UIT DE RADIO-WERELD - I.E.M.C.0. - RADIO - WEEK-END LIED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 21 FEBRUARI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 0 Programma's voor Zondag 22 Februari. Huizen, 298 M. 8.309.30 Morgenwijding. KRO. 9.50 Kerkdienst uit de Prot, Weteringkerk te Amsterdam. 12.001.30 Concert. KRO-sextet o. 1. v. P. Lustenhouwer. 1.302.00 Prof. P. J. M. Heskes: „Christus voorspeld (III)". 2.002.30 Literair halfuurtje. 2,304.30 Concert. Dubbelmannenkwartet „Inter Nos" te Den Helder Gramofoonpl. 4.305.00 Ziekenhalfuurtje. 5.20 Kerkdienst uit de Bethelkerk te Den Helder (N.C.R.V.). 7.457.50 Voetbaluitslagen. 7.50 Opera „Adriadne auf Naxos", Rich. Strausz, Uitzending uit Keulen. In de pauze: Vaz Dias 10.4011.00 Epiloog door het Klein Koor o. 1. v, Jos. H, Picckers. Hilversum, 1875 M. 8.50 Voetbalnieuws. 8.55 S. S. Lantinga: „Tuinaanleg in de prac- tijk". 9.25—9.30 VARA-Varia. 9.30 Orgelspel Joh. Jong. 10.30 Kerkdienst uit Amsterdam. 12.0012.30 L. J. Jordaan: „De Klank- film" (VII). 12.302.00 Concert AVRO-octet o. 1. v. L. Schmidt. 2.002.30 AVRO Boekenhalfuurtje. 3.304.00 Aansluiting Concertgebouw. 4.004.30 Causerie door dr. C. H. Sluiter. 4.30500 Gramofoonpl. en Vaz Dias. 5.006.00 Kinderuurtje. 6.00 Concert VARA-orkest. 8.00—8.15 Vaz Dias. 8.159.15 Concert AVRO-orkest o. 1. v. N. Treep. 9.159.35 Violrecital door Dietz Weismann. Egb. Veen (vleugel). 9.3510.10 Ensemble Doeke Stuurop. 10.1011.00 Vervolg concert AVRO-orkest. 11.0012.00 Gramofoonpl. Daventry, 1554.4 M. 3.20 Cantate no. 147 van Bach. 4.15 Kinderuurtje. 4.35 Piano-recital door Borovsky. 5.05 „The Tempest" van Shakespeare. 6.206.35 Lezing. 8.159 05 Kerkdienst. 9.10 Nieuwsber. 9.25 Concert. Orkest, B, Elburn (mezzo-so praan). 10.50 Epiloog. „Radio Pari s*\ J725 M. 8.05 Gramofoonpl. 12.10 Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. I.20 Gramofoonpl. 2.20 Gramofoonpl, 4.20 Gramofoonpl. 7.50 Circus Radio-Paris. 8.20 Concert. 9.05 Concert. Orkest, solisten, hoornblazers en tambours. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Orkestconcert. 7.207.50 Gramofoonpl. 8.25—9.20 Katholieke morgenwijding. 10.5011.20 Gramofoonpl. 12.201.50 Orkestconcert. 4.055.35 Orkestconcert. 7.50 .Ariadne auf Naxos", Opera van Hugo von Hoffmannsthal, Muziek van Rich Strauss Daarna berichten en tot 11.20: Dansmuziek. Kal und borg. 1153 M. II.20—12.20 Orl^estconcert. 2.204.20 Orkestconcert m. ra. v. koor. 7.208.35 Finsche avond. Toespraak en con cert. Bezoek aan diverse theaters en restau rants te Helsingfors. 8.359.05 Orkestconcert en zang. 9.059.20 Voortzetting Finsche avond. Z e e s e n, 1635 M. 6.20 Concert 7.20—8.10 Berichten. 8.10 Morgenwijding. 10.20 Gramofoonpl. 11.20 Concert 1.20 Orkestconcert. I.202.25 Lezingen. 2.25 Pianospel. 2.45 Zang en Cembalo-voordracht. 4.00 Orkestconcert. 5.207.20 Voordrachten. 7.20 Hoorspel „Das Ohr der Welt". C, H, Boese en H. Brennecke. 8,05 „Variété fuer Orchester", 9.35 Berichten en daarna tot 11.50 Dans muziek. Programma's voor Maandag 23 Februari. Huizen, 298 M. (Uitsl. NCRV.-uitzending). 8.008.15 Schriftlezing. 8.159,30 Gramofoonpl. 10.3011.00 Ziekendienst. II.0011.30 Lezen van Christ, lectuur. 11,3012.30 Gramofoonpl. 12.301.45 Orgelconcert door Jan Zwart. 1.452.00 Gramofoonpl. 2.002.35 Uitzending voor scholen. 2.353.15 A. J. Herwig: „De rozen in het voorjaar". 3.153.45 Knipcursus. 4.005.00 Ziekenuurtje. 5.005.45 Cursus handenarbeid voor de jeugd. 5.457.00 Concert. 7.007.30 Halfuurtje voor de rijpere jeugd 7.307.45 Gramofoonpl. 7.4510.15 Uitvoering van het Oratorium „Elias", F. Mendelssohn-Bartholdy. Chr. Ora torium Vereeniging o. 1. v. D. Smink. Mevr. S. BothHaas (sopraan). Mevr. J. v. d. Meent —Walter (alt), T. de Vries (tenor), J. Caro (bas). Haarlemsche Orkestvereeniging. In de pauze: Ds. J. H. Vaandrager: „Curasao"'. 10.15—10.25 Vaz Dias. 10.2511.30 Gramofoonplaten. Hilversum 298 M. Algemeen Programma. 9.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding (VPRO.). 10.15 Voordracht door Fritz Bouwmeester. 10.30 Ziekenuurtje. 11.30 Gramofoonpl. 12.00 Politieber. 12.15 Concert VARA-septet o. L v. Is. Eyl. en Gramofoonpl. 2.15 Gramofoonpl. 2.30 Fenna de Meyier leest uit eigen werk Daarna Concert A. J. Okhuijsen (clarinet), Joh. Jong (piano). 3.45 P. J. Kers: „De vegetarische Keuken". 4.15 Gramofoonpl. 4.45 S. Franke leest uit eigen werk, 5.30 Orgelspel Joh. Jong. 6.00 Zang door Marg. Cuperus. Joh. Jong (piano) en Gramofoonpl. 6.30 Concert. Utr. Sted. Ork. o. 1. v. A. Kienzl. M. m. v. J. Oellers (viool), Inleiding ïr nummers door P. Tiggers. 7.30 Politieber. 7.45 Ir R, A. Gorter: „De organisatie der veiligheid". 8.10 Vervolg orkestconcert. 9.00 Voordracht door L. Saalborn, 9.30 Concert Berthe Seroen (zang), Phons Dusch (piano), 9.45 Concert VARA-Orkest o. 1. v. H. de Groot. 10.15 Vervolg Zang en Piano. 10.30 Vervolg orkestconcert. 11.00 Vaz Dias. 11.1012.00 Gramofoonpl. Daventry. 1554.4 M 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door E. T. Cook. D. Edwards (bariton). I.35 Orkestconcert. 2.25 Uitz. voor scholen. 3.40 Dansmuziek. 4.05 Concert. 4.35 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Voorlezing. 6.35 Berichten. 7.00 Piano-recital door E. Isaacs. 7.20 Lezingen. 8.05 „Paris". Van Montmartre tot Montpar- nasse. 9.20 Berichten en Lezing. 9.05 Piano-recital door C. Dixon. 10.10 „Aida". Opera van G. Verdi (vierde bedrijf). 10.45 Concert. Instrum. Kwintet. II.2012.20 Dansmuziek. „Radio Paris", 1 725 M. 8.05 Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. I.25 Gramofoonpl. 4.05 Concert. Declamatie en toespraak. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Solisten-concert. 9,05 Concert. Cello, strijkkwartet en soliste. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramofoonpl. 9.3510.15 Gramofoonpl. II.30 Gramofoonpl. 12.251 50 Orkestconcert. 4.205.20 Gramofoonpl. 7.058.20 Concert. Orkest en solisten. 8.25 Strijkkwartet. Daarna: Berichten en tot 11.20: Orkestconcert. Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Orkestconcert. 2.504 50 Orkestconcert en voordracht. 7,209.20 Concert. Orkest en solisten. 9.3511.50 Dansmuziek Zeesen, 1625 M. 5.4011.50 Voordrachten. 11.5012.15 Gramofoonpl. 12.151.20 Berichten. 1.202.10 Gramofoonpl. 2.103.50 Lezingen. 3.504.50 Orkestconcert. 4.507.20 Lezingen. 7.20 Walsmuziek door Mandoline-orkesten. 7.50 Treurspel „Die Verschwörung des Fies- kc zu Genua" van Fr. v. Schiller. 9.35 Berichten en daarna tot 11.50 Dans muziek. DE MODERNE RADIOLAMP. Er is geen uitvinding, die zooveel voor de ontwikkeling van de radio heeft gedaan als de radiolamp en dit onderdeel is zoo i belangrijk, dat een grondige bespreking I in eenige artikelen wel gemotiveerd 'S. I Van de Radiolamp hangt het geheel af, of I de ontvangen radio-telefonie zuiver is; een goed begrip van de werking is noodig om te weten hoe zij gebruikt moet wor den. Zonder diep op theoriën in te gaan, zullen wij in eenvoudige woorden en op be vattelijke wijze vertellen hoe de radio lamp in haar verschillende functies werkt. Als inleiding iets over de voorgeschiede nis. Wie is de uitvinder? Er zijn meerdere uitvinders, die steeds weer verbeteringen aanbrachten en met elkaar een volmaakt product schiepen. De geschiedenis van de radio-lamp be gint bij Thomas A. Edison, de ontdekker van het principe. Hij bemerkte n.l. dat zijn kooldraadlampen, welke in 1883 uit sluitend werden gebruikt, na eenigen tijd in gebruik te zijn geweest een zwarten aanslag kregen aan de binnenzijde van den glazen ballon. Hij schreef dit toe aan het uitshngeren van microscopisch kleine deel tjes gloeiende kool door den gloeidraad. Nu smolt hij in een kooldraadlamp een me talen plaatje in en bemerkte, dat er van dat plaatje naar de gloeidraad batterij een zeer zwakke electrisohe stroom liep, door het plaatsen van een meetinstrument in den buitenkring. Men noemt ddt bet Edison- effect. Prof. Fleming bestudeerde dit verschijn sel en deed in dit verband eenige proeven. In 1904 nam hij patent op een lamp, waar- Mare 104 - LEIDEN - Tel. 1118 HET ADRES 66 Toor alle roorkomenile Radio-Onderdeeieo mede het mogelijk was, draadlooze signalen hoorbaar te maken het was de eerste lampdetector met twee electroden. Veel belangrijker was een uitvinding van Dr. Lee de Forst, d>ie er een electrode in den vorm van een stukje metaalgaas bijplaats te en dus de drie electroden-lamp uitvond Een belangrijke verbetering werd door Dr. Langmuir aangebracht. Hij maakte n.l. de eerst hoogva-cuumlamp en legde den grondslag voör de moderne radiolamp. Prof. Armstrong verbeterde de ontvang- sohakeling van de radiolamp beduidend door toepassing van de z.g. terugkoppeling en pas daarna had de radiolamp het pleit gewonnen. Pas te-gen het einde van den grooten wereldoorlog in 1918 kwamen de eerste ra diolampen in ons land; het waren de ont- vangla-mpen van het toestel uit een Duit- sche vliegmachine, welke op Nederlandsch grondgebied landde en geïnterneerd werd. De eerste radiolamp werd, voor zoovei ons bekend, in Den Haag door de fa. Heussen gemaakt. Deze was voorzien van een mat glazen bol en haar verschijning bracht on der de amateurs een ware opschudding te weeg. Na heb sluiten van den wapenstil stand werd ons land overstroomd met Duit- sche Radiolampen, die voor een paar gul den verkocht werden. Een paar jaar later in 1921, kwamen de zuinige mini wattlam pen voor het eerst in den handel en eind 1924 verrastte de Philips luisterend Ne derland met haar miniwattdampen en thans hebben wij een keuze uit tal van ty pen, die speciaal zijn geconstrueerd voor de diverse functies, welke de landen in het radio-toestel hebben te vervullen. Zooals een ieder wel eens gezien zal hebebn bestaat de Radiolamp uit drie elec troden, nJ. groeidraad, rooster en anode. De gloeidraad is aan twee van de 4 bee nen bevestigd, die het lampvoetje dragen. Het rooster, bestaande uit spiraalvormig gewonden draad, zit cm den gloeidraad heen en komt op één been uit. Hieromheen is de anode, bestaande uit een cylinder- vormige metalen plaat, aangebracht, die ook aan een been van het lampvoetje be vestigd is. Binnen den glazen bol hee-rscht een zeer hoog vacuum. De zilveren aanslag tegen den binnenkant van den ballon wordt veroorzaakt door verstoven magnesium. Even voordat de lamp haar hoogste va cuum bereikt heeft, wordt een stukje mag nesium, dat van tevoren op de anode ge bracht is, eiectnsch ontstoken. Dit ver stuift en heeft haar nut: lo. doordat alle aanwezige gassen uit de electroden gedre ven worden en 2o. da-t het glimmenue laag je eventueel achtergebleven gasresten ab sorbeert, wat het vacuum van de lamp con stant houdt. De radiolamp is vooral de laatste paar jaren enorm geperfectionneerd en de be reikbare versterking per lamp is reusach tig opgevoerd-. De ftentode-eindlamp is het laatste snuf je op dit gebied. De versterking, met dit iamptype bereikbaar, komt overeen met een tweelampsversterker van een paar ja ren terug. Meer dan één trap L.F. verster king wordt dan ook niet meer toegepast en hieraan danken we de buitengewone kwaliteit van de weergave. De H. F. schermroosterlamp heeft haar diensten bewezen bij de bestrijding vao de burenstoring en draagt er heel veel toe bij, dat de werking van het toestel soe pel is. De moderne radiolamp is een waar tech nisch wonder! W. P. TAAL-GRAPJE. Er bestaat sinds kort een perio diekje „Willemsplein". Het wordt geschre ven door H.B.S.-ers te Arnhem. Een der jongelieden las in de „N. R. Ct." een „taal grapje" over het verbijsterend gebrek aan systeem bij de meervoudsvormen in het Engelsch. Hij maakte toen een guitig vers om aan te t-oonen, dat wij in ons Hol- landsoh al even systeemloos zijn. De „N. R. Orb." drukt het af. Het luidt als volgt; Een rasecht bewoner van Nederland Geeft altijd de voorkeur aan 't buitenland; Verwaarloost het Nederlandsch fabrikaat, Omdat „Made in England" veel beter staat! Zoo deed onlangs de „N.R.C.", Er onze taal groot onrecht mee, Toen zij voor den dag kwam met. bovenstaand lied. Maar Heeren! Kent gij Uw moedertaal niet? Heusoh! Al is ook de taal van John Buil nog zoo'n rare, Wij winnen het tóoh van de Plumpuddenaren Ik wil probeeren, U dit te bewijzen, En vang daartoe aan op de volgende wijze Ten eerstehet meervond van slot dat is sloten, Maar t-ooh. is het meervoud van pot geenszins poten. Evenzoo zegt met altijd één vat en twee vanen, Maar nooit zal men1 zeggenéén kat en twee k a t e n. Wie gi^t'ren ging vliegen, zegt hedenik vloog. Dus zegt misschien ook van yv i e g e n: ik woog? Nee, pardon. Want ik w o o g is afkomstig van wegen. Maar.... is nu ik voog een vervoeging van v e g e n 1 En dan het woord zoeken vervoegt men ik zocht, En dus hoort bij vloeken misschien ook: ik vlocht? Alweer mis, want dit is afkomstig van vlechten. Maar ik bocht is geen juiste vervoeging van hechten, Bij roepen hoort: riep, maar bij snoepen geen s n i e p, Bij loop en hoort: liep, maar bij koopen geen kiep, En evenmin hoort er bij s 1 o o p en ik sliep, Want die is afkomstig van 't schoone woord slapen. Maar zet nu weer niet: ik r i e p bij 't woord rapen, Want dat komt van roepen, en U ziet terstond: Zoo draaien we vroolijk in 'n cirkeltje rond. Van raden komt ried, maar van baden geen bied, Dit komt weer van Bieden (ik hoop dat U 't ziet!) Ook komt hiervanbood, maar van wieden géén wood. U ziet: de verwarring is akelig groot! Nog balloos veel voorbeelden kan ik U geven, Want gaf hoort bij geven, maar 1 a f niet bij 1 e v e n 1 Men spreekt van: wij drinken, wij hebben gedronken! Maar niet van: wij hinken en hebben gehonkon! 't Is: ik e e t en ik a t, niet: ik w e e t en ik wa.t, Maar ik w e e t en ik wist, zóó vervoegt piet dat! Maar schrijft U nu niet bij vergeten: vergist! Dat is een vergissing! Ja, moeielijk is'tl Het volgend geval dat is bijna tè bont! Bij slaan hoort: ik sloeg, niet ik s 1 i n g of ik s 1 o n d, Bij gaan hoort: ik ging, niet: ik g o n g of: ik g o n d, Bij staan niet: ik stoeg of: ik s t i n g, maarik stond! Zoo kan ik wel doorgaan tot volgende week, Maar dierbare lezer, ik maak U van streek Mot al dezen onzin, die toch gewis Van onvervalscht Hollandsohen oorsprong is. Dus stop ik: Nee, ho! Daar vergeet ik warempel Een zéér instructief zoölogisch exempel Een mannetjes-k a t noemt men doorgaans een k a t e c. Hoe noemt U een mannetjes-r at? Soms een rater? Het joiig van een koe wordt betiteld met kalf, Maar dab van een gnoe spreekt men nooit aan met g n a 1 f, Evenmin heet een kangoero e-kind kangoeralf. Hiermee heb ik, geloof ik, mijn plicht gedaan, En ik meen, dat 't gelukt is, John Buil nog te* slaan. We hebben gestreden met open vizier, En het eindresultaat doet ons allen plezier. Geachte redactie der „N. R. C.": Groot Brittanje verliest het van ons, q. e. d. En gij, trouwe lezer van „W i 11 e m s p 1 e i n" Zult nu wel overtogen zijn Van onze superioriteit, Ook op 't gebied van malligheid. Zoo niet, dan zucht ik „Nou ja, enfiu, soit...*!" Inmiddels, met groeten, als s-teeds, tout a toi. FIN. Ik word Fiu. En sinds ik van dat besluit heb kennis gegeven in den intiemen familiekring, wordt er druk op mij uitgeoefend om dat snoode plan te laten varen. Maar ik doe het niet, al gaan ze alle maal op het fornuis zitten, ik word Fin. Nou denkt u zeker, dat Fin een reuze vak is. Pardon het is geen vak. Een Fin is een mijnheer uit Finland en in Finland schijnt het er allemaal heel eigenaardig na,.r toe te gaan. Kent u Finland? Natuurlijk! Wie kent er nou Finland niet Zooals Holland bekend is om zijn kaas en zijn koeien is Finland beroemd om zijn hardloopers en zijn schaatsenrijders. Die worden daar speciaal gekweekt-. En als ze rijp zijn worden ze uitgevoerd, want in het land zelf brengen die produc ten niets op. De hardloopers worden geëxporteerd naar de Olympische Spelen en de hardrij ders vinden de beste afname in Noorwe gen en Zweden. Nu zou je misschien denkeu dat die Finnen op ieder gebied zoo vlug zijn. Niks hoor, want ik lees, dat het examen voor een autorijbewijs daar den tijd vergt van 120 uren, verdeeld over een respecta bel aantal proeven en als een Fin al die uren onder het- strengste toezicht heeft gereden zonder een voetganger, een lan taarnpaal of een hond te torpedeeren, mag hij pa-s voor z'n eigen begir.neu. Zou je niet zeggen! Maar toch is het zoo! En daarom wil ik nou zoo graag naar Finland, omdat daaruit blijkt dat het land door wijze mannen wordt bestuurd. Op het eerste gezicht zou je zoo zeggen, je kunt twee dingen doen: alle auto's verbieden of niet. Neen, zegt de Fin, je moogt rijden, maar eerst examen, niet zooals in Holland. Dat is niks, knudde, onzin, flauwe kul, even vooruit, achteruit, rem, ga-s, ontsteking., geslaagd. Hardloopcn mag, hard schaatsenrijden ook, dan moeten ze maar op zij gaan. Maar auto rijden niks hoor! Dat is onsportief. Met een auto kan je Ritola en Nurmi al tijd wel slaan. Maar dat is geen sport. Een paar flinke motoren erin en de auto rijdt wel, maar loopen, mijnheer, loopen, zonder motor. Daarom zie ik in dat auto-rijvaardig- hcidsexamen een prachtige bescherming van de sport en tevens een bescherming va-n heb nationale Finsche product, de hardlooper. Ik juich dat toe en daarom word ik Fin. En bovendien, die Finnen hebben van die gezellige namen. Daarom alleen zou je al Fin worden. De nieuwe minister-president heet bij- v eld Per Evin Svinhufvud. Moet je een paar dikke lippen hebben of wat vochtig spreken, probeer dan maar eens Svinhufvud te zeggen. Haal je niet. Maar er zijn meer van die gezellige*ds. Blomqvist bijvoorbeeld e* Sunquist en Pietilac, en Pikkarainen en Skutnabb. En dan het land zelf! Onmogelijk gezellig. Afwisselend sneeuw en ijs, afwisselend koud, zeer koud ©n winterteenen. Nee, na alles wat ik al zoo van Finland gehoord heb, ben ik niet meer te houden. Ik word Fm. Ik laat me een naam aan meten en ik ga er heen. £n als ik maar een paspoort krijg voor een half jaar vraag ik lekker een rijbewijs aan. DANlëL. GLIMLACH Als gij naar geld en rijkdom haakt In deze barre tijden Dan volgt gij, juist als ik wellicht, Precies 't verkeerde spoor. Dan moet ge stagen arbeid en Tevredenheid vermijden, Want wie het hardste schreeuwen kan Gaat in den regel voor. Adht uren arbeid op een dag Zal u niet rijker maken. Want wat ge daarmee al verdient Dat eet ge 'toch weer op. Maar als men eens uw naam verkondt Aan gevels en van daken, Dan hebt ge in een handomdraai Zóó honderdduizend pop. Naar het reclamemotto: Wees slim, Lach glim Dan moet ge niet zoo doen als ik En als maar versjes maken, Want dat 'k spreek uit ervaring zet Geen zooien aan de dijk. Ge moet van liefde en geestdrift ook Niet voor uw arbeid blaken, Want, heusoh, dan zijt ge na uw dood Een dood-armoedig lijk. Ge moet geen burgerlijk bestaan, Vol alledaagseliheid, lijden, Van het kantoor naar huis cn van Uw huis naar Het kantoor. Ge moet dc heele wereld voor Uw brandkast laten strijden, En als een held trekt gij dan met De centen er vandoor. Weet gij niet, hoe ge dat moet doen? Dan zal ik het u zeggen! Ge poetst uw tanden helder wit En laat uw knevel staan. En als ge dan op uw gelaat. Een filmglimlach kunt leggen. Dan is uw naam op ieders tong En hebt g' een rijk bestaan. TROUBADOUR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7