22ste Jaargang
WOENSDAG 3 DECEMBER 1930
No. 6762
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
DE KATHOLIEKEN EN DE
GEMEENTE-POLITIEK
BUITENLAND
3)e
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
f 2.50 per kwartaal
f 2 60 per kwartaal
f 2.95 per kwartaal
Voor Leiden 19 cent per week
Bij onze Agenten 20 cent per week
Erarico per post
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnés ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 I
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief borekend
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50
Het Gemeentepersoneel in niet een uitzonde
ringspositie Mag de Gemeente winst uit de
bedrijven maken De drie voornaamste
dingen Bestrijding der werkloosheid De
hooge belastingen.
De achtste vergadering van den Partij
raad van de R. K. Staatspartij is voor een
gedeelte Zaterdag gewijd geweest
aan de gemeente-politiek.
Wij mogen vaststellen, dat katholieke
Raadsleden voor verscheidene vraagstuk
ken een welkome voorlichting zullen vin
den in de in boekvorm versohenen prae-
adviezen der heeren mr: Kropman, wet
houder to Amsterdam, en Kees tra,, burge
meester te Culemborg, voorafgegaan door
een uiteenzetting over de nieuwe wet op
de finantieele verhouding tussohen rijk en
gemeenten van prof. van der Grinten.
Natuurlijk mag men, de waarde van dit
werk hoog schattend, het niet over-
schatten. De stof, die daarin wordt behan
deld, is te-veel omvattend, dan dat voor
alle vraagstukken op het terrein der ge
meente-politiek een afdoende oplossing
zou kunnen worden gegeven. En vele
vraagstukken hangen te veel samen met
feitelijke toestanden in een bepaalde ge
meente, dan dat daarvoor een algemeen
geldende oplossing zou kunnen worden
geschonken.
De debatten, naar aanfeiding van de
prae-adriezen gevoerd, stonden op hoog
peil.
Wij willen hier eenige onderwerpen uit
het gevoerde debat wat nader bekijken.
Het gerr.eente-personeel.
Het gemeente-personeel mag niet in een
uitzonderingspositie verkeeren beide
prae-adviseurs hebben deze stelling ge
poneerd. De heer Kropman zegt blz. 47:
„Voorop moet staan, dat de gemeente be
hoort te wezen een goed werkgever. Zij
mag haa£ personeel niet in een uitzonde-
rings-positie plaatsen maar zij mag
evenmin het standpunt innemen van een
slechts commercieel aangelegden werkge
ver; de arbeidsvoorwaarden van het per
soneel moeten goed zijn. Niet vergeten
mag worden, dat dit personeel overheids
personeel is, in dienst staat der overheid,
arbeid verricht ten bate der gemeenschap.
Dit brengt ook voor het personeel verschil
lende maatschappelijke verplichtingen
mee. Heeft dea gemeente goede arbeids
voorwaarden, dan zal ze van haar kant de
meest geschikte arbeidskrachten mogen en
kunnen eischen (leeftijdsgrenzen, keuring,
enz.). Ook bij de bepaling der arbeids
voorwaarden zullen plaatselijke omstan
digheden invloed kunnen hebben en even
zeer historisch gegroeide regelingen. Men
denke hierbij aan medezeggenschap, aan
aftrek van premie voor eigen en wedu
wen- en weezenpensioen. Behalve een be
hoorlijk loon, al niet verminderd met
pensioenbijdragen, zal gewenscht zijn va-
cantie-toeslag, een regeling betreffende
bepaling van overwerk, echter alleen voor
de lagere rangen, die geen invloed kunnen
uitoefenen op de productie van overwerk,
verlofregeling met behoud van loon, een
regeling bij ziekte en ongevallen, een rege
ling voor toeslagen en gratificaties, enz.
Wat de groote gezinnen betreft zal een
loonstelsel met kindertoeslagen wensehe-
lijk zijn."
Aldus de heer Kropman.
Eenige debaters onderstreepten gaarne
de stelling, dat de gemeente haar perso-
ieel niet in een uitzonderingspositie mag
'aatsen, doch voegden hieraan toe, dat 't
de practijk maar al te veel voorkomt,
het gemeentepersoneel wel in een
mderingspositie wordt gesteld, want,
redeneerden zij, de arbeidsvoorwaar
den, de loonen speciaal, van het personeel
van een bepaalde gemeente, zijn vaak veel
beter, dan die welke kunnen worden uit
gekeerd aan de arbeiders in particuliere
ondernemingen in diezelfde gemeente.
Door mr. Kropman en anderen weid
hierop geantwoord, dat het gemeenteper
soneel niet mag worden beschouwd in
een uitzonderingspositie te verkeeren, als
de arbeidsvoorwaarden behoorlijk
zijn, óók al móet in die gemeente de in
dustrie door omstandigheden gedrongen
een laag loon uitkeeren.
En met deze opvatting zijn wij het vol
komen eens. Het gemeentepersoneel moet
en mag niet uitsteken boven algemeen
als gunstig erkende loonen in particuliere
ondernemingen, maar moet en mag ook
niet wat hun arbeidsvoorwaarden be
treft op een lijn worden gesteld met arbei
ders, die doordat er een ongunstige toe
stand heerscht, hoe ®dan ook, minder ver
dienen, dan voor een behoorlijk levenson
derhoud noodig en gewenscht is.
De gemeentebedrijven.
Mogen gemeentebedrijven zich ten doel
stellen winst te maken?
Wij willen hier weer den Amsterdam-
schen wethouder mr. Kropman eenigszins
uitvoerig citeeren:
„Het doel der gemeentebedrijven is het
economisch en hygiënisch belang der inge
zetenen te bevorderen. Of daartoe een be
drijf noodig is en of het particulier initia
tief niet voldoende in de behoeften voor
ziet, zijn vragen, welke in dit bes'ek noch
in het algemeen noch in het bijzonder be
handeld kunnen en behoeven te worden.
Het doel der gemeentebedrijven is dus
niet: versterking van de positie der ge
meentekas door winstuitkeering. Intus-
schen is de feitelijke toestand deze, dat
vele gemeentebedrijven, zij het ook opge
richt met het oog op economische en hy
giënische belangen, winst maken en uitkee
ren aan de gemeentekas. Principieel is dit
niet juist, zeker niet voor de bedrijven,
welke voorzien in eerste levensbehoeften,
in water, gas, tegenwoordig-ook in elec-
triciteit, in vervoer: deze zouden na af
schrijvingen, reserves, rente en vernieu
wingen het product of den dienst tegen
kostprijs dienen te leveren, gesteld, dat
deze kostprijs te bereL_,m zou zijn! Doch
of dit mogelijk is, is een zaak van locale
overwegingen. Hier geldt o.a. de omstan
digheid of al dan niet de bedrijven destijds
van particulieren zijn overgnomen. die aan
de gemeente retributies betaalden. Ver
ier is het onvermijdelijk gevolg, dat wan
neer de uitkeeringen vervallen de belas
tingen verhoogd moe*en—worden en ziet-
daar een groot bezwaar sedert de wet
.jp de financieele verhouding is de gemeen
te in haar heffingen beperkt: zoude men
nu nog de uitkeeringen opheffen cn de ta
rieven verlagen, en derhalve de belastin
gen verhoogen, de gemeenten zouden
de personeele belasting aanzienlijk moeten
verhogen of de opcenten op de fondsbelas
ting zouden zoodanig verhoogd moeten
eerden, dat de regeerings-voogdij zou in
treden, een omstandigheid die in eik geval
Vermeden moet worden."
Principieel is het niet juist, dat de be
drijven winst maken om aan de gemeen
tekas uit te keeren aldus weth. Krop
man.
Maar in den Amsterdamschen gemeen
teraad hebben gij en ik aldus voegde
mr. Romme den heer Kropman in het de
bat toe toch maar jaren-lang gelden uit
de bedrijven voor de gemeentekas opge
streken, in steeds stijgende lijn, lang vóór
dat van de huidige belasting-wetgeving
sprake was. En mr. Romme verdedigde dal
de gemeentebedrijven een tweeledig doe)
kunnen hebben: het economisch en hygië
nisch belang der ingezetenen èn het maken
van winst voor de gemeente-kas.
Daartegenover hield wethouder Krop
man vol, dat die winst nooit doel mag we
zen. Wij zijn nu eenmaal gedrongen, en al
lang gedrongen, die winst te maken, maar
eigenlijk willen wij het niet. Zoo ongeveer
de Amsterdamsche wethouder. En hij
vroeg het Amsterdamsche Raadslid mr.
Romme: zoudt gij dan alleen met het doel
om winst te maken bijv. een gemeentelijke
brandwaarborgmaatsohappij willen stich
ten?
Mr. Romme was niet meer in de gelegen
heid, hierop van antwoord te dienen. Maar
het antwoord zou heel gemakkelijk zijn
geweest. De heer Kropman was hier handig
maar geraakte daardoor o. i. even buiten
het peil van het debat. Er was toch door
den heer Rome volstrekt niet gezegd, dat
gemeentebedrijven tot uitsluitend
doe! mogen hebben het maken van winst!
Maar: doel of geen doel; er was nie
mand, die de stelling aandurfde, dat de
gemeenten de post winst uit de bedrijven
wel uit haar inkomsten zouden kunnen
schrappen!
Drie punten.
Een der debaters vatte het voornaamste
waaarop een gemeentebestuur zijn activi
teit moet richten in drie punten samen;
Werkloosheidszorg, goede volkshuisvesting,
bescherming van het groote gezin.
En de voorzitter mgr. Nolens onder
streepte in zijn slotwoord deze meening,
vooral den nadruk leggend op werk-
loosheidzorg.
Inderdaad de gemeentebesturen heb
ben een zware verantwoording wat deze
taak betreft.
Op "de eerste plaats moet er zoo veel
m o g e 1 ij k worden gestreefd naar werk
verschaffing.
Vervolgens moeten zoo veel moge
lij k de harde gevolgen van de werkloos
heid door steunverleening verzacht
worden.
Wij zijn er van overtuigd, dat niet in
alle gemeenten de dringende ernst van
deze taak wordt begrepen! Er zijn nog
gemeenten bijv. waar geen georganiseerde
steunverleening voor de werkloozen be
staat wat in bijna alle gevallen als een
ernstig plichtsverzuim moet worden be
schouwd
Van den anderen kant is het, helaas, ook
waar, dat „politici'' van de soort, die de
politiek in kwaad daglicht stellen den
droeven toestand in deze dagen misbrui
ken, om er voor hun partij op ongeoorloof
de wijze winst uit te slaan; gemeente
raadsleden bijv., die verlangens uiten,
eisohen stellen, waarvan zij kunnen en
moeten weten, dat ze niet vervuld en in
gewilligd kunnen worden!
Meer zuinigheid.
Ten slotte willen wij nog even de aan
dacht vestigen op een „nuchtere" opmer
king van mgr. Nolens in diens slotrede.
Daar is een tijd geweest dat men er
naar streefde de belastingen zoo laag
mogelijk te houden en liefst heele-
maal geen belasting te heffen. Nu zou
men soms gaan denken, dat de ge
meenten tot het tegenovergestelde
overgaan.
Maar ook de gemeentebelastingen
hebben grenzen, zooals St. Thomas
reeds leerde, grenzen, gelegen tus-
schen de individueele en collectieve
behoeften-bevrediging. Die collectieve
behoeften-bevrediging kan wel eens
wat te ver gaan. Ik vraag me wel
eens af, of de straten soms al te mooi
opgepoetst zijn en of de burgers soms
niet al te mooie gelegenheden hebben
om zich eens in de week eens goed af
te wasschen.
Deze les mogen ook allen, die in het ge
meentebestuur eenigen invloed kunnen en
moeten uitoefenen, ter harte nemen.
De hoogste wijsheid van gemeente-poli
liek ligt niet uitsluitend in de belastingei:
zoo laag mogelijk te doen zijn; maar het
streven om de belastingen voor de burge-
.ij niet te drukkend te maken, behoort wel
iet een dor eischen van wijze g.
-olitiek!
Dit nummer bestaat uit drie bladen
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Zal de diensttijd in Frankrijk worden
verlengd?
Volgens de bladen te Oslo zou Trotzky
daar vertoeven.
De jaarlijksche boodschap van president
Hoover.
BINNENLAND.
Werktijdenbesluit voor kantoren (-2de
blad).
Onderwijsdebat in de Tweede Kamer.
(2de blad).
Overleden is de zeereerw. heer pastoor
L. Offermans te Lierop (Kerknieuws, 1ste
blacfl.
Geheimzinnige verdwijning van onge
veer 50.000 te Roosendaal. (Gem. Berich
ten, 3de blad).
BELGIE
VANDERVELDE OVER RUSLAND.
Emile Vandervelde, de leider van de so
ciaal-democraten in België, die dezer da
gen te Brussel terugkeerde van een icis
naar China dat hij via Rusland bereikte,
heeft over het sovjet-paradijs aan een re
dacteur van de socialistische „Peuple" ver
teld, „dat de levensvoorwaarden er niet
gemakkelijk waren; de belasting drukt
zwaar op de bevolking, de loonen zijn laag,
de fabrikaten van slechte kwaliteit. Het
leven is er zeer duur.
Wanneer men door de straten van Mos
kou loopt,' krijgt men den pijnlijken indruk,
dat de staatsorganisatie van de sovjets on
voldoende is. Dat blijkt uit de groote me
nigte voor de winkels. Het vleesch i9
schaarsch; er is alleen boter en melk voor
de kinderen.
Ik ben er van overtuigd, zei Vandervelde,
dat de arbeiders van West-Europa het
Russisch bewind geen veertien dagen zou
den verdragen".
FRANKRIJK
VERLENGING DIENSTTIJD IN
FRANKRIJK.
Waarschuwing van minister Maginot.
De Fransche minister van Oorlog, Ma
ginot, heeft bij de verdediging van de door
de regeering gevraagde verhooging van
het crediet in de Kamer een rede gehou
den, waarin hij er op wees, dat de regee
ring het noodzakelijk zal achten metter
tijd den militairen diensttijd te verlengen,
met het oog op het kamende tekort aan
DE GROOTE
AUTO-VERBIN
DINGSWEG ROT
TERDAM DEN
HAAG is in aan
bouw. De enorme
steenlaag, waaron-
der het gestorte
zand wordt bedekt
Op de steenen
komt weer zand,
daarop mastiek,
vervolgens beton
en tenslotte maca
dam.
Op 55-jarigen leef
tijd is, zooals ge
meld, overleden
PROF. DR. H. T.
DE GRAAF, hoog
leeraar in de Ency-
Hopaedie der God
geleerdheid, wijs-
jgeerte van den
odsdienst en Ze-
dekunde, aan de
Leidsche Universi-