
is voor die partii een kwestie van onpor
tuniteit. De houding der Vrijzinnig demo
craten acht spr. weinig verheffend.
In een door en door democratischen
staat is strijd met wettige middelen mo
gelijk. Is er een wettie besluit gekomen,
dan dient mep zich daaraan te houden.
Anders gaat men den fascistischen
kant op.
Do heer Men dels (S.DA.P.) wensoht
de natie geluk, dat de minister van De
fensie ongedeerd en ongerept terugge-
keérd is van zijn gevaarvolU tooht op
een heusche torpedoboot naar Lissabon!
Zelfs is hij geen enkelen keer zeeziek
geweest! Dat voorbeeld is misschien
aanbevelenswaardig voor zijn col'ega's.
Misschien kan de minister van Water
staat zich eens wagen aan een radio
rede waarbij hij bij een onverwacht
kuchje wordt afgebroken. Misschien ook
kan de minister van Binnenlandsche Za
ken zich eens eenigen tijd in een keet bij
de werkverschaffing ophouden en kan
de Minister van financiën zich eens op
houden in een gezin, dat niets anders
opbrengt dan indirecte belastingen.
Politiek vertrouwen in deze regeering
heeft spr. niet. Deze regeering aoht haar
bestaan abnormaal, zag veel liever een
rechtsch parlementair Kabinet. Ter
rechterzijde is men echter hopeloos ver
deeld. Over het herstel der volkomen
missievrijheid in Ned. Indiië is men het
zelfs in R. K. kring niet eens. Over de
Zondagsheiliging wil spr. maar zwijgen,
evenals over de lijkverbranding. Wan
neer spr. deze regeering dan ook wil
grijpen op haar specifiek christelijke be
ginselen, dan grijpt hij in een vat vol
groene zeep.
Spreker noemt verschillende voorbeel
den van dictatoriale neigingen, zoo o.a.
de radiokwestie, het verbod van de Tri
bune, het desavoueeren van den heer
Kiewit de Jonge door den minister van
Koloniën.
De verklaring van den heer Albarda
De verklaring van den reer Albarda
neemt spr. volledig over. Dit was niets
nieuws. In 1928 is het standpunt der soc.
democraten reeds- vastgesteld ten op
zichte der mobilisatie en niemand heeft
er toen aanstoot aan genomen. Uit den
treure is gezegd dat men bij mobilisatie
met doel om oorlog te voeren niet kan
rekenen op den steun der sociaal-demo
craten.
De heer Kranenburg (V. D.) houdt
een staatsrechterlijke beschouwing over
extra parlementaire kabinetten en be
toogt dat de rechtsohe partijen niet van
de verantwoordelijkheid voor dit kabinet
af zijn. Zij hebben zioh meermalen
als regeermgspartijen gedragen.
Het verhoor op vraagpunten van den
reer Albarda door den minister van De
fensie was constitutioneel onjuist. Het
parlement is niet verantwoordelijk aan
de regeering.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Verklaring van minister Hymans in de
Belgische Karr.er.
Zware bandjirs bij Bandoeng (NecL O.-
Indië).
BINNENLAND.
Algemeene Beschouwingen over de
Rijksbegrooting in de Eerste Kamer, (lste
blad).
De namen der opvarenden van de IJM.
132 „Noordpool" Acht lijken reeds aan
gespoeld. (Gem. Berichten, 2de blad).
Auto in de Zuid-Willemsvaart gereden.
Een echtpaar verdronken. (Gem. Be
richten, 2de blad).
Het Ned. Eitfal verloor met 3—1 van
„Notts Forest". (Sport, 2de blad).
De vrijzinnig-democraten hebben ge
waarschuwd tegen het ontketenen van
onwettig verzet en het is onbillijk, hen
daarvoor als revolutionair te bestempe
len. De vrijz. democraten halen daarvoor
hun schouders op.
De heer De Savornin Lohman
(G. H.) zet de moeilijke positie uiteen,
waarin ret Kabinet in deze omstandig
heden verkeert. De regeering verdient
daarom allen steun, al zal zij er voor
moeten waken, dat wij via allerlei crisis
maatregelen niet afglijden naar ongemo
tiveerde overheidsbemoeiing en Staats-
voogdij.
Het is» uiterst moeilijk voor een extra
parlementair Kabinet een vast beleid te
voeren. Het eene oogenblik laat do re
geering de leiding aan de Tweede Kamer
(paohtwet), het andere treedt zij zeer
krachtig op (tarwewet). Sor. wacht me»
belangstelling op de wettelijke maatre
gelen tegen godslastering.
Spr, betreort, dat aan het radinvraag
stuk een oplossing is geve-ven, die door
velen, ook door Chr. Historisehen, niet
gewenseht wordt en waarbij een zóó
groote ruimte aan de politiek is gelaten.
Spr. blijft herstel der recht s-ohe samen
werking wenschen.
Het bolsjewisme is een openbaring van
boosheid, die een satanisch karakter
draagt. In die omstandigheden kan men
zich niet veroorloven onderling te twisten
maar moeben de rechtsohe partijen zich
aaneensluiten.
Een samenwerking roomsch-rood acht
spr. voorloopig uitgesloten. Te betieuren
is intussohen dat een groote partij als de
S.D.A.P. zich op revolutionair standpunt
stelt en binnenlandsche onlusten zal
trachten te verwekken als het land in de
grootste moeilijkheden zal verkeeren. De
houding der S.D.A.P. is spr. echter sym
pathieker dan die der V.D. Men weet
wat men aan de S.D.A.P. heeft.
Het was zeer van pas. dat de minister
van defensie zich op de hoogte wilde stel
len van de bedoelingen der sociaal-demo
craten. Spr. vraagt, of do regeering nog
steeds leden der S.D.A.P. geschikt blijft
aohten voor het burgemeestersambt en
of van sociaal-democratische candidal en
een duidelijke verzekering zal worden ge
vraagd, dat zij in geval van mobi is-atie
behoorl,k de wettelijke besluiten, zullen
uitvoeren.
De vergadering wordt verdaagd tot
heden.
TWEEDE KAMER
INDISCHE BEGROOTING.
Het wetsontwerp tot koedkeuring van
afdeeling en (department van Justitie)
van de begrooting van Ned.-Indië voor 1931
waarover de stemming nog moet worden
gehouden wordt met 58 tegen 18 stcmmcn_
aangenomen. (Tegen de S. D. A. P. en do
heer Visser).
Aan de orde is het opmaken van do
voordracht voor de vervulling van eeij va
cature in den Ilooge Raad, ontstaan door
de benoeming van den raadsheer jhr. mr.
R. H. Feith tot vice-president van den
Raad. Tot No. 1 op de voordracht wordt
gekozen dr. Meckmann te Amsterdam.
Bij de afd. Financiën van de Indische
Begrooting hebben meerdere leden een
opium-verbod en verbetering van den fi
nancieelen toestand, van oud-gepensionneer
don bepleit.
De min. v. Koloniën, de heer D c
j G r a a f f, antwoordt, dat 't gehcele stre
i ven der Regeering ten aanzien van het
opiurakwaad is gericht op een bestrijding
daarvan.
Wat de gelijkstelling van de oude mili
taire pensioenen met die van na 1 Januari
1920 betreft, spreker wijst er op, dat ei
i velen zijn. die bijna geen diensien in In
(Iië hebben gepraestcerd. De gewezen mili
i fairen vinden dikwijls in Nederland een
I betrekking. Intusseliroi peet'1: spr. toe, dal