STADSNIEUWS
WOENSDAG 19 NOVEMBER 1930
DE LE1DSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
De inbraak in de Pastorie te Leimuiden.
Lasterpraat de kop ingedrukt.
Rijnsaterwoude oogenBchijnlijk een
vredig en rustig dorpje van zeshonderd
zielen heeft de laatste maanden in 't
middelpunt van de sensatie gestaan: er
was een inbraak gepleegd bij den Pastoor
van LeimuidenRijnsaterwoude, waar ach
teraf zou zijn .gebleken, dat de Pastoor
die inbraak zelf verzonnen had om van de
zorg voor een arme krankzinnige af te
zijn. Dorpspraatjes natuurlijkNiettemin
praatjes, die door velen werden geloofd en
die de gehecle bevolking in de weer heb
ben gebracht.
Er vormde zich een scheidingslijn tus-
schen de bevolking: vóór of tegen den
Pastoor. Aan het hoofd van de anti-Pas
toor-partij stond de befaamde heer Van
Tol, dio indertijd reeds van zich deed
spreken door de rpemvolle gebeurtenis,
die in de geschiedboeken vermeld zal
staan als „de bestorming van de Leiniui-
der tol". Deze zelfde opgewonden heer
heeft zich thans onsterfelijke lauweren
verzekerd met zijn werk „Fantasie op een
inbraak in de Pastorie".
Te betreuren is 't voor den heer Van
Tol, dat het moge lang geduurd hebben
ten slotte ook bij de anti-pastoor-partij
het gezond verstand weer doorbrak. En gis
teravond is de slot-scène gespeeld in dit
drama, bij welke gelegenheid de heer v.
Tol wel een uiterst droevig figuur sloeg.
De slot-scène van het inbraak
drama.
Deze slot-scène speelde zich af in het be
scheiden Raadhuisje van Rijnsaterwoude,
dat den laatsten tijd getuige was van de
heftige besprekingen inzake de inbraak.
Van deze besprekingen zijn reeds getrouwe
verhalen opgenomen in de krant, zoodat de
lezers hiermede volkomen op de hoogte
zijn.
De burgemeester van Rijnsaterwoude, de
heer J. A. Bakhuizen, achtte het onduld
baar dat in een gedeelte van de pers
(„Het Volk" en „De Telegraaf") de goede
naam van den Pastoor, van de politie en
van hemzelf dor het slijk werd gehaald, en
had de verschillende redacties verzocht
een vertegenwoordiger te zenden naar de
Raadszitting, die gisteravond te half acht
werd gehouden.
Groote belangstelling van de
pers.
Alle genoodigde bladen gaven aan den
oproep gehoor wel een bewijs hoeveel
stof deze zaak heeft opgeworpen, en zoo
beleefde men in het parlement van Rijnsa
terwoude de zeldzame gebeurtenis, dat er
evenveel Raadsleden achter als journa
listen voor de groene tafel zaten.
De belangstelling van de bevolking was
niet groot vier oude boeren. Dit is een
feit, dat tot vreugde stemt, en bewijst, dat
bij de geheele bevolking een beter inzicht
in deze kwestie is doorgedrongen.
De burgemeester als voorzitter opende de
vergadering op de gebruikelijke wijze met
gebed en notulenlezing.
De heer Van Tol toonde zich onmiddel
lijk actief met verbetering van de notulen
te vragen een voorstel tot verbetering
der notulen werd echter niet ondersteund.
Een adres van de bewoners van het Mo
lenpad en een subsidieverzoek van de po-
litieschietvereeniging „Wilhelmina" werd
in handen gesteld van B. en W. om prae-
advies. Een voorstel van den heer v. Tol,
dit laatste adres voor kennisgeving aan te
nemen, werd verworpen.
Aan mej. J. J. Ch. Schuyt werd op haar
verzoek met ingang van 1 Maart a.s. eer
vol ontslag verleend.
Daarna kondigde de burgemeester aan:
behandeling van de gemeentebegrooting
een in zich onschuldig, hoewel meestal
langdradig bedrijf, dat echter dezen keer
een ongewone wending zou nemen.
De heer v. Tol trappelt van
ongeduld.
De heer v. Tol had namelijk vorige ver
gadering bij de indiening der begroo
ting reeds algemeene beschouwingen wil
len houden iets wat de voorzitter niet
kon toestaan.
Ook thans was de heer v. Tol weer zoo
gretig om het woord te krijgen, dat hij een
algemeene beschouwing of wat dit
Raadslid daaronder verstaat wenschte
te houden vóór hot rapport der commissie-
van onderzoek was uitgebracht.
De voorzitter las echter eeerst het rap
port der commissie, dat alleszins gunstig
luidde. Slechts op een post wenschte de
commissie nadere toelichting.
De voorzitter opende nu de algemeene
beschouwingen en de heer v. Tol stak zon
der dralen in zee.
Er hapert Iets maar niet
bij het gemeentebestuur!
Een beschreven papier werd voor den
dag gehaald en daar stak de redenaar van
wal. met de bewering, dat aan de beharti
ging der belangen van de gemeente 't een
en ander hapert, vooral door de houding
van den voorzitter den laatsten tijd.
Een verontwaardigd raadslid gaf lucht
aan zijn opgekropt gemoed:
„Tjonge, tjonge, wat een halskop Hij
heeft 't op schrift staan!"
De voorzitter verzoekt den leden hun
kalmte te bewaren.
De heer v. Tol betoogde verder, dat de
burgemeester (die niet-Katholiek is) de
Protestantsche bevolking laag had neerge
zet, volgens toehoorders als een „vuile
va doek".
„Dat is oude koeien uit de sloot halen
riep een stem.
Af te keuren is ook, vervolgde de heer v.
Tol, dat de burgemeester wethouder Wesi-
steyn uit het Raadhuis heeft gegooid, om
dat deze met hem van standpunt ver
schilde.
Dezelfde stem: „'t Hangt aan elkaar als
droog zand
Dc algemeene beschouwer zeide verder,
dat de burgemeester den Raad op onge
paste wijze beleedigd had, met welke aan
tijging de Raadsleden het zelf niet eens
waren, want men riep: „Leugens! leu
gens
De heer v. Tol richtte daarna nog meer
verwijten aan het adres van den burge
meester en de Raadsleden, die ten slotte
zoo schandelijk werden, dat de voorzitter
dreigde met den spreker het woord te ont
nemen.
Des voorzitters geduld ten einde.
De voorzitter verzoekt ook den heer Dis
seldorp zich te onthouden van interrupties.
De heer v. Tol wilde zijn „algemeene
beschouwingen", die beter „beschouwingen
over den burgemeester" genoemd konden
worden, niet vervolgen.
De voorzitter zeide, dat na deze persoon
lijke aanvallen, op deze wijze geuit, het
van weinig zelf respect zou getuigen indien
hij daarop inging.
De heer Compeer, hoewel niet dwepend
met alg. beschouwingen, wilde dezen keer
niet achterblijven. Het pleit niet voor de
bekwaamheid van den baggerman, zeide
spr., wanneer hij modder zoekt, waar deze
niet is. Na de bespreking van den heer v.
Tol is spr. teleurgesteld. De heer v. Tol
heeft een manie, om deze zaak op te rake
len, wat niet in 't belang is van de gemeen
te en van de onderlinge terhouding der
burgers.
Spl*. diende een motie in, en hoopte, dat
deze aanleiding geven zal, dat de oneenig-
heid in de gemeente wordt bijgelegd. Het
is toch treurig^ dat men naar de verga-de
ring gaat en bang moet zijn klappen op te
loop en.
Een motie als „doofpot".
Deze motie luidt als volgt
De Raacl der gemeente Rijnsaterwoude,
den lSen November in openbare vergade
ring bijeen
spreekt zijn afkeuring uit over de hou
ding van den heer Van Tol, die steeds weer
in den Raad brengt de zaak van den
krankzinnige W. van Beek;
en besluit over deze aangelégen-
heid als niet des Raads zijnde niet
langer te discussieeren
en gaat over tot de orde van den dag.
Deze motie in stemming gebracht, werd
onder applaus aangenomen met 6l.stem.
Wie tegen stemde, behoeft niet gezegd
te worden.
De begrooting werd daarna z.h.s. goed
gekeurd. De heer Van Tol misschien
eenigszins beduusd over den uitslag van
deze stemming liet zijn tijd om tegen te
stemmen voorbijgaan.
Een vergadering na de
vergadering.
Na korte rondvraag volgde sluiting der
vergadering.
De burgemeester zeide nu, het op prijs
te stellen, wanneer de aanwezigen nog
even bleven voor een nadere bespreking
van de beroemde inbraak in de pastorie.
Spr. verwelkomde de journalisten op
deze bijeenkomst in de Raadszaal, en zei
de hun tegenwoordigheid op hoogen prijs
te s'ellen omdat hij in deze kwestie niets
te verbergen heeft. Hij betreurde het ech
ter, dat sommige bladen over deze kwestie
hadden geschreven zonder te bevoegder
plaatse inlichtingen in te winnen: Die bla
den hadden maar voor zoete koek aange
nomen, wat de heer v. Tol hen vertelde.
De burgemeester las nu het adres voor,
dat bij den Officier van Justitie te Haar
lem was ingediend, in welk adres ver
zocht werd om een nieuw onderzoek in
deze zaak. Spr. ontleende de verschillende
feiten in dit adres verhaald.
Dat één bewoner van Leimuiden
waar de inbraak geschiedde dit adres
onderteekend heeft, is onjuist.
Van Beek is gevaarlijk voor
de samenleving.
Het adres zegt, dat van Beek „geen kip
kan kwaad doen". De practijk aldus de
burgemeester wijst heel anders uit. Deze
persoon is ontoerekenbaar en zeer ge
vaarlijk. Hij heeft niet nagelaten pogingen
te doen tot aanranding van minderparigen,
waarvan indertijd politie-rapport is opge
maakt.
De vader verklaarde, dat Willem in bed
was. toen de inbraak geschiedde. De
vraag is. of de vader dit geconstateerd
heeft. Maar de man bemoeide zich weinig
met zijn zoon en persoonlijk is het spr.
meermalen 's nachts overkomen, dat Van
Beek op den weg fietste, terwijl zijn va
der dacht, dat hij sliep.
De paladijn van de „Protestant-
sche" bevolking.
De burgemeester verklaarde nu, hoe v.
Tol op 27 Aug. bij spr. op het gemeente
huis is gekomen „als afgevaardigde van
de Protestantsehe bevolking".\ De burge
meester antwoordde toen, dat hij niet een
Protest, en een Kath. bevolking in Rijn
saterwoude kent. Spr. hoopt er zich wel
voor te bewaren ooit een scheidingslijn te
trekken.
Van Tol beweerde verder, dat er ge
ruchten gingen, dat de inbraak in de pas
torie gefingeerd was. Dit was een zware
beschuldiging, op de eerste plaats van den
pastoor, maar ook van de politie en van den
burgemeester.
De burgemeester had gevraagd, op welke
feiten deze beschuldiging gegrond wa3.
Toen de heer van Tol met de feiten voor
den dag kwam, bleken dit geen bewijzen,
doch slechts losse geruchten te zijn. Willem
van Bek had dit gezegd. Willem van Beek
had dat gezegd. Enz.
De burgemeester had gezegd, dat op der
gelijke losse gronden onmogelijk een nieuw
politie-onderzoek kon worden ingesteld,
maar verzocht den heer v. Tol met schrif
telijke bewijzen te komen.
De heer v. Tol heeft toen een adres inge
diend bij don officier van Justitie, maar
daarmede heeft hij niet voel eer behaald.
De officier volgt niet de voetsporen van
don heer v. Tol, die klakkeloos verloopt op
gepraat van anderen.
Toen is gekomen het onderhoud bij den
officier van Justitie, waarbij tegenwoordig
waren de burgemeester en de drie voor
naamste onderteekenaars: v. Tol, West-
steiin en Mokkenstoren.
Onmiddellijk na afloop van dat onder
houd, heeft de officier van Justitie gezegd:
Ik kan op dergelijke gronden niet ingaan.
Tk denk er niet over een nieuw onderzoeK
in te stellen.
De zaak kwam ook ter sprake in de ge
meenteraad van Rijnsaterwoude, want Wil
lem van Beek is armlastig en moest op kos
ten dezer gemeente in Heilo worden ge
plaatst.
Was van Beek wel
krankzinnig?
Bij die wijziging der begrooting, beweer-
le de heer v. Tol: „Willem van Beek is
niet krankzinnig". Maar moet de Raad zich
dan uitspreken, of iemand krankzinnig is
ja dan neen?
Willem van Beek is opgesloten en de
directeur van het Gesticht heeft aan spr.
verklaard: Burgemeester, daar behoeft u
niet aan te twijfelen of deze persoon is op
zijn plaats. Deze hoort hier thuis en niet
in de maatschappij.
De burgemeester gaf nu aan de toehoor
ders een uiteenzetting van de inbraak. In
het adres staan verschillende onwaarhe
den.
Wat na de inbraak geschiedde.
Onmiddellijk na de inbraak heeft de po
litie een uitgebreid onderzoek ingesteld. De
Pastoor had de schaduw van een man uit
het venster zien vluchten en gezegd, dat
het hem voorkwam, dat het Willem van
Beek was.
Daarna is eerst de omtrek afgezocht en
later in den nacht Willem van Beek van
bed gelicht en naar de pastorie gebracht.
Aanvankelijk wilde hij niet bekennen en
begon met zich te verpraten. De man is
onnoozel en deed allerlei onsamenhangen
de verhalen. Hij vertelde, dat hij de sprei
niet bad gebruikt en hettrapje niet had
gebruikt!
De politie ging op die uitlatingen diener
in en het resultaat was, dat W. van B. be
kende.
De burgemeester achtte het een buiten
gewoon gelukkig feit, dat de politie op die
bekentenis maar riet rustig is ingegaan.
Het politie-ondeYzoek is wel zeer dege
lijk geweest en daar is geen spijker tus-*
schen te krijgen.
De inbraak door den inbreker
gedemonstreerd!
De politie heeft zonder het verloop
van de inbraak aan v. Beek mede te dee-
len hem gevraagd: wees zoo goed, en
doe dat spelletje nog eens over!
En Willem van Beek heeft voor den
pastoor en drie beëedigde politieagenten
de geheele inbraak en geweldpleging ge
demonstreerd. Hierbij bleek, dat deze zich
precies had toegedragen, als de politie, op
grond van verschillende gegevens, had ge
dacht.
Daarmede is positief komen vast te
staan: 1. de inbraak was niet gefingeerd.
2. de inbraak is geschied door Willem van
Beek.
Het is wel eigenaardig dat men aan de
echtheid van deze inbraak, die zoo haarfijn
bewezen was, is gaan tornen, en wel door
menschen, die bij het politie-onderzoek niet
tegenwoordig zijn geweest.
Het „hollende paard".
Onlangs zag spr. een hollend paard door
het dorp rennen en onmiddellijk dacht spr.
aan den heer Van Tol. Ook deze draaft
er maar op los en ziet niets meer. Spr.
hoopt, dat de heer v. Tol nog eens tot beter
inzicht zal komen.
Voor den heer v. Tol staan twee wegen
open: of ridderlijk bekennen, dat hij onge
lijk heeft, of den moed hebben een aan
klacht in te dienen, dat de pastoor een val-
sc-he aangifte heeft gedaan. Maar de gevol
gen va.n deze laatste daad zijn voor hem
De burgemeester vroeg tenslotte, of de
heer v. Tol nog iets te zeggen had?
De heer v. Tol wist niets anders uit te
brengen dan: ik kan niet accoord gaan
met hetgeen door u gezegd is.
En hiermede was de bespreking geëin
digd, en is, naar wij hopen, ook deze ge
heel „kwestie" voor eeuwig van de baan.
Handelsregister K. v. K.
Wijzigingen: 3077. Fa. Wed. Jac.
den Holder, Leiden, Noordeinde 55, hantlel
in visscherijartikelen. Uittr. E.: Wed. A. M.
den Holder-van Duyl, Leiden, d.d. 1 Octo
ber 19*29. N.E.: H. den Holder, Leiden.
2587. P. G. van Rijn, Noordwijk-Binnen
Douzastraat 3, winkelier in koloniale w<>
ren. Uittr. E.: P. G. van Rijn, Noordwijk-
Binnen. Wijz. handelsn. thans: A. G. van
Rijn. N.E.: A. G. van Rijn, Noord wijk.
Nieuwe inschrijvingen: 562ü
Timmerfabriek „De Twee Sleutels", Loidc:
Vestestraat 84. E.: M. van Dop, Rijswijk
18 Nov. N.V. Chocolaterie Lido (f.) Lei
den, Haarlemmerstraat 82. Hoofdz.: Ani-
1 sterdam, Zwanenburgwal 60.
ONGEOORLOOFD SCHOOLVERZUIM
Gemeentelijke Aankondigingen
Gemakzucht of niet?
Het kwaad van ongeoorloofd schoolver
zuim is in onze stad uitgebreid. In het No-
veniber-nummer van het maandblod „In en
om de school" wordfc deze kwestie
weer aangevoerd. Mr. Nord Thomson
schrijft in dit nummer naar aanleiding van
de kwestie o.a. het volgende:
Als één van de redenen van het groote
schoolverzuim wordt opgegevengemak
zucht der moeders; het oudste kind moet
behulpzaam zijn in de huishouding, op
broertje of zusje passen, boodschappen
doen, enz.
Het wil mij voorkomen, dat, al zal wei
eens bij sommige moeders gemakzucht
voorzitten, toch heel vaak bittere nood
zaak speciaal in groote gezinnen zal be
staan, waar de vader zijn arbeid heeft en
de moeder moet zorgen voor de geheele
huishouding. Als zij boodschappen moet
doen, is er niemand die op de kleine kin
deren past en als zij op de kleine kinde
ren past. is er niemand, die de boodschap
pen verrichten kan: bovendien moet zij nog
vaak elders bijverdiensten zoeken.
Het is buitengewoon eenvoudig orn hier
van gemakzucht van de moeders te spre
ken, maar ik geloof, dat U dan in belang
rijke mate onderschat de moeilijkheden
waarmede een groot arbeidersgezin te
kampen heeft. Ik ben van oordeel, dat
juist het inzicht in deze moeilijkheden den
Kantonrechter of zijn plaatsvervanger er
vaak toe brengt boeten op te leggen die U
te laag acht. De Rechter toch heeft reke
ning te houden met alle omstandigheden
en kan zelfs, indien hij van oordeel is,
dat geen straf moet worden toegepast,
schuldig verklaren zonder meer. De Rech
ter zou zijn taak verwaarloozen, indien
hij met deze omstandigheden geen reke
ning hield. Een andere toepassing van de
Leerplichtwet zou leiden tot summum jus
summa injuria, hetgeen nimmer de bedoe
ling van den wetgever kan zijn geweest.
Het wil mij dan ook voorkomen, dat do
Commissie tot Wering van Schoolverzuim
door het bosch de boomen te weinig ziet.
De redactie van „In en Om de School"
schrijft hierbij:
Dit ingezonden stukje van mr. Nord
Thomson verheugt ons zeer. Er blijkt uit,
dat onze artikelen over de slechte nale-
vinc van de leerplichtwet de aandacht ge
trokken hebben ook in die kringen, waar
wij zulks juist zoo gaarne hadden weshalve
wij het dan ook graag een plaatsje geven.
Uit de oorzaken van het schoolverzuim
die de Commisie tot w. v. sch.verz. opgaf
en die wij overgenomen hebben, neemt de
heer Nord Thomson er één, waarmee hij 't
niet eens is en waarop hij zijn „ingezon
den" bouwt. Mogen wij daaruit .concludee-
reu, dat hij de andere oorzaken, die opge
ven werden, wel als juist erkent, zooals
daar bij zijn: te lage boeten, een te lange
tijd tusschen overtreding en eventueele
veroordeeling enz. Dan hopen wij, dat de
heer Nord Thomson het zijne er toe zal
willen bijdragen, om die oorzaken al vast
weg te nemen. Mocht ons dat gelukken,
er zou een weldaad vooral aan net arner-
derskind bewezen zijn.
Blijft dus over: gemakzucht der moe
ders oudste kind behulpzaam in huishou
ding, op broertje of zusje passen, bood
schappen doen enz. Vreemd toch, dat de
boodschappen in sommige gezinnen zoo vaak
onder schooltijd gebeuren moeten. Is daar
voor vóór negen en na vier uur dan geen
gelegenheid? Vindt inzender het met ons
niet vreemd, dat b.v. een jasje, een paar
schoenen, gekocht moeten worden op Za
terdagmorgen, terwijl de Zaterdagmiddag
vrij is? De heer Nord Thomson zijn de
duizend en één uitvluchten, die opgegeven
worden, om een kind maar thuis te kun
nen houden, blijkbaar onbekend. En deze
uitvluchten worden des te gemakkelijker
opgegeven, daar men zoo langzamerhand
weet, dat er toch geen boete volgt of
bijna niet. Pas in den allerlaatsten tijd
schijnt hierin eenige verbetering te komen.
Hoe zou het anders b.v. kunnen, dat in een
stad als Haarlem het schoolverzuim lang
zoo groot niet is als hier.
De de heer Nord Thomson een poging
doet, om de slapheid en halfslachtigheid
bij veel leerplichtwetovertreders goed te
praten, betreuren* wij. Ook wij weten:
summum jus summa injuria, wij willen
niet ?t onderste uit de kan. Integendeel
't is on3 bekend, dat door de hoofden van
scholen terdege rekening gehouden wordt
met de huiselijke omstandigheden, door
sommige zelfs te veel.
De gevallen, die de kantonrechter te be
handelen krijgt, zijn overgebleven, nadat
door het hoofd der school en nadat door
de commissie tot wering van schoolver
zuim reeds tal van gevallen, als waarop
de heer Nord Thomson doelt, door de vin
gers gezien zijn en die dus niet als onge
oorloofd worden doorgegeven. In 1929 wer
den door de Commissie 1211 gevallen be
handeld. Laat ons aannemen, dat de Com
missie hiervan 900 als ongeoorloofd door
zond. Kan de heer Nord Thomson nu zeg
gen, hoeveel veroordeelingen daarop ge
volgd zijn?
Maar per slot van rekening is de leer
plichtwet er toch gekomen voor het kind.
En d&t wordt op het oogenblik te veel ge
dupeerd. Daarom schreven wij. En we ho
pen ook in den heer Nord Thomson
iemand gevonden te hebben, die met ons
voor de belangen van het kind wil opko
men.
Openbare les dr. R. Miedema.
Dr. R. Miedema, remonstrantsch predi
kant te Amersfoort, toegelaten als privaat
docent aan de Universiteit alhier om on
derwijs te geven in de geschiedenis van het
Oostersch Christendom, in het bijzonder
aan de hand van de documenten der Oos-
ersch Christelijke kunst, heeft hedenmid-
lag zijn colleges geopen.d met het houden
van een openbare les over: „Karaktertrek
ken van het Oostersch Christendom, aan
Je hand van de documenten der Oosterscli-
Christelijke kunst".
Hinderwet.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen tér algemeene kennis, dat
door I. J. Sloos, bij Har/ Mafles^eit de Ko
ningin, beroep is inges/cliV'/eg^n hun be
sluit d.d. 3 November lè3Qf 'faa/bij de door
hem gevraagde vergui|iyhg\tjf£ het in de
perceelen Rijnsburger\f/g Nos. 171 en 173,
oprichten van een zetterij en drukkerij is
geweigerd.
Afsluiting Zijlpoortsbrug.
Burgemeester on Wethoude^ van Lei
den brengen ter algeujeene kennis, dat in
verband met het ver^ou^en Aan de Zijl-
poortbrug, alle verkeer oy^r d/ze brug, met
ingang van Donderdag-1' 20 l/ovember a.a.
tot nadere aankondiging zaj^ zijn afgeslo-
In het voetgangersverkeer zpfworden
voorzien door middq/ van eer^iulpbrue.
A. VAN DE S:\NDEJTAKHUYZEN,
S Burgemeester.
VAN STRIJEN, |^cretans.
Leiden 19 November 1930.
Agenda
LEIDEN.
Donderdag. Tentoonstelling Kerksieraden.
Rom&nus-zaal, achter pastorie
Harteburg 26 uur.
Donderdag, Ver. tot Bev. der Belangen
van Slechthoorenden, Leidsche
Volkshuis, 8 uur.
Zondag, R. K. Grafische Bond, Concert
zaal „Concordia", 8 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 17 tot
en met Zondag 23 November a.s.,
waargenomen door apotheek: P. du Croix
Rapenburg 9, telef. 807.
PROF. MR. A. J. BLOK.
Zooals wij gisteren reeds meldden, is
aan mr. A. J. Blok, met ingang van 1 De
cember 1930, op zijn verzoek wegens ge-
zoïidheidsrenen eervol ontslag verleend
als hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit
alhier, met dankbetuiging voor de belang
rijke in die betrekking bewezen diensten.
Prof. mr. Anthony Johannes Blok werd
25 Februari 1868 te Hees bij Nijmegen ge
boren. Den 24en September 1887 werd hij
als student in de rechten aan de Leidsche
Universiteit ingeschreven, deed 21 Juni
1589 het candidaats- en 15 Juni 1892 het
doctoraalexamen in de rechten. Hij pro
moveerde tot doctor in de rechtsweten
schappen den lOen Oct. 1893 op een disser
tatie: „Over het onderscheid tusschen
medeplegen en medeplichtig zijn", waarbij
hij het praedicaat „cum laude" verwierf.
Na zijn promotie vestigde hij zich te
's-Hertogenbosch als advocaat en procu-
Bij. K. B. van 26 Juni werd hij benoemd
tot ambtenaar van het O. M. resp. ter
standplaats Schiedam en Amsterdam.
Efj K. B. van 24 Mei 1904 werd hij be
noemd tot substituut-officier van Justitie
bij de arrondissementsrechtsbank te Rot
terdam.
Den 27sten Juli 1908 werd hij benoemd
tot hoogleeraar in het strafrecht en de
strafvordering aan de Leidsche Universi
teit als opvolger van wijlen prof. mr. H.
van der Hoeven. Hij aanvaardde dit ambt
met het uitspreken van een rede over
„Positie en taak van het Openbaar Mi
nisterie".
In den Academischen cursus 19*231924
was hij secretaris van den Leidschen Aca
demischen Senaat en in den volgenden
cursus rector magnificus der Leidsche Uni
versiteit.
Onder zijn rectoraat werd het 350-jarig
bestaan der Leidsche Hoogeschool herdacht
bij welke gelegenheid H. M. de Koningin
het eere-doctoraat werd verleend.
Tezamen met het lid van den Hoogen
Raad mr. L. Ch. Besier, deed hij in 19*25
1926 het licht zien „Het Nederlandsch
Strafproces".
Behalve op rechterlijk en sociaal gebied
was prof. Blok ook op maatschappelijk
gebied werkzaam.
Mr. J. M. van Bemmelen opvolger?
Naar de „Msbd." verneemt, zal als op
volger van prof. mr. A. J. Blok worden
benoemd tot hoogleeraar in het Neder
landsch strafrecht en de strafvordering
aan de Leidsche universiteit mr. J. M. v.
Bemmelen, tot voor kort substituut-grif
fier bij de rechtbank te Rotterdam, die
reeds eenigen tijd de colleges van prof.
Blok heeft waargenomen.
Mannenkoor Vereenigde Zangers.
Tijdens de pauze bij de repetitie van
Maandagavond hield bovengenoemd koor
een bespreking in de koffieitamer der
Stadsgehoorzaal over het concert ter ge
legenheid van het eerste lustrum op 29
April 1931.
Besloten werd onder leiding van den
dirigent van Sijl de volgende werken te
doen uitvoeren: Bonifacius-oratorium van
Zoellner, Mitternacht van Bruckner en
Rhapsodie van Brahms met eerste klas so-
i listen en met begeleiding door de Haarlem-
sche Orchest-Vereeniging.
Er werd een eere-comité gevormd en be
sloten voor deze lustrumuitvoering, waar
voor veel geld noodig is, te trachten de be
langstelling op te wekken van de Leidsche
burgerij. Men verzoekt ons mede te deeien,
dat penningmeester der vereeniging is de
heer J. Boon, Hooigracht 43.
De eerstvolgende vergadering van den
Raad zal hoogstwaarschijnlijk plaats heb-
j ben op Maandag 1 December a.s.