Tusschen de Boeken der Wet ZATERDAG 10 JANUARI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 DE BASILIEK VAN DE H. THERESIA TE LISIEUX. 30 September 1929 werd door Z. Em. kar dinaal Charcst, aartsbisschop van Rennes en gezant van Z.H. den Paus, de eer6te steen gelegd voor de Basiliek van de H. Th ere s ia van het Kind Jezus te Lisieux. Sindsdien zijn de werkzaam' ^den met spoed doorgezet. Men hoopt zelfs nog in den loop van dit jaar de crypte voor de ge- ge'co\i gen te kunnen openstellen. Deze basiliek kon worden opgericht voor een groot deel door de offervaardigheid der pelgrims, die in Lisieux de heilige Theresia komen vereeren. De kerk wordt gebouwd op een heuvel ten oosten van Lisieux, op korten afstand van het kerkhof, waar sinds verschillende jaren het stoffelijk overschot van de heilige Carmelites rust. Als men Lisieux binnenkomt, bemerkt men reeds van verre het grootsche heiligdom, dat door zijn imposante ligging, boven op den heuvel, de geheele omgeving beheersent. Voordat men met de graafwerkzaamheden begon, heeft men eerst de bodem van den heuvel aan een nauwgezet onderhoek on derworpen. Dit was noodig, daar men moest weten of de bodemgesteldheid daar ter plaatse van een goede conditie was jm de zware fundamenten der kerk te kunnen dragen. Het resultaat van deze onderzoe kingen was, dat men bevond, dat de eerste aardlaag van 40 a 50 c.M. een vegetale aarde was, de daaropvolgende twee meter bestond uit gele klei. Nog lager vond men klei vermengd met kiezel- en vuursteen, waar doorheen een weinig water liep, zoo dat, het geheel een vettige massa was, welke veel op zeep geleek. Daarop kon men niet bouwen en er werd besloten nog die per te graven. Men stootte toen op een laag cenomaandit is een soort leem, waarin ijzerdeeltjes zijn opgenom, waar-, door de massa een eigenaardig zwart- en g ..achtige kleur verkri:"' vTg dieper vond men verschillende zandlagen, totdat men eindelijk op de harde rots kwam. Nu was men gered: men had de zekerheid, dat de grond de zware fundamenten van de basiliek zou kunnen dragen. Men aar zelde toen niet langer en zoo spoedig mo gelijk werd met de werkzaamheden een aanvang genomen. Vooraf moest men ech ter het gewicht van het gebouw nauwkeu rig berekenen en de uitkomst was, dat de fundamenten een gewicht van meer dan 16 milioen kilogram moesten kunnen dra gen. De fundamenten zijn geheel uit gewa pend beton opgetrokken, terwijl ook de mu ren grootendeels hieruit zullen bestaan; voor het beton worden gemiddeld 450 zak ken cement per dag gebruikt. Voor de con structie van den toren heeft men een enor me kraan opgericht. De muren van den toren worden rondom de elevator opgetrok ken. Als de werklieden ongeveer 15 meter zijn gevorderd, wordt de kraan ook weer hooger gesteld en zoo gaat men steeds ver der tot op de vereischte hoogte. Deze kraan heeft een hefvermogen van 1000 ki logram bij gebruik van een enkele staalka bel en van 2000 kilogram als men een dub bele kabel gebruikt. Het geheele werk staat onder leiding van den architect Cor donnier, die daarin wordt bijgestaan door zijn zoon, terwijl het wordt uitgevoerd door de aannemers Reynes en Caralp. Op het werk zijn ruim tweehonderd timmerlie den aanwezig, welk getal zich mettertijd nog wel zal uitbreiden, tevens zijn er ook een groot aantal metselaars, stucadoors en anderen te werk gesteld. Naa-st de bouw terreinen heeft men tijdelijke logementen voor de werklieden opgetrokken, die hier blijven wonen, zoolang de werkzaamheden duren. Alleen de gehuwde werklieden kun nen elders verblijf houden. Ook 's nachts wordt de bouw gestadig voortgezet, waar voor reusachtige schijnwerpers op het ter rein zijn opgesteld, welke branden tot het daglicht aanbreekt en 's avonds en 5s nachts de geheele omgevig in een fantas tische gloed zetten. De werkzaamheden ge schieden in de grootste orde; zingen, roe pen of schreeuwen hoort men niet. Ieder weet wat hij te doen heeft en laat zich niet afleiden. A's men in de toekomst in het zelfde tempo zal kunnen blijven doorwer ken, hoopt men binnen enkele jaren den bouw geheel voltooid te hebben. DE IN AANBOUW ZIJNDE BASILI EK v. d. H. THERESIA TE LISIEUX. DR. MARIA MONTESSORI NAAR NEDERLAND Op uitnoodiging van. het Bestuur der stichting voor Middelbaar en voorberei dend Montessori onderwijs zal de groot© paedagoge Dr. Maria Montessori half Ja nuari een bezoek brengen aan Amsterdam. Bij dit bezoek zal zij het in September j.l. geopende Monte-ssori-museum bezoeken; tevens zal zij. met de leiders en oprichters van de eerste middelbare Montessori school. eenige conferenties houden over de werkmethode des school. Dr. Maria Montes sori, die momenteel een tourneé maakt in Weenen, Boedapest en Berlijn, werd 31 Augustus 1870 te Valle d' Ancona (Italië) geboren. Zij studeerde aan de Universiteit te Rome en was de eerste vrouwelijke arts in Italië. In- de Psychiatrische kliniek der Universiteit te Rome, waaraan zij in 1896 als assistente was verbonden, kwam zij ge regeld in aanraking met zwakzinnige kin deren. Meermalen moest zij hier ervaren, hoe deze kinderen door een verkeerde op voedingsmethode dikwijls geheel werden bedorven. Zij maakte kennis met de metho de van Séguin voor het onderwijs en op voeding der kinderen en al spoedig zeide zij haar praktijk als arts vaarwel, om zich geheel aan de opvoeding der kinderen te kunnen wijden. Weldra werd dan ook een school voor zwakzinnige kinderen te Rome aan haar leiding toevertrouwd, waarmede zij buitengewone resultaten behaalde. Haar leerlingen presteerden dikwijls evenveel als normale kinderen van denzelfden leef tijd. In 1898 droeg de Italiaansche Minister van Onderwijs Dr. Montessori op een cur sus te geven over het onderwijs aan zwak zinnige kinderen voor de onderwijzers van Rome. Uit deze cursus formeerde zich la ter een kweekschool, waaraan verbonden een school voor achterlijke kinderen, waar aan Dr. Montessori tot 1900 les gaf. Daar op hervatte zij hare studies, waarbij zij zich bijzonder toelegde op philosophic, ex- perimenteele psychologie en paedagogische anthropologic. Onderwijl maakte zij ook verschillende studiereizen naar Londen en Parijs, waar zij het werk van Itard, den leermeester van Séguin, leerde kennen, die zich in het laatst der 18e eeuw eenige ja ren wijdde aan de opvoeding van een ver wilderden jongen, den „Sauvage de 1' Aveyron". De pogingen van Itard hadden echter weinig succes, hoewel zij waarde volle aanwijzingen hebben gegeven voor de behandeling van zwakzinnige kinderen. Voorts bezocht Dr. Montessori verschillen de Italiaansche scholen en bestudeerde de daar gevolgde methoden. Zij kwam toen tot de conclusie, dat haar leerwijze voor zwakzinnige kinderen ook geschikt zou zijn voor normaal aangelegde kinderen, waarom zij in 1907 te Rome een proef nam met scholen voor normale kinderen van 2 tot 6 1'2 jaar. De oefeningen, welke thans ia de voorbereidende Montessorischolen worden gedaan, bestaan hoofdzakelijk uit oefeningen voor het practische leven, zooals schrijven, lezen, rekenen, teekenen en zin- tuigcefeningen. Voor elk der zintuigen is een bepaald materiaal aanwezig, waarmede de kinderen na eenige korte onderrichtin gen zelfstandig kunnen werken. De Mon- tessori-methode laat de kinderen vrijheid van beweging; de kinderen zijn vrij hun werk te kiezen, maar zij mogen slechts één ding tegelijk doen. Verveelt een kind een stuk speelgoed, dan mag het iets anders kiezen, waarmede het zich kan vermaken. Men moet echter de Montessori-methode niet verkeerd toepassen en de kinderen te veel vrijheid laten. Ook in de Montessori school heerscht, evenals in alle andere scholen, orde en regelmaat. Dr. Montessori is van meening, dat ook het onderwijs der gewone lagere school moet veranderen. Een kind onthoudt beter hetgeen het gevoeld, dan hetgeen het ge zien heeft. Zoo tracht zij het rekenen bij te brengen door middel van staafjes. De langzame regelmatige opklimming in de leermiddelen geeft de vereischte ontwikke ling. De leidsters worden geoefend in het methodisch waarnemen van kinderen. Vol gens de Montessori-methode moet alles wat de ontwikkelingsvrijheid in den weg staat, uit het onderwijs worden verbannen. Het klasse-systeem, waarbij de leerlingen niet individueel worden behandeld, doch als één geheel, keurt zij dan ook ten sterkste af. Op uitnoodiging van de regeering gaf Dr. Montessori in Italië twee internationale cursussen, welke zij ook in 13 andere lan den gaf. In 1910 en 1914 trad zij op in Ne derland, dat wa-t het Montessori-Onderwijs betreft, thans aan de spits staat der ver schillende landen. In 1923 kwam zij in ons land terug en gaf toen een cursus te Am sterdam. In on6 land zijn reeds 17 gemeen telijke en 42 particuliere scholen voor voor bereidend Montessori-Onderwijs. De Ne derland sche Montessori-vereeniging werd opgericht in 1917 en bezit een eigen orgaan „Montessori-opvoeding". Montessori-oplei- dingen vindt men hier te lande te Amster dam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag. De school te Den Haag wijkt echter van de drie eerste af, daar hier ook de beginselen van andere paedagogen worden gevoeld. Of het Montessori-systeem blijvende waarde heeft, zal pas over jaren kunnen worden beoor deeld. KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria en Credo. Tot en met Dinsdag de Prefatie en het gebed „Com- municantes" van Driekoningen. Vanaf Woensdag de gewone Prefatie en „Com- municantes". ZONDAG 11 Jan. Feestdag v. d. H. Fa milie. Mis: Exsultet. 2e gebed v. d. Zondag onder het Driekoningenoctaaf; 3e v. h. octaaf. Kleur: Wit. De H. Kerk stelt vandaag aan de katho lieke huisgezinnen tot voorbeeld de H. Fa milie: Jesus, Maria en Joseph. Met de woorden van den H. Paulus wijst zij de echt- genooten er op, hoe zij in liefde met elkan der moeten leven, in liefde voor elkander de kracht moeben vinden elkanders gebre ken te verdragen en gaarne te vergeten. Die liefde is de grondslag en voorwaarde voor den waren vrede van Christus in de huisgezinnen. Naar het voorbeeld van de H. Familie moet in ieder katholiek huis gezin heerschen oprechte godsdienstzin en moet er naar gestreefd worden alles, wat in het huisgezin wordt gedaan, te doen m den naam van Jesus Christus, tot dank bare eer aan God (Epistel). Bij de offerande worden de ouders er aan herinnerd, hunne kinderen iederen dag, voor zoover het. van hen afhangt, beter aan God op te dragen door een echt degelijke katholieke opvoe ding. De kinderen, zonder uitzondering, ook dus de grooteren, zoolang zij thuis zijn bij vader en moeder, worden gewezen op het verheven voorbeeld van Jesus, Die, ofschoon God, nederig gehoorzaamde ge durende geheel Zijn verborgen leven (dus ook toen Hij twintig was en ouder) aan twee mensohen: Maria en Joseph. „Heer Jesus Christus, geef toch, dat in onzen tijd van verslapping der huiselijke tucht en van opstand tegen het ouderlijk gezag, onze roomsche vaders en moeders en kinderen mogen leeren uit het verheven voorbeeld van het H. Huisgezin". (Gebed). MAANDAG 12 Jan. Mis v. d. 7en dag en- der het Driekoningenoctaaf: Ecce advenit. (als op 6 Jan.). 2e gebed v. d. Zondag on der het octaaf; 3e ter eere van Maria (Deus, qui salutis-. Kleur: Wit. Ook is geoorloofd de (stille) H. Mis v. d. Zondag onder het octaaf: In excelso. 2e gebed v. h. octaaf; 3e ter eere van Maria. Kleur: Wit. DINSDAG 13 Jan. Octaafdag van Drie koningen. Mis: Ecce advenit (als op 6 Jan. met eigen gebeden en Evangelie). Kleur: Wit. Wat de H.H. drie Koningen ons leerden door hun nederig neerknielen in de stal van Bethlehem, zegt de H. Evangelist Joannes ons op dezen dag duidelijk. „Deze (het Kind van Bethlehem) is de Zoon van God". Hij beroept zich op het wonder bij den doop van Christus, toen de H. Geest op den Christus nederdaalde en de Vader openlijk getuigde: „Deze is Mijn welbe minde Zoon". WOENSDAG 14 Jan. Mis v. d. H. Hila- rius, Bisschop, Belijder en Kerkleeraar: In medio. 2e gebed v. d. H. Felix, Martelaar. Kleur: Wit. Met vele andere bisschoppen bestreed de H. Hilarius, Bischop van Poitiers, vooral door zijne gesohriften den ketter Arius, hetgeen zijne verbanning ten gevolge had. Hilarius behoort ook tot de voornaamste kerkelijke Hymnedichters. DONDERDDAG 15 Jan. Mis v. d. H. Paulus, eerste KluizenaarJustus. 2e g*»- bed v. d. H. Maurus, Abt. Geen Credo. Kleur: Wit. Op vijftienjarigen leeftijd vluchtend voor de kerkvervolgers Decius en Valerianus, verborg de H. Paulus zich in de woestijn, waar hij tot het einde van zijn leven (hij werd 113 jaar) het eenzame kluizenaars leven beoefende op heldhaftige wijze in gebed en versterving. De palmboom ver schafte hem kleeding en voedsel en Gei spijzigde hem wonderlijk, door dagelijks een raaf brood te laten brengen. VRIJDAG 16 Jan. Mis v. d. H. Marcel lus I, Paus en Martelaar: Statuit. Se gebed ter eere van Maria; 3e voor Kerk of Paus. Geen Credo. Kleur: Rood. ZATERDAG 17 Jan. Mis v. d. H. Anto* nius, Abt: Os Justi. 2e gebed voor den Paus. Geen Credo. Kleur: Wit. In de kerk hoorde Antonius de woorden: „Als gij volmaakt wilt zijn, ga, verkoop wat ge hebt en geef het aan de armen". Deze woorden beschouwde Antonius als tot hem gesproken en hij bracht ze ook in 5e- oefening. Op negentigjarigen leeftijd kwam hij tot den H. Kluizenaar Paulus in de woestijn, was tegenwoordig bij diens af sterven en begroef hem, met zich nemend als een relikwie St. Paulus' kleeding van palmbladeren. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN. Alles als in bovenstaande kalender, be halve: VRIJDAG. Mis v. d. H.H. Berardus en Gezellen, Martelaren der Orde: MulLae tribulationes. 2e gebed v. d. H. Marcellus. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. BENJAMIN FRANKLIN HOE AMERIKA ZIJN BEVRIJDER VIERT. 17 Januari a.s. is het 225 jaar geleden, dat Benjamin Franklin te Boston werd geboren. Zijn vader, Josiah Franklin, was een kaar senmaker en zeepzieder, en had 16 kinderen, waarvan Benjamin de jongste was. Reeds cp jeugdigen leeftijd moest de jongen zijn vader bij het kaarsenmaken en zeepzieden behulp zaam zijn, zoodat voor zijn ontwikkeling niet veel tijd overbleef. Toen hij twaalf jaar oud was, kwam hij bij een ouderen broer, die boekdrukker was, in de leer. Zijn vrijen tijd besteedde hij met het lezen van boeken en het maken van eenige verzen en opstellen. Zijn broer was een streng, hardvochtig per soon, die niet de tact had om met den fijn voelenden Benjamin om te gaan. Benjamin kon het op den duur dan ook niet bij hem volhouden: hij verliet dus Boston en begaf zich naar Philadelphia. Hier kwam hij in ken nis met den gouverneur William Keith, die hem aanried zelf een drukkerij te beginnen. Dit wilde Benjamin Franklin wel, doch de noodige financiën daartoe ontbraken hem ten eenenmale. De gouverneur echter stelde veel belang in Franklin en wilde hem voor uit helpen; hij gaf hem een voorschot van 1200.om in Engeland het noodige ma teriaal aan te koopen. Franklin vertrok naar Londen, waar hij bijna 2 jaar bleef en -kennis maakte met de voornaamste Engelsche ge leerden. In 1726 keerde hij naar Philadelphia •BNJAMIN PRANKLDI terug, waar hij zelf een zaak opende, welke zeer voorspoedig ging en waaraan hij na ver loop van eenigen tijd een papierhandel ver bond. Hij werd redacteur van het Pennsylva- nisch Dagblad en gaf de „Franklin's Alma nack", uit, onder pseudoniem Richard Spaan ders. Ondanks zijn drukke werkzaamheden De strafrechter» en het O. M. Hoe men er mee in aanraking komt. Diverse stadia van voorloopige hechtenis. Vooronderzoek en strafzitting. Het wettig en overtuigend bewijs. Einde van een lange wandeling. XIV. Wij hebben in -den loop van deze artike len-serie met al onze wetboeken kennis ge maakt. Wij hebben de Grondwet ingezien, hebben kennis genomen van het Burger lijk Wetboek, van het Wetboek van Koop handel en van het Wetboek van Burgor- lijke Rechtsvordering en daarna hebben wij het Wetboek van Strafrecht nader be keken. Thans rest ons nog één wetboek en dat is het Wetboek van Strafvordering. Niet alles wat daarin staat is even inte ressant; het geeft regels aan de ambtena ren, met de opsporing en de vervolging van misdadigers en wetsovertreders belast, en regelt de gang van de strafzaken. Sommige bepalingen daaruit zijn even wel de moeite van het kennisnemen wel waard. De „goede heertjes". Vooraf moeten we even de „heeren" zich aan ons laten voorstellen. Met den strafrechter hebben we reeds kennis gemaakt, want de strafrechters zijn dezelfde als de rechters in civiele zaken. Zoo houdt de Kantonrechter op bepaalde dagen strafzitting, op andere dagen behan delt hij civiele zaken. De Rechtbank houdt er een bepaalde afdeeling voor, de z.g. straf kamer en het Gerechtshof en de Hooge Raad vervullen in hoofdzaak dezelfde functie van appèl en cassatie als in bur gerlijke zaken. Twee nieuwe gezichten zien wij evenwel en dat zijn: de Politierechter, die rechtspreekt in eenvoudige zaken, w»l- ke anders tot de competentie van de Recht bank zouden behooren, en de Kinderrech ter, wiens functie door zijn naam voldoen de wordt aangeduid. De rechters, die hier rechtspreken, vor men wat men noemt: de zittende magistra tuur. Men heeft ook de staande magistra tuur, dat is het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie vertegen woordigt. den Staat, treedt op als aankla ger, eischt de straf, kortom zorgt voor de handhaving der wetten voor de vervolging van alle strafbare feiten en voor de uit voering van alle strafvonnissen. Hoewel het O. M. ook wel een rol speelt bij bur gerlijke rechtsgedingen, ligt zijn voornaam ste taak tooh in het strafrecht. Zijn de rechters totaal onafhankelijk van de regeering, hetgeen hun onpartijdigheid ten goede komt, de leden van het O. M. staan onder het ministerie van Justitie en hebben de bevelen van den minister van justitie op te volgen. De leden van het O. M. bij de Kanton gerechten heeten: ambtenaren van het O. M. Zij hebben den officier van justitie tot hun chef, die den rol van „openbaren aanklager" speelt bij de Reohtbank. Op hun beurt staan de officieren onder den pro cureur-generaal bij het Gerechtshof. De vertegenwoordiger van het O. M. bij den Hoogen Raad heet eveneens procureur-ge neraal; hij is een uitzonderingsgeval, want hij is de eenige ambtenaar van het O. M. die niet aan de regeering ondergeschikt is. De bak in Het meest doeltreffende middel om met- deze heeren in aanraking te komen is een strafbaar feit te plegen en liefst een be hoorlijk misdrijf, want dan komt het groot ste gedeelte van het Wetboek van Straf vordering in actie. Laten we dus aannemen dat we. schrik niet!.... een moord gedaan hebben. Het is ons niet te doen om te ontsnap pen, integendeel, wij willen gaan tot het bitter einde, en laten ons dus zonder tegen stribbelen inrekenen door de politie. Wij worden naar het politiebureau ge bracht, waar wij aan een eerste verhoor worden onderworpen, waar onze identiteit wofdt vastgesteld, gevraagd naar de bijzon derheden en de motieven van onze daad en waar wij gefouilleerd worden als er „ern stige bezwaren" tegen ons bestaan, zoo als de wet zegt. Zes uur lang mag men cp die manier met ons bezig zijn om een pro ces-verbaal op te maken, langer niet. Maar wij zeggen niet al te veel natuurlijk, cm de zaak nog een beetje te rekken. Na dit verhoor van hoogstens 6 uur, moe ten wij of op vrije voeten of in verzekering worden gesteld. Het bevel tot in verzekering stelling kan gegeven worden in het belang van het on derzoek door den officier van justitie of den hulpofficier (commissaris van politie, kantonrechter, burgemeester, officieren der marechaussee zijn allen hulpofficier van justitie) doch alleen in geval van een struf- baar feit waarvoor voorloopige hechtenis is toegelaten. Straks zullen wij zien, wanneer dit liet geval is, maar thans zult u wel willen gc- looven, dat bij een moordgeval als dit vooi- loopige hechtenis zeker op z'n plaats is. Dit bevel tot inverzekeringstelling is hoogstens twee dagen van kracht, maar omdat wij alle inlichtingen weigeren wordt de termijn nog eens met twee dagen ver lengd door den officier van justitie, die in middels van onze daad op de hoogte is gesteld. Na afloop van die vier dagen is men nog niet klaar met het onderzoek en daarom worden wij niet op vrije voeten gesteld, maar worden wij voor den officier van justi tie geleid, die.... ook niet uit ons wijs kan worden en ons onverwijld voor den rechter commissaris geleidt met de vordering om een bevel tot bewaring tegen ons uit te vaardigen. In voorloopige hechtenis. Na verhoor worden wij werkelijk in be waring gesteld, en nu zitten we in voor loopige hechtenis. Voorloopige hechtenis is slechts toege laten voor bepaaldelijk in de wet aange duide misdrijven, waarvan de voornaamst.© categorie gevormd wordt door dio misdrij- ven, waarop een gevangenisstraf van ior jaar of meer staat. Op moord staat maxi maal 20 jaar of levenslang, dus wij ver- keeren in zoo'n geval. Doch er is nog een tweede voorwaarde te vervullen, ifet be vel tot bewaring wordt alleen gegeven, zegt art. 64, indien ernstige bezwaren Le gen den verdachte zijn gerezen en teven* uit bepaalde omstandigheden blijkt van het bestaan van gevaar voor vlucht of van eene gewichtige roden van maatschappe lijke veiligheid, welke de onverwijlde vrij heidsbeneming vordert. Nu zijn wij als moordenaars inderdaad wel wat gevaarlijk voor de maatschappelijke veiligheid en daarom is de voorloopige hechtenis zeker gerechtvaardigd. Dit bewaringsbevel is gedurende 6 dagen van kracht en eenmaal verlengbaar. Inmiddels heeft de officier van justitie, die niet uit ons wijs kan worden een voor onderzoek geëischt, waarmede de rechter commissaris zich heeft te belasten. De/e reohter-oommissaris neemt zoo dikwijls het belang van de zaak dit vordert verdachten, getuigen en deskundigen in verhoor, net zoo lang totdat de zaak voldoende is opge helderd. In ons geval is dit nog niet zoo gauw afgeloopen en bovendien is het zaak ons, moordenaars, vast te houden ook na boven-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5