HOtLANDSCH ZWITSERSCHE/REEPEN
BINNENLAND
ONDERWIJS
De Man
van Nergenshuizen
DE LEIDSCHE COURANT
DONDERDAG 16 OCTOBER 1930
JUVENAAT IN HET BISDOM
HAARLEM.
Jaarvergadering te Rotterdam.
Onder presidium van Deken J. M. Lu-
cassen heeft heb Juvenaat in heb Bisdom
Haarlem gisteren te Botterdam in heb ge
bouw der St. Jozef gezellen-Vereeniging zijn
algemeene jaarvergadering gehouden.
Alvorens tot de behandeling van do
agendapunten over te gaan wijdde de voor
zitter een eerbiedig in memoriam aan de
nagedachtenis van Mgr. van Stee, de stuw
kracht in het werk van de Katholieke
schoolvrije jeugd in ons Bisdom.
Aan de orde werd hierna gesteld het
jaarrapport.
Uit het verslag van den penningmees
ter bleek een batig saldo van plus minus
3300 gulden.
In behandeling werden dan gebracht de
ingekomen voorstellen. Het voorstel van
den Distrietsbond Haarlem, om met de pa
tronaatsjongens een reis naar Rome te
maken, vond na het praeadvies van het
hoofdbestuur, dat, van paedagogisch stand
punt gezien, het Juvenaat niet het aange
wezen lichaam lijkt om deze zaak aan te
vatten, geen instemming van de vergade
ring.
Op het voorstel van den Distrietsbond
Gouda luidende: het Juvenaatsbestuur
stelle met den meesten spoed pogingen in
het werk, teneinde te geraken tot een be
tere regeling van de financieele verhou
ding tusschen kerkbesturen en patronaats-
besburen, bestaande in een vaste toelage,
per beschermeling door de eersten per
jaar te verstrekken aan de laat sten, ant
woordde de voorzitter, dat het hoofdbe
stuur dit voorstel bij den Bisschop aanhan
gig zal maken en zooveel mogelijk zal steu
nen.
Op de vragen van West-Friesland: als
de godsdienstige vereeniging den grondslag
en het uitgangspunt vormt van het jeugd
werk, welke wordt dan de functie van <h«t
patronaat in het jeugdwerk en welke is cie
verhouding van den Patronaatsdistricts-
bond tot den Dekenalen Jeugdraad, werd
in het praeadvies van het hoofdbestuur heb
volgende antwoord gegeven.
De godsdienstige geest, ontleend aan de
Congregatie, doordrenkt het geheele jeugd
werk. Aldus is hier aanwezig de ideëelc
basis. Verder vormen de clubs uit de Con
gregatie ontstaan, als zijnde de geheele
vrije jeugd vorming, het Patronaat in de
parochie.
De verhouding van den distrietsbond
tot den Dekenalen Jeugdraad is zoodanig,
dat de eerste moet beschouwd woorden als
een onderdeel van de tweede, waarin hij
ook is vertegenwoordigd. Bovendien is de
Distrietsbond op zijn terrein de practische
werkcommissie en geeft de Dekenale Jeugd*-
ra-ad slechts advies of heeft een taak van
initiatief of leiding etc. in 't algemeen ge
zegd: van bevorderen. De actie der Dis
trictsbonden moet dus door de nieuwe or
ganisatie geen belemmering ondervinden,
maar integendeel worden bevorderd.
De periodiek aftredende bestuursleden,
pater A. C. Went en de heer A. Backhuys,
werden bij acclamatie herkozen.
Hierna volgde schorsing der vergade
ring.
Besloten werd met algemeene stemmen,
ieder jaar op één zelfden dag in het ge
heele district een jeugddemonstratie te
houden. Mien stelde zich voor dit te doen
op den derden Zondag in de maand Mei.
Voor 1931 dus op den I7den Mei.
In bespreking «werd gebracht de verhou
ding van het R..-K. Juvenaat tot de R.K.
Verkenners en de actie voor de vakorga
nisatie. Wat betreft het eerste, deelde de
voorzitter mede, dat tussohen patronaten en
Verkenners een beslist nauw contact moet
bestaan. De Verkenners moeben even goed
een club van het patronaat vormen en zij
staan dus onder de patronaatscommissie.
Met behoud dus van hun plaats in het pa
tronaat zooals trouwens alle andere
sportvex-eenigingen kunnen zij zich na
tuurlijk vrijelijk vereenigen in plaatselijke
en diocesane Verkennersvereenigingen.
Besloten werd in dezen met de leiders
en de bestuurderen der Verkenners in
overleg te treden.
Met betrekking tot de actie voor de Vak
organisatie werd gewezen op de groote
moeilijkheid van de contributie. Voorge
steld werd en de vergadering kon er zich
mede vereenigen, dat tot den Diocesanen
Jeugdraad het verzoek zal worden gericht,
stappen te doen de hooge financieele of
fers zooveel mogelijk over beide partijen te
verdeelen.
Mededeeling werd gedaan, dat ge
tracht zal worden nog dit jaar een twee-
daagschen jeugdleiderscursus te geven, na
melijk op 27 en 2S December.
De weleerw. heer jW. van Alphen, kape
laan te Gouda, heeft hierna gesproken
over de waarde van het algemeene Patro-
naalsprogx-am voor de jeugdbeweging.
Dr. G. O. Lap uit Rotterdam, 'heeft ver-
volgens een propagandistisch woord gespro
ken voor de E.H.B.O. een ongetwijfeld
nuttige en heilzame instelling, waar vooral
de jeugdleiders iets kunnen leeren, dat van
pas kan komen bij het practisch optre
den.
Besloten werd de volgende jaarverga
dering te 's-Gravenhage te houden. Bij de
rondvraag werd medegedeeld, dat de
„naamswijziging van patronaat" ernstig in
studie wo/dt genomen.
„Msbd."
NIJMEEGSCHE UNIVERSITEIT.
Ambts-aanvaarding Lector
W. Doyle-Davidson.
De nieuw benoemde Lector in de Engel
sche Philologie aan de Katttfolieke Uni
versiteit te Nijmegen, Walter Alfred Geor
ge Doyie-Davidson, opende gistermiddag
om drie uur in de Aula Minor van het Uni
versiteitsgebouw zijn ooileges met een
openbare voordracht in de Engelsche taal
over „Een nieuw Hoofdstuk in de Geschie
denis van het Engelsche Proza".
HET CONFLICT IN DE TYPOGRAFIE.
Geen accoord bereikt.
„Verdere onderhandelingen
nutteloos".
Door de partijen in de typografie is
Dinsdag en gistellen vergaderd, om te
trachten tot overeenstemming te komen
betreffende een nieüw collectief arbeids
contract. Deze overeenstemming, zoo deelde
men ons van werkgeverszijde mede, is niet
bereikt.
De patroons boden aan een loonsverhoo-
ging van drie cent per uur, geleidelijk in
te voeren. De werknemers handhaafden
echter hun eisch van vijf cent per uur,
eveneens geleidelijk in te voeren.
Daar de patroonsdelegatie, die aanvan
kelijk op het standpunt stond, dat in de
huidige omstandigheden geen loonsverhoo-
ging mogelijk was, ter wille van het be
houd der samenwerking, dit uiterste voor
stel van drie cent per uur had gedaan en
de werknemers dit aanbod onaannemelijk
achtten, moest de voorzitter ten slotte wel
de conclusie trekken, dab verder onderhan
delen nutteloos was en heeft de patroons
delegatie der onderhandelingencommissie
haar mandaat ter beschikking gesteld van
het Algemeen Hoofdbestuur der Federatie.
Heb „Volk" van gisteravond heeft een
lang interview met B. Ponstein, hoofdbe
stuurslid van den Algemeenen Nederland-
schen Typografenbond, gehad. De eisch der
arbeiders van drie centen vei'hooging van
het uurloon voor Amsterdam en drie cen
ten voor de andere gemeenten, wordt daar
in natuurlijk niet alleen verdedigd, maar
ook in overeenstemming genoemd met den
tegenwoordigen economische situatie en
met den bedrijfstoestand. Wij zullen nog
wel gelegenheid hebben op al deze kwesties
terug te komen. Voorloopig nemen wij
slechts de verklaring over van den heer
Ponstein over de houding, welke de lei
ders der arbeiders tegenover een moge
lijke bemiddeling aannemen:
De Rijksbemiddelaar, mr. S. de Vrie^
heeft aldus de geïnterviewde in veel
band met het dreigende conflict inlichtin
gen gevraagd. De samenwerkende arbei
dersorganisaties zijn van meening, dat het
voorbai'ig is, wanneer een derde zich nu
met het conflict bemoeit. Bovendien ge-
looven zij, dat, indien de beide partijen
niet tot overeenstemming kunnen komen,
het aan een derde zeker niet zal gelukken
hen tot elkaar te bi-engen.
Het slot van het interview wijst op den
ernst der situatie:
Het gesprek vervolgend, wees "Ponstein
er op, dat in het verleden nog nimmer een
zoo omvangrijk conflict in de typografie is
voorgekomen als nu dreigt. „Wij zijn ons er
ook van bewust van hoe diep ingrijpende
beteekenis een algemeene bedrijfsstoring
is. Wij zijn er dan ook geenszins belust op,
maar blijkt het noodzakelijk, doordat de
werkgevers zelfs onze bescheiden eiscTien
niet wenschen in te willigen, dan fcullen
wij er niet voor terugdeinzen. En indien
het parool tot staken wordt uitgegeven
door de gezamenlijke besturen, heb ik het
vaste vertrouwen, dat onze goed gedisci
plineerde troep dat parool trouw ziad vol
gen".
DE NACHTTREINEN.
Het aantal reizigers.
Er is blijkbaar toch vrij groote liefheb
berij voor het reizen met de nachttreinen
in ons land. Ziehier de cijfers van het per
sonenvervoer gedurende de eersle week:
Van Rotterdam en Amsterdam naar
Groningen
In den nacht van le kl. 2c kl. 3e kl.
67 October 0 2 10
7—8 0 6 4
8—9 2 4 13
9—10 0 8 7
10—11 ..5 5 12
11—12 0 0 0
Van Rotterdam en Amsterdam naar
Maastricht:
In den nacht van
67 October
7—8
9—9
9—10
10—11
11—12
Een commissie, die zich overcompleet
achtte.
De commissie van toezicht op het Lager
Onderwijs te Bloemendaal diende dezer da
gen en bloc haar ontslag in. Aangezien in
een tijdpei-k van drie jaren geen enkele
maal haar advies werd gevraagd, meende
de commissie in den geest van den raad te
handelen, die op haar adviezen blijkbaar
geen prijs meer stelde, haar ontslag in te
dienen.
Bord en krijt.
De Inspecteur van het Staatstoezicht
op de Volksgezondheid voor kinderen, Dr.
Putto, heeft het oordeel van de hooglee
raren in de oogheelkunde ingewonnen
over de vraag, of de door hem in verschil
lende scholen aangetroffen groene school
borden, waarop met geel krijt werd ge
schreven, aanbevelenswaardig waren.
De uitslag dezer enquête is opgenomen
in het jaarverslag betreffende de Volks
gezondheid, waar men ziet, dat 't oordeel
der professoren gelijkluidend is: allen keu
ren groen bord met geel krijt af, de een
wat beslit8er, wat scherper dan de ander,
maar allen prefereerden de oude combina
tie: wit krijt en een zwart schrijfvlak, om
dat mij bij deze laatste combinatie de
e:i het grootste contrast verkrijgt.
Het waren de professoren H. Snellen,
H. Weve, G. F. Rochat en v. d. Hoeven,
die hier aan 't woord waren en hun ziens
wijze toelichtten.
Men ziet dus, alle verandering nog
geen verbetering.
Het oude zwart-op-wit of omgekeerd
wit-op-zwart wint het van de nieuw uit
gevonden kleurencombinatie.
De Inspecteur Dr. Putto verzocht den
minister van arbeid, onder wien dezen tak
van dienst ressorteert, zijn rapport door
te willen zenden aan den minister van
onderwijs, wijl deze daarin wellicht aan
leiding zou kunnen vinden de hoofdinspec
teurs van het L. O. om hun medewerking
te vragen, opdat in de scholen dofzwarte
borden en wit krijt worden gebruikt, als
zijne volgens de deskundigen de meest ge-
wenschte kleurencombinaties.
De hoofdinspecteurs hebben daarop de
kwestie besproken met de inspecteurs en
schoolopzieners, waarbij o.a. bleek, dat
de invoering hier en daar van geel krijt
't resultaat is dér reclame van een krijt-
fabriek. De hoofdinspecteur rapporteerde
den minister, dat 't wenschelijk wordt ge
acht de groene borden geleidelijk weer
door dofzwarte te vervangen, waartoe het
rijksschooltpezicht gaarne zijn medewerking
zal verleenen.
De gemeente- en schoolbesturen zijn
echer vrij in de keuze van de aan te schaf
fen leei-middelen en schoolbehoeflen. Men
kan er nochtans zeker van zijn, dat geen
gemeente- en schoolbestuur, nu de des
kundigen eenparig de nieuwigheid veroor
deeld hebben, veel bezwaar maken zal om
weer tot de beproefde**oude combinatie
zwart-wit terug te keeren.
Het welzijn der kinderen gaat bovenal.
De groene borden met het gele krijt zullen
dus wel spoedig weer van 't schooltooneel
verdwenen zijn. Het oude zwart-wit her
neemt er in onaantastbare positie weer de
alleenheerschappij. Schoolbesturen en
hoofden van scholen weten 't nu: niet 't
nieuwe groen-geel, maar nog altijd het an
tieke zwart-wit.
DERDE BLAD „PAG. 9
UIT DE RADIO-WERELD
Prgramma's voor Vrijdag 17 Oct
Huizen, 1875 M.
(Uitsl. N. C. R. V. uitz.).
8.15 Concert.
10.30—10.50 Ziekendienst.
11.0012.30 Gramofoonplaten.
12.302.00 Concert.
2.003.30 Gramofoonplaten.
3.505.00 Concert.
5.005.15 Gramofoonplaten.
5.156.15 Orgelconcert door B. de Bruin
6.156.45 Bezoek van den Radio-dokter.
6.457.15 Engelsche les.
7.157.45 A. J. Herwig: „Kunstmest in
den tuin."
7.458.00 Politieberichten.
8.009.00 Concert. Arnhemsche Orkest
Vereeniging.
9.009.30 Mr. N. G. Veldhoen: „Naar
Rome!".
9.3010.00 Vervolg concert.
10.0010.10 Persberichten.
10.1011.30 Vroolijk allerlei (Gramofoon
platen).
Hilversum 1071 M. Vóór 6 uur
298 M.
8.00 V. A. R. A. Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding (V. P. R. O.)
10.15 Voordracht door Johanna Opdam.
10.30 Ziekenuurtje.
11.30 Gramofoonplaten.
12.00 A. V. R. O. Tijdsein.
12.012.00 A. V. R. O.-Concert. Omroep
orkest. Suze Luger (zang).
2.052.30 A. V. R. O. Schooluitz.
2.303.00 A. V. R. O. Gramofoonplaten.
3.00—1.00 A. V. R. O. Concert. A. V. R.
O.Kwintet.
4.00 V. A. R. A.-uitzending.
8.01 V. P. R. O.-uitzending.
Daventry, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
12.20 Concert.
12.50 Orgelspel.
I.50 Gramofoonplaten.
2.50 Uitzending voor scholen.
4.50 Orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Lezing en Nieuwsberichten.
6.50 Koersen en Lezing.
7.00 Pianospel door V. Mc. Lean.
7.20 Lezingen.
8.05 Pianospel door S. Wearing.
8.20 „Madame Butterfly". Eerste bedrijf.
9.20 Nieuwsbei'ichten en Koersen.
9.55 „Madame Butterfly". Tweede en
derde bedrijf.
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
12.50 Gramofoonplaten.
4.05 Orkestconcert en soli.
9.05 „Tristan en Isolde" van Rich Wag
ner.
L a n g e n b e r g, 473 M.
6.207.20 Gi'amofoonplaten.
9.3510.35 Gramofoonplaten.
II.30 Gramofoonplaten.
12.25—1.50 Concert.
4.505.50 Orkestconcort.
7.20—8.05 Orkestconcert.
S.10 „Ein Mann erklart einer Fliege der
Krieg". Hoorspel van W. Schmidtboini.
Muziek van G. Ivneip. Daarna lot 11.20:
Dansmuziek.
Zeesen, 1635 M.
3.504.50 Orkestconcert.
4.507.15 Lezingen en lessen,
fluit en alt.
7.50 „Der lustige Krieg", operette van J.
Strauss.
9.05 Moderne muziek voor hobo en
piano. Daarna concert door J. Einödshofer
en zijn oi-kest.
Kalundborg. 1153 M.
11.201.20 Orkestconcert.
2.204.20 Orkestconcert en zang.
7.357.55 Cenxbalo-soli door F. Jensen.
7.559.25 „Morbus Tellennann". Drama
in 5 bedrijven van Helge Rode.
9.4510.20 Mandoline-concert.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Kamermuziek.
6.50 Gramofoonpl.
8.35 Fragmenten u. d. Op. „Rigoletto"
van Verdi.
8.35 (338.2 M.) Concert georganiseerd
door de SAROV.
le kl. 2e kl. 3e kl.
0 2 2
1 3 7
3 6 12
1 9 18
0 5 3
FEUILLETON
door
VICTOR BRIDGES
Vertaling van F. van Velsen.
2)
Ik slenterde zeer langzaam voort, met
de twee goudstukken van Billy, die in mijn
zak rinkelden en peinsde op mijn gemak
over mijn eigen aangelegenheden.
Vier maanden geleden had ik Boliva met
opgewektheid verlaten, in de veronderstel
ling, dat ik voor het eerst in miin leven
eens kans zou krijgen, om geld te verdie
nen. Dat ik goud had gevonden en wel in
zoo belangrijke hoeveelheid, dat de exploi
tatie zeer winstgevend moest zijn, daaraan
viel niet te twijfelen en ik was bezield met
een groot vertrouwen, dat ik te Londen
voldoende kapitaal bij elkaar zou krijgen,
om de zaak grondig te exploiteeren. Ik
kende de autoriteiten in Bolivia voldoende,
om zeker te zijn, dat 'n staatsconcessie al
leen maar door een edelmoedige omkooperij
to verkrijgen was.
Zeven k acht weken verblijf in Engeland
waren voldoende geweest, om al mijn hoop
den bodem in te slaan. Ik veronderstel,
'dat Engelsche zakenlui van nature voor
zichtig zijn om daarom van een vreemde
ling alle mogelijke officieele inlichtingen
betreffende zijn verleden verlangen, alvo
rens zij aan zijn beweringen eenige waarde
hechten. Nu, mijn verleden, hoe interessant
ook voor mijzelf, was van een te veel be
wogen aard geweest., om vertrouwen in te
boezemen bij kapitalisten, wier levenskrin
getje zich niet verder uitstrekte dan Lorn-
baidstreeet en laten wij zeggen, Mai
denhead.
Hoe het ook zijmijn reis was een mis
lukking en zooals ik Billy had verteld, wa
ren mijn middelen tot den laat sten pen
ning uitgeput, zonder dat ik een stap ver
der was gekomen, dan toen ik begonnen
was. Ik was over de mislukking niet ver
drietig. Mijn rusteloos leven had mij zeer
ongeschikt gemaakt voor de eentonige
eerbiedwaardigheden van Londen en ik
was begonnen de straten, de menschen en
werkelijk alles om mij heen met een vree-
selijken steeds aangroeiende weerzin te
beschouwen, 't Is waar, dat New-York even
onaangenaam of misschien nog ei'ger zou
zijn, maar ik had geen plan, om lang in
die hel van oorverdoovend geraas te blij»-
ven. In de eerste plaats zouden mijn geld
middelen het niet veroorloofd hebben en
bovendien begon mij die woeste jacht naar
weelde te hinderen. Als ik binnen enkele
dagen een sympathiek kapitalist zou vin
den, nu dan was het goed anders zou ik
mijn hoofd niet verder over de zaak bre
ken. Laat het goud dan maar liggen waar
het is, tot een reiziger het vindt, die beter
in staat is dan ik, om het te exploiteeren.
Het leven is ten slotte toch hoofdzaak en
ik was niet voornemens mijn tijd te ver
knoeien met wachten voor kantoordeuren,
conferenties te houden -met rijke, welge
dane heeren in rok, terwijl de geheele we
reld met al haar vroolijkheid en avonturen
voor mij lag.
Toen ik onder een lantaarn stilhield en
over den kaaimuur le unde, staarde ik naai
de lichten van een kleine stoomboot, die
snel de Theems afvoM'. Er maakte zich een
wild verlangen van nnij meester, om deze
verstikkende atmosfner van zoogenaamde
beschaving te ontvluchten. Het scheen mij
toe, of ik den smaal: van het zoute zeewa
ter op mijn lippen p roefde en wederom den
warmen zachten a-c'l/emtocht van do open
Pampas rook. Mijn hart sloeg sneller en
harder en onwillekeurig neuriede ik een ÏÏè-
kend Zuid-Amerikwansch liedje van zee en
zon en vlakten en avontui-en.
Ja, dat was het, waaraan ik behoefte had
en bovenal het ruwe leven met zijn vroo-
lijkheid en zorgen, ver weg van deze adem
benemende straton, waar het menschen-
hart ingebeeld en kouder woi-dt. Ik trok
mijn armen teru|* en haalde diep adem.
„Mijn Godmompelde ik half luid, „ik
heb hier voor ai!tijd genoeg van!"
„Ik feliciteer *u", klonk een stem.
II.
Ik heb mijn zenuwen tamelijk goed on
der bedwang, inaar ik moet eerlijk beken
nen, dat ik bij dat onverwachte antwoord
een schok kreeg Toen ik mij omdraaide
stond ik tegenover een groot, breedgeschou
derd man, zijn! avondcostuum half zicht
baar onder een lange, gele overjas. Een
oogenblik kwanx zijn voorkomen mij eigen
aardig bekend, voor en ik staarde hem ver
baasd aan, teirwijl ik mij trachtte te her
inneren, waar ik hem al meer gezien kon
hebben. Toen. opeens drong de werkelijk
heid in haar rolle klaai'heid tot mij door.
„Allemachtig zei ik, „is U een spiegel
Behalve zijn kleeding was de man mijn
volmaakt evenbeeld
Hij glimlachte op eigenaardige wijze
alleen maar door een licht krullen van zijn
lippen, doch de koude blauwe oogen, die
elk détail van mij in zich opnamen, ver
helderden of verwijdden zich niet.
„Een hoogst merkwaardige gelijkenis",
sprak hij rustig„ik wist niet, dat ik er
zoo goed uitzag."
Ik maakte een buiging. „En ik heb nooit
geweten, dat ik zoo kourig gekleed was",
antwoordde ik op half schertsenden toon.
„Zelfs onze stemmen", mompelde hij.
„Wie was die gek, die durfde beweren, dat
er geen mirakelen meer gebeuren?"
Ik schudde mijn hoofd. „De gelijkenis
schijnt ook in wederzijdsche onbekendheid
te bestaan", zei ik.
Er volgde eenige oogenblikken van stil
te, gedurende welke wij elkaar met dezelf
de openhartige nieuwsgierigheid en belang
stelling opnamen. Toen haalde hij een fijn
gouden kaartjesétui uit zijn zak.
„Mijn naam is Stuart Northcole mis
schien heeft u dien wel eens meer gehoord",
sprak hij, terwijl hij mij een kaartje over
handigde.
Ik geloof niet, dat ik mijn verrassing
deed blijken, ofschoon de hemel weet, hoe
groot die was. Evenals bijna iedereen in
Londen, had ik natuurlijk van Stuart North-
cote gehoord. Trouwens ik zou dat moei-
lijk hebben kunnen ontkennen, aangezien
alle kranten vol gestaan hadden van zijn
weelde en rijkdom, sinds hij op geheimzin-
nige wijze in het begin van het „season" als
uit de lucht was komen vallen en het paleis
van Lord Lammerfield in Park-Lane had
gehuurd. Ik nam echter zijn kaartje zon
der eenig blijk van emotie aan, alsof het
ontmoeten van millionnairs dagelijksch
werk voor mij was.
„Mijn eigen naam is John Burton", zei
ik. „Een visitekaartje behoort op het oogen
blik niet tot mijn inventaris."
Hij boog. „Nu mijnheer, Burton", begon
hij, als met zichzelf overleggend, „aange
zien het toeval ons op deze wijze bij elkaar
heeft gebracht, zou het jammer zijn als wij
niet nader met elkaar kennis maakten. Als
u niet gepresseerd is, hij hield even op
zou u mij misschien wel het genoegen
willen doen met mij te gaan soupeeren."
Ik weet niet, wat het was ik denk
iets in zijn stem maar hoe het ook zij
het klonk mij of hij vreeselijk verlangend
was, dat ik zijn uitnoodiging zou aanne
men.
„Ik wilde hem echter op den proef stel
len.
,,'t Is zeer vriendelijk van u", zei ik- met
een glimlachje, „haar ik heb zoo juist ge
dineerd."
Hij weerde mijn bezwaar met een hand
beweging af. „Nu een flesch wijn dan. Ten
slotte ontmoet men toch niet iederen dag
zijn dubbelganger."
Hij wenkte een juist voorbijrijdende taxi.
Toen het. voertuig naar ons omzwenk'e
schoot een der menschelijke wi-akken op uó'
taxi toe, alsof hij de deur voor ons wilde
openen. Ik keek juist op dat oogenblik naar
Northcote en ik stond verbaasd van de
ploselinge verandering welke bij hem
plaats greep. Hij zag er uit als iemand,
wien een vreeselijk gevaar boven het. hoofd
hangt. Bliksemsnel gleed zijn hand in zijn
zijzak met een gebaar, dat aan duidelijk
heid niets te wenschen overliet.
„Pak je weg", zei hij ruw.
(Wordt vervolgd).