UIT DE RADIO-WERELD
- I.E.M.C.0. - RADIO -
WEEK-END
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 21 FEBRUARI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 0
Programma's voor Zondag 22 Februari.
Huizen, 298 M.
8.309.30 Morgenwijding. KRO.
9.50 Kerkdienst uit de Prot, Weteringkerk
te Amsterdam.
12.001.30 Concert. KRO-sextet o. 1. v.
P. Lustenhouwer.
1.302.00 Prof. P. J. M. Heskes: „Christus
voorspeld (III)".
2.002.30 Literair halfuurtje.
2,304.30 Concert. Dubbelmannenkwartet
„Inter Nos" te Den Helder Gramofoonpl.
4.305.00 Ziekenhalfuurtje.
5.20 Kerkdienst uit de Bethelkerk te Den
Helder (N.C.R.V.).
7.457.50 Voetbaluitslagen.
7.50 Opera „Adriadne auf Naxos", Rich.
Strausz, Uitzending uit Keulen. In de pauze:
Vaz Dias
10.4011.00 Epiloog door het Klein Koor
o. 1. v, Jos. H, Picckers.
Hilversum, 1875 M.
8.50 Voetbalnieuws.
8.55 S. S. Lantinga: „Tuinaanleg in de prac-
tijk".
9.25—9.30 VARA-Varia.
9.30 Orgelspel Joh. Jong.
10.30 Kerkdienst uit Amsterdam.
12.0012.30 L. J. Jordaan: „De Klank-
film" (VII).
12.302.00 Concert AVRO-octet o. 1. v. L.
Schmidt.
2.002.30 AVRO Boekenhalfuurtje.
3.304.00 Aansluiting Concertgebouw.
4.004.30 Causerie door dr. C. H. Sluiter.
4.30500 Gramofoonpl. en Vaz Dias.
5.006.00 Kinderuurtje.
6.00 Concert VARA-orkest.
8.00—8.15 Vaz Dias.
8.159.15 Concert AVRO-orkest o. 1. v. N.
Treep.
9.159.35 Violrecital door Dietz Weismann.
Egb. Veen (vleugel).
9.3510.10 Ensemble Doeke Stuurop.
10.1011.00 Vervolg concert AVRO-orkest.
11.0012.00 Gramofoonpl.
Daventry, 1554.4 M.
3.20 Cantate no. 147 van Bach.
4.15 Kinderuurtje.
4.35 Piano-recital door Borovsky.
5.05 „The Tempest" van Shakespeare.
6.206.35 Lezing.
8.159 05 Kerkdienst.
9.10 Nieuwsber.
9.25 Concert. Orkest, B, Elburn (mezzo-so
praan).
10.50 Epiloog.
„Radio Pari s*\ J725 M.
8.05 Gramofoonpl.
12.10 Gramofoonpl.
12.50 Gramofoonpl.
I.20 Gramofoonpl.
2.20 Gramofoonpl,
4.20 Gramofoonpl.
7.50 Circus Radio-Paris.
8.20 Concert.
9.05 Concert. Orkest, solisten, hoornblazers
en tambours.
Langenberg, 473 M.
6.207.20 Orkestconcert.
7.207.50 Gramofoonpl.
8.25—9.20 Katholieke morgenwijding.
10.5011.20 Gramofoonpl.
12.201.50 Orkestconcert.
4.055.35 Orkestconcert.
7.50 .Ariadne auf Naxos", Opera van Hugo
von Hoffmannsthal, Muziek van Rich Strauss
Daarna berichten en tot 11.20: Dansmuziek.
Kal und borg. 1153 M.
II.20—12.20 Orl^estconcert.
2.204.20 Orkestconcert m. ra. v. koor.
7.208.35 Finsche avond. Toespraak en con
cert. Bezoek aan diverse theaters en restau
rants te Helsingfors.
8.359.05 Orkestconcert en zang.
9.059.20 Voortzetting Finsche avond.
Z e e s e n, 1635 M.
6.20 Concert
7.20—8.10 Berichten.
8.10 Morgenwijding.
10.20 Gramofoonpl.
11.20 Concert
1.20 Orkestconcert.
I.202.25 Lezingen.
2.25 Pianospel.
2.45 Zang en Cembalo-voordracht.
4.00 Orkestconcert.
5.207.20 Voordrachten.
7.20 Hoorspel „Das Ohr der Welt". C, H,
Boese en H. Brennecke.
8,05 „Variété fuer Orchester",
9.35 Berichten en daarna tot 11.50 Dans
muziek.
Programma's voor Maandag 23 Februari.
Huizen, 298 M.
(Uitsl. NCRV.-uitzending).
8.008.15 Schriftlezing.
8.159,30 Gramofoonpl.
10.3011.00 Ziekendienst.
II.0011.30 Lezen van Christ, lectuur.
11,3012.30 Gramofoonpl.
12.301.45 Orgelconcert door Jan Zwart.
1.452.00 Gramofoonpl.
2.002.35 Uitzending voor scholen.
2.353.15 A. J. Herwig: „De rozen in het
voorjaar".
3.153.45 Knipcursus.
4.005.00 Ziekenuurtje.
5.005.45 Cursus handenarbeid voor de
jeugd.
5.457.00 Concert.
7.007.30 Halfuurtje voor de rijpere jeugd
7.307.45 Gramofoonpl.
7.4510.15 Uitvoering van het Oratorium
„Elias", F. Mendelssohn-Bartholdy. Chr. Ora
torium Vereeniging o. 1. v. D. Smink. Mevr.
S. BothHaas (sopraan). Mevr. J. v. d. Meent
—Walter (alt), T. de Vries (tenor), J. Caro
(bas). Haarlemsche Orkestvereeniging. In de
pauze: Ds. J. H. Vaandrager: „Curasao"'.
10.15—10.25 Vaz Dias.
10.2511.30 Gramofoonplaten.
Hilversum 298 M.
Algemeen Programma.
9.00 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwijding (VPRO.).
10.15 Voordracht door Fritz Bouwmeester.
10.30 Ziekenuurtje.
11.30 Gramofoonpl.
12.00 Politieber.
12.15 Concert VARA-septet o. L v. Is. Eyl.
en Gramofoonpl.
2.15 Gramofoonpl.
2.30 Fenna de Meyier leest uit eigen werk
Daarna Concert A. J. Okhuijsen (clarinet),
Joh. Jong (piano).
3.45 P. J. Kers: „De vegetarische Keuken".
4.15 Gramofoonpl.
4.45 S. Franke leest uit eigen werk,
5.30 Orgelspel Joh. Jong.
6.00 Zang door Marg. Cuperus. Joh. Jong
(piano) en Gramofoonpl.
6.30 Concert. Utr. Sted. Ork. o. 1. v. A.
Kienzl. M. m. v. J. Oellers (viool), Inleiding
ïr nummers door P. Tiggers.
7.30 Politieber.
7.45 Ir R, A. Gorter: „De organisatie der
veiligheid".
8.10 Vervolg orkestconcert.
9.00 Voordracht door L. Saalborn,
9.30 Concert Berthe Seroen (zang), Phons
Dusch (piano),
9.45 Concert VARA-Orkest o. 1. v. H. de
Groot.
10.15 Vervolg Zang en Piano.
10.30 Vervolg orkestconcert.
11.00 Vaz Dias.
11.1012.00 Gramofoonpl.
Daventry. 1554.4 M
10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
12.20 Orgelspel door E. T. Cook. D. Edwards
(bariton).
I.35 Orkestconcert.
2.25 Uitz. voor scholen.
3.40 Dansmuziek.
4.05 Concert.
4.35 Orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Voorlezing.
6.35 Berichten.
7.00 Piano-recital door E. Isaacs.
7.20 Lezingen.
8.05 „Paris". Van Montmartre tot Montpar-
nasse.
9.20 Berichten en Lezing.
9.05 Piano-recital door C. Dixon.
10.10 „Aida". Opera van G. Verdi (vierde
bedrijf).
10.45 Concert. Instrum. Kwintet.
II.2012.20 Dansmuziek.
„Radio Paris", 1 725 M.
8.05 Gramofoonpl.
12.50 Gramofoonpl.
I.25 Gramofoonpl.
4.05 Concert. Declamatie en toespraak.
6.50 Gramofoonpl.
8.20 Solisten-concert.
9,05 Concert. Cello, strijkkwartet en soliste.
Langenberg, 473 M.
6.207.20 Gramofoonpl.
9.3510.15 Gramofoonpl.
II.30 Gramofoonpl.
12.251 50 Orkestconcert.
4.205.20 Gramofoonpl.
7.058.20 Concert. Orkest en solisten.
8.25 Strijkkwartet. Daarna: Berichten en tot
11.20: Orkestconcert.
Kalundborg, 1153 M.
11.201.20 Orkestconcert.
2.504 50 Orkestconcert en voordracht.
7,209.20 Concert. Orkest en solisten.
9.3511.50 Dansmuziek
Zeesen, 1625 M.
5.4011.50 Voordrachten.
11.5012.15 Gramofoonpl.
12.151.20 Berichten.
1.202.10 Gramofoonpl.
2.103.50 Lezingen.
3.504.50 Orkestconcert.
4.507.20 Lezingen.
7.20 Walsmuziek door Mandoline-orkesten.
7.50 Treurspel „Die Verschwörung des Fies-
kc zu Genua" van Fr. v. Schiller.
9.35 Berichten en daarna tot 11.50 Dans
muziek.
DE MODERNE RADIOLAMP.
Er is geen uitvinding, die zooveel voor
de ontwikkeling van de radio heeft gedaan
als de radiolamp en dit onderdeel is zoo
i belangrijk, dat een grondige bespreking
I in eenige artikelen wel gemotiveerd 'S.
I Van de Radiolamp hangt het geheel af, of
I de ontvangen radio-telefonie zuiver is;
een goed begrip van de werking is noodig
om te weten hoe zij gebruikt moet wor
den. Zonder diep op theoriën in te gaan,
zullen wij in eenvoudige woorden en op be
vattelijke wijze vertellen hoe de radio
lamp in haar verschillende functies werkt.
Als inleiding iets over de voorgeschiede
nis.
Wie is de uitvinder? Er zijn meerdere
uitvinders, die steeds weer verbeteringen
aanbrachten en met elkaar een volmaakt
product schiepen.
De geschiedenis van de radio-lamp be
gint bij Thomas A. Edison, de ontdekker
van het principe. Hij bemerkte n.l. dat
zijn kooldraadlampen, welke in 1883 uit
sluitend werden gebruikt, na eenigen tijd
in gebruik te zijn geweest een zwarten
aanslag kregen aan de binnenzijde van den
glazen ballon. Hij schreef dit toe aan het
uitshngeren van microscopisch kleine deel
tjes gloeiende kool door den gloeidraad.
Nu smolt hij in een kooldraadlamp een me
talen plaatje in en bemerkte, dat er van
dat plaatje naar de gloeidraad batterij een
zeer zwakke electrisohe stroom liep, door
het plaatsen van een meetinstrument in
den buitenkring. Men noemt ddt bet Edison-
effect.
Prof. Fleming bestudeerde dit verschijn
sel en deed in dit verband eenige proeven.
In 1904 nam hij patent op een lamp, waar-
Mare 104 - LEIDEN - Tel. 1118
HET ADRES 66
Toor alle roorkomenile Radio-Onderdeeieo
mede het mogelijk was, draadlooze signalen
hoorbaar te maken het was de eerste
lampdetector met twee electroden. Veel
belangrijker was een uitvinding van Dr.
Lee de Forst, d>ie er een electrode in den
vorm van een stukje metaalgaas bijplaats
te en dus de drie electroden-lamp uitvond
Een belangrijke verbetering werd door
Dr. Langmuir aangebracht. Hij maakte n.l.
de eerst hoogva-cuumlamp en legde den
grondslag voör de moderne radiolamp.
Prof. Armstrong verbeterde de ontvang-
sohakeling van de radiolamp beduidend
door toepassing van de z.g. terugkoppeling
en pas daarna had de radiolamp het pleit
gewonnen.
Pas te-gen het einde van den grooten
wereldoorlog in 1918 kwamen de eerste ra
diolampen in ons land; het waren de ont-
vangla-mpen van het toestel uit een Duit-
sche vliegmachine, welke op Nederlandsch
grondgebied landde en geïnterneerd werd.
De eerste radiolamp werd, voor zoovei ons
bekend, in Den Haag door de fa. Heussen
gemaakt. Deze was voorzien van een mat
glazen bol en haar verschijning bracht on
der de amateurs een ware opschudding te
weeg. Na heb sluiten van den wapenstil
stand werd ons land overstroomd met Duit-
sche Radiolampen, die voor een paar gul
den verkocht werden. Een paar jaar later
in 1921, kwamen de zuinige mini wattlam
pen voor het eerst in den handel en eind
1924 verrastte de Philips luisterend Ne
derland met haar miniwattdampen en
thans hebben wij een keuze uit tal van ty
pen, die speciaal zijn geconstrueerd voor
de diverse functies, welke de landen in het
radio-toestel hebben te vervullen.
Zooals een ieder wel eens gezien zal
hebebn bestaat de Radiolamp uit drie elec
troden, nJ. groeidraad, rooster en anode.
De gloeidraad is aan twee van de 4 bee
nen bevestigd, die het lampvoetje dragen.
Het rooster, bestaande uit spiraalvormig
gewonden draad, zit cm den gloeidraad
heen en komt op één been uit. Hieromheen
is de anode, bestaande uit een cylinder-
vormige metalen plaat, aangebracht, die
ook aan een been van het lampvoetje be
vestigd is. Binnen den glazen bol hee-rscht
een zeer hoog vacuum. De zilveren aanslag
tegen den binnenkant van den ballon wordt
veroorzaakt door verstoven magnesium.
Even voordat de lamp haar hoogste va
cuum bereikt heeft, wordt een stukje mag
nesium, dat van tevoren op de anode ge
bracht is, eiectnsch ontstoken. Dit ver
stuift en heeft haar nut: lo. doordat alle
aanwezige gassen uit de electroden gedre
ven worden en 2o. da-t het glimmenue laag
je eventueel achtergebleven gasresten ab
sorbeert, wat het vacuum van de lamp con
stant houdt.
De radiolamp is vooral de laatste paar
jaren enorm geperfectionneerd en de be
reikbare versterking per lamp is reusach
tig opgevoerd-.
De ftentode-eindlamp is het laatste snuf
je op dit gebied. De versterking, met dit
iamptype bereikbaar, komt overeen met
een tweelampsversterker van een paar ja
ren terug. Meer dan één trap L.F. verster
king wordt dan ook niet meer toegepast
en hieraan danken we de buitengewone
kwaliteit van de weergave.
De H. F. schermroosterlamp heeft haar
diensten bewezen bij de bestrijding vao
de burenstoring en draagt er heel veel
toe bij, dat de werking van het toestel soe
pel is.
De moderne radiolamp is een waar tech
nisch wonder! W. P.
TAAL-GRAPJE.
Er bestaat sinds kort een perio
diekje „Willemsplein". Het wordt geschre
ven door H.B.S.-ers te Arnhem. Een der
jongelieden las in de „N. R. Ct." een „taal
grapje" over het verbijsterend gebrek aan
systeem bij de meervoudsvormen in het
Engelsch. Hij maakte toen een guitig vers
om aan te t-oonen, dat wij in ons Hol-
landsoh al even systeemloos zijn. De „N.
R. Orb." drukt het af. Het luidt als volgt;
Een rasecht bewoner van Nederland
Geeft altijd de voorkeur aan 't buitenland;
Verwaarloost het Nederlandsch fabrikaat,
Omdat „Made in England" veel beter
staat!
Zoo deed onlangs de „N.R.C.",
Er onze taal groot onrecht mee,
Toen zij voor den dag kwam met.
bovenstaand lied.
Maar Heeren! Kent gij Uw moedertaal
niet?
Heusoh! Al is ook de taal van John Buil
nog zoo'n rare,
Wij winnen het tóoh van de
Plumpuddenaren
Ik wil probeeren, U dit te bewijzen,
En vang daartoe aan op de volgende
wijze
Ten eerstehet meervond van slot
dat is sloten,
Maar t-ooh. is het meervoud van pot
geenszins poten.
Evenzoo zegt met altijd één vat
en twee vanen,
Maar nooit zal men1 zeggenéén kat
en twee k a t e n.
Wie gi^t'ren ging vliegen, zegt
hedenik vloog.
Dus zegt misschien ook van yv i e g e n:
ik woog?
Nee, pardon. Want ik w o o g is afkomstig
van wegen.
Maar.... is nu ik voog een vervoeging
van v e g e n 1
En dan het woord zoeken vervoegt men
ik zocht,
En dus hoort bij vloeken misschien ook:
ik vlocht?
Alweer mis, want dit is afkomstig
van vlechten.
Maar ik bocht is geen juiste vervoeging
van hechten,
Bij roepen hoort: riep, maar bij
snoepen geen s n i e p,
Bij loop en hoort: liep, maar bij
koopen geen kiep,
En evenmin hoort er bij s 1 o o p en
ik sliep,
Want die is afkomstig van 't schoone
woord slapen.
Maar zet nu weer niet: ik r i e p bij 't
woord rapen,
Want dat komt van roepen, en U
ziet terstond:
Zoo draaien we vroolijk in 'n cirkeltje
rond.
Van raden komt ried, maar van
baden geen bied,
Dit komt weer van Bieden (ik hoop dat
U 't ziet!)
Ook komt hiervanbood, maar van
wieden géén wood.
U ziet: de verwarring is akelig groot!
Nog balloos veel voorbeelden kan ik U
geven,
Want gaf hoort bij geven, maar
1 a f niet bij 1 e v e n 1
Men spreekt van: wij drinken, wij
hebben gedronken!
Maar niet van: wij hinken en hebben
gehonkon!
't Is: ik e e t en ik a t, niet: ik w e e t en
ik wa.t,
Maar ik w e e t en ik wist, zóó vervoegt
piet dat!
Maar schrijft U nu niet bij vergeten:
vergist!
Dat is een vergissing! Ja, moeielijk is'tl
Het volgend geval dat is bijna tè bont!
Bij slaan hoort: ik sloeg, niet ik
s 1 i n g of ik s 1 o n d,
Bij gaan hoort: ik ging, niet: ik
g o n g of: ik g o n d,
Bij staan niet: ik stoeg of: ik
s t i n g, maarik stond!
Zoo kan ik wel doorgaan tot volgende
week,
Maar dierbare lezer, ik maak U van streek
Mot al dezen onzin, die toch gewis
Van onvervalscht Hollandsohen
oorsprong is.
Dus stop ik: Nee, ho! Daar vergeet
ik warempel
Een zéér instructief zoölogisch exempel
Een mannetjes-k a t noemt men doorgaans
een k a t e c.
Hoe noemt U een mannetjes-r at?
Soms een rater?
Het joiig van een koe wordt betiteld
met kalf,
Maar dab van een gnoe spreekt men
nooit aan met g n a 1 f,
Evenmin heet een kangoero e-kind
kangoeralf.
Hiermee heb ik, geloof ik, mijn plicht
gedaan,
En ik meen, dat 't gelukt is,
John Buil nog te* slaan.
We hebben gestreden met open vizier,
En het eindresultaat doet ons allen
plezier.
Geachte redactie der „N. R. C.":
Groot Brittanje verliest
het van ons, q. e. d.
En gij, trouwe lezer van
„W i 11 e m s p 1 e i n"
Zult nu wel overtogen zijn
Van onze superioriteit,
Ook op 't gebied van malligheid.
Zoo niet, dan zucht ik „Nou ja,
enfiu, soit...*!"
Inmiddels, met groeten, als s-teeds,
tout a toi.
FIN.
Ik word Fiu.
En sinds ik van dat besluit heb kennis
gegeven in den intiemen familiekring,
wordt er druk op mij uitgeoefend om dat
snoode plan te laten varen.
Maar ik doe het niet, al gaan ze alle
maal op het fornuis zitten, ik word Fin.
Nou denkt u zeker, dat Fin een reuze
vak is. Pardon het is geen vak. Een Fin
is een mijnheer uit Finland en in Finland
schijnt het er allemaal heel eigenaardig
na,.r toe te gaan.
Kent u Finland? Natuurlijk!
Wie kent er nou Finland niet
Zooals Holland bekend is om zijn kaas
en zijn koeien is Finland beroemd om
zijn hardloopers en zijn schaatsenrijders.
Die worden daar speciaal gekweekt-.
En als ze rijp zijn worden ze uitgevoerd,
want in het land zelf brengen die produc
ten niets op.
De hardloopers worden geëxporteerd
naar de Olympische Spelen en de hardrij
ders vinden de beste afname in Noorwe
gen en Zweden.
Nu zou je misschien denkeu dat die
Finnen op ieder gebied zoo vlug zijn.
Niks hoor, want ik lees, dat het examen
voor een autorijbewijs daar den tijd vergt
van 120 uren, verdeeld over een respecta
bel aantal proeven en als een Fin al die
uren onder het- strengste toezicht heeft
gereden zonder een voetganger, een lan
taarnpaal of een hond te torpedeeren,
mag hij pa-s voor z'n eigen begir.neu.
Zou je niet zeggen! Maar toch is het
zoo!
En daarom wil ik nou zoo graag naar
Finland, omdat daaruit blijkt dat het land
door wijze mannen wordt bestuurd. Op het
eerste gezicht zou je zoo zeggen, je kunt
twee dingen doen: alle auto's verbieden
of niet.
Neen, zegt de Fin, je moogt rijden, maar
eerst examen, niet zooals in Holland. Dat
is niks, knudde, onzin, flauwe kul, even
vooruit, achteruit, rem, ga-s, ontsteking.,
geslaagd.
Hardloopcn mag, hard schaatsenrijden
ook, dan moeten ze maar op zij gaan. Maar
auto rijden niks hoor! Dat is onsportief.
Met een auto kan je Ritola en Nurmi al
tijd wel slaan. Maar dat is geen sport.
Een paar flinke motoren erin en de auto
rijdt wel, maar loopen, mijnheer, loopen,
zonder motor.
Daarom zie ik in dat auto-rijvaardig-
hcidsexamen een prachtige bescherming
van de sport en tevens een bescherming
va-n heb nationale Finsche product, de
hardlooper.
Ik juich dat toe en daarom word ik Fin.
En bovendien, die Finnen hebben van
die gezellige namen.
Daarom alleen zou je al Fin worden.
De nieuwe minister-president heet bij-
v eld Per Evin Svinhufvud.
Moet je een paar dikke lippen hebben
of wat vochtig spreken, probeer dan
maar eens Svinhufvud te zeggen.
Haal je niet.
Maar er zijn meer van die gezellige*ds.
Blomqvist bijvoorbeeld e* Sunquist en
Pietilac, en Pikkarainen en Skutnabb.
En dan het land zelf!
Onmogelijk gezellig.
Afwisselend sneeuw en ijs, afwisselend
koud, zeer koud ©n winterteenen.
Nee, na alles wat ik al zoo van Finland
gehoord heb, ben ik niet meer te houden.
Ik word Fm. Ik laat me een naam aan
meten en ik ga er heen. £n als ik maar een
paspoort krijg voor een half jaar vraag ik
lekker een rijbewijs aan.
DANlëL.
GLIMLACH
Als gij naar geld en rijkdom haakt
In deze barre tijden
Dan volgt gij, juist als ik wellicht,
Precies 't verkeerde spoor.
Dan moet ge stagen arbeid en
Tevredenheid vermijden,
Want wie het hardste schreeuwen kan
Gaat in den regel voor.
Adht uren arbeid op een dag
Zal u niet rijker maken.
Want wat ge daarmee al verdient
Dat eet ge 'toch weer op.
Maar als men eens uw naam verkondt
Aan gevels en van daken,
Dan hebt ge in een handomdraai
Zóó honderdduizend pop.
Naar het reclamemotto: Wees slim, Lach glim
Dan moet ge niet zoo doen als ik
En als maar versjes maken,
Want dat 'k spreek uit ervaring zet
Geen zooien aan de dijk.
Ge moet van liefde en geestdrift ook
Niet voor uw arbeid blaken,
Want, heusoh, dan zijt ge na uw dood
Een dood-armoedig lijk.
Ge moet geen burgerlijk bestaan,
Vol alledaagseliheid, lijden,
Van het kantoor naar huis cn van
Uw huis naar Het kantoor.
Ge moet dc heele wereld voor
Uw brandkast laten strijden,
En als een held trekt gij dan met
De centen er vandoor.
Weet gij niet, hoe ge dat moet doen?
Dan zal ik het u zeggen!
Ge poetst uw tanden helder wit
En laat uw knevel staan.
En als ge dan op uw gelaat.
Een filmglimlach kunt leggen.
Dan is uw naam op ieders tong
En hebt g' een rijk bestaan.
TROUBADOUR