De St. Josenlikerk te Leiden BINNENLAND WOENSDAG 24 DECEMBER 1930 DE LE1DSCHE COURAN1 TWEEDF BLAD PAG. 5 Dinsdag heeft op de Alg. Begraafplaats te Den Haag de voorloopige bijzetting plaats gehad van het stoffelijk overschot van wijlen den heer C. J. D1EKEMA. in leven Amerikaansch Gezant te Den Haag. De kist gevolgd door verschillende bui- tenlandsche gezanten wordt naar de groeve gedragen. Het is nu vijf maanden geleden, dat onder- geteekende benoemd werd tot pastoor van de St. Joreph-parochie te Leiden. Van het eerste oogenblik af wist ik wat mijn taak was, n.l. te werken voor de aflossing van de schuld, die op de kerk staat. Niets bijzonders, zult gij zeggen, dat is het werk van iederen pastoor. Ja toch wel, het is in dit geval wel iets bijzonders. Voordat men immers kan gaan aflossen, moet men eerst aan zijn verplichtingen voldoen: rente betalen, salarissen uitkeeren, zorgen voor den goeden gang van het parochieele leven. Welnu, het is een algemeen bekend feit, dal de St. Joseph-parochie van Leiden, op eigen krachten aangewezen, onmogelijk kan voldoen aan haar gewone verplichtingen, laat staan kan aflossen. U begrijpt wat een zorgen dat voor den pastoor, die door Z. D. H. den Bisschop als zoodanig benoemd is met een dusdanigen opdracht, met zich meebrengt. Natuurlijk moe ten er bronnen van inkomen zijn of gemaakt worden, die hem in staat stellen zijn taak te vervullen. Wellicht is het goed eens bekend te maken, wat die bronnen zijn. Vooreerst de vaste plaatsenhuur in de kerk, maar de plaatsen zijn voor geen derde gedeelte verhuurdI Vervolgens het losse plaatsengeld, wat soms nogal meevalt. Ook is er een Schapen fonds aan de kerk ver bonden, d.w.z. verschillende landbouwers in den omtrek weiden schapen ten bate van de kerk. Op 't oogenblik bedraagt dat getal 150. Een mooie liefdewerk, waarvoor de pastoor zeer dankbaar is, en wat hij in de welwillend heid van de boeren ten zeerste aanbeveelt. Natuurlijk zijn er altijd nog goede menschen, die zoo nu en dan kleinere of grootere giften komen brengen. Ook adverteert de pastoor nog voortdurend in „De L. Crt." om geld te leen tegen nader overeen te komen voorwaarden. Men zegt wel eens: heeft hij dan nooit geld genoeg? Om alle wanbegrippen dienomlrent uit den weg te rui men, is bet goed, dat men weet, dat het te doen is om tegen matige rente of ook wel eens rente loos geld te krijgen, waarmede dan 5 obli gaties worden afgelost. Men begrijpt dat dat ook een bron van inkomen is, wat natuurlijk gepaard gaat met veel administratie-werk; doch dat brengt nu eenmaal het pastoor-zijn van St. Joseph met zich mee. Nu kom ik echter aan een punt; dat mij de toekomst helder doet lichten. St. Joseph is de patroon van onze kerk. Hij helpt natuurlijk. Indertijd heeft mijn voorganger het liefdewerk van de St. Joseph-penning opgericht. Ook een bron van inkomen. Maar deze bron was danig aan het uitdrogen vandaar dat verfissching en nieuwe aanboring noodig is. Z. D. H. de Bisschop heeft mij toegestaan, daarvan te vormen een „Vereeniging van de St. Joseph-penning ten bate van de St. Joseph- kerk te Leiden". Lid wordt men door wekelijk- sche, maandelijksche, drie-maandelijksche, half-jaarlijksche of jaarlijksche bijdrage: Gun sten: lo. Iedere maand wordt in de St. Joseph- kerk te Leiden een H. Mis gelezen voor de leden der Vereeniging. 2o. Voor elk lid wordt bij overlijden in de St. Josephkerk te Leiden een gezongen H. Mis van Requiem opgedragen. Natuurlijk is de organisatie en administratie weer een heel stuk werk, maar de Leidenaars zijn, zooals de Bisschop mij bij mijn benoe ming zeide, goede menschen. Dat mocht ik nu weer ondervinden. Vier dames, leden van het Comité voor het Ziekentriduum, wat jaarlijks in mijn kerk gehouden wordt, hebben zich bereid verklaard, daarvoor te zorgen. Het zijn de volgende dames: mevr. J. M. van Kampen houtRuhé, secretaresse; mevr. B. Simonis— Kortekaas, psnningmeesteresse; mevr. J. Bou- chiervan Cleef; mej. Th. Elshof. Zij noemen zich hoofd-zelalricen. Mochten er personen in de stad of daarbuiten zijn, die dit mooie werk willen steunen als zelatrices of zelateurs, wat ik van harte hoop, dan wen den zij zich tot een van die dames pf tot den pastoor van de St. Josephkerk. Binnen eenigen tijd zal den Leidenaars een circulaire worden thuis gestuurd, welke door de hoofdzelatricen persoonlijk zal worden af gehaald. Ik hoop en vertrouw dat de circu laire niet wordt terzijde gelegd, maar dat het edelmoedige werk van de hoofd-zelatrices met succes zal worden bekroond. Mochten er buiten Leiden belangstellenden zijn, die ook gaarne mededoen, dan weten zij wel het adres van den pastoor van St. Joseph, Heerensingel 3, die gaarne op aanvrage een circulaire ter invulling zendt. Ieder lid van de Vereeniging van de St. Jo seph-penning ontvangt een kunstplaat, voor stellend „St. Joseph, zijn kerk beschermend", waarvan ik een bespreking aan dit blad over laat. Mijn zorgzaam werk in uw welwillendheid aanbevelend: J. C. VIJVERBERG, Pastoor St. Joseph, Leiden, Giro-no. 63091. De teekening, welke pastoor Vijverberg hier bedoelt, is ontworpen door Alex Asperslagh, een- naam bij het kunstminnend publiek wel bekend. De teekening is een voorbeeld van mooie moderne kunst; zij stelt St. Joseph voor, dragend in zijn groote beschermende handen de ranke kerk, te zijner eer aan den Singel gebouwd. Duistere, donkere wolken en blik semflitsen omgeven het kerkgebouw, maar in St. Joseph's hand en onder zijn vaderlijk- bezorgden blik is dat sp-éékt uit de geheele teekening het kerkgebouw veilig bewaard voor alle noodweer. Wij hopen, dal velen iid zullen worden van de St. Joseph-penning, niet alleen om het schoone doel dat zij daarmede helpen nastreven, doch ook omdat deze inder daad schoone en tegelijk vrome teekening (iets wat dikwijls nog niet samengaat) in menig huisgezin een plaats zal krijgen aan de wand. wand. TWEEDE KAMER De M i n i s t e r-P resident zegt, «lat de fegeering mèt de Kamer onder den in druk is van deze natuurramp. Spr. ver- trouwt, dat in het moelerland en in de overzeesche gewesten alle krachten zullen worden ingespannen om de gevolgen zoo veel mogolijk te verzachten. Moge vie saamhoorigheid. van dc bewoners van alle deelen des Rijks hierbij tot uiting komen. (Deze redevoeringen werden door de le den, behalve door den heer De Visser, staande aangehoord). TARWEWETJE AANGENOMEN. Aan de orde is de voortzetting der be handeling van het tarwewetje. Minister Ruys beantwoordt de sprekers. Hij zegt, dat de regeering niet met dit ontwerp is gekomen dan nadat zij zich overtuigd heeft van de uitvoerbaar heid. Het ontwerp geeft alleen den grondslag aan, maar de regeering moet in de uitvoe ring grootendeels vrij blijven. De regeering zal er zich niet toe laten verleiden alle aanwezige tarwe in het brood over te he velen. Er zal degelijk worden gelet op de hoedanigheid. Ongeschikte tarwe zal in het brood dus niet voorkomen. Daarbij komt, dat in tijden van grooten oogst toch reeds 10 k 15 pCt. inlandsche tarwe gebruikt werd, zonder dat het publiek het zelfs merkte. Wat de meelimporteurs ^angaat, deze hebben inderdaad een verandering in hun bedrijf. De regeering kan hen zeer veel vrijheid laten. Dat is een zaak van uitvoering. Het zou onbillijk zijn als de meelimporteurs ongemengd meel mochten invoeren, terwijl de maalderijen uitsluitend gemengd meel in den handel moeten bron gen. Een aankoopgebod van inlandsch meel door meelimporteurs zou de regeering de bevoegdheid ontnemen te verbieden 'eet in voorraad, hebben van ongemengd mee'. Bij dit stelsel zouden de importeurs zeer bevoordeeld worden boven de maalderijen. Wanneer de bakkers zelf verplicht zouden worden met meel te mengen, zouden de moeilijkheden met de controle slechts ver plaatst worden. Indien he*, inlandsch meel moest dienen als entreebiljet voor buiten land sch meel zal dit entreebiljet op do goedkoopste wijze worden aangeschaft. Hierbij krijgt dus het slechte meel de voor- keur. De regeering wil echter overwegen de mogelijkheid of een proef kan worden ge nomen met het stelsel van bijlevering van inlandsch meel. Verder kan de regeering in haar toezegging niet gaan. Met het oog op de consequenties kleven ernstige bedenkingen aan het systeem van een teeltpremie. Een tccltpremie heeft ict3 van armenzorg. Deze hebben de tarwe boeren niet noodig. Wanneer hun een hel pende hand wordt toegestoken zullen zij door eigen kracht verder kunnen gaan. De teeltpremie is het meest onbeholpen en grove middel, dat zich denken laat. Het accijnstelsel zou niet bereiken wat de regeering beoogt. Het Zwitsersche stel sel is een stelsel van groote Staatsbe moeiing met het particuliere bedrijf. Voor het geval blijkt, dat niet bereikbaar is hei geen de regeering wenscht met dat wets ontwerp, zal zij het Zwitsersche stelsel overdenken. In de kwestie van de beschuitfabricagc kan spr. nog geen beslissing nemen, aan gezien de deskundigen hier recht tegen over elkaar staan. Het geldt hier een zui ver technische aangelegenheid. Over hetgeen met den broodprijs zal ge schieden, worden de meest uiteenloopence voorspellingen gedaan. Zekerheid bestaat er niet. Wel is vastgesteld, dat de brood prijs den tarweprijs niet op den voet pleegt te volgen. Een verhooging kan niet anders dan een gezamenlijke zijn, en deze zou dan nog beteekenen herstel van voordeelen, die de consumenten genoten hebben ten ko3te vaa de boeren. Het percentage zal worden vastgesteld naar gelang de omstandigheden. De kip penboeren zullen in plaats van inlandsche tarwe andere graansoorten of buitenland- sche tarwe kunnen gebruiken. Met. de aanneming van dit wetsontwerp is niet alleen een landbouwbelang, maar ook een algemeen belang gediend. Daarom beveelt spr. aanneming met grooten aan drang aan. Verschillende leden repliceeren. Minister Ruys bleef zich echter zoo sterk mogelijk verzetten tegen de verschil lende amendementen te dezer zake en dreigde zelfs bij aanvaarding daarvan het ontwerp te zullen intrekken. Mr. Oud, die zich in deze zeer geweerd had, verklaarde, dat, zoo de Kamer de amendementen zou aannemen en het ontwerp daardoor zou worden teruggenomen, morgen aan den dag een initiatiefvoorstel, regelende de ver plichte bijlevering en het gescheiden ver voer, bij de Kamer zou worden ingediend. De linkerzijde, waarvan de heer Bierema het woord: terrorisme bezigde en de com munist de Visser die toch waarlijk niet over de verwórtung van het Parlement spre ken moest zich natuurlijk uitliet in ter men, die moesten worden weggehamerJ, toonde zich zeer verbolgen over de afwij zende houding van jhr. Ruys. Van ie rechterzijde, waaronder eveneens ook te genstanders van het maal- en menggebod waren verklaarden dr. Colijn en dr. Schc.k- king, dat zij, noodgedwongen en 's Minis ters afwijzeiï betreurend, tegen het amen dement zouden stemmen, waarna dit niol 4941 stemmen verworpen werd en mr Boon en mr. Oud de andere introkken. Van de rechterzijde sterauen de heeren Schou ten en mr. Beumer voor, van de linker zijde verklaarde alleen de sociaal-demo craat Hiemstra zich tegen het amende ment. Het ontwerp werd met 58 tegen 31 stem men aanvaard, nadat de Minister een on dergeschikt en nog ccnigszins gewijzigd amoudement-v. Hclleuberg Hubar over be* aantal leden der adviescommissie had over genomen.» Tegen de liberalen behalve de heeren Bieiema en Van Rappard, de vrijzinnig- democraten en de sociaal-democraten, be halve de heeren Van der Heide, Schaper en Hiemstra. PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. De j.l. Vrijdag geschorste vergadering van de Prov. Staten van Zuid-Holland werd gisterochtend vobrtgezet met de be handeling der begrooting. De heer B o r g h o 1 s (Ged. Staten) con stateert, dat de provincie Zuid-Holland méér dan andere provinciën daadwerke lijk de werkverruiming bevordert. Zoo kost ons iedere K.M. weg méér dan we er voor uit de Rijkswegenbelastingopbrengst, het Wegenfonds, ontvangen, terwijl in onze bestekken de clausule voprkomt, dat ten minste één derde van de arbeiders moet worden gerecruteerd uit werkloozen uit naastliggende gemeenten. Gerust kan wor den aangenomen, dat deze bepaling onze aanbestedingssemmen met vijf proeent ver hoogt. Welnu, voor het volgende jaar zal voor 315 millicen aan werken door de pro- vin'cie worden uitgegeven; vijf procent daarvan is 250.000. Spr. licht vervolgens toe, dat andere provinciën, óók Noord-Hol land, minder daadwerkelijken steun aan de werkverruiming geven. Hij geeft hier omtrent nog een aantal cijfers en conclu deert, dat de Staten ook ditmaal verstan dig zullen doen door het voorstel-Van Eek, twee ton uit te trekken ter beschikking van gemeenten tot werkloosheidsbestrij ding, te verwerpen. Dan komt spr. tot den heer Jansen Ma- ncnschijn, die in onze provinciale finan- dien onverhoopt de uitgaven zoozeer dien onverhoopt dej uitgaven zoozeer mochten oploopen, dat een tekort op de begrooting dreigt, dan hebben we nog al tijd de uitgaven voor krankzinnigenverple ging anderhalf millioen als reserve in dien zin, dat daarvan desnoods esn deel naar de toekomst kan worden verschoven, al zou spr. niet gaarne deze finamcieele politiek toepassen. De heer Heukels (Ged. Staten) be antwoordt den heer Van Sleen, die het vraagstuk van de nazorg inzake zwakzinni gen en buitengewoon onderwijs in het al gemeen behandelde. Vooralsnog komt het spr. het beste voor, dat de provincie de helpende hand blijft bieden aan bestaan de particuliere instellingen. De heer Van B o e ij o n (Ged. Staten) meent, dat de quaestie van de vuilverwij- dering een zeer incidenteel karakter draagt Waar de plaatselijke maatregelen mochten te kort schieten. daar trillen Ged. Staten overwegen in hoeverre de provincie hel pend kan optreden. Verbetering en uitbreiding van de drink watervoorziening in de plattelandsgemeen ten heeft de volle aandacht van Ged. Staten. De heer Schaper (Ged. Staten) ge looft ten aanzien van een alcoholverbod aan chauffeurs van autobussen e.d. rustig te kunnen wachten op wat het Rijk zal doen. De rechtspositie van het personeel ook bij de waterschappen heeft de volle be langstelling van Ged. Staten. Ten aanzien van de hekken te Hekelingen hebben Ged. Staten gedaan wat mogelijk was. De heer Crena de Iongh (Ged. Staten) antwoordt ten opzichte van de monumenten-restauratie, dat hier het Rijk dient voor te gaan, wanneer steun noodig is. In bepaalde gevallen willen Ged. Sta ten zich wel tot het Rijk wenden. De voorzitter stelt, waar de heer Van Eek wegene ziekte afwezig is, voor, thans eerst te stemmen over de moties- Van Eek, waartoe wordt bes'oten. De eerste motie-Van Eek 200.000 voor steun aan gemeenten tot werkloosheids bestrijding) wordt met 42 tegen 14 stemmen verworpen. De tweede motie-Van Eek (stichting van een N. V. Ontginningsmaatschappij door de provincie) wordt met 33 tegen 22 stemmen eveneens verworpen. De heer Bergmeyer (S. D.) stelde voor, een memorieoost uit te trekken we gens de wenschelijkheid der stichting van een vergaderzaal voor de Provinciale Sta ten. De voorzitter vroeg zich af, of het niet op den weg van de Staten zou lig gen, aan deze opvatting uiting te geven bij de Koningin. Hij is bereid, dit nader met Ged. Staten te besoreken en zou dan de keuze van het geschikte tijdstip willen zien overgelaten aan Ged. Staten. De begrooting werd z. h. st. goedge keurd. De zitting werd gesloten. Een aardig interieurtje in een BRABANTSCHE HOFSTEDE, waar buurtgenootea bijeenkomen, en genoeglijk samen een spelletje kaarten. Bij gezellig gekout en tpel worden de win teravondjes doorgebracht. TE HELMOND is in de concertzaal „Tria non" een hevige brand uitgebroken die groote schade heeft aangericht. Het toon eel en een groot orgel verbrandden totaal. De schare bedraagt circa 20 k 25 duizend gulden. Een kijkje in de zwaar geteisterde zaal.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5