II - 'M Vr Agenda ZONDAGSBLAD MAANDAG 6 OCTOBER 1930 DE LE1DSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG Politie en gendarmes hebben het gebied in de omgeving van de plaats van de ramp afgezet en hebben maatregelen genomen om het verkeer te regelen. Duizenden traohten bij de overblijfselen van het luchtschip te komen. De lijken dor slachtoffers zijn later op den dag geki*. De vlag van het luchtschip, die aan den achtersteven had gewapperd en niet ver brand teruggevonden is, werd aan den Britschen militairen attaché uit Parijs overhandigd. De overlevenden zijn nog te zeer ont daan om een geregeld verslag van de ramp te kunnen geven. Twee van hen verklaar den, dat zij hun leven te dankon hebben aan het feit, dat een watertank sprong en zij door het water werden overstroomd. De marconist, Disloy, verklaarde, dat hij sliep toen de ramp plaats greep. Toen hij ontwaakte lag hij in het veld met ver brande handen. Zondagmiddag waren drie lijken nog niet gevonden. EEN DER GEWONDEN OVERLEDEN. Hoeveel personen waren er aan boord? Uit Beauvais wordt nader gomeld, dat een der gewonden, die levend uit de R. 101 zijn gekomen, in den afgeloopen nacht is overleden. Omtrent het aantal slachtoffers wordt gemeld, dat dit niet precies vast staat. Volgens do officieele Engelsche opgave bevonden zich aan boord van de R. 101 54 personen. Hiervan zijn 8 levend uit het luchtschip gekomen. Eén der gewonden is overleden, zoodat volgens de Engelsche opgave 47 personen zijn omgekomen. Volgens mededeelingen van de overle venden bevonden zich echter 58 personen aan boord, van wie thans nog 7 in leven zijn. Indien dit inderdaad het geval is, be draagt het aantal slachtoffers 51. De autoriteiten hebben reeds maatre gelen getroffen voor het overbrengen van de lijken naar Engeland. DE VERMOEDELIJKE OORZAAK. Een redacteur van het Persbureau Vaz Dias heeft gistermiddag den heer G. Spit, chef van den technischen dienst der K. L. M. op Schiphol, gevraagd wat naar zijn meening de oorzaak kan zijn van de ramp, welke het Engelsche luchtschip R. 101 heeft getroffen. „U weet", zeide de heer Spit, „dat de R. 101 is uitgerust met vijf motoren, waar voor als brandstof zware olie wordt ge bruikt. Toen het luchtschip geheel gecon strueerd was, bleek, dat, in geval van het maken van een lange vlucht, het gewicht der mee te -nemen olie het schip zoo zwaar belasten zou, dat er aan gewone lading vrij wel niets kon worden meegenomen. Om aan dit groote bezwaar tegemoet te komen, is het luchtschip toen doorgezaagd, waar na het verlengd werd. De reeds nieuwe gas- cellen, welke, zoodoende aan de oorspron kelijke werden toegevoegd, vermeerderden het gasvolume en daarmede dus ook het draagvermogen van het schip. U begrijpt echter, dat voor de lange vlucht naar Ka rachi het maximum aan ruwe olie is mee genomen, zoodat het. vermoeden zeker ge wettigd is, dat de R. 101 door dit groot® gewicht aan brandstof in de eerste uren op geringe hoogte heeft moeten vliegen. Toen het schip dus, zooals 'uit de tele grammen blijkt, met zwaar weer, in casu een hevigen storm, te kampen kreeg, is de besturing van het gevaarte op geringe hoogte veel moeilijker geweest dan het ge val geweest zou zijn, wanneer het zich in hoogere luchtlagen had kunnen voortbe wegen". „Was in dit verband een vlucht met de R. 100, waarvan de motoren voor benzine verbruik zijn ingericht, niet te verkiezen geweest?" „In geen geval", antwoordde de heer Spit. „Alleen reeds niet vanwege het feit dat de R. 100 niet binnen de keerkringen mag komen, omdat bij warme weersge steldheid het gevaar voor het in brand ge raken van de benzine allerminst denkbeel dig is. Zoo bestond er voor de vlucht van de R. 100 naar Canada niet het minste be zwaar, omdat het luchtschip gedurende de geheel e reis binnen het gebied bleef van het Noordelijk halfrond, waar geen gevaar lijke temperatuursstijging kon optreden. Zocals u weet is de R. 100 later gebouwd dan de R. 101. De ervaring, opgedaan bij het verbruik van ruwe olie, heeft er toe geleid om de lt. 100, in tegenstelling met het thans vergane luchtschip, met benzine motoren uit te rusten. Het draagvermogen werd hierdoor aanzienlijk vergroot, waur- tegenover echter het nadeel staat, dat ik u reeds heb uiteengezet". GROOTE VERSLAGENHEID IN ENGELAND. Zondagochtend vroeg werd in Londen het bericht van de catastrophe van het luchtschip „R. 101", dat Zaterdagavond voor de eerste vlucht naar Indië vertrok, bekend. De mare van de ramp verspreidde zich snel door het geheele land. Het be richt heeft in alle kringen groote versla genheid en geweldige sensatie veroorzaakt. De deelneming met de familie der slacht- offers is zeer groot. Koning George heeft het volgende tele gram aan den Eersten Minister MacDo- nald gezonden: „Ik ben diep ontsteld bij het vernemen van deze nationale ramp en het vreeselijk verlies aan menschenlevens, als gevolg daarvan, waaronder dat van Lord Thom son, mijn Minister voor de Luchtvaart. De Koningin en ik betreuren diep hen, die zijn omgekomen in den dienst van hun land en met de gewonde overlevenden". DR. ECKENER OVER DE RAMP. Begrijpelijkerwijze werd zeer veel belang gesteld in de meening, die dr. Eckener, de wereldberoemde commandant van de „Graf Zeppelin" en pionier op het gebied van vluchten met luchtschepen, die reeds zoo vele geslaagde Oceaan- en wereldvluchten met de „Graf Zeppelin" maakte, zich over den ramp hacl gevormd. Bij de ontvangst, die de Gemeenteraad van Leipzig dr. Ecke ner heden bereidde, verklaarde hij het volgende: Men vraagt mij, hoe het mogelijk is, dat wanneer de stijve, van een geraamte voor ziene luchtschepen zoo sterk zijn als men zegt, de Engelsche R. 101 op een dergelijke wijze aan zijn einde kon komen. In de eer ste plaats zijn de berichten, die ik tot nog toe over de toedracht van het ongeluk heb gehad, niet voldoende om mij daarover uit te laten. Uit wat ik echter vernomen heb, moet ik afleiden, dat het luchtschip door het zeer stormachtige en regenachtige weer tegen den grond werd gedrukt, en dat toen pas de ontploffing volgde. Ik ge loof, dat het luchtschip door de botsing met den grond vernield is, en dat de ont ploffing slechts van secundairen aard was. Dat men de ramp zoowel aan de botsing als aan de ontploffing toeschrijft bewijst, dat men de oorzaak nog niet weet. Ik kan niet begrijpen, hoe het mogelijk kan zijn geweest, dat het luchtschip tengevolge van heftige regenbuien tegen den grond zou zijn gedrukt. Wij hebben met de „Graf Zeppelin" en de R. 101 was wat dat be treft van hetzelfde type een dynamisch hefvermogen van 15.000 Kg., d. w. z. dat de regenbelasting van het luchtschip rus tig 15.000 K.G. kan bedragen, waarbij men het luchtschip dan zeer rustig in de lucht kan houden. Wij hebben bij de hevigste regenbuien nooit een hoogere belasting ge had dan 6 of 7 ton. We hadden daarvoor dus nooit meer dan de helft van ons dy namisch stijgvermogen noodig. Zelfs een zeer heftig onweer in het Bhónedal heb ben wij zonder dat we ballast afwierpen overwonnen. Dit was een onweer, zooals ik nog nooit heb meegemaakt, en zooals ik waarschijnlijk ook niet licht een tweede maal zal beleven. Wij hebben bewezen, dat een luchtschip ook door de krachtigste regenstormen gebracht kan worden. Men mag dus uit de ramp van het Engelsche luchtschip R. 101 niet de generaliseerende conclusie trekken, dat een luchtschip het in zulk weer niet houden kan. Wij hebben i i y s DE ONTZETTENDE RAMP VAN DE R, 101. Een lunoh aan boord van het thans verongelukte luchtschip. Aan - tafel v. 1. n. r.: de wing commander Colmore, Lady Harding, Ernest La-point, Sir Chang en majoor Soott getoond, dat het luchtschip een werkelijk veilig verkeersmiddel is. Misschien zal bij de vlucht naar het Poolgebied, waar men vertelt van een schier fabelachtige ijsvor- ming, waaraan ik echter niet geloof, de belasting van het luchtschip door weers- invleeden een rol spelen. EEN COMMISSIE VAN ONDERZOEK. In den loop van den middag arriveerde per vliegtuig op het terrein van den ramp de door het Britsche Ministerie van Lucht vaart ingestelde commissie van onderzoek, onder leiding Van den Opper-Maarschalk voor de Luchtvaart Sir John Salmon, met den Directeur van den Britschen Techni schen Luchtvaartdienst Holt. Ook een groot aantal Engelsche journalisten arri veerde per vliegtuig. Na toestemming te hebben gekregen van de Fransche autori teiten stelden de Britsche commissie-leden in het wrak van het luchtschip een voor- loopig onderzoek in. HET VERLOOP VAN DE VLUCHT VAN HET LUCHTSCHIP. PARIJS, 5 October. (V.D.). Naar wij, bij informatie op het vliegveld Le Bourget, vernamen, zijn^ daar gedurende den afge loopen nacht van het Britsche luchtschip R 101 de volgende radioberichten sinds het vertrek van Cardington ontvangen: Te 18.40 uur (Greenwich) meldde het luchtschip zijn vertrek, dat te 18.30 uur heeft jplaats gehad. Te 20.40 uur vloog de R. 101 over Londen Te 22.25 uur wetteüjken tijd pa-sseerde het luchtschip de kust in de nabijheid van Hastings. Het regende toen hevig en de wind was Zuid-West, De snelheid van het luchtschip bedroeg op dat oogenblik 54 knoopen. Te 22.40 wettelijken tijd bevond het luchtschip zich 2 mijlen ten Noorden van Hasting, welke inlichting gegeven werd door een Engelsch radiostation. Te 23.30 uur passeerde het luchtschip de Fransche kust bij Point Saint Quentin. Te 24 uur Greenwich tijd was de positie van het luchtschip 15 mijlen ten Z. W. van Abbeville. Do laatste positiemelding, die het lucht schip heeft gegeven te 1.50 uur was 1 K.MV ten Zuiden van Beauvais. Op dat moment werd per radio medege deeld, dat de passagiers een uitstekenden tocht hadden gemaakt. Zij hadden in den loop van den avond een cigaartje gerookt en bereidden zich voor om rust te nemen. Te 2.08 uur was er geen enkel bericht, maar op dat moment zag de terrein wacht van Beauvais een groot lichtschijnsel bij het bosch van Beauvais. Het was het luchtschip, dat naar bene den was gevallen. OP DE PLAATS DES 0NHEIS. De oppermaarschalk voor de Luchtvaart heeft op de plaats des onheils gesprekken HET DOEL DAT RIET BEREIKT WERD. Een kijkje bij de voorbereidselen op het vliegveld tc Karachi, waar het lucht schip de R. lOl zou landen gevoerd met eenige gewonden en langdurig geconfereerd met vertegenwoordigers der Fransche overheid. Sir John Salmon i3 van meening, dat een scherp onderzoek moet worden ingesteld naar de oorzaak van den ramp. Op het oogenblik kan hij zioh echter nog niet uitlaten over de oor zaak. Met groote erkentelijkheid uitte hij zich over de buitengewone tegemoetko mendheid der Fransche autoriteiten. De eerste stappen voor het overbrengen der lijken naar Engeland zijn reeds ge daan. Waarschijnlijk zullen de slachtoffers aan boord van een Engelsch oorlogsschip over het Kanaal gebracht worden. Het tijdstip, waarop dit zal geschieden staat echter nog niet vast. EEN ONDERHOUD MET EEN DER OVERLEVENDEN. Zondagmiddag had een vertegenwordi- ger van het persbureau Vaz Dias een on derhoud met den heer Bell, een der meca niciens, die de ramp heeft overleefd. Hij vertelde de wonderbaarlijke wijze, waarop hij gered werd. „Ik had de wacht in de achterste motor cabine. Ik was juist afgelost door den me canicien Binks, die ook gered werd. Ik bleef echter nog eenige seconden in de cabine om een 'paar woorden met hem te spreken. Dit gesprek heeft mijn leven ge red. Indien ik buiten de cabine was ge gaan dan zou ik zeker zijn gedood. Toen ik met Binks stond te spreken, kwam plotseling het sein de motoren lang zaam te doen draaien. Het luchtschip maakte plotseling een scherpen hoek en de neus van de R. 101 dook naar de aarde. Plotseling sloegen wij tegen den heuvel. Een oorverdoovend gekraak volgde, terwijl onmiddellijk daarop de vlammen uitsloe gen. Binks en ik werden tegen elkander ge gooid toen plotseling de waterballasttank, die boven de motorcabine was aangebracht uit elkaar sloeg. Wij werden door het wa ter overstroomd en daaraan hebben wij onze redding te danken. Wij hielden natte lappen voor ons gelaat en zocht* in een uitweg door het ontwrichte geraamte van het wrak en konden op den grond komen. De ramp is, voor zoover ik het Ayeet, een volledig mysterie. Alle motoren liepen op kruissnelheid, toen wij op don heuvel sloe gen. De heuvel, waarop het luchtschip ver pletterd werd, is zeven honderd voet hoog. Er was een hevige wind en het regende, toen de ramp plaats had, doch^wij sche nen goede vorderingen te maken". Acht uren nadat het luchtschip op dep heuvel was neergekomen, was hét vuur in het wrak nog niet geheel gedoofd. HET TRAGISCH EINDE VAN DEN TROTSCHEN LUCHTREUS Op tragische nijzc is het Engelsche luchtschip E. 101 boven Noord-Frankrijk, in het gebied van de Oise, waar reeds zoo vele Engelschcn het leven heten, aan zijn einde gekomen. Diepe ontsteltenis heeft 't bericht in Engeland gewekt. Welgemoed heeft men .Zaterdagavond afscheid geno men van passagiers en bemanning, die net kon vermoedep welk vreeselijk lot hun bo ven het hoofd hing. Het was een trotsch schouwspel, Zater- dagvond het gevaarte aan de Landings- mast te Cardington te zien. Tegen het val len van de duisternis gloeiden geleidelijk cle verschillende lichten aan, en een groot aantal belangstellenden was te Cardington aanwezig, om het vertrek van het lucht schip bij te wonen. Het zou de eerste groote reis worden, be doeld tevens als proefvlucht en als voor bereiding voor een eventueel in te stellen vaste luchtscliependienst Engeland—Indië. Via- Frankrijk en de Middellandsche Zee zou het eerste gedeelte van de reis ge maakt worden naar Egypte, waar te Is- maila, nabij het Suez-Kanaal, de eerste landing gemaakt zou worden aan de daar gebouwde landingsmast, die van ongeveer dezelfde constructie is als die te Carding ton. Te Ismaila zou de R. 101 slechts eenige uren blijven, om via Aleppo, Bag dad en Basra Karachi te bereiken, waar het vliegveld geheel is ingericht als eind station voor den belangrijken luchteche- pendienst EngelandIndië. O.a. bevindt zich op het landingsterrein te Karachi een groote hangar, waarin het luchtschip ondergebracht kan worden. Reeds lang voor het vertrek was de be manning op het vliegveld te Cardington aanwezig, met hun verwanten en vrien den, die afscheid kwamen nemen. Dat het voor bijna allen een afscheid voor altijd zou zijn, zal wel niemand vermoed hebben. De bemanning bestond uit 42 koppen, en de vlucht stond onder commaindo van Lui tenant Irwin. Er zouden elf passagiers meegaan, waaronder de Britsche Minister voor Luchtvaart, Lord Thomson, Sir Sef- ton Brancker, Directeur van den burger SF Ki lijken luchtvaartdienst, de ontwerper het luchtschip Kolonel Richmond, de drille-commandant Palstra van de Roj Australian Airforce, de Wing Commam Colman en Majoor Scott, commandant i 't andere groote Britsche luchtschip R. 1( Van de 42 koppige bemanifing waren i leden officieren. De commandant Lui nant Irwin werd bijgestaan door den na gator, den escadrille-commandant Joh Te ruim 6 uur Zaterdagavond, terwijl meeste passagiers reeds aanwezig wai arriveerde Lord Thomson, de Luchtvaf minister. Voor het vertrek verklaarde tegenover de aanwezige journalisten, di'|| hij hoopte, in 4 of 5 dagen Karachi te bi reiken. Den volgenden dag dacht men Sin jj f la te bereiken, waar men twee dagen w; de blijven. K*j Kei was reeds bijna donker, toen h luchtschip van de ankermast werd losgt maakt. Precies te 6 minuten over half acl verhief het gevaarte zich statig in lucht. Het was een schitterend schouwspt het verlichte luchtschip omhoog te zien sti gen tegen den donkeren avondhemel. li de gondels, in de kajuiten en in de salora brandden de lichten, en statig verdwec de R. 101-in de richting van Londen, naa het Zuid-Oostenom nooit meer tem te keeren. Waarschijnlijk is reeds boven het naai de worsteling met de elementen tegen den opstekenden storm begonnen Waarschijnlijk hebben de vijf machtige 58i P.K. motoren het luchtschip niet voldoendi in bedwang kunnen houden, hoewel zoówm motoren als navigatie-inrichting bij di proeftochten boven Engeland, die nog di vorige week werden gehouden, alle hebbei d voldaan. De nationale belangstelling in Engeland1 was gericht op de beide groote Britsehij luchtschepen, de R. 100 en de R. 101. Oo^ economisch waren de beide luchtschep® voor het Britsche Rijk van het grootste ba lang. De R. 100 ondernam <lc eerste vlucht naar Canada, als proefvlucht voor een vaste Transatlantische luchtschependienstl Deze tocht van de R. 101 moest de voor-j bereiding zijn van de vaste verbinding door de lucht met Indië. Tragisch is groote onderneming geëindigd. Heel Enge land, heel het Britsche Rijk, welks verte genwoordigers juist nu te Londen bijeen! zijn, is in diepe rouw gedompeld. Gemeentelijke Aankondigingen Hinderwet. B. en W. van Leiden; Gezien de verzoeken van: a. H. Buurman om vergunning tot het op richten van een drukkerij in de perceelen 51; ^ijteiyburg om vergun- (^en tabak- en fcel «Nieuwe Rijn, Nieuwstraat b. de firma A. H. ning tot het opric sigarenfabriek in 1 nos. 8990. Gelet op de artikele^^/n 7 d^Hinderwet, Geven kennis aan hfët publ^C dat genoem de verzoeken met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter vi^j^jelegd zijn; alsmede dat op Zaterdag den 18den Octo ber e.k. des voormiddags te half elf uren in het perceel Breestraat 125 (Bureau van Ge meentewerken) gelegenheid zal worden gege- ven om bezwaren tegen deze verzoeken in te brengen. LEIDEN. Dinsdag, Donderdag, Zaterdag, Vincent-W Bibliotheek, geopend 's avonds van I 7.308.30 uur. Woensdag, Dioc. Vereeniging van R. K. Bijzondere Onderwijzers, afd. Leiden en Omstreken, den Burcht-, 6.30 uur. Woensdag, Donderdag, Vrijdag. Triduüm van de Hanze", Kapel St. Elira- beth-ziekenhuis, Hooigracht. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der I apotheken wordt- van Maandag 6 tot en met Zondag 12 October waarge- J nomen door apotheek: P. du C'roix, Rapen- burg 9, Tel. 807. Weekabonné's, die geabonneerd zijn op het Zondagsblad, worden er aan herin nerd, dat dit vanaf heden ad 50 cent betaald moet worden. DE ADMINISTRATIE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 2