BEVOORRECHTEN
Er zijn van die gelukskinderen, die
nu letterlijk met het geluk gearmd loo-
pen. Alles hebben ze mee: hun uiter
lijk, hun manieren, hun woordenkeus,
hur? charmé en vooral ook het fortuin
waarmede het leven hun gezegend
heeft, de goede toestand waarin ze
door hun geboorte geplaatst zijn.
Alles hebben ze mee, die boffers, en
door hun overvloedige bofferij hebben
ze bovendien nog de sympathie van
bijna iedereen!
Hoe komt dat toch. dat dezen alles
en anderen niets hebben?
De pechvogels, die misdeelden, de
onele^anten. worden waarlijk niet ver
goed door de vriendelijkheid en voor
komendheid hunner medemenschen,
veeleer werven ze hun antipathie
zonder er zelfs in het minst aanleiding
toe te geven door hun gedrag, 't Is te
wiiten aan hun afstootend uiterlijk, hun
onbeholpen manier van zich bewegen
hun moeilijk zich uitdrukken in woor
den, hun stug en onbehagelijk optre
den.
Maar.is het niet jammer, dal
wij menschen. die er trotsch op zijn
niet kleingeestig of kortzichtig te
wezen, zóó oppervlakkig kunnen zijn
om achter die ruwe bolster niet de
ware kern te zoeken en te vinden. Wii
staan maar dadelijk met ons oordeel
over den nersoon klaar en geven ons
geen moeite intensiever bet wezen te
willen kennen. Onze opinie over den
persoon is gevormd en daarmee: basta!
Hetzij dat de geheimzinnige aantrek
kingskracht aan 't werk is, hetzij de
soms bijna onbewuste antipathie ons
overmeestert, we moeten eerlijk ons
zelf afvragen: verdient die persoor
mijn plotselinge hevige voorkeur of
tegenzin?
We mogen ons niet al te zeer later
drijven op gevoelens. Onze réde moet
ons gevoel leiden en dan alleen krijgen
we een zuivere normale evenwichtig
heid, die volstrekt onze gevoeligheid
niet behoeft te schaden, maar die ons
eerlijkheidsbewustzijn verscherpt en
veredelt. Als wij rechtvaardig zijn in
alles, ook daarin waar onze sympathie
afwezig is, en wij ons dwingen eë'n
zuiver en eerlijk oordeel uit te spreken
ook al is ons hart afkeerig van die uit
spraak, dan winnen we zelfrespect. En
zelfrespect geeft een geoorloofd gevoel
van eigenwaarde waaraan ieder mensch
behoefte heeft. Niets vernedert den
mensch meer dan minachting voor zich
zelf, dat maakt slap en weerhoudt den
mensch om goede daden te doen.
IRIS.
DE BEKOORLIJKE AVONDMODE.
No. 519.
Alle japonnen zijn voor 's avonds
nu zoo lang, dat ze den grond raken
of toch minstens tot de enkels reiken
Zeer lang, beteekent zeer chique, op
het oogenblik. De tijd van de parade;
van mooie (en leelijke) beenen, is
voorbij en ook meer naar boven, bi'
hals en armen, bewondert men niet
onverdeeld meer de oude stelling, dat
men daar niet gekleed behoort te zijn
Ten eerste bedekt de heel lange arm-
handschoen den arm tot over den elle
boog. Soms ook gaat men zoo te werk
dat de onderarm door een stuk mouw
tot over den elleboog bekleed wordt-
de hand en een stukje van den boven
arm blijven op deze wijze vrij. Op den
drang naar minder ongekleedheid,
komt verder tegemoet, een soort ber-
thekraag van fijne kant, in zilver,
goud of de kleur der stof. Onze tee-
kening geeft daar een voorbeeld van
De japon is van crêpe satin, zwart
met zilveren bladmotiefjes doorweven
waarbij de kleine pelerine van zilver
kant uitstekend past Het midden vat»
den rok wordt gekenmerkt door dri<
gefronste strooken.
DE JAPON VOOR ALLE DAG.
No. 520.
We zijn het er zoo langzamerhand
allen over eens, dat de vrouw er ook
thuis zoo goed mogelijk moet uitzien,
zelfs wanneer ze verplicht is haar
huiselijke bezigheden zonder hulp van
personeel te doen. De moderne wo
ning verlangt niet zoo veel vuil werk
meer, veeg- en boenmachines verrich
ten het werk, dat men vroeger met
de handen moest doen, al kruipend op
de knieën, stof veroorzakend, onzin
delijke handen, een fladderende haar
dos en transpiratie. Zelfs het koken
gaat eenvoudiger, want de groente
staat in flesschen gaar in den kelder en
aardappelen krijgen we voor enkele
centen extra, machinaal geschild
thuis. Waarmee we maar willen zeg
gen, dat het volstrekt niet meer tot
de onmogelijkheden behoort er al
huishoudende toch behoorlijk uit te
zien. Men kan er van overtuigd zijn,
dat niet alleen de vrouw zelf daar ge
noegen van heeft, maar in de eerste
plaats misschien wel haar gezin of
huisgenooten. Want onfrissche slor
digheid en het onfraaie, werken zon
der twijfel déprimeerend op de stem
ming. Zelfs netheid is niet voldoende;
wat men draagt moet ook mooi en
bekoorlijk zijn, waarmee we echter
geenszins willen pleiten voor over
dreven ijdelheid en onverantwoorde
lijke luxe. Onze dagelijksche japon
kan zonder bezwaar de drie eigen
schappen: eenvoudig, practisch en be
koorlijk hebben, waarvoor we ter illu
stratie bijgaand model plaatsen. Men
kan het in elke lichte wollen stof ma
ken, ook in fluweel, kunstzijde of peau
de peche. De witte, beige of grijze
bontrandjes langs halsopening en
mouweinde, vragen echter een geheel
effen weefsel.
MIDDAGJAPON.
No. 521.
Er zijn in de tegenwoordige mode
middagjaponnen, pompeus en onprac-
tisch, met waaierende, tot op den
grond reikende rokken, prachtige
berthekragen en «norm wijde mou
wen maar er zijn ook modellen voor
den middag, die heel wat minder lang
zijn en waaraan de ontwe'per n alle
opzichten groote soberheid betracht
heeft. Van deze laatste ziet u er hiei
een afgebeeld. Het is een robe van
een wollen weefsel in grijs-groene
tint. De rok heeft twee opgezette
oaneelen, die in een punt eindigen en
met knoopjes van groene galatith
bezet zijn. Uit die punten valt aan
weerskanten een breede plooi. Op den
van boven nauwen rok valt het zeer
ruime lijfje met V-vormige halsope
ning. De mouwen eindigen in een
viertal schuine en óver elkaar vallen
de strooken
ZILVEREN BLADEREN.
We kunnen van zilverpapier een
mooie tak met zilveren bladeren ma
ken voor de huiskamer of voor de
Kerstboom.
Daarvoor hebben we niet zulk';
groote vellen zilverpapier noodig, die
van een chocoladereep zijn groot ge
noeg. Nu snijdt men in den tuin of
ergens buiten een paar mooie takken
van een boom af, liefst met heele dunne
twijgjes. Deze versiering is uiterst ge
schikt voor den winter, als alle takken
kaal zijn. Van het zilverpapier worden
blaadjes geknipt, met een klein smal
stukje er aan, bij wijze van steeltje,
waarmee men het blad aan den twijg
kan vastlijmen of met een grijs draadje
kan vastbinden.
Er zijn natuurlijk veel blaadjes noo
dig om zoo'n tak mooi te doen schijnen.
Heeft men bij toeval gekleurd zilver
papier, rood, groen of een andere kleur,
dan zijn enkele gekleurde blaadjes er
tusschendoor zeer effectvol. De
eerste blaadjes zullen waarschijnlijk
niet dadelijk zoo mooi zijn, doch het
leert gauw aan en de moeite, die men
er voor neemt om zelf jets te maken,
wordt door het effect ruimschoots be
loond.
aanbevelen. Zij is voor haar onderste
helft van een zwart fluweel, terwijl de
rest gemaakt is van een roode
kashmir met goud en zwart dessin.
De rok heeft een dwarse heupstrook.
één geheel vormend met het klokken
de middenvoorpand. Aan weerskan
ten garneeren drie zwarte knoopjes
van galalith genoemd heupstuk.
MODERNISEER UW OUDE JAPON.
No. 523.
Wie heeft er niet nog verschillende
japonnen in de kleerkast hangen, wel
ke dateeren uit den tijd, toen de rok
ken tot slechts even voorbij de knie
reikten. (Hoe kort is dat nog maar ge
leden!) En wie vindt het niet jammer,
dat die japonnen, „waar nog niets aan
JAPON No. 522.
De meeste japonnen die men tegen
woordig ziet, zijn van een effen stof
in elk geval van een weefsel zon
der bepaald patroon. Het is daarom
volstrekt niet verboden iets te dragen
dat buiten dé grenzen van het alge
meen gangbare valt, zoodat we U deze mankeert", daar nu maar hangen,
hier afgebeelde japon gerust durven zonder dat we ze durven dragen, om
dat de mode nu een keer „lang" voor
schrijft?
Weet ge wel, dat men dergelijke
modellen zonder v§el moeite kan mo-
derniseeren, zoodat ze opnieuw ge
dragen kunnen worden? Men maakt
er te dien einde heel eenvoudig een
tuniekmodel van op de wijze als onze
teekening aangeeft. Men laat de heele
tapon intact, maar voegt er een four-
reau aan toe, die zoover uit den rok-
zoom valt, als voor de tegenwoordige
roklengte noodig is Deze nieuwe rok
moet natuurlijk van een stof zijn die
bij die der japon past. Zoo kan men bij
een roode japon heel goed een zwarte
fourreau nemen, bij beige havanna, bij
grijs zwart of bij groen een veel don
kerder nuance van dezelfde kleur.
Heeft de stof een patroon, dan kieze
men de meest opvallende kleur van
het dessin voor de tint van den
fourreau.
HALw»ii.i ïihucn.
Halskettingen, „de" groote model
Zware, bolle, nauwsluitende, ge
maakt van barnsteenen of van glazen
kralen zijn een manie. Ovaalgevormde
roode, groene en gele kralen staan
ook zeer in de gunst van H.M. Mode!
Verder ziet men twee of driedubbele
rijen langwerpige, kleinere kralen,
welke om den hals geslingerd worden
en die meest dan ook om een der
polsen preiken. Wel aardig!
Men kan deze kettingen zelf maken;
alles wat U noodig hebt is barnsteen-
kleurige- of andere kralen pl m. 5 m M.
groot, en een strengetje sterke
borduurzijde van dezelfde kleur en
verder een buisvormige sluiting.
Niet zelden gaan de groote Parijsche
kleermakers er toe over een kleurige
kralenketting op de japon te garneeren
wat dan een bizonder fraai effect
maakt. Men stelle zich maar eens voor
een ketting van jadegroene steenen met
groote tusschenruimten afgewisseld
door kleine kristaltubes, aangebracht
langs de halsopening van een zwarte
japon! Zou dit ook geen idee zijn om
zelf eens aan een japon te verwezen
lijken?
FRAN^AISE.
KNIPPATRONEN.
Van alle op deze pagina voorko
mende modellen, stellen wij papieren
knippatronen beschikbaar f 1 45
per stuk Bij bestellingen moeten be
halve het nummer der teekening,
tevens de gewenschte maat duidelijk
opgegeven worden.
Het bedrag moet in postzegels bij
gevoegd worden; men kan het echter
ook vooruit per postwissel voldoen.
Men adresseere: Redactie Damesru
briek, Stuyvesantstraat 47, Den Haag.
De volgende maten op te geven:
AB schouder.
BC gebogen arm.
C polswijdte.
DE hals tot taille.
EE taillewijdte.
EF roklengte.
HH rondom heupen
JK rug.
KL achterlengte rok.