Een Geschenk
De Man
van Nergensliuizen
WOENSDAG 3 DECEMBER 1930
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Twee personen aangereden.
Maandagavond deed iemand bij de po
litie te Haarlem aangifte, dat hij in het
Kenaupark bijna was aangereden door
een vrachtauto, waarvan de bestuurder
op zeer onvoorzichtige wijze reed. De be
stuurder was in de Ursulastraat een café
binnengegaan. Toen hij weer naar buiten
kwam, wilde de motorbrigade der politie
hem aanhouden, maar hij wist op zijn
auto te springen en snel weg te rijden.
Hij reed met groote snelheid van de
Nassaulaan naar de Botermarkt. Hier had
een botsing plaats. Een wielrijder, die
een aohttien-jarig meisje op zijn bagage
drager had, en van het Verwulft naar de
Botermarkt wilde "aan, werd door den
woesteling aangereden, waarna deze zijn
vlucht opgaf en stopte. Het meisje werd
van het rijwiel geworpen; zij kreeg schaaf
wonden aan de handen en een buil bo
ven het linkeroog. Ook verloor zij het
bewustzijn. Zij moest per auto naar haar
woning worden vervoerd. De auto is in
beslag genomen. De bestuurder, een vier
en veertig-jarige chauffeur, wonende te
Haarlem, die onder den in-vloed van ster
ken drank verkeerde, is ter ontnuchtering
in het politiebureau aan de Smedestraat
in bewaring gesteld. Tegen hem werd
proces-verbaal opgemaakt.
Aan de gevolgen overleden.
Te Looijopzartd is gisterochtend de heer
G. Wijtvliet, die j.l. Vrijdag door een auto,
bestuurd door den heer Kollaeri. uit Rabo3
(België) werd aangereden, aan de beko
men verwondingen overleden.
Noodlottig cngeluk.
Gistermorgen had het veertienjarig
zoontje H. van den heer J. H. te Gronin
gen het ongeluk van den zoldei te vallen,
waarbij hij zoo noodlottig neeikwam, dat
hij met zijn kin bleef hangen aar. een daar
gespannen touw. Zoo hangende werd hij
door zijn moeder gevonden. De ijlings ont
boden geneesheer kan slechts den dood
constateeren.
MATER 1AALTREIN ONTSPOORD.
Geen persoonlijke ongelukken.
De materiaaltrein van Leeuwarden naar
Stavoren is gistermorgen vroeg bij Wor-
kum uit de rails geloopen, vermoedelijk
door verkeerden wisselstand. Eenige wa
gens vielen uit de lijn en versperden al
dus het verkeer. De volgende treinen, waar
onder de boottrein voor Holland, moest
eveneens voor de plaats van net ongeval
stoppen, Vaar de reizigers konden over
stappen. om hun reis met een anderen trein
naar Stavoren voort te zetten Hoe groot
de schade is, kan men op het oogenblilc
nog niet nagaan. Men hoopt in den loop
van heden nog de lijn weeT vrij te krij-
gen.
Persoonlijke ongevallen kwamen niet
voor.
DE AANSLAG TE ARNHEM.
De aanvaller bekent.
De man, die door de politie j.l. Zondag
te Dieren is aangehouden, verdacht van
poging tot diefstal met geweldpleging in
een café te Arnhem, heeft een volledige
bekentenis afgelegd en verklaarde uit ar
moede te hebben gehandeld.
De bewusteloos geslagen caféhouder
maakt het redelijk wel.
Het revolverdrama te Rijsbergen.
De toestand van het meisje, dat to
Rijsbergen door haar afgewezen minnaar
met een revolver werd beschoten is nog
steeds zeer zorgwekkend.
De omstandigheden in aanmerking ge
nomen maakt haar broer het zeer goed.
dat altijd welkom is aanVnan, vrouw, jon
gen of meisje, is een 9fcós of tube Purol.
467
Politie-agent aangevallen.
Zaterdagavond na het sluiten der ca-
fé's surveilleerde de hoofdagent van po
litie, W. J. den Aster, in de Breeslraat
te Beverwijk, toen hij plotseling van ach
teren weid besprongen Joor F. B-, die
den politieman een aantal vuistslagen in
het gelaat toe-bracht.
De hoofdagent wilde zijn aanvaller ar
resteeren, doch de man pleegde zoo hevig
verzet, dat er versterking noodig was o-m
den woesteling naar het politie-bureau
over te brengen.
Nadat B. Zondagmorgen door den bur
gemeester was gehoord, werd hij op vrije
voeten gesteld. Maandag is hij echter op
last van den Officier van Justitie te
Haarlem opnieuw gearresteerd.
Naar wij vernemen, gold deze aanval
een wraakoefening. De aanvaller was n.l.
©enigen tijd geleden geverbaliseerd wegens
he-t verbrijzelen van een ruit in een
viechwinkel, voor welk delict hij tot vijf
tien dagen gevangenisstraf veroordeeld
was.
Fantasie?
Maandagmorgen half elf is op den Stam--
mersdijk te Weesperkarspel aangehouden
een 13-jarige meisje dat zeide uit Amster
dam ontvoerd te zijn.' Toen zij van haai
woning in het Linaeushof te Watergraafs
meer naar de R. K. meisjesschool in de In
dische buurt zou gaan, werd zij. aldus ver
telde het meisje, door ©en man geblind
doekt en ook werd haar ©en doek voor den
mond gehouden. Te voet kwam zij te
Weesperkarspel, waar de man haar ge
lastte rechtuit te gaan en niet om te zien,
anders zou hij haar doodschieten Nabij een
woonark had zij den doek weggerukt en
te water gesprongen, waarna zij bij den
veehouder S. om hulp had gevraagd.
De moeder van het meisje veronderstelt,
dat zij achter op een auto is geklommen,
©en van haar liefhebberijen, en du dit ''er-
haal heeft verzonnen. Een jonger zusje van
haar is kort geleden inderdaad aangerand.
BIJNA VIJFTIG DUIZEND GULDEN
VERDWENEN.
Ten nadeele der Coöp. Suikerfabriek
„Dinteloord".
Maandagmiddag is ten nadeele der
Coöp. Suikerfabriek „Dinteloord"' te Stara-
persgat" een bedrag van ongeveei 50.000
ontvreemd. De ongehuwde bediende G.,
wonende te Dinteloord, zou des midJags,
in opdracht van zijn directie, namens de
Coöp. Suikerfabriek bij de Bank van P.
van Gilse Zoon te Roosendaal 47.500
halen voor het uitkeeren van loonen en an
dere betalingen.
In tegenstelling met de gewoonte keerde
hij niet per autobus, doch met de tram te
-Stfampersgat terug. Hij overhandigde de
geldzakken, die in de kluis werden ge
plaatst.
Toen later een der onderdirecteuren een
bedrag aan geld noodig had, bleek bij ope
ning der zakken, dat inplaats van bank- j
papier hierin oude couranten zalen gebor
gen, terwijl inplaats van zilvergeld steen
tjes werden gevonden.
Onmiddellijk werd- de bediende G. ter
nadere verklaring op het kantoor ontbc- i
den Hij kon echter geen opheldering ge
ven, zoodat men de politie waarschuwde.
Deze stelde ©en onderzoek in, dat den ge-
heelen nacht door tot Dinsdag voortduur
de. Ofschoon G. meerdere malen door de
politie werd gehoord, heeft hij tot op he-
den geen enkele verklaring afgelegd.
Nog zij medegedeeld, dat als regel een
andere klerk der fabriek naar Roosendaal
ging, om geld te halen. Ditmaal had G.
aan zijn chef verzocht, om deze opdracht
te mogen uitvoeren, daar hij te Roosen
daal nog eenige boodschappen had te doen.
De politie te Roosendaal gaat thans na,
waar G. zich tijdens zijn verblijf aldaar
heeft opgehouden.
Een winkelbediende bewusteloos geslagen
en beroofd.
Maandagavond werd te Nieuwenhagen
(L.) een 34-jarige winkelbediende door twee
onbekende mannen overvallen, bewusteloos
geslagen en van een bedrag van 150 be
roofd. De winkelbediende had het geld
voor zijn baas geincasseerd Toen hij bij
bewustzijn kwam, werden de marechaus
sees met het gebeurde in kennis gesleld.
De daders waren natuurlijk gevlogen. De
bediende had hoofdwonden opgeloopen.
Zwijntjesjagers in het groot.
De Haagsche recherche is erin ge
slaagd vier rijwieldieven aan te houden,
die in de laatste drie maanden niet min
der dan zes en veertig karretjes moeten
hebben gestolen. Het zijn de vijf en twin
tig-jarige B. H., die vier en dertig-jarige
G. D., de zeven en twintigjarige J. C. W.,
en de twee en twintig-jarige G. P. J. S.,
van wie de eerstgenoemde drie reeds naar
het Huis van Bewaring zijn overgebracht.
B. *i. moet den diefstal van acht rijwielen
op zijn geweten hebben, terwijl D. en W.
worden verdacht tezamen zee en twintig
fietsen te hebben gestolen en S. alleen
twaalf stuks.
Alle zes en veertig rijwielen zijn bereids
opgespoord bij particulieren, aan wie zij
waren verkocht, of bij de Bank van Lee
ning, voorzoover ze niet nog in het „be
zit" van de aangehoudenen waren. D. en
VV. handelden in combinatie, met dien ver
stande, dat W. optrad als verkooper;
laatstgenoemde placht te zeggen, dat hij
binnenkort naar Indië ging en derhalve
zijn rijwiel van de hand wenschte te
doen.
De rijwielen zijn alle door de oorspron
kelijke eigenaren herkend en door de
zorgen der politie weer te hunner beschik
king gesteld.
DE JOURNALIST-VERSTEKELING.
Het verhaal van zijn ontvluchting.
Zooals wij reeds berichten, heeft Je
Schiedamsche politie een verstekeling van
boord van het stoomschip Hilversum ge
haald, dat in de Wilhelminahaven mei een
lading mijnhout voor anker ligt. In ©en in
terview, dat de „N. R. C." met den Rus
gehad heeft, waarbij hij zich mede door
gebaren en teekeningen trachtte verstaan
baar te maken, is het blad het volgende te
weten gekomen.
Pawel Andrjewitsj Romanóf, geboren in
1895 te Tsaritsin (het tegenwoordige Sta
lingrad) voelde zich van jongsaf aange
trokken tot de journalistiek, maar daar dit
blijkbaar geen geld genoeg opleverde,
moest hij er het schrijnwerkers vak bij uit
oefenen, om aan den kost te komen. Toen
hij zeventien jaar was wist hij een baan
tje te krijgen aan de Tsaritsinkij Wjestuik
als correspondent voor het politienieuws.
Was hij vóór de revolutie in dienst van
het propagandabureau bij het witte leger,
nadien werkte hij aanSovjetkrantcn. D't
heeft hij tjen jaar.,volgehouden, j.otdat men
ineens tot de ontdekking .kwam, wat hij
vroeger geweest was éii 'gepresteerd had.
Gevangenneming was het onmiddellijk ge
volg met veroordeeling tot den kogel vol
gens par. 58 van het wetboek van straf
recht van de sovjetunie, waarondoi alle
actieve bestrijders van de sovjetunie val
len, maar omdat zijn misdrijf gerangschikt
kon worden onder punt 13 van die paragr.,
werd zijn vonnis veranderd in tien jaar
opsluiting in ©en concentratiekamp.
Ingedeeld bij de dwangarbeiders moest
hij dagelijks achttien uren achtereen mijn-
hout dragen uit het bosch naar de rivier
met een pond zwart brood als dagranUoen
en rivierwater om zijn dorst ie lesschen.
Zeventien maanden heeft hij dat volgehou
den, totdat hij de kans waagde, zijn vrij
heid terug te krijgen, al zou ook bij ont
dekking de dood ermee gemoeid zijn. Op
een donkeren avond, toen de laatste rij
palen aan het vlot was gehaakt, dat de
rivier afzakte tot de plaats waar het stoom
schip lag, dat de lading moest innemen, liet
hij zich ongemerkt in den stroom zakken,
greep de laatste prop en liet zich in het
ijs wat er meedrijven, uren en uren lang.
Hoewel geheel uitgeput en nalf bevro
ren, op het punt in de Dwina weg te zin-
UIT DE RADIO WERELD
Programma's voor Donderdag 4 December.
Huizen, 1875 M.
8.009.15 Platenconcert.
10.0010.30 Dameskoor.
10.3011.00 Ziekendienst.
11.30—12.00 Godsd. halfuurtje.
12.00—12.15 Politieber.
12.15—1.45 KRO-trio.
I.452.00 Gramofoonpl.
2.00—2.45 Gramofoonpl.
2.453.45 Handwerkcursus.
3.454.00 Gramofoonpl.
4.005.00 Ziekenuurtje.
5.006.30 Concert. Mej. Lies Thoen
(zang), Mej. Jo Thoen (viool), B. M. Lub
bers (cello), D. F. Gildemeester (piano).
6.306.45 Knipcursus.
S457.15 Gramofoonpl.
i.ro7.45 Maleisch.
7.458.00 1 olitieber.
8.0010.45 S. Stemerding: De evolutie
van het onderwijzerschap. Concerl NCRV-
Dameskoor, Chr. Radio-orkest en Jac Ph.
Caro (bas), ca. 10.00 Vaz Dias.
10.4511.30 Gramofoonpl.
Hilversum, 298 M.
Uitsluitend AVRO-uitzending.
8.45 Gramofoonpl.
10.0010.15 Morgenwijding.
10.3012.00 Ochtendconcert AVRO-kwin-
tet.
12.002.00 Concert Cinema Royal, Am
sterdam.
2.002.30 Vrouwen-halfuurtje.
3.004.00 Naaicursus.
4.004.30 Gramofoonpl.
4.30—5.30 Eng. Les.
7.308.00 Prof. dr. J. R. Slotemaker do
Bruine: Je weerstand vah den mensch
in den malaise-tijd.
8.009.25 Concert Omroeporkest m. m.
v. Helène Cals (sopraan).
9.259.40 Causerie.
9.4010.20 Concertgebouw Amsterdam,
m. m. v. Maria von Basilides (zang) en
Kon. Mannenzang-Ver. „Apollo".
10.20 Vaz Dias.
10.3011.00 Concert Omroeporkest
II.0011.30 Aansl. Carlton Hotel Am
sterdam.
11.3012.00 Gramofoonpl.
D a v e n t r y. 1 5 5 4,4 M.
10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
kn, herleefde zijn hoop bij het bereiken
van het stoomschip Hilversum, dat hem in
veilige haven zou moeten brengen. Met in
spanning van zijn laatste krachten wist hij
ongemerkt aan boord te klauteren en zich
te verbergen tusschen de kolen.
De gepeoe zat hem echter kort op de hie
len. Men scheen ©en vermoeden te heb
ben van de manier, waarop hij ontsnapt
was, want zijn achtervolgers hebben het
geheele schip doorzocht en met lange
ijzeren haken links en rechts door de ko
len gestoken, waarbij hij de prikken langs
zich heen voelde gaan, maar het is bij zoe
ken gebleven en hij is niet gevonden.
De grootste vreugde, die hij joit be
leefd heeft, gevoelde hij op het oogenblik,
dat de stoomfluit drie stooten als teeken
van vertrek gaf. Drie dagen had hij reeds
zonder eten of drinken doorgebracht, maar
toen werd de dorst hem te machtig. Den
loden November aan boord gekropen, is hij
dén vierden nacht langs de touwladder
naar beneden geklommen en heeft daar
zoo goed en zoo kwaad als het ging met
©en hand zijn dorst gclescht met zeewater.
Nog twee dagen mo&st hij verborgen
blijven, want nog was hij od Russisch
grondgebied, en met den meed der wan
hoop heeft hij volgehouden, voorioopig met
succes. Toen hij, zwart als de kolen, die
hem bijna ©on week tot legerstede hadden
gediend, uit zijn schuilplaats te voorschijn
kwam, liet hij zich onmiddellijk bij den
kapitein melden, maar aangezien niemand
hem verstond, heeft de geheele bemanning
door daden trachten gied te maken, wat
zij aan woorden tekortschoot, wat blijkt uil
den lof, dien de vluchteling zijn bescher
mers toezwaaide.
12.20 Concert.
I.202.20 Orgelspel door E. O'Henry.
2.30 Uitz. voor scholen.
4.50 Orkestconcett.
5.35 Kinderuurtje.
6.2Lezing en Berichten.
7.00 Zang door M. Bonin en J. Tl orpe.
7.20 Lezingen.
8.05 Concert.
9.20 Berichten en Lezing.
10.00 Vaudeville.
II.0512.20 Dansmuziek.
12.20 Televisie.
„Radio Pari s", 1725 M.
12.502.20 Gramofoonpl.
4.05 Dansmuziek.
4.35 Kinderuurtje.
6.50 Gramofoonpl.
8.20 „l'Hotel de Ville" van M. Grigout
Tooneeluitz.
9.05 Concert. Koor en piano.
9.50 Concert-Kwintet en koor.
Latigeoberg, 473 M.
6.207.20 Gramofoonpl.
11.30 Gramofoonpl.
12.201.50 Orkestconcert.
4.355.35 Gramofoonpl.
7.05 Orkestconoert. Intermezzo: Decla
matie en zang.
9.50 Slot van de Zesdaagsche te Keulen.
Daarna tot 11.20: Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M.
11.201.20 Orkestconcert.
#20—4.20 Orkestconcert.
4.204.50 Kinderuurtje.
7.209.20 Orkestconcert en zang.
9.4011.50 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Trio-concert.
6.50 Gramofoonpl.
8.35 Trio-ooncert.
9.05 Concert georganiseerd door de
RESEF.
Zeesen, 1635 M.
5.457.00 Lezingen, daarna vrocgconcert.
9.2011.20 Lezingen.
11.2012.15 GramofooinpL
12.151.20 Lezingen.
1.202.20 Gramofoonpl.
2.203.50 Voordrachten.
3.504.50 Middagconcert Berlijn.
4.507.15 Lezingen en Berichten.
7.20 Avondconcert.
9.35 Weerbericht en daarna tot 11.50
Dansmuziek Dajos Béla.
Maar nu zit hij in Schiedam en wat nu?
Moet hij naar zijn land terug? Papieren
heeft hij bij zich, maar geld natuurlijk niot.
Als ik terug moet, dan spring ik overboord,
wist hij met gebaren duidelijk te maken,
en dan zal ik mijn armen niet uitstrekken
om te zwemmen, m.a.w.: liever dood, dan
terug.
Over den tegenwoordigen toestand in
Rusland was geen woord van den man los
te krijgen,, omuat hij bang was zjjn makkers
daarmee te benadeelen.
Zijn plan is om als het mogelijk is mot
meubelmaken ©enig geld te verdienen, om
dan naar Parijs te gaan en zich in verbin
ding te stellen met het comité voor Rus
sische emigranten.
SPOORWEGARBEIDERS NAAR
SOVJET-RUSLAND
Om indrukken op te doen.
Onder groote belangstelling zijn Zon
dagmiddag vijf spoor wegaibeiders uit
Haarlem, vormende een onderdeel van een
spoorweg-delegatie uit Nedeiland, voor
©en reis naar Sovjet-Rusland vertrokken.
De reis, aldus het „Volk", zal drie we
ken duren om indrukken op te doen over
spoorwegen en werkj t .sen, arbeidstoe
standen, enz., in Rus»a...i, Het zijn arbei
ders van de Centrale Werkplaats: twee
zijn georganiseerd in de Ned. Ver. van
Spoor er Tram, twefe geroyeerde leden
dezer veroeniging en één georganiseerde
bij St. Raphael. De hcele delegatie be
staat uit drie communisten, vijl sociaal
democraten, éen R.K. en verder partij-
looze arbeiders.
FEUILLETON
door
VICTOR BRIDGES
Vertaling van F. van Velsen.
43)
„Dat ben ik ook van plan", zei ik met
vuur. Ik zal zelfs zoover gaan, dat ik hem
spreek over een getuige dien ik heb, in den
vorm van een vriendelijken toerist, die ge
logeerd iB in „De Ploeg" en toevallig daar
aan het jagen was. Misschien komt hij je
dan wel een bezoek brengen, Billy."
„Dat hoop ik", zei Billy; „ik ken zoo
weinig deftige Engelsche heeren." Toen
grinnikte hij weer op zijn karakteristieke
manier. „Intusschen ga ik weer een beetje
op verkenning uit. Ik weet niet of je vrien
den na dit uitstapje de plaat zullen poet
sen, maar ik ben van plan, om vanavond
even op de „Hollies" te gaan kijken, wat
er aan de hand is."
„Ik kan het niet goedkeuren, dat Ita-
liaansche heeren met geweren rondzwal
ken", zei ik „te oordeelen naar het weinig-
je, dat ik van hen heb gezien." Toen stond
ik op. „Nu moet ik gaan", vervolgde ik,
„anders ben ik te laat voor mijn verrijze-
Billy ging mee tot aan de deur. „Zullen
wij elkaar morgen ergens ontmoeten?"
vroeg hij. „of kan het je schikken, om hier
te komen?"
Ik dacht een oogenblik na. „Ik zal in
den namiddag komen", zei ik. '„Ik zal hun
zeggen, dat ik moet gaan zien, hoe het met
de reparatie van mijn auto 6taat."
In tamelijk opgewonden stemming bij de
gedachte aan de verrassing, welke Mau
rice aan den dag zou leggen, aanvaardde
ik met versnel 'en pas mijn terugtocht naar
Ashton. Toen ik ongeveeT drievierden van
den weg had afgelegd en den hoek om
sloeg, waar ik voor het ontbijt Billy had
ontmoet, zag ik een kleinen jongen met
een tamelijk vies gezicht op de bank zitten.
Toen ik naderbij kwam, stond hij op, keek
mij onderzoekend aan en ging midden op
den weg staan.
„Neem mij niot kwalijk, mijnheer", zei
hij, ,.is U mijnheer Northcote?"
„Dat heb je goed geraden, ventje", was
mijn antwoord. Hij stak daarop zijn hand in
zijn zak en haalde er een overdadig bedui-
molde enveloppo uit. ,.De dame vroeg mij
het U te geven, mijnheer."
Ik nam den brief en opende hem. Bij het
schemerende licht kon ik met eenige in
spanning den inhoud lezen.
„Indien U eenige waarde aan uw leven
recht, verlaat dan onmiddellijk Ashton.
Guarez en de andern zijn U gevolgd hier
heen en uw neof spant met hen samen
Het is mijn plicht, daarom neem ik deze
laatste kans waar, om U te waarschuwen.
Ik kan niets meer voor U doen. Ik bid God
dat U moogt ontsnappen, nu er nog tijd
voor is. Vernietig dit briefje. M.-S."
„Waar heb je dit briefje ontvangen?"
vroeg ik.
Hij aarzelde „De dame verbood mij het
te zeggen."
Ik strk mijn hand in mijn zak en haalde
er een vijfshillingatuk uit.
„Kijk eens hier, baasje", zei ik, „als je
mijn vraag beantwoordt krijg je dit."
Hi] schudde vasiberaden zijn hoofd. „Ik
heb het de dame beloofd, mijnheer."
Ik stak het geld in mijn zak en ik voelde
mij beschaamd.
„Je bent een beste jongen, hoor", zei ik.
„Mar hoe wist je, dat ik mijnheer North
cote was?"
„De dame zei, hoe U er uitzag: Groote
mijnheer, zei ze, met een bruin gezicht."
„Zei ze dat?" lachte ik. Ik dacht ever.
snel na. „Wil je een brief van mij aan de
dame terugbezorgen vroeg ik, „dat beeft
de dame je toch niet verboden, is het
wel
Het hoofd schudde van neen.
„Goed, dan", zei ik. „Jij brengt het brief
je en ik geef jou tien shilling."
De grootheid van het bedrag deed hem
wankelen.
„Een halve guineahijgde hij.
„Ja, de waaide is heizelfde, vent", zei ik
erwijl ik het geld te voorschijn haalde.
„Houd je hand maar op."
Hij kneep het vast in zijn kleine bruine
vuist, en terwijl hij zich v n den se' ik her
stelde, scheurde ik een blaadje uit mijn
zakboekje en schreef mijn boodschap:
„Wil U mij morgen om drie uur ont
moeten in „De Ploeg" te Woodford of
anders daar een brielje voor mij aigevi.-
waar ik U kan spreken
STUART NORTHCOTE.
Ik vouwde het op en gaf het aan den
oogen. „Daar", zei ik, ..geef het aan de
dame en wel zoo spoedig mogelijk."
Zijn plotselinge schredo op den weg
naar fortuin, scheen hem met stomheid ge
slagen te hebben, want hij stelde zich te
vreden met een knik en vloog toen. zoo snel
zijn beenen hem konden dragen, den weg
af.
Ik wachtte tot hij uit het gezicht was,
dan bracht ik de melodramatische waar-
schuiving van Mercia aan mijn lippen en
drukte er een kus op. Al was het dan ook
iets te laat geweest, het briefje was daar
om niet minder welkom. En wat de redac
tie betreft was het zeker goed genoeg voor
mij. Mijn hart werd vervuld van een soort
overwinning6irots, want het feit, dat zij
trachtte mij te redden, was voorzeker een
voldoende bewijs, dat zij mij op mijn woord
had geloofd, niettegenstaande alles tegen
mij pleit te.
Als ik haar morgen maar kon spreken,
dan zou ik haar betreffende mijn gevoelens
niet in onzekerheid laten. Ik smachte er
naar, het ellendige, helsche geheim te ont
hullen, doch mijn eed aan Northcote ver
hief -zich als een muur lusschen mij en
mijn verlangen. Hoe verliefd ik ook was,
toch kon ik er niet toe komen, zijn ge
heim te verraden, alvorens de drie ver
vloekte weken verstreken waren.
Ik scheurde het briefje in uiterst kleine
stukjes en gaf ze aan den wind prijs. Daar
na vervolde ik mijn weg en ging langs een
zijpad eon achterpoortje van de plaats bin
nen. Het was nu geheel schemerdonker en
zelfs indien iemand op den uitkijk zou go-
staan hebebn, twijfel ik er aan, of hij mij
over 't grasveld zou hebben zien aanko
Zonder opgemerkt te worden, ging ik re
gelrecht naar het terras. De openslaande
glazen deur van de rookkamer stond o -
en ik hield mij buiten het licht, dat in
breeden bundel naar buiten slraaldo
ging zoo dicht mogelijk bij de open i'u
Rtaan, zoodat ik er slechts een paar pas
sen van af stond.
Toen hoorde ik de 6tem van Maurice, ,,'t
Is een buitengewoon geval", sprak bij. „De
schuit lag aan het eiland vastgemeerd, vol
gens den knecht en tooh was er geen spoor
van hem te vinden."
Ik glimlachte flauwtjes.
„Ik hoop in Gods naam, dat hij maar
niet in de kreek is gevallen", klonk de stem
van York angstig. „Zou het niet het beste
zijn, als wij allen te zamen terug gingen
en alles afzochten, voor wij het aan de
dames zeggen?"
„Dat zal het beste zijn", zei Maurice.
„Ik ben werkelijk vroeselijk bezorgd over
hem."
Ik stapte kalm over den drempel.
„In dat geval, Maurice", zei ik, „haasl ik
nnij, je gcvoe'ons te verlichten."
Ik geloof niot, al was ik onsterfelijk, dat
ik ooit het gelaat van Maurice zal vergo
ten. Zijn wangen werden aschgrauw en ge
durende eenige seconden staarde hij mij
met een soort ongcloovigen afschuw aan.
Indien er nog eenige twijfel aan.zijn sohuld
bij mij was overgebleven, dan werd die
schuld gedurende deze dramatische secon
den ten volle bewezen.
Met zichtbare inspanning herstelde hij
zich voldoende om tegen mij te lachen.
„Sapperloot, Stuart, wat maak je ons
onnoodig ongerust. Wij vreesren al, dat je
in de kreek was gevallen", zei hij met be
vende stem.
„Neen", antwoordde ik vriendelijk, ,,'t
was alleen maar mijn hoed, die er in viel,
En terwijl ik het voorwerp in kwestie van
mijn hoofd nam, zei ik: „Kijk eens", en
hield hem tegen het licht, zoodat zij allen
het gat van den kogel konden zien.
(Wordt vervolgd).