22ste Jaargang WOENSDAG 5 NOVEMBER 193U DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN BUITENLAND BINNENLAND No. S)e £cidóclve0oivïomt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week Bi] onze Agenten 20 cent per week Franco per post t 2.50 per kwartaal f 2.60 per kwartaal f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 I DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone advertentiën 30 cent per regel Voor ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50 Dit nummer bestaat uit drie bladen VAN HET VATICAAN. ALBANIË EN DE H. STOEL. Onderhandelingen over een concordaat? Te Rome vertoeft op het oogenblik een hooge Albaneesche ambtenaar, die in 1928 deel uitmaakte van de commissie, die in dertijd door de Albaneesche regeering her waarts was gezonden, om de mogelijkheden van een concordaat tusschen den H. Stoel en Albanië te bestudeeren. Er gaan in verband met de aanwezigheid van bedoel den ambtenaar, thans wederom geruchten, dat nieuwe onderhandelingen terzake van een concordaat zijn aangeknoopt. Zeker is, dat de Albaneesche ambtenaren een aan tal besprekingen gehad hebben met de prelaten van het pauselijk staatssecreta riaat. Een preliminaire studie van de aangele genheid werd reeds in November 1927 be gonnen door den apostolischen de'egaat, mgr. G. B. Delia Pietra. Deze verklaarde evenwel, dat zijn onderzoek niet van offi- cieelen aard was, dat hij weliswaar in zeer goede relatie stond tot de Albanee sche regeering, maar van deze generlei opdracht nog ontving om over een con cordaat te onderhandelen. FRANKRIJK. DE FRANSCHE KAMER HEROPEND. Rumoerig verloop der zitting. De Fransche Kamer is gisteren in bui tengewone zitting bijeengekomen. De zit tingzaal leverde hei schouwspel op van een „groot-en dag''. Toen minister Briaud, die er na zijn ziekte weer volkomen her steld uitzag, binnentrad, werd bij door de linkerzijde met een „Leve Bnand" begroet. Tijdens het reces is een oorlogsb'inde, de radicaal Thébault, tot lid der Kamer ge kozen. Toen deze aan den arm van een ra dicaal afgevaardigde de zaal binnenkwam, brachten de aanwezigen hem een ovatie, waaraan ook de premier Tardieu deelnam. De linkerzijde heeft dus thans ook haar blinden afgevaardigde, zooals de rechter zijde den blinden Seapini tot de haren telt. Na voorlezing der ingediende interpel laties, ongeveer zestig in getal, verklaarde Tardieu, dat de regeering bèreid is, te be ginnen met de beantwoording der inter pellaties over de buitenlandsche politiek en vervolgens over te gaan tot behande ling der interpellaties over de beweerde wantoestanden bij de Fransche lucht vaart. Hierover ontspon zich een levende discussie, waarna besloten werd, onmid dellijk te beginnen met de debatten over de buitenlandsche politiek. Deze beslis sing werd met groote vroolijkheid ont vangen, daar men wist, dat de voornaam ste interpellant, Franklin Bouillon, zijn dossier niet bij zich had en dus het woord niet kon voeren. Onder luid gelach der linkerzijde stond Franklin Bouillon op en deed een beroep op de hoffelijkheid d«r Kamer; hij wenschte het debat tot Don derdag uit te ste'len, daar hij zonder zijn gegevens niet zou kunnen spreken. Dit werd door de linkerzijde verworpen. Ook de tweede interpellant, Seapini, die e/en- eens over de buitenlandsche politiek wilde spreken, verklaarde niet voorbereid te zijn er op te moeten aandringen, het debat uit te stellen. Dit" voorstel werd echter eveneens verworpen. De derde interpellant, de radicaal Fran cois Albert, voorma'ig minister van On derwijs, deelde de Kamer daarop mede, dat hij zich in dezelfde positie bevond als de overige interpellanten, doch dat hij het voorbeeld der beide anderen niet wilde volgen en het woord zou voeren. Hij kwam op tegen de aanvallen, welke door de rechtsche pers tegen Briand zijn gericht. Herhaaldelijk werd de spreker door inter rupties onderbroken, vooral van de zijde van Seapini, en het tumult werd ten slotte van dien aard, dat de zitting moest wor den geschorst. Onder applaus van links en gejoel van rechts verliet Francois Albert daarop de sprekerstribune. Na verloop van twintig minuten werd de zitting heropend. Op hernieuwd verzoek van Seapini werd besloten, de voortzetting van het debat tot Donderdagmiddag uit te stellen. Een voorstel van den communist Ber thón, om een door hem ingediend amnes tie-wetsontwerp op de agenda te plaatsen, werd bij handopsteken verworpen. Ook de Senaat kwam gisteren bijeen. Na vaststel'ing-van de volgorde der inter pellaties werd de zitting tot 13 November verdaagd. HEEFT GIBSON TOCH SUCCES? Parijs meent, dat Mussolini zal toegeven. De Amerikaansche ambassadeur tc Pa rijs, Hugh Gibson, die zich voor diploma tieke besprekingen te Rome bevond en gisteren vandaar naar Parijs zou terugkee- ren, heeft besloten zijn vertrek nog een dag uit te stellen. Te Parijs heeft dit be sluit groot opzien gebaard. Verschillende geruchten doen de ronde en ifi verband met andere geruchten neemt men aan. dat Gibson te Rome een gronds'ag heeft kunnen vinden, waarop een eventueele overeenstemming tusschen. Frankrijk en Italië mogelijk zal zijn. De Echo de Paris verklaart uit Rome te vernemen, dat deze overeenstemming be trekking zou hebben op het. vdootbciiworo- grani; dat tot het. jaar 1936 geldig is, ter wijl andere bladen nog verder gaan en re kenen op een wijziging van het geheele Itali&ansehe standpunt, ten aanzien van het vlootvraagstuk. Uit Washington wordt daaiomtrent nog gemeld, dat Italië uit financiee overwe gingen bereid zou zijn het huidige stand punt op te geven. Mussolini, die reeds langen tijd voorne mens is te trachten in Amerika een groote leening aan te gaan, zou in verband hier mede Amerika ook graag op dit gebied welwillend willen stemmen. ITALIË GUIRIATI ZUIVERT DER PARTIJ. Strenger eischen voor het lidmaatschap. In een rede, welke Mussolini dezer da gen heeft gehouden ter gelegenheid van den verjaardag van den opmarsch naar Rome heeft hij o.a. gezegd, dat het werk van de zuivering der fascistische partij moest worden voortgezet om er de mo- reele en materieele kracht van te vergroo- ten. De gevolgen van deze rede hebben niet lang op zich laten wachten, zoo constateert de Romeinsche correspondent van de „Temps". De nieuwe politieke secretaris der partij, Giuriati, heeft namelijk te de zen aanzien bijzonder strenge maatregelen genomen. Zoo zal de lidmaatschapskaart voor het thans aangevangen jaar IX van het fascisme slechts naar de volgende cri teria worden uitgereikt; in de eerste plaats aan degenen, die van 1919 tot 1922 soldaten der fascistische revolutie zijn ge weest en na den opmarsch naar Rome de partij getrouw zijn gebleven dan aan hen, die, na den opmarsch naar Rome lid ge worden .steeds getoond hebben, dat zij in de gelederen der partij dienden met eer bied voor den afgelegden eed en met vol ledige gehoorzaamheid aan de zaak der revolutie. Allen daareentegen, die niet be grepen hebben, zooals het heet, dat het fas cisme een militie in actie is en met apahtie gediend hebben of blijk hebben gegeven van een patriotisnie, dat slechts werd opge wekt bij iedere fascistische plechtigheid, moeten worden geschorst tot zij berouw toonen. Ten slotte moet de kaart worden geweigerd aan al degenen, die er in ge slaagd zijn zich haar te verschaffen om hun vroegere verkeerde handelingen te verber gen of om hun persoonlijke zaken te be dekken met een geriefelijk etiket, en aan hén, die om een of andere reden een mo tief hebben geleverd,om aan hun trouw te twijfelen. RUSLAND GROEIENDE OPPOSITIE IN SOVJET-RUSLAND. „IJzeren gestrengheid tegen de afgedwaalden". Volgens bericht uit Moskou heeft het presidium van het uitvoerend comité van de unie der sovjetrepublieken den voorzit ter van den raad van volkscommissarissen, Syrtsof, uit zijn ambt ontzet en door zeke ren Zcelinof vervangen, die totnutoe plaats vervangend volkscommissaris was. De reden blijft wederom onvermeld, maar de lange reeks van demissies van vooraanstaande mannen in den sovjet staat den laatsten tijd wettigen toch de conclusie, dat de oppositie, die na de ver banning van Trotzki volkomen „onder worpen" heette, andermaal, en niet enkél in de fabrieken en bij de lagere beambten, maar tofc aan den voet van Stalin's troon den dreigenden kop opheft. Maar de dictator van het Kremlin zwaait stevig den knoet en de eerste symp tomen van verzet, van welke zijde ze ook komen, worden onmiddellijk en afdoende onderdrukt. In de fabrieken en werven houden Ge- poe cn tsjeka een waakzaam oog, in do buurt van het Kremlin surveilleeren Stalin en de zijnen; ginds is de straf de kogel of verbanning, hier demissie, eventueel de portatie. Uit de berichten in de sovjetpers blijkt trouwens duidelijk, dat iedereen het weer opleven van de oppositie als een niet te loochenen feit aanvaardt, en men eischt van de partijleiders, van den dictator vooral, zoover men natuurlijk van een dic tator iets „eischen" kan, „ijzeren gestreng heid tegen de afgedwaalden". In ieder geval kan men uit die aanma ning veilig concludeeren, dat er opnieuw gesproken mag worden van een crisis in de communistische partij van de sovjet-re publiek en dat eerlang de „storm van ver ontwaardiging" onder de trouwe leden der partij wel zal uitloopen op „strafmaat regelen in grooten stijl", zoodat het Krem lin ze zoo vaak reeds treffen moest, om het vijfjarenplan en andere grootsche din gen van het roode rijk van den ondergang te redden. Of de partijleiding het nu reeds noodig vindt, tot dergelijke maatregelen over te gaan, blijkt niet misschien heeft de suc cessieve bestraffing van eenlingen en het dreigen met publicatie der vergrijpen, nog slechts ten doel de oppositie schrik aan te jagen. Het is opmerkelijk, dat in dit verband de naam van Boucharin herhaaldelijk ge noemd wordt. Ondanks het feit, dat deze zich zooveel mogelijk op den achtergrond houdt, wordt hij toch beschouwd als de geestelijke vader van de hernieuwde oppo sitie. Er wordt dan ook reeds beweerd, dat, als de slag valt, deze zeker in zijn volle hevigheid op Boucharin zal neerkomen. Volgens het jongste gerucht uit sovjet land zou er tusschen Stalin en den volks commissaris voor leger en vloot, Waroschi- low, een ware vijandschap zijn uitgebro ken. 8RITSCH-INDIE DE ONRUST IN INDIE. Meer dan 23.000 gevangenen. De minister van Indië deelt mede, dat het aantal personen, die veroordeeld we gens overtredingen, waarbij geen geweld is gepleegd in verband met de politieke gebeurtenissen, thans in de Indische ge vangenissen zitten, 23.136 bedraagt. Verder wordt uit Bombay gemeld: Een menigte geraakte te Madhavoer, in het gebied van Koeroenwad, in botsing met de politie tengevolge van een reeds sedert eenige maanden heerschende agitatie we gens het feit, dat de politie enkele perso nen trachtte te arresteeren. De politie schoot met losse patronen. Aan beide zij den werden een tiental personen gewond. De politie werd versterkt. De orde werd hersteld. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Zou Mussolini willen toegeven in de vlootkwestie? Groeiende oppositie in Rusland tegen Stalin. BINNENLAND. Te Helmond heeft een 28-jarige man in een vechtpartij zijn oom gedood. (Gem. Berichten, 2de blad). Het ontwerp maal- en menggebod na vijf weken nog bij den Raad van State, die het weinig gunstig heeft ontvangen; invoering dit jaar onwaarschijnlijk. (1ste blad). LEIDEN. Verschenen is de Begrooting der Ge meente Leiden. De Liturgische Dag in het Bisdom Haar lem. (2de blad). JAPAN DE OPSTAND OP FORMOSA. Nog steeds niet bedwongen. De opstand tegen het Japansche gezag op het eiland Formosa duurt nog steeds voort. Uit Tokio wordt gemeld, dat het den Japanschen troepen, in weerwil van het feit, dat zij met het meest-moderne oor logstuig en met vliegtuigen zijn uitgerust, niet is gelukt, een overwinning van bctee- kenis op de met den guerilla in de bergen vertrouwde, bergstammen te behalen. INHUURRECHT. De Haagsche Briefschrijver van de „Tijd" maakt volgende juiste opmerking: Men heeft (bij de discussies over de Pachtwet) al maar door gesproken van het continuatierecht. Het woord staat ge lukkig niet in de wet, maar het was, te oordeelen naar de verslagen, op de lippen van alle leden bestorven. Ik heb mij daar aan in alle stitle geëergerd. Het is niet alleen geen Nederlandsch woord, maar het is een zinloos woord. Een voortzettings- recht, waarvan niet blijkt wat men recht heeft voort te zetten, zegt mets. Daaren tegen hebben wij voor hetgeen het hier om ging een pracht Nederlandsch woord-, te vinden in De Vries en Te Winkel, dat zegt wat wordt bedoeld en dat door iede- ren verpachter, iederen pachler en iederen Nederlander onmiddellijk wordt verstaan: inhuren of inhuring. Waarom dan niet ge sproken van recht van inhuren of inhu- ringsrecht. Men zou, al kent De Vries en te Winkel dit woord niet, om het nog kor ter te hebben, wellicht ook kunnen zeg gen: inhuurrecht. Bij hot debat in de Eer ste Kamer moge men hierop letten". In verband met den brutalen JUWEELE NDIEFSTAL bij de firma Spyer te Den DE DO X welke heden te Schellingw onde, in doortocht op zijn reis over den Haag heeft Dmsdagmrddag de wereldbe roemde helderziende Marion geësperimen- 0ceaan, verwacht wordt. Inzet de ontwerper van de reusachtige vliegboot Dornier tcerd voor een onderzoek. De heer Marion verlaat de winkel. (Zie Gem. Berichten). yyal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1