22ste Jaargi.ag DINSDAG 17 FEBRUARI 1931 No. 6824 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN VASTENBRIEVEN. BUITENLAND BINNENLAND 3)e ÊeicbeHe 0ou4cmt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2 50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnés ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTiEPPIJS BEDRAAGT: Gewone advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeclingen wordt het dubbele van het tarief berekend Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50 Dit nummer bestaat uit twee bladen De Aartsbisschop van Utree kt, Z. D. H. Mgr. J. H. G. Jansen, handelt in Zijn Vastenbrief over karaktervorming der kinderen door christelijke opvoeding. De Bisschop wijst er op, dat de ouders hun kinderen moeten vormen „van de pril ste jeugd af'. „Onwaakt in het kind het geweten, het bewustzijn van wat kwaad- en van wat goed is, dan moeten de ouders de neigingen leiden, den zich meer-en-meer-bewust-wor- denden wil vormen ten goede, het nog ge makkelijk buigbare zacht buigen, het nog licht kneedbare liefdevol kneeden door zachte berisping of bestraffing, door woordjes van lof of kleine belooning. Men meene met, dat men moet wachten tot het kind- 7 jaar is. Veel eerder immers ontdekt men, dat het kind vol eigenliefde is, zelfzuchtig, eigenzinnig, koppig, driftig, ijdel, vol menschelijk opzicht, onoprecht, leugenachtig, snoeplustig, gemakzuchtig, traag, weekelijk, zinnelijk van nature. Wil de opvoeding geen mislukking wor den, dan bedenke men, dat het werk der opvoeding is: de wilskracht ten goede ont wikkelen, het kind- leeren: zich zelf dwin gen kwaad te bestrijden en goed aan te leeren, omdat God dat wil, dus het zede lijk kwaad te laten en te doen het zede lijk goed. Christelijke opvoeding is karak ters vormen volgens Christus' leer met be hulp van de genade, die door gebed en Sacramenten wordt verkregen". Dan houdt het Bisschoppelijk Vermaan de ouders voor, dat niet het woord, maar het voorbeeld vooral indruk maakt op hun kinderen. „Spoediger dan men denkt, bemerkt het kind, dat vader wel vermaant, maar niet doet: dat er verschil is tusschen een dóór en dóór christelijk leven en het enkel waar nemen van godsdienstplichten. Het kind kijkt kritisch toe. Vroeg of laat komt de tijd, waarin uwe kinderen u beoordeelen trots alle banden des bloeds. Mogen uwe daden zóó zijn, dat zij u niet veroordeelen. Later, misschien reeds spoedig, zal het kind vader of moeder of beiden verwijten, dat zij hem te groote vrijheid lieten, dal zij te toegeefelijk, te zwak, te weekelijk wa ren; dat zij verzuimden zijn karakter te vormen door zijn wil te sterken in zelfbe- heersching in zelfbedwang. Het zal huu verwijten, dat zij wel zorgden voor zijn lichaam, voor zijne verstandelijke ontwik keling, voor zijne maatschappelijke positie, maar dat zij vanaf zijn prilste jeugd zijne zedigheid niet dekten en beschermden; dat zij zijn godsdienstzin niet verstandig en niet godvruchtig ontwikkelden, zijn gods dienstig leven niet verzorgden; dat zj zijne ziel te zeer verwaarloosden en hem den strijd des levens niet leerden strijden; dat zjj hem misschien geld en goed nalie ten, eer en aanzien bezorgden en gelegen heden in overvloed om te genieten, maar dat zij niet van hem hebben gemaakt een man, eene'vrouw met een degelijk, sterk, christelijk karakter, dat zij hem in het le ven niet hebben meegegeven dien grooten zieleschat, met welken het arme kind schat rijk is, zonder welke het rijkste kind is doodarm. Bij gebrek aan wilskracht doet onbe teugelde hoogmoed of onbeheerschte zeden of beiden het kind later afzakken tot een slap, duf en dof leven, sommigen afglijden van een uiterlijk nog katholiek leven met min of meer schijnheilig katholiek ge doe om wille van positie of familie lang zaam aan tot volslagen ongodsdienstigheid en ten slotte tot practisch ongeloof". De Vastenbrief van den Bi s s c h o p van 's-H ertogenbosch, mgr. A. F. Diepen, is gewijd aan de eensgezinde en doelmatige samenwerking van huisgezin, kerk, school en jeugdomgeving tot het vor men van het meest gunstige milieu voor de zoo noodzakelijke christelijke opvoeding der jeugd. De Bisschop sluit zich aan bij de ma gistrale uiteenzetting over dit onderwerp in de Pauselijke Encycliek van 31 Decem ber 1929. Z. H. veroordeelt openlijk de dwaling, dat men tijdens de opvoedingsperiode van kind tot volwassene, bij een waarlijk chris telijke opvoeding onbezorgd of straffeloos, verschil of tegenspraak zou mogen laten voorkomen tusschen huisgezin en kerk, tusschen huisgezin, school en jeugdomge ving. Hoe van zelf sprekend dit alles zij, de droevige ondervinding bewijst maar al te vaak, hoe de mislukking der christelijke opvoeding niet uitblijft, als onvoorzichtige of zoogenaamd verlichte ouders of opvoe ders uit menschelijke berekening deze dwaling niet willen of niet durven inzien voordat een neutrale school of universiteit, of een neutrale jeugdvereeniging haar ver dervend werk volbracht hebben. Het eerste, noodzakelijk en natuurlijk on derdeel van het „milieu" der opvoeding is dan het huisgezin, door den Schepper spe ciaal tot dat doel geordend. Geen wonder, dat Z. H. in dit veroand ons waarschuwt tegen het hodendaagsche jammerlijk verval der huiselijke opvoeding en met evenveel klem als bezorgdhei-i daarvan deze twee oorzaken aanwijst; het niet of hoogst gebrekkig voorbereid zijn der ouders op dit verheven opvoedersambt of op den fundamenteelen plicht, hun kin deren godsdienstig, zedelijk, maatschappe lijk en lichamelijk op te voeden en vervol gens het bijna overal bestaand streven de kinderen van de prille jeugd af onder al lerlei economische, industneele, eommer- cieele of politieke voorwendsels, altijd meer van het gezin te vervreemden. Het thans tot Ons door Z. H. gerichte vermaan noopt Ons, mede ter wille van uw plicht tot samenwerking met kerk en school, U op geheel bijzondere wijze aan te sporen, niet alleen het gezamenlijk ge bed in alle huisgezinnen in eere te her stellen, doch ook de voorvaderlijke goe.le gewoonte, dat Vader of Moeder zelf hun kinderen de éérste gebeden en de jroote waarheden van ons H. Geloof leeren, en dat de katechismus in het gezin zelf door de kinderen worde van buiten geleerd en door Vader en Moeder of door de oudere kinderen daar worde overhoord. Het door Z. H. zoo terecht betreurde on voorbereid ten huwelijk gaan betreft wel het- allereerst en allermeest de vrouwelijke jeugd. Mogen onze katholieke ouders, leerlingen en studenten voor goed gaan inzien, uoe ongerijmd het is, het onderwijs in den gods dienst wel goed te achten voor jeugdige leerlingen maar niet voor oudere of voor volwassenen. Het jarenlang gemis van eigen lagere, middelbare en hoogere soiio- len moge er toe geleid hebben, het gods dienstonderwijs te gaan beschouwen als alleen geëigend voor kerk of katechismus- kamer, in werkelijkkei<i behoort het thuis in al onze scholen, opdat ieder katholiek de hem in zijn staat, beroep of stand nood zakelijke godsdienstkennis verwerve. Het niet inzien hiervan heeft zich ook onder ons op verschrikkelijke wijze gewro ken en een onkunde, onwetendheid en ge ringschatting voor de godsdienstkennis ge bracht, die het welzijn van huisgezin en maatschappij en zelfs den bloei van weten schap en kunst maar al te lang belemmer den. Gok buiten huisgezin, kerk en school is leiding en waakzaamheid in elk ander mi lieu, waarin onze nog niet volwassen en zelfstandig gevormde jeugd zich begeeft, dringend noodzakelijk, zoo zegt ons tereent Z. H., want' de gelegenheden voor zedelij ke en godsdienstige schipbreuk zijn in onze tijden, speciaal door goddelooze en losban dige lectuur, door bioscoop en radio, op angstwekkende wijze toegenomen. Hoogen lof en steun verdien daarom alle echt katholieke jeugdinstellingen, die de jeugd., welke toch in onze maatschappij hare ziel moet redden, met ©ebt christe- lijken ijver weten te sterken tegen de ver leidingen en dwalingen der wereld, opdat zij, ofschoon medebezitster der wereld, toch verre blijven van hare afdwalingen. De Bisschop van Roermond, mgr. L. J. A. H. Schrijnen, schrijft over den drang in ieder mensch naar volmaakt geluk: Er leeft in ieder menschenhart een on weerstaanbare drang naar volmaakt ge luk. En eenieder verlangt, aan dien drang zijns harten zooveel mogelijk te voldoen. De vraag is nu: waar dat geluk te vin den en wat moet de mensch doen, om het te bereiken? Welnu: het volmaakte geluk vindt men alleen bij God. „Gij hebt ons voor U ge schapen o mijn God", zegt de H. Augusti- nus, en „onrustig is ons hart, totdat het ruste In U." Het volmaakte geluk zal geen mensch op deze wereld ooit bereiken: dat geluk ;s ons beloofd in den Hemel als loon voor onze goede werken. Doch ook op deze aarde reeds vraagt het menschenhart naar geluk. En wij wil len u beleeren, waar dat geluk op de we reld wel en waar het niet te vinden is. God dienen is het doel van den mensch op deze wereld. „Alle volken zullen Hem dienen", zingt de Psalmist. Erkent hij God als den oorsprong van alle goed, schenkt hij Hem de inwendige en uitwen dige Godsvereering, onderwerpt hij geheel zijn wil aan den geopenbaarden wil van God, dan bewandelt hij den weg, die voert naar het geluk, waarnaar hij haakt: en dan zal hij dat geluk vinden, volmaakt en zonder einde in het bezit van God in den hemel, doch ook reeds zooveel mogelijk te midden van al de ellende en al de weder waardigheden op deze aarde. Ligt het nu niet voor de hand, dat een ieder, die het goed meent met zich zeiven, dezen weg zal kiezen, om aldus voor tijd en eeuwigheid gelukkig te worden? En toch een groot gedeelte van de menschheid zoekt het geluk langs andere wegen, en zoekt het tevergeefs niet alleen de ongeloovigen, voor wie met den dood alles een einde neemt en die geen andere idealen kunnen hebben dan een ge- lak op aarde, maar ook vele Christenen die een leven leiden, alsof zij nimmer moesten sterven en alsof er niet aan het einde dezer loopbaan een Rechter op hen wachtte, die hen zal oordeelen naar hunne werken. Naar eei en macht, naar rijkdom en zinnelijke genoegens gaan hunne ver langens, en hierin meenen zij het geluk te vinden. Och, B. G., hoe weinigen kunnen zeggen, dat zij bereiken wat zij nastreven? Hoevelen martelen zich af van den mor gen tot den avond om die stoffelijke goe deren na te jagen, en telkens ontglippen zij aan de hand, die er zich naar uitstrekt? Maar ook als zij slagen in hunne jacht naar die vergankelijke goederen, zouden zu dan het geluk gevonden hebben, dat hun hart bevredigt? Komen zij niet vaak dan juist tot de ontdekking, dat alles wat de wereld biedt aan eer, aan goed en ge not, niet in staat blijkt, om den waren vrede aan het hart te schenken? Zeker, iedere mensch op aarde mag streven naar welvaart en naar vooruitgang. Maar hij moet dit doen als een geloovi- ge: steeds voor oogen houdend, dat hij ge schapen is voor God en voor een eeuwig geluk. Nu wordt echter eene leer gepropageerd die tegen de christelijke, ware opvatting rechtstreeks ingaat. Bij het bestrijden van de misstanden, die er zeker zijn, beweren de ongeloovigen, dat juist het geloof aan een God en de beoefening van den gods dienst de grootste hinderpalen zijn voor het geluk van den mensch, op aarde. Wil de mensch welvaart en geluk vinden, zoo zeggen zij, dan moet hij geen God meer erkennen, geen goddelijke wet meer aan vaarden. Ja zelfs, wat de natuur in s men- s hen hart heeft gelegd: de eerbied voor de ouders, de eerbied]voor huwelijksband en voor gezin, de zoir,:;n vari ouders voor hun kinderen dat ailes wordt beschouwd als een belemmering voor het geluk. Op groote schaal wordt de propaganda voor die godlasterende leer gevoerd over heel de wereld: ook in ons land en in ons Bis dom. Het gevaar, dat onze geloovigen zulke goddelooze stellingen mogen aanvaarden, is wel uiterst gering: maar grooter is het gevaar, dat zij onbewust toch iets overne men van wat op fabrieken, werkplaatsen en mijnen, vaak onder bedekte termen, wordt verkondigd. B. G., laten wij ons ertegen wapenen: laten wij inzien, dat ons H. Geloof en de Kerk het ware geluk en de welvaart der wereld niet tegenwerken maar integen deel bevorderen; laten wij ook waar wij kunnen medewerken, om zooveel in onze macht is, de misbruiken uit te roeien, op dat aan de vijanden der Kerk aldus het wapen uit de hand worde geslagen, dat zij 't liefst en met 't meeste succes hantee- ren. Van de eerste Christenen werd ge zegd: „ziet, hoe zij elkander liefhebben". O, als die onderlinge liefde weer eens in de plaats trad van de koelheid, de onver schilligheid den haat misschien waar van de eene mensch den anderen beje gent; als er weer eens kwam die christe lijke behulpzaamheid en goede verstand houding tusschen de verschillende stan den wat zou de wereld er anders uit zien! Christenen, bemint elkander: en in de zen tijd van malaise, weest voor elkander een steun. Bemint ook die armen, die mis leid zijn en die, hun Schepper en hun eeu wig einddoel vergetend, ondergaan in hun jacht naar stoffelijk geluk. ENGELAND ENGELANDS BEGROOTINGS- EVENW1CHT. Snowden's program. Blijkens verschillende persberichten zou de Britscne kanselier van de schatkist, Phi lip Snowden, het volgende program hebben ontworpen, om de Engelsche begrooting in evenwicht te brengen: 1. Vermindering van de uitgaven voor leger, marine, en luchtstrijdkrachten, me' een bedrag van 0.2 millioen pond Sterling; 2. Maatregelen ter converteering van de oorlogsleeningen, zoodat de rentevoet er van daalt. Hierdoor zou een besparing ver kregen worden van 20.4 millioen pond ster- ling; 3. Vermindering der begrooting met 6 millioen pond sterling; 4. Maatregelen tegen het misbruik ma ken van steunregelingen door werkloozen, diet steun trekken zonder daar recht op te hebben; 5. Vermindering van den premietoeslag voor de ambtenaren, vrijwillige verlaging der ministerssalarissen met 20 percent en verlaging van de vergoeding voor de lager- huisleden met 10 percent; 6. Vermindering van de toewijzing van gelden voor het schulddelgingsfonds; 7. Verhoogde belasting op het groot- bezit. Voorts zou Snowden voornemens zijn. ook de successie-belasting, die thans reeds in Engeland zeer hoog geacht wordt, te verhoogen, alsmede de belasting op de hooge inkomens, die thans reeds met 11 shilling per pond zijn belast. Verder zou het voornemen bestaan, een in Amerika gedeponeerde reserve van ruim 33 millioen pond sterling voor begrootingsdoeleinden mobiel te maken. Snowden zou tenslotte verzekerd hebben, niet voornemens te zijn, de werkloozen-uit- keeringen te verlagen of steun te verlee- nen aan de door de fabrikanten voorstellen tot loonsverlaging. SPANJE DE NIEUWE KABINETS- FORMATEUR. Sanchèz Guerra. De Spaansche koning heeft na het aftre den van generaal Berenguer aan Sanchèz Guerra de vorming van een nieuwe regee ring opgedragen. Sanchèz Guerra was lei der der conservatieve partij, welke functie hij neerlegde toen hij zich na een heftige woordenwisseling van den koning losmaak te. Tijdens de dictatuur van Prima de Ri vera nam hij deel aan de putsch-poging te Valencia, waarvoor hij voor den krijgsraad werd gedaagd. Algemeen verwondert men zich erover, dat een man, die op zoo buitengewone wijze den persoon van den koning heeft aangevallen, thans weer ter beschikking van den koning staat. De republikeinsche groepen laten door schemeren dat een dergelijke regeering geen oplossing kan brengen. Zij zijn daar om voornemens, hun actie voor de vestiging van een republiek met alle middelen voort te zetten en het nieuwe kabinet niet te steunen. Verder wordt nog opgemerkt, dat de andere voormalige conservatieve leiders, Bergamin en Burgos Mazo, die, evenals Sanchèz Guerra, tot de kringen der nieu we regeering gerekend worden, sedert hun toetreden tot de rijen der constitutionee- len geen partij of groep achter zich heb ben, doch voornamelijk om hun persoon lijkheid een rol spelen. Gezien de bestaande verhoudingen en vooral die, waaronder men tot op heden heeft geleefd, beteekent de huidige kabi netsvorming een stap naar links en een concessie aan de revolutionnairen, die niet temin van geen toegeven willen weten. PORTUGAL NAAR HET EINDE DER DICTATUUR IN PORTUGAL? Uit Lissabon wordt gemeld, dat de Por- tugeesche regeering bezig is met het uit werken van een kieswet, teneinde nog dit jaar verkiezingen te doen houden voor de wetgevende vergadering, om zoodoende den terugkeer tot normale constitutioneele toestanden voor te bereiden. RUSLAND DE RUSSISCHE DUMPING. Bolsjewistische heftigheid tegen de landen, die zich te weer stellen. Blijkens berichten uit Moskou moet in bolsjewistische regeeringskringen een ful minante campagne zijn losgebroken tegen de snoodheid van sommige „kapitalistische" staten, die het aandurven maatregelen te beramen tegen den Russischen uitvoer of te wel dumping. De „Iswestia" het regeeringsorgaan, is van oordeel, dat de hardnekkigheid, waar mede deze campagne tusschen die landen om de Russische goederen gevoerd wordt, I er op wijst, dat een offensief tegen de I R.S.S. wordt voorbereid door de invloed rijkste kringen van het kapitalisme. De I sovjetregeering verbergt niet voor de mas- j sa's, dat de interventiebedreiging ernstig is. De werkers van de U.R.S.S. kunnen echter gerust zijn, want wanneer de wereld- bourgeoisie haar krankzinnig avontuur be gint, zal dit in een nederlaag voor haar i eindigen. I De „Krasnaja Zvesda' schrijft o.a.: Wanneer Amerika zijn eigen voordeelcn i prijsgeeft, uit vrees voor de uitvoering van het vijfjarig plan, zooveel te erger voor Amerika, dat niet het eenige industrieland is, dat de U.R.S.S. leveringen kan doen. De sovjetregeering zal met tegenmaatrege len antwoorden op alle aanvallen, waar die ook vandaan mogen komen. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Sanchez Guerra belast met de formatie van een nieuw Spaansch Kabinet. Scheepsramp in China, met circa 100 dooden. BINNENLAND. Het autobus-ongeluk te Blerik. (Gem. Berichten, 2de blad). Echtpaar te Stellendam door kolendamp vergiftiging omgekomen. (Gem. Berichten, 2de blad). BLOEDIGE BOTSING IN ASTRAKAN. Tusschen Russische boeren en communistische stoottroepen. Uit Moskou wordt gemeld, dat het in het staatsvisscherijbedrijf te Wolodarski, gouvernement Astrakan, tot ernstige botsin gen zou zijn gekomen tusschen arbeiders en een zoogenaamde communistische stoot brigade, waarbij een lid dezer brigade zou zijn gedood en een aantal anderen gewond. De Gepeoe moet daarop verscheiden ar restaties hebben gedaan; een der gearres teerden zou standrechtelijk zijn gefusil leerd, terwijl twee anderen tot gevangenis straf werden veroordeeld. Het incident schijnt zijn grond te hebben in de ontevredenheid, die onder de arbei ders heerschte tengevolge van slechte voed selvoorziening. Verder wordt een botsing tusschen ar beiders en een communistische stoottroep gemeld uit het gouvernement Kazakstan. Daar moeten 7 communisten zijn gedood en 11 gewond, terwijl 20 arbeiders zijn gevan gen genomen. BRITSCH-INDIE INDISCHE LEIDERS BIJ DEN ONDERKONING. Onzekerheid blijft heerschen. De onaerkoning heeft gisteren naar uit New Delhi wordt gemeld een lang onderhoud gehad met Saproe, Sastri en Jajakar, tijdens hetwelk de drie Indische leiders hem hun indrukken van de Ronde tafel-conferentie mededeelden en uiting gaven aan hun meening omtrent de huidige politieke situatie in Britsch-Indië. In Indische politieke kringen is meu niet zeer hoopvol gestemd over de resul taten van het a.s. onderhoud tusschen Gandhi en Lord Irwin. De regeering zou echter vast besloten zijn, of de Indische leiders er in toestemmen of niet, voortgang te maken met de uitwerking van de nieu we grondwet. Te dien einde worden volgens Reuter de minister voor Indië, Wedgwood Benn, de minister voor de Dominions, Tho mas, andere gedelegeerden, parlementsle den en experts in zake de te behandelen materie, de volgende maand te New Delhi verwacht. Van bevoegde zijde wordt echter te Londen verklaard, dat er geen beslissing is genomen in zake het zenden van een parlementaire delegatie naar Indië ter voorzetting van het werk der ronde-tafel - conferentie en dat de geruchten omtrent een spoedige samenstelling van een der gelijke commissie dus voorbarig zijn. In het Lagerhuis zeide de minister van Indië, Wedgwood Benn, dat hij nog geen nauwkeurige verklaring kon afleggen om trent de plannen der regeering. Up de vraag of hij inlichtingen had ontvangen over de houding der congrespartij tegenover do voorstellen der ronde-tafel-conferentie, zeide de minister niets te kunnen toevoe gen aan het geen reeds in de pers was ge publiceerd. Hij had vernomen, dat er een bespreking zou plaats hebben tusschen den onderkoning en Gandhi. Wat de jongste onlusten in Burma be treft, is men de beweging grootendeels meester, maar er zijn in de bosschen nog veel opstandelingen, die zich in kleine ben den hebben verdeeld en die systematisch worden bestreden. Het is nog altijd niet zeker, of de leider Saya San, de „Gouden Kraai", dood' is. De stemming in het district Helmond. Bij de stemming in den Statenkieskring Helmond voor de candidatenlijst der R. K. Staatspartij bij de a.s. Prov. Siatenver- kiezingen is gebleken, dat de groote meer derheid der kiezers het politiek advies van het Kringbestuur Helmond heeft gevolgd, ondanks de eenzijdige samenstelling vr I dit advies.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1