STADSNIEUWS WOENSDAG 19 NOVEMBER 1930 DE LE1DSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 De inbraak in de Pastorie te Leimuiden. Lasterpraat de kop ingedrukt. Rijnsaterwoude oogenBchijnlijk een vredig en rustig dorpje van zeshonderd zielen heeft de laatste maanden in 't middelpunt van de sensatie gestaan: er was een inbraak gepleegd bij den Pastoor van LeimuidenRijnsaterwoude, waar ach teraf zou zijn .gebleken, dat de Pastoor die inbraak zelf verzonnen had om van de zorg voor een arme krankzinnige af te zijn. Dorpspraatjes natuurlijkNiettemin praatjes, die door velen werden geloofd en die de gehecle bevolking in de weer heb ben gebracht. Er vormde zich een scheidingslijn tus- schen de bevolking: vóór of tegen den Pastoor. Aan het hoofd van de anti-Pas toor-partij stond de befaamde heer Van Tol, dio indertijd reeds van zich deed spreken door de rpemvolle gebeurtenis, die in de geschiedboeken vermeld zal staan als „de bestorming van de Leiniui- der tol". Deze zelfde opgewonden heer heeft zich thans onsterfelijke lauweren verzekerd met zijn werk „Fantasie op een inbraak in de Pastorie". Te betreuren is 't voor den heer Van Tol, dat het moge lang geduurd hebben ten slotte ook bij de anti-pastoor-partij het gezond verstand weer doorbrak. En gis teravond is de slot-scène gespeeld in dit drama, bij welke gelegenheid de heer v. Tol wel een uiterst droevig figuur sloeg. De slot-scène van het inbraak drama. Deze slot-scène speelde zich af in het be scheiden Raadhuisje van Rijnsaterwoude, dat den laatsten tijd getuige was van de heftige besprekingen inzake de inbraak. Van deze besprekingen zijn reeds getrouwe verhalen opgenomen in de krant, zoodat de lezers hiermede volkomen op de hoogte zijn. De burgemeester van Rijnsaterwoude, de heer J. A. Bakhuizen, achtte het onduld baar dat in een gedeelte van de pers („Het Volk" en „De Telegraaf") de goede naam van den Pastoor, van de politie en van hemzelf dor het slijk werd gehaald, en had de verschillende redacties verzocht een vertegenwoordiger te zenden naar de Raadszitting, die gisteravond te half acht werd gehouden. Groote belangstelling van de pers. Alle genoodigde bladen gaven aan den oproep gehoor wel een bewijs hoeveel stof deze zaak heeft opgeworpen, en zoo beleefde men in het parlement van Rijnsa terwoude de zeldzame gebeurtenis, dat er evenveel Raadsleden achter als journa listen voor de groene tafel zaten. De belangstelling van de bevolking was niet groot vier oude boeren. Dit is een feit, dat tot vreugde stemt, en bewijst, dat bij de geheele bevolking een beter inzicht in deze kwestie is doorgedrongen. De burgemeester als voorzitter opende de vergadering op de gebruikelijke wijze met gebed en notulenlezing. De heer Van Tol toonde zich onmiddel lijk actief met verbetering van de notulen te vragen een voorstel tot verbetering der notulen werd echter niet ondersteund. Een adres van de bewoners van het Mo lenpad en een subsidieverzoek van de po- litieschietvereeniging „Wilhelmina" werd in handen gesteld van B. en W. om prae- advies. Een voorstel van den heer v. Tol, dit laatste adres voor kennisgeving aan te nemen, werd verworpen. Aan mej. J. J. Ch. Schuyt werd op haar verzoek met ingang van 1 Maart a.s. eer vol ontslag verleend. Daarna kondigde de burgemeester aan: behandeling van de gemeentebegrooting een in zich onschuldig, hoewel meestal langdradig bedrijf, dat echter dezen keer een ongewone wending zou nemen. De heer v. Tol trappelt van ongeduld. De heer v. Tol had namelijk vorige ver gadering bij de indiening der begroo ting reeds algemeene beschouwingen wil len houden iets wat de voorzitter niet kon toestaan. Ook thans was de heer v. Tol weer zoo gretig om het woord te krijgen, dat hij een algemeene beschouwing of wat dit Raadslid daaronder verstaat wenschte te houden vóór hot rapport der commissie- van onderzoek was uitgebracht. De voorzitter las echter eeerst het rap port der commissie, dat alleszins gunstig luidde. Slechts op een post wenschte de commissie nadere toelichting. De voorzitter opende nu de algemeene beschouwingen en de heer v. Tol stak zon der dralen in zee. Er hapert Iets maar niet bij het gemeentebestuur! Een beschreven papier werd voor den dag gehaald en daar stak de redenaar van wal. met de bewering, dat aan de beharti ging der belangen van de gemeente 't een en ander hapert, vooral door de houding van den voorzitter den laatsten tijd. Een verontwaardigd raadslid gaf lucht aan zijn opgekropt gemoed: „Tjonge, tjonge, wat een halskop Hij heeft 't op schrift staan!" De voorzitter verzoekt den leden hun kalmte te bewaren. De heer v. Tol betoogde verder, dat de burgemeester (die niet-Katholiek is) de Protestantsche bevolking laag had neerge zet, volgens toehoorders als een „vuile va doek". „Dat is oude koeien uit de sloot halen riep een stem. Af te keuren is ook, vervolgde de heer v. Tol, dat de burgemeester wethouder Wesi- steyn uit het Raadhuis heeft gegooid, om dat deze met hem van standpunt ver schilde. Dezelfde stem: „'t Hangt aan elkaar als droog zand Dc algemeene beschouwer zeide verder, dat de burgemeester den Raad op onge paste wijze beleedigd had, met welke aan tijging de Raadsleden het zelf niet eens waren, want men riep: „Leugens! leu gens De heer v. Tol richtte daarna nog meer verwijten aan het adres van den burge meester en de Raadsleden, die ten slotte zoo schandelijk werden, dat de voorzitter dreigde met den spreker het woord te ont nemen. Des voorzitters geduld ten einde. De voorzitter verzoekt ook den heer Dis seldorp zich te onthouden van interrupties. De heer v. Tol wilde zijn „algemeene beschouwingen", die beter „beschouwingen over den burgemeester" genoemd konden worden, niet vervolgen. De voorzitter zeide, dat na deze persoon lijke aanvallen, op deze wijze geuit, het van weinig zelf respect zou getuigen indien hij daarop inging. De heer Compeer, hoewel niet dwepend met alg. beschouwingen, wilde dezen keer niet achterblijven. Het pleit niet voor de bekwaamheid van den baggerman, zeide spr., wanneer hij modder zoekt, waar deze niet is. Na de bespreking van den heer v. Tol is spr. teleurgesteld. De heer v. Tol heeft een manie, om deze zaak op te rake len, wat niet in 't belang is van de gemeen te en van de onderlinge terhouding der burgers. Spl*. diende een motie in, en hoopte, dat deze aanleiding geven zal, dat de oneenig- heid in de gemeente wordt bijgelegd. Het is toch treurig^ dat men naar de verga-de ring gaat en bang moet zijn klappen op te loop en. Een motie als „doofpot". Deze motie luidt als volgt De Raacl der gemeente Rijnsaterwoude, den lSen November in openbare vergade ring bijeen spreekt zijn afkeuring uit over de hou ding van den heer Van Tol, die steeds weer in den Raad brengt de zaak van den krankzinnige W. van Beek; en besluit over deze aangelégen- heid als niet des Raads zijnde niet langer te discussieeren en gaat over tot de orde van den dag. Deze motie in stemming gebracht, werd onder applaus aangenomen met 6l.stem. Wie tegen stemde, behoeft niet gezegd te worden. De begrooting werd daarna z.h.s. goed gekeurd. De heer Van Tol misschien eenigszins beduusd over den uitslag van deze stemming liet zijn tijd om tegen te stemmen voorbijgaan. Een vergadering na de vergadering. Na korte rondvraag volgde sluiting der vergadering. De burgemeester zeide nu, het op prijs te stellen, wanneer de aanwezigen nog even bleven voor een nadere bespreking van de beroemde inbraak in de pastorie. Spr. verwelkomde de journalisten op deze bijeenkomst in de Raadszaal, en zei de hun tegenwoordigheid op hoogen prijs te s'ellen omdat hij in deze kwestie niets te verbergen heeft. Hij betreurde het ech ter, dat sommige bladen over deze kwestie hadden geschreven zonder te bevoegder plaatse inlichtingen in te winnen: Die bla den hadden maar voor zoete koek aange nomen, wat de heer v. Tol hen vertelde. De burgemeester las nu het adres voor, dat bij den Officier van Justitie te Haar lem was ingediend, in welk adres ver zocht werd om een nieuw onderzoek in deze zaak. Spr. ontleende de verschillende feiten in dit adres verhaald. Dat één bewoner van Leimuiden waar de inbraak geschiedde dit adres onderteekend heeft, is onjuist. Van Beek is gevaarlijk voor de samenleving. Het adres zegt, dat van Beek „geen kip kan kwaad doen". De practijk aldus de burgemeester wijst heel anders uit. Deze persoon is ontoerekenbaar en zeer ge vaarlijk. Hij heeft niet nagelaten pogingen te doen tot aanranding van minderparigen, waarvan indertijd politie-rapport is opge maakt. De vader verklaarde, dat Willem in bed was. toen de inbraak geschiedde. De vraag is. of de vader dit geconstateerd heeft. Maar de man bemoeide zich weinig met zijn zoon en persoonlijk is het spr. meermalen 's nachts overkomen, dat Van Beek op den weg fietste, terwijl zijn va der dacht, dat hij sliep. De paladijn van de „Protestant- sche" bevolking. De burgemeester verklaarde nu, hoe v. Tol op 27 Aug. bij spr. op het gemeente huis is gekomen „als afgevaardigde van de Protestantsehe bevolking".\ De burge meester antwoordde toen, dat hij niet een Protest, en een Kath. bevolking in Rijn saterwoude kent. Spr. hoopt er zich wel voor te bewaren ooit een scheidingslijn te trekken. Van Tol beweerde verder, dat er ge ruchten gingen, dat de inbraak in de pas torie gefingeerd was. Dit was een zware beschuldiging, op de eerste plaats van den pastoor, maar ook van de politie en van den burgemeester. De burgemeester had gevraagd, op welke feiten deze beschuldiging gegrond wa3. Toen de heer van Tol met de feiten voor den dag kwam, bleken dit geen bewijzen, doch slechts losse geruchten te zijn. Willem van Bek had dit gezegd. Willem van Beek had dat gezegd. Enz. De burgemeester had gezegd, dat op der gelijke losse gronden onmogelijk een nieuw politie-onderzoek kon worden ingesteld, maar verzocht den heer v. Tol met schrif telijke bewijzen te komen. De heer v. Tol heeft toen een adres inge diend bij don officier van Justitie, maar daarmede heeft hij niet voel eer behaald. De officier volgt niet de voetsporen van don heer v. Tol, die klakkeloos verloopt op gepraat van anderen. Toen is gekomen het onderhoud bij den officier van Justitie, waarbij tegenwoordig waren de burgemeester en de drie voor naamste onderteekenaars: v. Tol, West- steiin en Mokkenstoren. Onmiddellijk na afloop van dat onder houd, heeft de officier van Justitie gezegd: Ik kan op dergelijke gronden niet ingaan. Tk denk er niet over een nieuw onderzoeK in te stellen. De zaak kwam ook ter sprake in de ge meenteraad van Rijnsaterwoude, want Wil lem van Beek is armlastig en moest op kos ten dezer gemeente in Heilo worden ge plaatst. Was van Beek wel krankzinnig? Bij die wijziging der begrooting, beweer- le de heer v. Tol: „Willem van Beek is niet krankzinnig". Maar moet de Raad zich dan uitspreken, of iemand krankzinnig is ja dan neen? Willem van Beek is opgesloten en de directeur van het Gesticht heeft aan spr. verklaard: Burgemeester, daar behoeft u niet aan te twijfelen of deze persoon is op zijn plaats. Deze hoort hier thuis en niet in de maatschappij. De burgemeester gaf nu aan de toehoor ders een uiteenzetting van de inbraak. In het adres staan verschillende onwaarhe den. Wat na de inbraak geschiedde. Onmiddellijk na de inbraak heeft de po litie een uitgebreid onderzoek ingesteld. De Pastoor had de schaduw van een man uit het venster zien vluchten en gezegd, dat het hem voorkwam, dat het Willem van Beek was. Daarna is eerst de omtrek afgezocht en later in den nacht Willem van Beek van bed gelicht en naar de pastorie gebracht. Aanvankelijk wilde hij niet bekennen en begon met zich te verpraten. De man is onnoozel en deed allerlei onsamenhangen de verhalen. Hij vertelde, dat hij de sprei niet bad gebruikt en hettrapje niet had gebruikt! De politie ging op die uitlatingen diener in en het resultaat was, dat W. van B. be kende. De burgemeester achtte het een buiten gewoon gelukkig feit, dat de politie op die bekentenis maar riet rustig is ingegaan. Het politie-ondeYzoek is wel zeer dege lijk geweest en daar is geen spijker tus-* schen te krijgen. De inbraak door den inbreker gedemonstreerd! De politie heeft zonder het verloop van de inbraak aan v. Beek mede te dee- len hem gevraagd: wees zoo goed, en doe dat spelletje nog eens over! En Willem van Beek heeft voor den pastoor en drie beëedigde politieagenten de geheele inbraak en geweldpleging ge demonstreerd. Hierbij bleek, dat deze zich precies had toegedragen, als de politie, op grond van verschillende gegevens, had ge dacht. Daarmede is positief komen vast te staan: 1. de inbraak was niet gefingeerd. 2. de inbraak is geschied door Willem van Beek. Het is wel eigenaardig dat men aan de echtheid van deze inbraak, die zoo haarfijn bewezen was, is gaan tornen, en wel door menschen, die bij het politie-onderzoek niet tegenwoordig zijn geweest. Het „hollende paard". Onlangs zag spr. een hollend paard door het dorp rennen en onmiddellijk dacht spr. aan den heer Van Tol. Ook deze draaft er maar op los en ziet niets meer. Spr. hoopt, dat de heer v. Tol nog eens tot beter inzicht zal komen. Voor den heer v. Tol staan twee wegen open: of ridderlijk bekennen, dat hij onge lijk heeft, of den moed hebben een aan klacht in te dienen, dat de pastoor een val- sc-he aangifte heeft gedaan. Maar de gevol gen va.n deze laatste daad zijn voor hem De burgemeester vroeg tenslotte, of de heer v. Tol nog iets te zeggen had? De heer v. Tol wist niets anders uit te brengen dan: ik kan niet accoord gaan met hetgeen door u gezegd is. En hiermede was de bespreking geëin digd, en is, naar wij hopen, ook deze ge heel „kwestie" voor eeuwig van de baan. Handelsregister K. v. K. Wijzigingen: 3077. Fa. Wed. Jac. den Holder, Leiden, Noordeinde 55, hantlel in visscherijartikelen. Uittr. E.: Wed. A. M. den Holder-van Duyl, Leiden, d.d. 1 Octo ber 19*29. N.E.: H. den Holder, Leiden. 2587. P. G. van Rijn, Noordwijk-Binnen Douzastraat 3, winkelier in koloniale w<> ren. Uittr. E.: P. G. van Rijn, Noordwijk- Binnen. Wijz. handelsn. thans: A. G. van Rijn. N.E.: A. G. van Rijn, Noord wijk. Nieuwe inschrijvingen: 562ü Timmerfabriek „De Twee Sleutels", Loidc: Vestestraat 84. E.: M. van Dop, Rijswijk 18 Nov. N.V. Chocolaterie Lido (f.) Lei den, Haarlemmerstraat 82. Hoofdz.: Ani- 1 sterdam, Zwanenburgwal 60. ONGEOORLOOFD SCHOOLVERZUIM Gemeentelijke Aankondigingen Gemakzucht of niet? Het kwaad van ongeoorloofd schoolver zuim is in onze stad uitgebreid. In het No- veniber-nummer van het maandblod „In en om de school" wordfc deze kwestie weer aangevoerd. Mr. Nord Thomson schrijft in dit nummer naar aanleiding van de kwestie o.a. het volgende: Als één van de redenen van het groote schoolverzuim wordt opgegevengemak zucht der moeders; het oudste kind moet behulpzaam zijn in de huishouding, op broertje of zusje passen, boodschappen doen, enz. Het wil mij voorkomen, dat, al zal wei eens bij sommige moeders gemakzucht voorzitten, toch heel vaak bittere nood zaak speciaal in groote gezinnen zal be staan, waar de vader zijn arbeid heeft en de moeder moet zorgen voor de geheele huishouding. Als zij boodschappen moet doen, is er niemand die op de kleine kin deren past en als zij op de kleine kinde ren past. is er niemand, die de boodschap pen verrichten kan: bovendien moet zij nog vaak elders bijverdiensten zoeken. Het is buitengewoon eenvoudig orn hier van gemakzucht van de moeders te spre ken, maar ik geloof, dat U dan in belang rijke mate onderschat de moeilijkheden waarmede een groot arbeidersgezin te kampen heeft. Ik ben van oordeel, dat juist het inzicht in deze moeilijkheden den Kantonrechter of zijn plaatsvervanger er vaak toe brengt boeten op te leggen die U te laag acht. De Rechter toch heeft reke ning te houden met alle omstandigheden en kan zelfs, indien hij van oordeel is, dat geen straf moet worden toegepast, schuldig verklaren zonder meer. De Rech ter zou zijn taak verwaarloozen, indien hij met deze omstandigheden geen reke ning hield. Een andere toepassing van de Leerplichtwet zou leiden tot summum jus summa injuria, hetgeen nimmer de bedoe ling van den wetgever kan zijn geweest. Het wil mij dan ook voorkomen, dat do Commissie tot Wering van Schoolverzuim door het bosch de boomen te weinig ziet. De redactie van „In en Om de School" schrijft hierbij: Dit ingezonden stukje van mr. Nord Thomson verheugt ons zeer. Er blijkt uit, dat onze artikelen over de slechte nale- vinc van de leerplichtwet de aandacht ge trokken hebben ook in die kringen, waar wij zulks juist zoo gaarne hadden weshalve wij het dan ook graag een plaatsje geven. Uit de oorzaken van het schoolverzuim die de Commisie tot w. v. sch.verz. opgaf en die wij overgenomen hebben, neemt de heer Nord Thomson er één, waarmee hij 't niet eens is en waarop hij zijn „ingezon den" bouwt. Mogen wij daaruit .concludee- reu, dat hij de andere oorzaken, die opge ven werden, wel als juist erkent, zooals daar bij zijn: te lage boeten, een te lange tijd tusschen overtreding en eventueele veroordeeling enz. Dan hopen wij, dat de heer Nord Thomson het zijne er toe zal willen bijdragen, om die oorzaken al vast weg te nemen. Mocht ons dat gelukken, er zou een weldaad vooral aan net arner- derskind bewezen zijn. Blijft dus over: gemakzucht der moe ders oudste kind behulpzaam in huishou ding, op broertje of zusje passen, bood schappen doen enz. Vreemd toch, dat de boodschappen in sommige gezinnen zoo vaak onder schooltijd gebeuren moeten. Is daar voor vóór negen en na vier uur dan geen gelegenheid? Vindt inzender het met ons niet vreemd, dat b.v. een jasje, een paar schoenen, gekocht moeten worden op Za terdagmorgen, terwijl de Zaterdagmiddag vrij is? De heer Nord Thomson zijn de duizend en één uitvluchten, die opgegeven worden, om een kind maar thuis te kun nen houden, blijkbaar onbekend. En deze uitvluchten worden des te gemakkelijker opgegeven, daar men zoo langzamerhand weet, dat er toch geen boete volgt of bijna niet. Pas in den allerlaatsten tijd schijnt hierin eenige verbetering te komen. Hoe zou het anders b.v. kunnen, dat in een stad als Haarlem het schoolverzuim lang zoo groot niet is als hier. De de heer Nord Thomson een poging doet, om de slapheid en halfslachtigheid bij veel leerplichtwetovertreders goed te praten, betreuren* wij. Ook wij weten: summum jus summa injuria, wij willen niet ?t onderste uit de kan. Integendeel 't is on3 bekend, dat door de hoofden van scholen terdege rekening gehouden wordt met de huiselijke omstandigheden, door sommige zelfs te veel. De gevallen, die de kantonrechter te be handelen krijgt, zijn overgebleven, nadat door het hoofd der school en nadat door de commissie tot wering van schoolver zuim reeds tal van gevallen, als waarop de heer Nord Thomson doelt, door de vin gers gezien zijn en die dus niet als onge oorloofd worden doorgegeven. In 1929 wer den door de Commissie 1211 gevallen be handeld. Laat ons aannemen, dat de Com missie hiervan 900 als ongeoorloofd door zond. Kan de heer Nord Thomson nu zeg gen, hoeveel veroordeelingen daarop ge volgd zijn? Maar per slot van rekening is de leer plichtwet er toch gekomen voor het kind. En d&t wordt op het oogenblik te veel ge dupeerd. Daarom schreven wij. En we ho pen ook in den heer Nord Thomson iemand gevonden te hebben, die met ons voor de belangen van het kind wil opko men. Openbare les dr. R. Miedema. Dr. R. Miedema, remonstrantsch predi kant te Amersfoort, toegelaten als privaat docent aan de Universiteit alhier om on derwijs te geven in de geschiedenis van het Oostersch Christendom, in het bijzonder aan de hand van de documenten der Oos- ersch Christelijke kunst, heeft hedenmid- lag zijn colleges geopen.d met het houden van een openbare les over: „Karaktertrek ken van het Oostersch Christendom, aan Je hand van de documenten der Oosterscli- Christelijke kunst". Hinderwet. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen tér algemeene kennis, dat door I. J. Sloos, bij Har/ Mafles^eit de Ko ningin, beroep is inges/cliV'/eg^n hun be sluit d.d. 3 November lè3Qf 'faa/bij de door hem gevraagde vergui|iyhg\tjf£ het in de perceelen Rijnsburger\f/g Nos. 171 en 173, oprichten van een zetterij en drukkerij is geweigerd. Afsluiting Zijlpoortsbrug. Burgemeester on Wethoude^ van Lei den brengen ter algeujeene kennis, dat in verband met het ver^ou^en Aan de Zijl- poortbrug, alle verkeer oy^r d/ze brug, met ingang van Donderdag-1' 20 l/ovember a.a. tot nadere aankondiging zaj^ zijn afgeslo- In het voetgangersverkeer zpfworden voorzien door middq/ van eer^iulpbrue. A. VAN DE S:\NDEJTAKHUYZEN, S Burgemeester. VAN STRIJEN, |^cretans. Leiden 19 November 1930. Agenda LEIDEN. Donderdag. Tentoonstelling Kerksieraden. Rom&nus-zaal, achter pastorie Harteburg 26 uur. Donderdag, Ver. tot Bev. der Belangen van Slechthoorenden, Leidsche Volkshuis, 8 uur. Zondag, R. K. Grafische Bond, Concert zaal „Concordia", 8 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 17 tot en met Zondag 23 November a.s., waargenomen door apotheek: P. du Croix Rapenburg 9, telef. 807. PROF. MR. A. J. BLOK. Zooals wij gisteren reeds meldden, is aan mr. A. J. Blok, met ingang van 1 De cember 1930, op zijn verzoek wegens ge- zoïidheidsrenen eervol ontslag verleend als hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit alhier, met dankbetuiging voor de belang rijke in die betrekking bewezen diensten. Prof. mr. Anthony Johannes Blok werd 25 Februari 1868 te Hees bij Nijmegen ge boren. Den 24en September 1887 werd hij als student in de rechten aan de Leidsche Universiteit ingeschreven, deed 21 Juni 1589 het candidaats- en 15 Juni 1892 het doctoraalexamen in de rechten. Hij pro moveerde tot doctor in de rechtsweten schappen den lOen Oct. 1893 op een disser tatie: „Over het onderscheid tusschen medeplegen en medeplichtig zijn", waarbij hij het praedicaat „cum laude" verwierf. Na zijn promotie vestigde hij zich te 's-Hertogenbosch als advocaat en procu- Bij. K. B. van 26 Juni werd hij benoemd tot ambtenaar van het O. M. resp. ter standplaats Schiedam en Amsterdam. Efj K. B. van 24 Mei 1904 werd hij be noemd tot substituut-officier van Justitie bij de arrondissementsrechtsbank te Rot terdam. Den 27sten Juli 1908 werd hij benoemd tot hoogleeraar in het strafrecht en de strafvordering aan de Leidsche Universi teit als opvolger van wijlen prof. mr. H. van der Hoeven. Hij aanvaardde dit ambt met het uitspreken van een rede over „Positie en taak van het Openbaar Mi nisterie". In den Academischen cursus 19*231924 was hij secretaris van den Leidschen Aca demischen Senaat en in den volgenden cursus rector magnificus der Leidsche Uni versiteit. Onder zijn rectoraat werd het 350-jarig bestaan der Leidsche Hoogeschool herdacht bij welke gelegenheid H. M. de Koningin het eere-doctoraat werd verleend. Tezamen met het lid van den Hoogen Raad mr. L. Ch. Besier, deed hij in 19*25 1926 het licht zien „Het Nederlandsch Strafproces". Behalve op rechterlijk en sociaal gebied was prof. Blok ook op maatschappelijk gebied werkzaam. Mr. J. M. van Bemmelen opvolger? Naar de „Msbd." verneemt, zal als op volger van prof. mr. A. J. Blok worden benoemd tot hoogleeraar in het Neder landsch strafrecht en de strafvordering aan de Leidsche universiteit mr. J. M. v. Bemmelen, tot voor kort substituut-grif fier bij de rechtbank te Rotterdam, die reeds eenigen tijd de colleges van prof. Blok heeft waargenomen. Mannenkoor Vereenigde Zangers. Tijdens de pauze bij de repetitie van Maandagavond hield bovengenoemd koor een bespreking in de koffieitamer der Stadsgehoorzaal over het concert ter ge legenheid van het eerste lustrum op 29 April 1931. Besloten werd onder leiding van den dirigent van Sijl de volgende werken te doen uitvoeren: Bonifacius-oratorium van Zoellner, Mitternacht van Bruckner en Rhapsodie van Brahms met eerste klas so- i listen en met begeleiding door de Haarlem- sche Orchest-Vereeniging. Er werd een eere-comité gevormd en be sloten voor deze lustrumuitvoering, waar voor veel geld noodig is, te trachten de be langstelling op te wekken van de Leidsche burgerij. Men verzoekt ons mede te deeien, dat penningmeester der vereeniging is de heer J. Boon, Hooigracht 43. De eerstvolgende vergadering van den Raad zal hoogstwaarschijnlijk plaats heb- j ben op Maandag 1 December a.s.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 2