DE LE1DSCHE COURANT UIT DE STAD VAN HET VATICAAN. door Professor Dr. Franz Xaver Zimmermann. Na twee jaar vrijheid. ROME, Februari 193Ï. Er ging een zucht van verlichting door de katholieke wereld loen enkele jaren ge leden, op 11 Februari 1929 bekend werd dat er een vredesverdrag gesloten was tus schen den koning van Italië en den H. Stoel. Meer dan 58 jaar van strijd waren voorbij gegaan sinds de Piemonteezen in September 1870 met geweld bezat hadden genomen van de Eeuwige Stad en den Pau selijken Stoel het laatste restje van haar wereldlijke souvereiniteit hadden ontroofd. De Italiaansche regeering en de Romein- sche Curie hadden in dezelfde stad als politieke vijanden naast elkaar geleefd tot dat de grootmoedige wijsheid, van Paus Pius XI en de sluwheid van Mussolini den weg zochten en vonden. Het koninkrijk Italië erkende ten volle de souvereiniteit van den Paus, en aan den H. Stoel werd een zelfstandig grondgebied afgesjtaan, de Stad van het Vaticaan, ter grootte van 55 Hectaren. Sindsdien heeft deze miniatuur-staat zich zelf langzamerhand gereorganiseerd. De toegangswegen weiden met een sierlijk hekwerk afgesloten. Behalve dit grondgebied strekte de Pau selijke Souvereiniteit zich nog uit over en kele kerkelijke gebouwen die als extra territoriaal bezit van het Vaticaan worden beschouwd, terwijl enkele andere gebouwen weliswaar grondgebied van de Italiaan sche regeering blijven, maar ze zullen vrij gesteld zijn van iedere belasting en zij zul len cok niet onteigend kunnen worden. Tot de eerste groep behooren de meest beken de kerken en historische basilieken van Rome, terwijl de tweede groep zeven in richtingen van Hooger Onderwijs omvat.' Ingevolge de bepalingen van het verdrag van Lateranen moest de Italiaansche regee ring zorgen voor een spoorwegverbinding, post, telegraaf, telefoon en radio-zend-in- stallatie. Alle personen die in het Vaticaan ver blijf houden, zijn aan de Souvereiniteit van den H. Vader onderworpen. Voor zoover wij weten heeft niemand in dezen staat eenige eigendomsrechten over de afzonder lijke plaatsen of gebouwen en er wonen binnen de grenzen slechts kerkelijke hoog- waardigheidsbekleeders, studenten, perso neel en hunne huisgenooten. Het was een buitengewoon zware en voorname taak om dezen kleinen staat levensvatbaarheid te geven. Thans na twee jaar vrijheid heeft zich de Stad van het Vaticaart uitstekend van haar taak gekweten. Er moest een geheel nieuw bouwplan ontworpen worden om alle instellingen in een geschikte localiteit onder te brengen. Er moest met allerlei omstandigheden rekening worden gehou den, vooral om een architectonisch geheel te krijgen. De beroemde Architect Com- mendatóre Giuseppe Momo kreeg de lei ding in handen. Als we het werk van Momo willen over zien dan moeten we langs het groote .hek ten Zuiden van den Sint Pieter naar de nieuwe stad gaan. Op de Piazza della Sa- gresta zien we reeds het nieuwe Paleis van den Kardinaal Aartspriester: het klein se minarie is omgebouwd tot een indrukwek kend paleis van Justitie. Als we dan rechts afslaan langs de Via della Fondamenta. dan staan we verbaasd over de omvang rijke werkzaamheden die hier zijn uitge voerd. De kleine huisjes hier en aan de oude Via Scaccia en het kerkje van Santa- Martha waar de Romeinen zooveel van hielden, dat alles is afgebroken en in een perk veranderd, zoodat het domkoor veel beter uitkomt. We behoeven het echter niet onder stoelen of banken te steken, dat er in Rome ook architecten zijn die dit nieuwe bouwplan als een mislukking be schouwen; zij zeggen dat door deze bloot legging den geweldigen indruk die de ka thedraal anders maakte, heel veel vermin derd is, omdat daardoor een uiterst werk zame maatstaf voor de beschouwing van het geheel verloren is gegaan. Momo daarentegen beweert dat juist daardoor de artistieke indruk verhoogd wordt. Ook hier zal het wel gaan als bij alle andere restauratiewerken verschil van meening zal er wel blijven bestaan. Wanneer we langs het Paleis van Justi tie gaan, dan staan we voor de nieuwe school voor Mozaiek-werken, en wanneer we dan links afslaan komen we op het plein voor het nieuwe spoorwegstation dat door de Italiaansche regeering ingevolge de be palingen van het verdrag van Lateranen gebouwd werd. Het is een zoogenaamd kopstation voor personen- en goederenver voer. De doorbraak door de Vaticaansche muren is uit architectonisch oogpunt be zien, zeer goed uitgevoerd. Het spoorweg verkeer zal uit den aard der zaak niet druk zijn en als er geen treinen rijden wordt heel het emplacement afgesloten door het hekwerk in de Vaticaansche muren. Het station zelf ziet er zeer voornaam uit: be halve de vertrekken en bureaux voor de ambtenaren en het persoreel zijn er drie groote zalen, waarin de ontvangst kan ge schieden van vorstelijke en hooggeplaatste personen. Als we van het stationsplein naar het Koorden gaan, dan komen we bij een groot nieuw gebouw waaraan men reeds in 1928 is begonnen en dat oorspronkelijk voor seminarie bestemd was, maar dat na het sluiten van het concordaat een andere be stemming kreeg, toen het voor gouverne mentsgebouw, Governatorato werd inge richt. Dit regeeringsgebouw heeft een voor gevel van 120 Meter. Aan dit gebouw is ook een nieuwe kapel gebouwd waarin de altaren der afgebroken Martha-kerk zijn overgebracht en alle andere voorwerpen die in het oude kerkje voor den eeredienst bestemd waren; de nieuwe kapel heeft ook de H. Martha tot patrones gekregen. Ten westen van het Regeeringsgebouw staan nog twee andere aanzienlijke gebou wen: het Radiostation dat enkele dagen geleden door den H. Vader geopend is en dat geheel werd ingericht vol gens de plannen van Senator Marconi, de groote uitvinder van de draadlooze te legrafie. Daar staat ook het Nieuwe Ethio pische Sèminarie, het eenige opleidingsin stituut voor inlandsche priesters dat bin nen de muren van de stad van het Vaticaan gelegen is. De nieuwe Pinacotheek is ook een ge weldig bouwwerk met een voorgevel van 110 Meter: van af de balcons der boven verdiepingen heeft men een heerlijk uit- zich op den Sint Pieter. Door een gesloten wandelgang kan men in de Vaticaansche Musea komen. Om het drukke verkeer te regelen is men van plan om een dubbelen oprit te makeG die vanaf de Viale Leone IV naar het aan merkelijk hooger gelegen gedeelte der Va ticaansche Stad zal voeren, zoodat de be zoekers recht voor den ingang van de Mu sea gebracht worden. Er zijn nog veel meer nieuwe gebouwen, de school voor Gobelin-weven, de kazerne en dienstwoningen der Gendarmen, de wo ning van den Aalmoezenier naast de kerk van Sari Pellegrino, telefoon-centrale en postkantoor. De uitvoering van al deze nieuwe wer ken is in buitengewoon korten tijd ge schied: allés is nog niet precies klaar en hier en daar zijn wel enkele fouten be gaan, maar dat mogen we heusch niet kwa lijk nemen. Volgens'de jongste volkstelling bevondeu zich op 1 Ja'nuari 1931 in de Stad van het Vaticaan 639 inwoners, waarvan 495 Italianen, 113 Zwitsers, 11 Franschen en 8 Duitschers. In het Ethiopisch Seminarie ontvangt een groot aantal negers hun op leiding voor het H. Priesterschap. Bij den burgerlijken stand is het niet druk: de eerste aangifte was de geboorte van een zoon van Tomaso Labella, een be diende in het bureau van den Pauselijken ceremoniemeester. Is het feitelijk nog wel noodig, om van hier uit een beschrijving te geven van de heerlijke en troostvolle redevoering, die Pius XI bij ge legenheid van den negenden verjaardag van zijn kroning voor de microfoon van het Vati caansche Radiostation over geheel de wereld heeft uitgesproken? Met ongehoorde snelheid, tijd en ruimte doorklievend, zijn de woorden van Christus' Stedehouder, met hun zelfde kracht en warmte doorgedrongen tot het oor van vele millioenen menschen, uit bijna alle volkeren, stammen en naties. De gedachten, de vermaningen, de wenschen en verwachtingen van den opvolger van Sint Petrus, wisten tot iedereen wat te zeggen en aan iedereen wat mee te geven I De radio heeft binnen enkele jaren een nieuwe wereld geopend voor iedereen, die het wil hooren, en daarmee is een nieuwe in vloedsfeer voor geest en hart geschapen. De psychologische beteekenis van deze nieuwe manier van publiciteit van allerlei wetenschap pelijke, artistieke en cultureele mededeelingen en godsdienstig-zedelijke waarheden door mid del van den luidspreker, is nog niet te schat ten. Maar zij is er in ieder geval. En zooals ieder bladzijde van het geschiedenisboek der menschelijke ontwikkeling en beschaving, zoo is ook de radio-boodschap, die in enkele se conden over land en zee heensuist, een prach tig iets. Maar de mensch heeft, in tegenstelling met de dieren, jammer genoeg de beklagenswaar dige gave, om technische verbeteringen op on natuurlijke en zelfs vaak schadelijke manie ren te gebruiken. Een huisvader, wiens nacht rust steeds werd gestoord door de gillende tonen uit den luidspreker der buren', riep een keer wanhopig opspringend uit „dat de duivel het ding hale 1" De moderne mensch wordt wel wat voorzichtig bij het toepassen van de resultaten der moderne techniek, die hem fei telijk niets anders dan voordeel en geluk zou den moeten aanbrengen. Het groot geheim van de radio is wel, dat de menschen er een goed gebruik van moeten weten te maken. Het over treft in wezen en waardigheid het ongebruikt laten en misbruiken van deze moderne uitvin ding. Op het eerste Internationaal Radio-Congres in Munchen, heeft dr. Marschall de richting gevende gedachte uitgesproken, dat de kerk naar het voorbeeld der goddelijke Waarheid en Liefde ook de schatten voor het mensch- zijn in den edelsten zin reeds in deze wereld aanbiedt. Want nog heden is de kerk zooals alle eeuwen door de leidsvrouwe naar bijzon dere cultureele bronnen. Wij mogen ons niet afzijdig houden, maar wij zijn verplicht om ons geestelijk erfgoed 'e bewaren en te verdedigen ook in de Radio. Voor de Katholieken is er op 12 Februari j.l. een nieuw tijdperk in de geschiedenis van de Radio aangebroken, toen de aether door het woord van den Paus gewijd en geheiligd werd. Met reuzen schreden schrijdt het men- schelijk vernuft verder. Er zijn nog slechts een 20-tal jaren verstreken, toen men schreef: „Pius X aan de telefoon". En dezer dagen bevatten bijna alle bladen een foto waarop te zien was hoe Paus Pius XI door één druk op de knop de machtige dynamo's van de Vaticaansche elec- trische centrale in werking stelde „Het hoofd van een eeuwen oude instelling" zoo schreef de Osservatore, „die jaren lang beschouwd werd als de groote tegenstander van de vooruit strevende menschheid die ver sleten werd als de bevorderaar van ouderwet- sche bekrompenheid en achterlijkheid, bracht de brommende motoren in werking, de bron nen van licht en kracht. De man die op aarde de hoogste geestelijke heerscher is, zet de machtige krachtbronnen der Materie in be weging. 't Was nog op den vooravond van den ge- denkwaardigen dag, waarop een Paus voor het eerst door zijn gesproken woord leeraar der wereld werd! Vanaf den Vaticaanschen heuvel werden de laatste proefuitzendingen gedaan. New York, Sydney, Peking en Bombay werden door Mar coni opgeroepen en zij gaven antwoord. En kele minuten later komt de Paus voor de mi crofoon om een enkel woord te spreken, waar toe alleen hij als opvolger van Sint Petrus en als Plaatsbekleeder van Christus gerechtigd is: „Tot geheel de schepping!" In dit korte ALS DE AARDE BEEFT. door F. J. L. In verband met de aardbevingen in Zuid-Amerika en Nieuw-Zee- land is deze jiersoonlijke schilde ring van onzeri correspondent van actueel belang. Monte Riccio, 29 Jan. 1931. Wij zijn juist aan de voorbereidingen van onze eindexamens, waarbij altijd een Ro- geeringscommissie, soms ook de president zelf verschijnt en in den namiddag van het clubfeest, dat de examens besluit, dreun de plotseling de aarde de aarde golfde onder de voeten, de muren kraken, pan nen vlogen van de daken; alles redde zich uit den zuilengang in de vrije Patio, doch was ook daar niet veilig voor de ronddwar relende steenen. De kinderen worden in derhaast vrijgelaten, bezorgde ouders kwa men binnengestoimd. Juist in den Laatsten tijd hadden wij er natuurlijk niet meer aan gedacht om ons gewoon aardbevingsalarm op school te oefenen. Up straat een ge weldig lawaai en angstig geroep. Tusschen de heen en weer slingerende houten palen, springen de draden der elec- trische hoogspanning en vormden een ge vaar meer voor de menschen, die uit de huizen ijlden. ,We vreesden dat dit nog slechts een voorspel werd van een nieuwe catastrophe, zooals toen in dat ongeluks jaar. Tegen den avond verzamelden zich vele menschen op de Plaza" in angstige wachting va.n den bangen nacht. Velen slie pen in auto's op de straten. Tallooze. zit ten wachtend op de drempels van hun wo ning. Af en toe loopt 'n dof gerommel door de aarde. Ik waohtte op berichten uit het land en zocht de plaatsen op, waar die bin nen kunnen koxqen, De Feeuamburro moet in werking gekomen zijn, hetgeen echte; door anderen werd betwijfeld. Bij iedere aardbeving geeft men een of andere, van de hoofdstad uit natuurlijk niet zichtbaren, vulkaan de schuld. Kwam dit bericht nu werkelijk binnen, dan ware 't een verlos sing, want de uitbarsting van een vuurspu wende berg maakt volgens ervaring een einde aan de aardbeving. Doch de aard van de aardbeving van dezen namiddag was onmiskenbaar van tektonischen af komst. Zij volgden elkaar heel snel op Ik trachtte een auto te huren, om cles nachts nog zoover mogelijk bij den berg in kwes tie te komen, maar de wegen daarheen wa- ren~slechts enkele legua's ver te berijden. De stemming bleef zwaar en somber; op alle gezichten lag de bange vraag: wat zal het volgende uur gebeuren, of in de vol gende dagen of weken1? Met afgunst dacht met aan de gelukkige bewone.s der hou ten huizen, ginds in de Reforme. of aan de rancho's der Indianen. En tenslotte legde men zich het is eigenlijk onbegrijpelijk uit gewoonte toch nog ter ruste tusschen wankele muren die ieder oogenblik kunnen instorten. Hier en daar onderzocht men wel, welke muien het eerst om zouden stor ten en uit voorzorg plaatsten sommigen hun bed tegen den muur, die men het steikst achtte. Overal hebben zich scheuren ge vormd, boomen liggen ontworteld langs de wegen, als een skelet stond onze school tegen den nachthemel. Velen overnachtten in de open lucht. Ik lag half gekleed op mijn bed en wachtte op den volgenden morgen, noteer de be vingen die den heelen nacht elkander door met kortere of langere tusschenpoozen op volgden. Honden sloegen telkens angstig aan en de huiskrekel, die ongetwijfeld reeds tevoren de aardbeving voelt aanko men, begon kort voor iedere stoot hevig te sjirpen. Retumbos (onderaardsch dof ge rommel) kwamen in de stilte van den nacht demonisch aanzwellen, onder, beneden ons of ver van ons, het kraakt in de wan den.... scheuren spalkten openhet huis sidderdezwenkte heen en weer... kalk viel van het plafond en muren, overal in 't rond. Reeds voor zonsopgang kan Guatemala verwoest zijnZal de zon, wanneer zij in volle heerlijkheid rijst, dit maal .sledhts verwoesting, ruïnen en lijken zien? Uf za-1 Cabracan (lndiaansche God der aardbevingen, die in de diepte woont en de aarde doet sidderen) toch nog tus- schenbeide komen zooals kort geleden Huracdn, die een windhoos over de stad joeg en ons bijna op de speelplaats bij het turnen gegrepen had. Dien nacht van den 26sten op den 27sfcen maakte ik plannen mijn papieren te orde kwartier stond de Paus naast Marconi en Pater Gianfranchesi in de studio van het zendsta tion; er waren geen kardinalen daarbij tegen woordig. Er zijn van die momenten waarin ook de Paus zich eenzaam gevoelt als hij op den hoogsten wachtpost staat. Toen de Paus uit het radiostation kwam, lag er een lichte blos over zijn anders zoo bleek markant gelaat. De H. Vader werd om ringd en begeleid door allerlei menschen die door hun leeftijd en ouderdom de oude en de □ieuwe tijd symboliseerden, kardinaal Gaspar- ri, de oude staatssecretaris, de Deken van het II College Granito di Belmonte die als Prins van een oud Italiaansch koninklijk geslacht in het oude Oostenrijk een veel geroemde nun tius was en Pacelli die als diplomaat der Vre desboodschap van Benedictus XV reeds meer als 10 jaar geleden in het brandpunt der we reld-geschiedenis stond: niet ver vandaar be vond zich de 80-jarige Graaf Hutten-Czapski oud lid van den Senaat van Pruisen, thans voorzitter van de Poolsche Malthezerridders. Verder de altijd levenige figuur van Mr. Ci- ziaci, de president van de katholieke actie, een nieuwe wereld van gedachten en van lief dadigheid! Toen de Paus zegenend voorbijging knielde een groep studenten van het Ethiopisch Semi narie onder leiding van een ouden Pater Capu- cijn. eerbiedig neer. Ook door het zwarte we relddeel is vandaag een lichtstraal geschoten, ook daar heeft men het woord der waarheid gehoord. Ja, in het Katholicisme schuit een cultureele kracht, die zich zegenrijk uitstrekt tot over de grenzen der wereld tot aan het uit einde dèr aarde. nente verbergenmaar waar heen?Het spoorwegverkeer zal ver broken zijnweer een golvingeen stoot.... pauzestilte, dan een we derzijds roepen der huisbewonersen kele kreten op straat.... Den geheelen nacht door vielen geweldige regenbuien over onze stille plantages. En toen de zon rees, was Gnatamala nog altijd' daar, stralend als iederen och tend. De helft van onze kinderen kwam zelfs naar sohool. Overdag rolden nog doffe retumbos. Van de plantages dicht bij den Pccuanibuzzo bereikten ons geen alarm- berichten. Toen werd overgegaan tot den bouw van noodbarakken. Na de groote aardbeving was onze school de eerste, die haar lessen weer begon in een van die ba rakken, wij stelden de kinderen gerust, ver telden hun, dat do school uit de beste adok gebouwd yas. „Maar zij heeft toch scheu ren'' riep een kleine guit ons verwijtend toe. Wij overlegden toen de constructie van een verplaatsbaar houten huisje van stevi ge planken, dat den vorm heeft van een hondenhok en waarin men kan slapen en zich met behulp van een -stok buiten op het vrije veld kan rollen. In zoo'n honden hok wist mijn vriend zich bij de groote aard beving uit zijn ingestort huis te redden. De schrik van over de afgeloopen dagen zat er bij allen nog levendig in, vooral de ver schrikkelijke aanblik van het kerkhof, waar de hooge, reusachtige- lange muren invielen, de kisten en lijken uit hun rust plaatsen 'uiteengestooten en naar alle kan ten weggeslingerd werden. Het is nu Zondagmorgendagen zijn reeds verloopen. Over half vijf kwam plot seling weer een schok, twee geweldige tril lingen daverden door het huismen snelde uit de kamers naar de Patio doch het was toen doodstil. In de stad en voor stad gaat het Zondagsleven vroólijk zijn ouden gang, de dag straalt feestelijk, als was er niets gebeurd, niets te wachten. Maar toch voelt men zich veiliger buiten de stad. Langzamerhand komen de berich ten van buiten, die een overzicht geven van de uitbreiding en .den haard der bevin gen. Van vroegere groote aardbevinden is ons helaas zoo goed als niets aan weten schappelijk zekere waarnemingen opgetee- kend. Een krankzinnige wandelde zooeven door de stad en baarde overal onrust met zijn sombere voorspellingen van spoedigen ondergang. Men schijnt zich voor te berei den, de Marcado is vandaag geheel uitver kocht. Boven mij, trekken in dichte zwermen, de Azucuanes naar het Zuiden. Zij zijn hier slechts trekvogels, die uit het Noorde lijk continent komen, uit Noord-Mexico. waar zij in scharen samenleven en thans tie tropische landen bezoeken, zoo is dus in het Noorden de winter begonnen en be gint hier weer de droogte. „De Azucuanes trekken, de zomer is op komst" zeiden de kin dei en. Eenige stooten rommelen nog ondei onze stad weg. En wij verzamelen ob sidian aan de lndiaansche tumuli, want straks moeten we in de club met onze schooljeugd een hist-orisch stuk, de tragi sche vrijheidskamp der Quicbé, tegen de ►Spaansche veroveraars, opvoeren en heb ben daarvoor de historische echte wapens noodig. Overal schildert men coulissen, sleepen groen worden naar het clubgebouw gesleept hier in het land een kleinig heid om heele oerwouden op het tooneel op te bouwen; en tegelijkertijd zoeken wij naar hout voor onze rollende aardbevings huttenwant het is een captiefland waar we ons bivak hebben opgeslagen (Nadruk verboden). KAPITEIN FEELY. Een circusleven van 50 jaar. Wie heeft nooit in de zacht-ver Lichte cir cus arnea de dierentemmers bewonderd, hoe zij schijnbaar met, de grootste kalmte de getemde beesten voor het geëerde publiek voerden? Triomfator over hen is de mensch als dresseur, dde zijn ijzeren wil in de herse nen van het dier boort, totdat hij, altijd nog knorrig en absoluut niet ongevaarlijk aan de gehate bevelen gehoorzaamt. En nog gebeurt het niet zelden, dat de in stincten van het roofdier boven komen, waarvan de mensch dan het. slachtoffer wordt. Het is nog meer enkele jaren gele den, dat een Duitsche dierentemmer in Rome door een leeuwin verscheurd werd. Een beroemd college van den Dui.tschen temmer wa.s de schot Aerxa-nder Foely. Hij stamde van een artistenfamilie en trad op 9-jarigen leeftijd reeds op als „ka pitein Feely, de kleinste olifanten-temmer der wereld" in het circus Mijers, waar ook zijn broer als dierentemmer werkzaam was. Zijn troep bestond uit 7 groote olifan ten, die zich heel geduldig richten naar de luimen van hun heer, die voor hen niet meer was dan 'een kleine dwerg. Immers, de groote dieren koesteren een eigenaardi ge, haast aan schuwheid grenzende gene genheid, voor kinderen. Dit feit, dat ieder circus-man, maar ook ietleren zoöloog be kend is, was zeker ook wel de reden, waar om de directeur Myers, de dikhuiden toe vertrouwde aan den kleinen Feely, een broertje van den leeuwentemmer. Onder de olifanten bevond zich ook een bijzonder groot exemplaar, dat absoluut blind was, en bovendien veel karakterfouten toonde „B iI'd Bill" genaamd. Maar om het feit, dat het d-ier zoo uitstekend gedres seerd was, kon men hem moeilijk missen. Zijn gehechtheid aan den kleinen Feely, was roerend om te zien. Toen het circus o.p zekeren avond men schreef het jaar 1882 in de Schotsehe stad Stirling een voo- stelling gaf, brak er tijdens de voorstelling een geweldig onweer uit. De donderslagen waren zóó zwaar, dat de olifanten zeer on rustig werden. Maar de temmer heeft ook zijn ee-r en ondanks het zware weer, ver schenen de olifanten toch met hun kleinen temmer in de arena. Alles ging naar wensoh, tot men aan de Maar Paul, wat zie jij d r uit. Je hebt le schort vol gaten geknipt. Ja, moeder, wij speelden winkeltje en ik was de Zwitsersche kaas. slotactie kwam, waarin „Blind Bill" zich op de achterpoot-en moest plaatsen en den jongen met den slurf omhoog heffen, ter wijl deze onder begeleiding van het orkest een Engelsche vlag zwaaide. Deze scène was bijna in een noodlottig tragedie ver anderd. De olifant pakte het kind, begon als een razende de manege rond te dansen en te trappelen, zwaaide het heen en weer en slingerde het telkens in de lucht. Het pu- blietk bemerkte aan het schreien van den jongen direct, dat het met den olifant niet in orde was en drong in groote paniek naar de uitgangen. Vier lndiaansche lasso- jagers, die ook tot het circus-personeel be hoorden, wierpen wel volgens alle regelen der kunst hun lasso's om de poolen van den kolos, maar toen zij trachten heen daardoor tegen te houden, werden zij zelf als marionetten hean en weer ges ingerd. Het gelukte den blinden olifant zelfs met hot kind de straat te bereiken, achtervolgd door alle temmers, athleten, acrobaten, clowns en stalknechts van het circus. Door een welgemikt schot trof dc directeur hem eindelijk zoo in de slurf, dat. de olifant het kind moest laten vallen. Na dit incident werd* „Blind Bill' door zijn eigenaar aan een Duitsch circus verkocht en moest later in Liverpool doodgeschoten worden. Van de vele ondere avonturen va.n Feely is wel het meest interessant een episode, die zich niet in liet gele zand der manege, maar aan boord va.n een stoomschip af speelde. Het oireus bevond zich toen o.p weg naar Ierland. In den heerlijken, stillen zomernacht, sliep het grootste deel der pas sagiers in ligstoelen op 't dek, en ook Feely was door de weldoen le rust van dezen nacht in een lichte sluimering gevallen Plotse ling werd gewekt door e?n zwarten stal jongen, dae hem medeedee'de, dat een kooi open stond en leeg was. Feely kwam toen tot de vreesélijkc ontdekking, dat het do kooi va.n een zeldzaam mooien panter was. Van alle roofdieren is de panter heit- wreed ste en sluwste dier en niemand kan hem gcaeel en al temmen. Feely en de Neger gingen weer naar het dek, waar alles nog in vredige suuimering lag. Alleen de eerste bootsman wandelde op zijn «gemak over en weer en rookte zijn pijpje. Met enkele woorden stelde Fee'y hem met het voorval in kennis; om geen onnoodige verwarring aan te richten werd niemand gewekt. Met hun drieën doorzoch ten ze het heele schip, en werk©ijk: in den maneschijn zag men de groote kat juist naar een groep slapende passagiers sluipen: Bij een echtpaar, bij wie een baby van en kele 'maanden lag, aangekomen pakte do panter het kind met de tanden en verdween er met twee groote geluidlooze sprongen mee door een mangat. „Hij zal het wurmpje opeten," zei do bootsman ontzet. „In de kooi pas," antwoorcte Feely, „d.w.z. ais wij hem niet te Vl-Uig af zijn." Enkele oogenbliken later was de temmer in de kooi. Bijna hetzelfde moment kwam de panter naar binnen geslopen en hield den kleine met de tanden aan zijn kleertjes vast- Feely commandeerde direct op bevelen den toon: „Los'at en De panter stiet een onheil snellend ge brom uit.... gehoorzaamde echter en liet het levende bundeltje o.p den grond gij- den. Feely streelde nu het dier als een ge hoorzame hond, strekte toen het been rechtuit en Liet het dier, dat aan deze oefe ning gewoon was, er over hoon springen. Daarmee had de dresseur zich zelf tus schen het kind en het dier gebracht, nu kwam het er maar op aan om snel te han delen. Bliksemsnel greep hij het kind op en sprong door de deur uit de kooi, die hij haastig achter zich dichtsloeg. De panter hief een geweldig gebrul aan van onmach tige woede en wierp zich tegen de ijzeren tralies. Feely bracht het kind weer naar het dek en legde het nua.st de slapende ouders, die niets van de heele gebeurtenis gemea-kt had den. De bootsman deelde de kapitein het voorgevallene mede en enkele weken later kreeg Feely de zilveren* red'dingsimedaKc met begeleidend schrijven, waarin hem dank gebracht werd voor de heldendaad van dien nacht. K. W. Hemeltje wat een weer. En nu is mijn parapluie binnenste buiten en de knop afgebroken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7