Een Geschenk De Man van Nergensliuizen WOENSDAG 3 DECEMBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Twee personen aangereden. Maandagavond deed iemand bij de po litie te Haarlem aangifte, dat hij in het Kenaupark bijna was aangereden door een vrachtauto, waarvan de bestuurder op zeer onvoorzichtige wijze reed. De be stuurder was in de Ursulastraat een café binnengegaan. Toen hij weer naar buiten kwam, wilde de motorbrigade der politie hem aanhouden, maar hij wist op zijn auto te springen en snel weg te rijden. Hij reed met groote snelheid van de Nassaulaan naar de Botermarkt. Hier had een botsing plaats. Een wielrijder, die een aohttien-jarig meisje op zijn bagage drager had, en van het Verwulft naar de Botermarkt wilde "aan, werd door den woesteling aangereden, waarna deze zijn vlucht opgaf en stopte. Het meisje werd van het rijwiel geworpen; zij kreeg schaaf wonden aan de handen en een buil bo ven het linkeroog. Ook verloor zij het bewustzijn. Zij moest per auto naar haar woning worden vervoerd. De auto is in beslag genomen. De bestuurder, een vier en veertig-jarige chauffeur, wonende te Haarlem, die onder den in-vloed van ster ken drank verkeerde, is ter ontnuchtering in het politiebureau aan de Smedestraat in bewaring gesteld. Tegen hem werd proces-verbaal opgemaakt. Aan de gevolgen overleden. Te Looijopzartd is gisterochtend de heer G. Wijtvliet, die j.l. Vrijdag door een auto, bestuurd door den heer Kollaeri. uit Rabo3 (België) werd aangereden, aan de beko men verwondingen overleden. Noodlottig cngeluk. Gistermorgen had het veertienjarig zoontje H. van den heer J. H. te Gronin gen het ongeluk van den zoldei te vallen, waarbij hij zoo noodlottig neeikwam, dat hij met zijn kin bleef hangen aar. een daar gespannen touw. Zoo hangende werd hij door zijn moeder gevonden. De ijlings ont boden geneesheer kan slechts den dood constateeren. MATER 1AALTREIN ONTSPOORD. Geen persoonlijke ongelukken. De materiaaltrein van Leeuwarden naar Stavoren is gistermorgen vroeg bij Wor- kum uit de rails geloopen, vermoedelijk door verkeerden wisselstand. Eenige wa gens vielen uit de lijn en versperden al dus het verkeer. De volgende treinen, waar onder de boottrein voor Holland, moest eveneens voor de plaats van net ongeval stoppen, Vaar de reizigers konden over stappen. om hun reis met een anderen trein naar Stavoren voort te zetten Hoe groot de schade is, kan men op het oogenblilc nog niet nagaan. Men hoopt in den loop van heden nog de lijn weeT vrij te krij- gen. Persoonlijke ongevallen kwamen niet voor. DE AANSLAG TE ARNHEM. De aanvaller bekent. De man, die door de politie j.l. Zondag te Dieren is aangehouden, verdacht van poging tot diefstal met geweldpleging in een café te Arnhem, heeft een volledige bekentenis afgelegd en verklaarde uit ar moede te hebben gehandeld. De bewusteloos geslagen caféhouder maakt het redelijk wel. Het revolverdrama te Rijsbergen. De toestand van het meisje, dat to Rijsbergen door haar afgewezen minnaar met een revolver werd beschoten is nog steeds zeer zorgwekkend. De omstandigheden in aanmerking ge nomen maakt haar broer het zeer goed. dat altijd welkom is aanVnan, vrouw, jon gen of meisje, is een 9fcós of tube Purol. 467 Politie-agent aangevallen. Zaterdagavond na het sluiten der ca- fé's surveilleerde de hoofdagent van po litie, W. J. den Aster, in de Breeslraat te Beverwijk, toen hij plotseling van ach teren weid besprongen Joor F. B-, die den politieman een aantal vuistslagen in het gelaat toe-bracht. De hoofdagent wilde zijn aanvaller ar resteeren, doch de man pleegde zoo hevig verzet, dat er versterking noodig was o-m den woesteling naar het politie-bureau over te brengen. Nadat B. Zondagmorgen door den bur gemeester was gehoord, werd hij op vrije voeten gesteld. Maandag is hij echter op last van den Officier van Justitie te Haarlem opnieuw gearresteerd. Naar wij vernemen, gold deze aanval een wraakoefening. De aanvaller was n.l. ©enigen tijd geleden geverbaliseerd wegens he-t verbrijzelen van een ruit in een viechwinkel, voor welk delict hij tot vijf tien dagen gevangenisstraf veroordeeld was. Fantasie? Maandagmorgen half elf is op den Stam-- mersdijk te Weesperkarspel aangehouden een 13-jarige meisje dat zeide uit Amster dam ontvoerd te zijn.' Toen zij van haai woning in het Linaeushof te Watergraafs meer naar de R. K. meisjesschool in de In dische buurt zou gaan, werd zij. aldus ver telde het meisje, door ©en man geblind doekt en ook werd haar ©en doek voor den mond gehouden. Te voet kwam zij te Weesperkarspel, waar de man haar ge lastte rechtuit te gaan en niet om te zien, anders zou hij haar doodschieten Nabij een woonark had zij den doek weggerukt en te water gesprongen, waarna zij bij den veehouder S. om hulp had gevraagd. De moeder van het meisje veronderstelt, dat zij achter op een auto is geklommen, ©en van haar liefhebberijen, en du dit ''er- haal heeft verzonnen. Een jonger zusje van haar is kort geleden inderdaad aangerand. BIJNA VIJFTIG DUIZEND GULDEN VERDWENEN. Ten nadeele der Coöp. Suikerfabriek „Dinteloord". Maandagmiddag is ten nadeele der Coöp. Suikerfabriek „Dinteloord"' te Stara- persgat" een bedrag van ongeveei 50.000 ontvreemd. De ongehuwde bediende G., wonende te Dinteloord, zou des midJags, in opdracht van zijn directie, namens de Coöp. Suikerfabriek bij de Bank van P. van Gilse Zoon te Roosendaal 47.500 halen voor het uitkeeren van loonen en an dere betalingen. In tegenstelling met de gewoonte keerde hij niet per autobus, doch met de tram te -Stfampersgat terug. Hij overhandigde de geldzakken, die in de kluis werden ge plaatst. Toen later een der onderdirecteuren een bedrag aan geld noodig had, bleek bij ope ning der zakken, dat inplaats van bank- j papier hierin oude couranten zalen gebor gen, terwijl inplaats van zilvergeld steen tjes werden gevonden. Onmiddellijk werd- de bediende G. ter nadere verklaring op het kantoor ontbc- i den Hij kon echter geen opheldering ge ven, zoodat men de politie waarschuwde. Deze stelde ©en onderzoek in, dat den ge- heelen nacht door tot Dinsdag voortduur de. Ofschoon G. meerdere malen door de politie werd gehoord, heeft hij tot op he- den geen enkele verklaring afgelegd. Nog zij medegedeeld, dat als regel een andere klerk der fabriek naar Roosendaal ging, om geld te halen. Ditmaal had G. aan zijn chef verzocht, om deze opdracht te mogen uitvoeren, daar hij te Roosen daal nog eenige boodschappen had te doen. De politie te Roosendaal gaat thans na, waar G. zich tijdens zijn verblijf aldaar heeft opgehouden. Een winkelbediende bewusteloos geslagen en beroofd. Maandagavond werd te Nieuwenhagen (L.) een 34-jarige winkelbediende door twee onbekende mannen overvallen, bewusteloos geslagen en van een bedrag van 150 be roofd. De winkelbediende had het geld voor zijn baas geincasseerd Toen hij bij bewustzijn kwam, werden de marechaus sees met het gebeurde in kennis gesleld. De daders waren natuurlijk gevlogen. De bediende had hoofdwonden opgeloopen. Zwijntjesjagers in het groot. De Haagsche recherche is erin ge slaagd vier rijwieldieven aan te houden, die in de laatste drie maanden niet min der dan zes en veertig karretjes moeten hebben gestolen. Het zijn de vijf en twin tig-jarige B. H., die vier en dertig-jarige G. D., de zeven en twintigjarige J. C. W., en de twee en twintig-jarige G. P. J. S., van wie de eerstgenoemde drie reeds naar het Huis van Bewaring zijn overgebracht. B. *i. moet den diefstal van acht rijwielen op zijn geweten hebben, terwijl D. en W. worden verdacht tezamen zee en twintig fietsen te hebben gestolen en S. alleen twaalf stuks. Alle zes en veertig rijwielen zijn bereids opgespoord bij particulieren, aan wie zij waren verkocht, of bij de Bank van Lee ning, voorzoover ze niet nog in het „be zit" van de aangehoudenen waren. D. en VV. handelden in combinatie, met dien ver stande, dat W. optrad als verkooper; laatstgenoemde placht te zeggen, dat hij binnenkort naar Indië ging en derhalve zijn rijwiel van de hand wenschte te doen. De rijwielen zijn alle door de oorspron kelijke eigenaren herkend en door de zorgen der politie weer te hunner beschik king gesteld. DE JOURNALIST-VERSTEKELING. Het verhaal van zijn ontvluchting. Zooals wij reeds berichten, heeft Je Schiedamsche politie een verstekeling van boord van het stoomschip Hilversum ge haald, dat in de Wilhelminahaven mei een lading mijnhout voor anker ligt. In ©en in terview, dat de „N. R. C." met den Rus gehad heeft, waarbij hij zich mede door gebaren en teekeningen trachtte verstaan baar te maken, is het blad het volgende te weten gekomen. Pawel Andrjewitsj Romanóf, geboren in 1895 te Tsaritsin (het tegenwoordige Sta lingrad) voelde zich van jongsaf aange trokken tot de journalistiek, maar daar dit blijkbaar geen geld genoeg opleverde, moest hij er het schrijnwerkers vak bij uit oefenen, om aan den kost te komen. Toen hij zeventien jaar was wist hij een baan tje te krijgen aan de Tsaritsinkij Wjestuik als correspondent voor het politienieuws. Was hij vóór de revolutie in dienst van het propagandabureau bij het witte leger, nadien werkte hij aanSovjetkrantcn. D't heeft hij tjen jaar.,volgehouden, j.otdat men ineens tot de ontdekking .kwam, wat hij vroeger geweest was éii 'gepresteerd had. Gevangenneming was het onmiddellijk ge volg met veroordeeling tot den kogel vol gens par. 58 van het wetboek van straf recht van de sovjetunie, waarondoi alle actieve bestrijders van de sovjetunie val len, maar omdat zijn misdrijf gerangschikt kon worden onder punt 13 van die paragr., werd zijn vonnis veranderd in tien jaar opsluiting in ©en concentratiekamp. Ingedeeld bij de dwangarbeiders moest hij dagelijks achttien uren achtereen mijn- hout dragen uit het bosch naar de rivier met een pond zwart brood als dagranUoen en rivierwater om zijn dorst ie lesschen. Zeventien maanden heeft hij dat volgehou den, totdat hij de kans waagde, zijn vrij heid terug te krijgen, al zou ook bij ont dekking de dood ermee gemoeid zijn. Op een donkeren avond, toen de laatste rij palen aan het vlot was gehaakt, dat de rivier afzakte tot de plaats waar het stoom schip lag, dat de lading moest innemen, liet hij zich ongemerkt in den stroom zakken, greep de laatste prop en liet zich in het ijs wat er meedrijven, uren en uren lang. Hoewel geheel uitgeput en nalf bevro ren, op het punt in de Dwina weg te zin- UIT DE RADIO WERELD Programma's voor Donderdag 4 December. Huizen, 1875 M. 8.009.15 Platenconcert. 10.0010.30 Dameskoor. 10.3011.00 Ziekendienst. 11.30—12.00 Godsd. halfuurtje. 12.00—12.15 Politieber. 12.15—1.45 KRO-trio. I.452.00 Gramofoonpl. 2.00—2.45 Gramofoonpl. 2.453.45 Handwerkcursus. 3.454.00 Gramofoonpl. 4.005.00 Ziekenuurtje. 5.006.30 Concert. Mej. Lies Thoen (zang), Mej. Jo Thoen (viool), B. M. Lub bers (cello), D. F. Gildemeester (piano). 6.306.45 Knipcursus. S457.15 Gramofoonpl. i.ro7.45 Maleisch. 7.458.00 1 olitieber. 8.0010.45 S. Stemerding: De evolutie van het onderwijzerschap. Concerl NCRV- Dameskoor, Chr. Radio-orkest en Jac Ph. Caro (bas), ca. 10.00 Vaz Dias. 10.4511.30 Gramofoonpl. Hilversum, 298 M. Uitsluitend AVRO-uitzending. 8.45 Gramofoonpl. 10.0010.15 Morgenwijding. 10.3012.00 Ochtendconcert AVRO-kwin- tet. 12.002.00 Concert Cinema Royal, Am sterdam. 2.002.30 Vrouwen-halfuurtje. 3.004.00 Naaicursus. 4.004.30 Gramofoonpl. 4.30—5.30 Eng. Les. 7.308.00 Prof. dr. J. R. Slotemaker do Bruine: Je weerstand vah den mensch in den malaise-tijd. 8.009.25 Concert Omroeporkest m. m. v. Helène Cals (sopraan). 9.259.40 Causerie. 9.4010.20 Concertgebouw Amsterdam, m. m. v. Maria von Basilides (zang) en Kon. Mannenzang-Ver. „Apollo". 10.20 Vaz Dias. 10.3011.00 Concert Omroeporkest II.0011.30 Aansl. Carlton Hotel Am sterdam. 11.3012.00 Gramofoonpl. D a v e n t r y. 1 5 5 4,4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. kn, herleefde zijn hoop bij het bereiken van het stoomschip Hilversum, dat hem in veilige haven zou moeten brengen. Met in spanning van zijn laatste krachten wist hij ongemerkt aan boord te klauteren en zich te verbergen tusschen de kolen. De gepeoe zat hem echter kort op de hie len. Men scheen ©en vermoeden te heb ben van de manier, waarop hij ontsnapt was, want zijn achtervolgers hebben het geheele schip doorzocht en met lange ijzeren haken links en rechts door de ko len gestoken, waarbij hij de prikken langs zich heen voelde gaan, maar het is bij zoe ken gebleven en hij is niet gevonden. De grootste vreugde, die hij joit be leefd heeft, gevoelde hij op het oogenblik, dat de stoomfluit drie stooten als teeken van vertrek gaf. Drie dagen had hij reeds zonder eten of drinken doorgebracht, maar toen werd de dorst hem te machtig. Den loden November aan boord gekropen, is hij dén vierden nacht langs de touwladder naar beneden geklommen en heeft daar zoo goed en zoo kwaad als het ging met ©en hand zijn dorst gclescht met zeewater. Nog twee dagen mo&st hij verborgen blijven, want nog was hij od Russisch grondgebied, en met den meed der wan hoop heeft hij volgehouden, voorioopig met succes. Toen hij, zwart als de kolen, die hem bijna ©on week tot legerstede hadden gediend, uit zijn schuilplaats te voorschijn kwam, liet hij zich onmiddellijk bij den kapitein melden, maar aangezien niemand hem verstond, heeft de geheele bemanning door daden trachten gied te maken, wat zij aan woorden tekortschoot, wat blijkt uil den lof, dien de vluchteling zijn bescher mers toezwaaide. 12.20 Concert. I.202.20 Orgelspel door E. O'Henry. 2.30 Uitz. voor scholen. 4.50 Orkestconcett. 5.35 Kinderuurtje. 6.2Lezing en Berichten. 7.00 Zang door M. Bonin en J. Tl orpe. 7.20 Lezingen. 8.05 Concert. 9.20 Berichten en Lezing. 10.00 Vaudeville. II.0512.20 Dansmuziek. 12.20 Televisie. „Radio Pari s", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonpl. 4.05 Dansmuziek. 4.35 Kinderuurtje. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 „l'Hotel de Ville" van M. Grigout Tooneeluitz. 9.05 Concert. Koor en piano. 9.50 Concert-Kwintet en koor. Latigeoberg, 473 M. 6.207.20 Gramofoonpl. 11.30 Gramofoonpl. 12.201.50 Orkestconcert. 4.355.35 Gramofoonpl. 7.05 Orkestconoert. Intermezzo: Decla matie en zang. 9.50 Slot van de Zesdaagsche te Keulen. Daarna tot 11.20: Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Orkestconcert. #20—4.20 Orkestconcert. 4.204.50 Kinderuurtje. 7.209.20 Orkestconcert en zang. 9.4011.50 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonpl. 8.35 Trio-ooncert. 9.05 Concert georganiseerd door de RESEF. Zeesen, 1635 M. 5.457.00 Lezingen, daarna vrocgconcert. 9.2011.20 Lezingen. 11.2012.15 GramofooinpL 12.151.20 Lezingen. 1.202.20 Gramofoonpl. 2.203.50 Voordrachten. 3.504.50 Middagconcert Berlijn. 4.507.15 Lezingen en Berichten. 7.20 Avondconcert. 9.35 Weerbericht en daarna tot 11.50 Dansmuziek Dajos Béla. Maar nu zit hij in Schiedam en wat nu? Moet hij naar zijn land terug? Papieren heeft hij bij zich, maar geld natuurlijk niot. Als ik terug moet, dan spring ik overboord, wist hij met gebaren duidelijk te maken, en dan zal ik mijn armen niet uitstrekken om te zwemmen, m.a.w.: liever dood, dan terug. Over den tegenwoordigen toestand in Rusland was geen woord van den man los te krijgen,, omuat hij bang was zjjn makkers daarmee te benadeelen. Zijn plan is om als het mogelijk is mot meubelmaken ©enig geld te verdienen, om dan naar Parijs te gaan en zich in verbin ding te stellen met het comité voor Rus sische emigranten. SPOORWEGARBEIDERS NAAR SOVJET-RUSLAND Om indrukken op te doen. Onder groote belangstelling zijn Zon dagmiddag vijf spoor wegaibeiders uit Haarlem, vormende een onderdeel van een spoorweg-delegatie uit Nedeiland, voor ©en reis naar Sovjet-Rusland vertrokken. De reis, aldus het „Volk", zal drie we ken duren om indrukken op te doen over spoorwegen en werkj t .sen, arbeidstoe standen, enz., in Rus»a...i, Het zijn arbei ders van de Centrale Werkplaats: twee zijn georganiseerd in de Ned. Ver. van Spoor er Tram, twefe geroyeerde leden dezer veroeniging en één georganiseerde bij St. Raphael. De hcele delegatie be staat uit drie communisten, vijl sociaal democraten, éen R.K. en verder partij- looze arbeiders. FEUILLETON door VICTOR BRIDGES Vertaling van F. van Velsen. 43) „Dat ben ik ook van plan", zei ik met vuur. Ik zal zelfs zoover gaan, dat ik hem spreek over een getuige dien ik heb, in den vorm van een vriendelijken toerist, die ge logeerd iB in „De Ploeg" en toevallig daar aan het jagen was. Misschien komt hij je dan wel een bezoek brengen, Billy." „Dat hoop ik", zei Billy; „ik ken zoo weinig deftige Engelsche heeren." Toen grinnikte hij weer op zijn karakteristieke manier. „Intusschen ga ik weer een beetje op verkenning uit. Ik weet niet of je vrien den na dit uitstapje de plaat zullen poet sen, maar ik ben van plan, om vanavond even op de „Hollies" te gaan kijken, wat er aan de hand is." „Ik kan het niet goedkeuren, dat Ita- liaansche heeren met geweren rondzwal ken", zei ik „te oordeelen naar het weinig- je, dat ik van hen heb gezien." Toen stond ik op. „Nu moet ik gaan", vervolgde ik, „anders ben ik te laat voor mijn verrijze- Billy ging mee tot aan de deur. „Zullen wij elkaar morgen ergens ontmoeten?" vroeg hij. „of kan het je schikken, om hier te komen?" Ik dacht een oogenblik na. „Ik zal in den namiddag komen", zei ik. '„Ik zal hun zeggen, dat ik moet gaan zien, hoe het met de reparatie van mijn auto 6taat." In tamelijk opgewonden stemming bij de gedachte aan de verrassing, welke Mau rice aan den dag zou leggen, aanvaardde ik met versnel 'en pas mijn terugtocht naar Ashton. Toen ik ongeveeT drievierden van den weg had afgelegd en den hoek om sloeg, waar ik voor het ontbijt Billy had ontmoet, zag ik een kleinen jongen met een tamelijk vies gezicht op de bank zitten. Toen ik naderbij kwam, stond hij op, keek mij onderzoekend aan en ging midden op den weg staan. „Neem mij niot kwalijk, mijnheer", zei hij, ,.is U mijnheer Northcote?" „Dat heb je goed geraden, ventje", was mijn antwoord. Hij stak daarop zijn hand in zijn zak en haalde er een overdadig bedui- molde enveloppo uit. ,.De dame vroeg mij het U te geven, mijnheer." Ik nam den brief en opende hem. Bij het schemerende licht kon ik met eenige in spanning den inhoud lezen. „Indien U eenige waarde aan uw leven recht, verlaat dan onmiddellijk Ashton. Guarez en de andern zijn U gevolgd hier heen en uw neof spant met hen samen Het is mijn plicht, daarom neem ik deze laatste kans waar, om U te waarschuwen. Ik kan niets meer voor U doen. Ik bid God dat U moogt ontsnappen, nu er nog tijd voor is. Vernietig dit briefje. M.-S." „Waar heb je dit briefje ontvangen?" vroeg ik. Hij aarzelde „De dame verbood mij het te zeggen." Ik strk mijn hand in mijn zak en haalde er een vijfshillingatuk uit. „Kijk eens hier, baasje", zei ik, „als je mijn vraag beantwoordt krijg je dit." Hi] schudde vasiberaden zijn hoofd. „Ik heb het de dame beloofd, mijnheer." Ik stak het geld in mijn zak en ik voelde mij beschaamd. „Je bent een beste jongen, hoor", zei ik. „Mar hoe wist je, dat ik mijnheer North cote was?" „De dame zei, hoe U er uitzag: Groote mijnheer, zei ze, met een bruin gezicht." „Zei ze dat?" lachte ik. Ik dacht ever. snel na. „Wil je een brief van mij aan de dame terugbezorgen vroeg ik, „dat beeft de dame je toch niet verboden, is het wel Het hoofd schudde van neen. „Goed, dan", zei ik. „Jij brengt het brief je en ik geef jou tien shilling." De grootheid van het bedrag deed hem wankelen. „Een halve guineahijgde hij. „Ja, de waaide is heizelfde, vent", zei ik erwijl ik het geld te voorschijn haalde. „Houd je hand maar op." Hij kneep het vast in zijn kleine bruine vuist, en terwijl hij zich v n den se' ik her stelde, scheurde ik een blaadje uit mijn zakboekje en schreef mijn boodschap: „Wil U mij morgen om drie uur ont moeten in „De Ploeg" te Woodford of anders daar een brielje voor mij aigevi.- waar ik U kan spreken STUART NORTHCOTE. Ik vouwde het op en gaf het aan den oogen. „Daar", zei ik, ..geef het aan de dame en wel zoo spoedig mogelijk." Zijn plotselinge schredo op den weg naar fortuin, scheen hem met stomheid ge slagen te hebben, want hij stelde zich te vreden met een knik en vloog toen. zoo snel zijn beenen hem konden dragen, den weg af. Ik wachtte tot hij uit het gezicht was, dan bracht ik de melodramatische waar- schuiving van Mercia aan mijn lippen en drukte er een kus op. Al was het dan ook iets te laat geweest, het briefje was daar om niet minder welkom. En wat de redac tie betreft was het zeker goed genoeg voor mij. Mijn hart werd vervuld van een soort overwinning6irots, want het feit, dat zij trachtte mij te redden, was voorzeker een voldoende bewijs, dat zij mij op mijn woord had geloofd, niettegenstaande alles tegen mij pleit te. Als ik haar morgen maar kon spreken, dan zou ik haar betreffende mijn gevoelens niet in onzekerheid laten. Ik smachte er naar, het ellendige, helsche geheim te ont hullen, doch mijn eed aan Northcote ver hief -zich als een muur lusschen mij en mijn verlangen. Hoe verliefd ik ook was, toch kon ik er niet toe komen, zijn ge heim te verraden, alvorens de drie ver vloekte weken verstreken waren. Ik scheurde het briefje in uiterst kleine stukjes en gaf ze aan den wind prijs. Daar na vervolde ik mijn weg en ging langs een zijpad eon achterpoortje van de plaats bin nen. Het was nu geheel schemerdonker en zelfs indien iemand op den uitkijk zou go- staan hebebn, twijfel ik er aan, of hij mij over 't grasveld zou hebben zien aanko Zonder opgemerkt te worden, ging ik re gelrecht naar het terras. De openslaande glazen deur van de rookkamer stond o - en ik hield mij buiten het licht, dat in breeden bundel naar buiten slraaldo ging zoo dicht mogelijk bij de open i'u Rtaan, zoodat ik er slechts een paar pas sen van af stond. Toen hoorde ik de 6tem van Maurice, ,,'t Is een buitengewoon geval", sprak bij. „De schuit lag aan het eiland vastgemeerd, vol gens den knecht en tooh was er geen spoor van hem te vinden." Ik glimlachte flauwtjes. „Ik hoop in Gods naam, dat hij maar niet in de kreek is gevallen", klonk de stem van York angstig. „Zou het niet het beste zijn, als wij allen te zamen terug gingen en alles afzochten, voor wij het aan de dames zeggen?" „Dat zal het beste zijn", zei Maurice. „Ik ben werkelijk vroeselijk bezorgd over hem." Ik stapte kalm over den drempel. „In dat geval, Maurice", zei ik, „haasl ik nnij, je gcvoe'ons te verlichten." Ik geloof niot, al was ik onsterfelijk, dat ik ooit het gelaat van Maurice zal vergo ten. Zijn wangen werden aschgrauw en ge durende eenige seconden staarde hij mij met een soort ongcloovigen afschuw aan. Indien er nog eenige twijfel aan.zijn sohuld bij mij was overgebleven, dan werd die schuld gedurende deze dramatische secon den ten volle bewezen. Met zichtbare inspanning herstelde hij zich voldoende om tegen mij te lachen. „Sapperloot, Stuart, wat maak je ons onnoodig ongerust. Wij vreesren al, dat je in de kreek was gevallen", zei hij met be vende stem. „Neen", antwoordde ik vriendelijk, ,,'t was alleen maar mijn hoed, die er in viel, En terwijl ik het voorwerp in kwestie van mijn hoofd nam, zei ik: „Kijk eens", en hield hem tegen het licht, zoodat zij allen het gat van den kogel konden zien. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9