Mr. J. A. N. PATIJN KALENDER DER WEEK ZATERDAG 27 SEPTEMBER 193Ö DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. a Bij zijn afscheid als Burgemeester van Den Haag 30 September a.s. zal anr. X A\ TT. Patijn, die gedurendoe 12 jaar de Residentie als burgemeester heeft bestuurd, zijn ambt neerleggen, omdat de zorgen van dezen post hem te zwaar begonnen te drukken. In enkele woorden willen wij eenige le vensbijzonderheden geven, omtrent dezen veelbesproken persoon, die in zijn ambts periode als burgemeester zijn beste krach ten heeft gewijd aan de welvaart van een stad, welke voor heel Nederland en tevens voor vele personen uit het buitenland van zoo overwegende beteekenis is. De heer Patijn werd in 1873 te Rotter dam geboren. Zijn vader was oud-commis saris van de Koningin in de provincie Zuid- Holland. Hij studeerde aan de Universiteit te Leiden, waar hij den 25sten November^ 1897 promoveerde tot meester in de rechts wetenschap op een proefschrift: „Zondags- wetgeving". Kort na zijn promotie werd als attaché verbonden aan de Siamees che legatie te Parijs, waar hij op uitnoodiging van den koning van Siam eenige ontwerpen maakte tot verbetering van de wetgeving in Siam. Vervolgens maakte hij een reis naar Japan om er de sociale toestanden en instellingen te bestudeeren. Terug 'in het vaderland, werd de heer Patijn werkzaam gesteld aan de gemeente-secretarie, af- deeling bedrijven, te 's-Gravenhage, waar hij successievelijk opklom van adjunctcom mies tob commies en vervolgens tot hoofd commies en chef der afdeeling. Te dien tijde was de heer Patijn voorzit ter van de toen juist opgericht arbeids beurs, waarin hij de gelegenheid vond sterk aan te dringen op het instituut van de vereeniging van gemeentelijke arbeidsbeur zen. Omstreeks 1908 kwam de heer Patijn aan het departement van Arbeid, waar hij re ferendaris werd bij de afdeeling arbeids- verzekering. Reeds in 1911 volgde zijn benoeming tot burgemeester van Leeuwarden als opvol ger van den heer A. E. Zimmerman. Gedu rende zeven jaar heeft hij dezen post be kleed, totdat hij den 24sten September 1918 werd aangesteld als burgemeester van de Residentie-stad. Bij de in dat jaar gehouden verkiezin gen immers werd Jhr. van Karnebeek, die tot dan toe burgemeester was geweest, minister van Buitenlandsche Zaken en liet de nieuwe minister van Binnenlands che Za ken Ruys de Beerenbrouck zijn keuze val len op mr. Patijn, als opvolger van jhr. van Karnebeek in diens plaats als burge meester van 's-Gravenha-ge. Gedurende de twaalf jaar, dat deze aan het hoofd van de Residentie heeft gestaan, hebben ingrijpende veranderingen en ver beteringen plaats gevonden. Behalve het graven van het kanaal van de Laakhaven naar de Loosduinschevaart, werd in die jaren nog uitgevoerd de aanleg van het Zuiderpark, de tweede Scheveningsche bin nenhaven, de groente- en fruitmarkt en van talrijke groote verkeerswegen; voorts de belangrijke uitbreiding van het trambe drijf, dat sinds 1927 als gemengd bedrijf wordt geëxploiteerd, de hervorming van den brandweerdienst, welke in 1921 een combinatie is geworden van politie en brandweer, evenals de in 1928 ingevoerde combinatie van geneeskundigen dienst en schoolartsendienst. In 1919 had een ingrij pende verandering plaats in den woning- HET VERLOREN GEHEIM „Westersche Nachten" van Theun de Vries. De Gemeenschap, Utrecht. Bekroond met den Dom prijs 1930. De tijden, waarin een dichter zijn kun stenaarschap bewees met een versje op de eerste tand van zijn eerste spruit, be- hooren gelukkig tot het verleden. Kloos in zijn tijd beweerde •-•eeds, dat de poëzie geen zaohtoogige jonge dame was en na deze allerindividueelste expressie is de menechheid weer eenige ervaringen rijker geworden. Voor een kunstenaar van onze tijd is het 1-sven een tikje ingewikkelder dan toen de goede Tollens temidden van zijn verf potten z'n dichtkunstig oeuvre ter wereld bracitó. De onrust, de innerlijke en uiterlijke verdeeldheid, die de hedendaagsche sa- aangevreten hebben, de vele en inVcftdeke tegenstrijdigheden, die de struc- bouw in verband met den toen bestaanden woningnood de groote uitbre dingsplannen welke toen voornamelijk zijn vastgesteld, zijn momenteel nog in uitvoering. Vergeten wij niet te vermelden de an nexatie-plannen, welke nog slechts voor een klein gedeelte zijn verwezenlijkt, toen n.l. in 1923 Loosduinen bij Den Haag werd ingelijfd. Dit was dan ook wel een van de redenen, waarom de stad zoo snel in groei is toegenomen. In 1926 was het aantal in woners reeds gegroeid tot 400.000, terwijl dit getal thans is gestegen tot 430.000. Sinds jaren is men reeds doende geweest met plannen omtrent den bouw van een nieuw stadhuis. Juist toen de heer Patijn het regentschap over de stad aanvaardde, had de Raad het Spui-plan aangenomen. Door het onverzettelijk streven echter van den burgemeester werd dit besluit herroe pen, waarna besloten werd het stadhuis te doen bouwen op het Alexanderveld. Tij dens het regentschap van den heer Pa tijn heeft Den Haag zich mogen verheugen in een groeiende belangstelling ook van in ternationale zijde, waarvan op de eerste plaats kan getuigen het feit, dat de Inter nationale Juristencommissie in- 1920 Den Haag uitkoos als zetel van Ket Permanent Hof- van Internationale Justitie. Het was dan ook een dag van zeldzame beteekenis, toen ongeveer twee jaar na dien, den 30en Januari 1922, het Hof in zijn eerste bijeenkomst officieel werd geopend. Talrijke nationale en internationale con gressen zijn gedurende die jaren nog in deze stad gehouden. Noemen wij daarvan slechts de laatste conferentie tot regeling der oorlogs-schulden (1929'30) en de con ferentie tot codificatie van het internatio naal recht. Wij mogen tenslotte, na het leven van dezen bekenden magistraat en zijn voornaamste daden in het belang van de gemeente, aan wier hoofd hij was ge steld, te hebben gememoreerd, daaraan een kort woord toevoegen over de beteekenis van dezen figuur. De heer Patijn, gesproten uit een regen tenfamilie, is altijd een aristocraat ge- wees van het zuiverst karaat; hij was in vele opzichten de personificatie van den magistraat, zooals wij dien kennen in vroe ger tijden. Het gevolg is geweest, dat de heer Patijn eigenlijk nooit een populaire fi guur is geweest, hetgeen men b.v. al heel goed kon zien, wanneer de burgemeester na de gemeenteraadszittingen zich naar zijn huis begaf, geheel alleen, gaande langs de huizen van de Laan van Meerdervoort en langs de Groot Hertoginnelaan. Zijn kundigheden als bestuurder, zijn heldere blik en het hem eigen doorzettingsvermo gen, welke kwaliteiten bij een ieder hun goed en kwade kanten bezitten, hebben hem zeker gestempeld tdt een goed burge meester. Het bekleeden van een dergelijke post in een stad als Den Haag is de facto een uiterst precaire positie, omdat de stad meer mondain en weelderig is, dan welke andere in Nederland, zoodat iedere inwoner, wanneer hem iets op het hart ligt, graag zijn opinie uitspreekten dit natuurlijk juist dan, wanneer er iets min der prettigs aan de hand is. Bovendien is een burgemeester in een stad als de Re sidentie, waar staatsburgers van hoogeren rang dan de zijne wonen, gemakkelijk een vergeten persooneen voetveeg heeft men dat zelfs durven noemen. De talrijke bui tenlanders, de attaohé's, met al de hun eigen geschreven en ongeschreven rechten en hun exterritorialiteit, zijn even zoovele perso nen, met. wie slechts een aristocraat de juiste verhoudingen kan scheppen. En dit alles deed burgemeester Patijn met een soepelheid en elegance, als men van hem kon verwachten. Maar nu hij zich niet meer voor een herbenoeming in aanmer king wil laten komen, zal de Minister moe ten uitzien naar een ander persoon hier te lande, die deze exquise post zal kunnen bekleeden. Ofschoon het aantal candidaten niet zoo talrijk is, worden toch reeds verschil lende namen genoemd als Mr. Dr. ter Pel-k- wijk, gemeente-secretaris te Den Haag, Mr. S. de Monchy, burgemeester van Arnhem. Mr. A. van de Sande Bakhuyzen, burge meester van Leiden en verschillende an- dere_ autoriteiten. Intusschèn zal het af scheid van dezen bestuurder door geen enkel inwoner van Den Haag met een on dankbaar hart mogen worden voorbijge gaan, daar de stad, welke in zulk een gun- stigen financieelen toestand wordt achter gelaten, ongetwijfeld aan den heer Patijn veel heeft te danken, op het verschillend terrein, waarop het is vooruitgegaan. tuur der moderne levensbeschouwing on dermijnen, al deze factoren zijn oorzaak, dat de huidige bewoner van het onder- maansche in vele gevallen niet met feil- lcoze zekerheid zijn houding weet te be palen ten opzichte van de zoo juist gesig naleerde verschijnselen. Daarom mag men het niemand euvel duiden, dat hij nog de moed bezit eigen ik en deszelfs soms zoo wonderbaarlijke gedragingen aan een kri tisch onderzoek te onderwerpen. En aller minst past het ons een zekere houding aan te nemen, die voornamelijk voortvloeit uit de bewustheid va-n eigen voortreffe lijkheid, wanneer die sterveling tot de openhartige conclusie komt, waartoe Theun de Vries kwam in zijn „zelfportret" in de hier te bespreken liundel poëzie „Westersche Nachten". In dit gedicht ko men de volgende merkwaardige regels voor: „Met geen aards che zekerheid geboren dan die van den dood, en de hemelsche verloren o geheim van wijn en,brood! haat ik allen die de tijd mij tot gezel en meester koos ga ik onbestemde wegen, zonder ster en vredeloos. Vreemd zie ik mij zeiven handlen, on verklaarbaar en verdeeld, en ik spreek als tot een ander met. mijn eigen spiegelbeeld.". Dit portret ziet er op het eerste gezicht niet erg aantrekkelijk uit en de mogelijk heid bestaat, da.t sommige brave zielen er door verontrust worden, daar ze een en ander als een bedenkelijk symptoom van een bedenkelijken tijd kunnen opvatten. Dit neemt echte-r niet weg, dat wij hier staan voor een tragisch conflict, dat door deze simpele versregels in al zijn naakt heid geopenbaard wordt. Wij zouden wil len zeggen hèt groote conflict in een men- schenleven. Op zich zelf niet zoo interes sant, omdat het dagelijks voorkomt, maar met welks oplossing niets ^meer of minder dan het. eeuwige geluk van een menschen- ziel gemoeid is. .Het zal nu wel niet zoo heel moeilijk in ie zien zijn, dat een dergelijk conflict op het werk van een dichter zijn somber merk- teeken drukt, somtijds reeds lang voordat het de regiones van de bewuste gedachte bereikt heeft. Het is een bekend verschijnsel, dat de mensch steeds ietwat droevig gestemd is, wanneer hij een of ander voorwerp verlo ren heeft, dat een zekere hoeveelheid aardsch slijk vertegenwoordigt. Maar hoe veel te meer vragen wij ons af moet iemahd het dan zijn, die het groote kost bare geheim van het Brood en de Wijn des Levens verloren heeft, zonder welks bezit het een hachelijke onderneming is de bekende groote reis te aanvaarden, waar voor geen retourbiljet verstrekt wordt. Wanneer wij bovenstaande in gedachten houden, behoeft het ons geenszins te ver bazen, dat de bundel „Westersche Nach ten" geen verzameling van vroolijke, lucht hartige poëzie is. Wie deze bundel als een geschikte gelegenheid mocht beschouwen om een paar uurtjes genoeglijk te verdoen, komt bedrogen uit. Wij kunnen hem beter aanraden een confectie-romannetje te ne men van een of andere vertegenwoordiger van de zelfkant der litteraire samenleving. Want. eerlijk gezegd, wij vinden het haast een profanatie met dusdanige gemoedge steldheid. het bekroonde oeuvre van Theun de Vries te benaderen. Onze eerbied voor zijn werk, vindt z'n oorzaak niet in de 'be kroning met de Domprijs door het exclu sieve gilde der Gemeenschapslieden. Zooals iedere bekroning van een tijd genoot, is ook deze betrekkelijk, uitgezon derd dan een zeker getal goede Holland- sche guldens, die bij een dergelijk gebeu ren in de zak van de dichter plegen te vloeien en die voor hem alle relativiteits- beschouwingen van Einstein ten spijt, een onbetwistbaar positief bezit vormen. Maar al deze dingen zijn tenslotte maar bijzaak. Het voornaamste is, dat hier een kunste naar zijn schoonheids-ontroeringen beleden heeft in een reeks verzen het is waar niet allen even zuiver en gaaf maar die getuigen hoezeer de dichter door de schoonheden der aarde bezeten is geweest en ook hoezeer hij er om geleden heeft. Over heel deze bundel ligt een waas van gedempte droefgeestigheid, soms ge accentueerd door 'n berustende zwaarmoe digheid. Deze gesteldheid en het bewust zijn van eigen leed, brengt hem er toe met begrijpend mededoogen te staan tegenover zijn mede-broeders en zusters, wier jam mer en ellende hem tot eenige droeve en bittere verzen geïnspireerd hebben. Slechts een enkele maal, in een paar voorjaarsgedichten o.a., klinkt een ander geluid, maar zelden wordt het tob een blijde en extatische jubel van geluk,, ook niet in het tweede deel van de bundel, -dat „Gezang der Aarde" heet, en waarin de totaalstemming niet zoo droefgeestig is, als in het eerste deel, dat de beteeke- nisvolle titel van „Herfst en Schaduw" draagt. Wij hebben dit verschijnsel trachten te verklaren door te constateeren dat het leven voor deze dichter eenerzijds bepaald wordt door het besef, dat er slechts een aardsche zekerheid zou bestaan, met alle onaangenaamheden daaraan verbonden, terwijl anderzijds het groote geheim, waardoor die aardsche zekerheid tot de juiste proporties teruggebracht en als een logisch verschijnsel verklaard zou kunnen worden, voor hem verloren ging. Voor een gewone sterveling is een dergelijke situatie reeds niet bijster aangenaam daar hem dan het leven noodzakelijkerwijze als een zin neloos gebeuren moet voorkomen, voor een kunstenaar kan zoo iets bepaald hachelijk worden, wanneer hij tob de min of meer ontstellende gevolgtrekking zou moeten komen, dat hetgeen voor hem een kwestie van leven en dood is de openbaring van de schoonheid slechts een futiliteit blijkt te zijn, waarvoor hij zich heusch niet zoo druk hoeft te maken. En nu is het een wonderlijke bestiering Gods, waarmee wij ons verder niet te be moeien hebben, dat een kind het kostbare geheim des levens toegeworpen krijgt, ter wijl een volwassen mensch eerst na jaren lange smartelijke omdolingen de ont sluiering van dat geheim waardig gekeurd wordt. Wij willen thans eindigen met het prach tige gedicht, waarin de dichter heel zijn grootei, diep-menschelijke le'ed uitzingt over het verlies van dat geheim. KERSTMIS. Droefgeestige aarde, uw zware en sombere kimmen strekken zich leeg en grauw. Wat oude wolken gaan als dunne schimmen langs een verloren blauw. Aan onze zijde rijzen schrale zonnen, en soms bij nacht staat er een maan rood als uit bloed geronnen op doodenwacht. N.B. In dez week dagelijks Gloria en Credo. Behalve Zondag de gewone Prefa tie en kleur: Wit. ZONDAG 28 Sept. Zestiende Zondag na Pinksteren. Mis: Miserere. 2e gebed v. d. H. Wenceslaus, Hertog en Martelaar3e A Cunctis (om de voorbede der Heiligen af te smeeken). Prefatie v. d. Allerh. Dricëen- heid. Kleur: Groen. Met de woorden van den H. Paulus bidt onze Moeder de H. Kerk,, dat in onze har ten Christus wone door het geloof, dat wij gevestigd en vastgeworteld moge zijn in de liefde van Christusdat wij die liefde^ mo gen kenne, want de kennis van die liefde is de hoogste wetenschap. (Epistel). Bidden wij mee met onze Moeder om die groote goddelijke gave (Gebed), maar bid den wij met nederigheid, want alleen den ne-derigen geeft God zijn genade. (Evan gelie). Alleen voor wie Hem met nederig heid aanroepen is Hij overvloedig in barm hartigheid en goedheid. (Introïtus). Vra gen wij aan God, die machtig is en wonde ren heeft gewerkt. (Graduale en Alleluja vers) om Zijn onmisbare hulp in geheel ons leven (Communio) en om zuivering door de kracht van het H. Misoffer zelfs van den geringsten smet van hoogmoed. (Stilgebed en Postcommunio). MAANDAG 29 Sept. Kerwijdingsfeest v. d. H. Aartsengel Michael. Mis: Benedicite. Op den 8en Mei herdacht de Kerk de verschijning van den H. Aartsengel Mi- chaël op den berg Gargano in A.pulië, tij dens het Pausschap van Gelasius I. Ter herinnering aan die verschijning werd een kerk op dien berg gebouwd, toe gewijd aan den H. Aartsengel. Vandaag wordt de wijding van die kerk door de ge- heele kerk gevierd en tevens den H. Mi chael vereerd, als Beschermer der Chris tenheid. DINSDAG 30 Sept. Mis v. d. H. Hiero- numus, Belijder en Kerkleeraar: In medio. In het jaar 331 werd de H. Hieronymus te Stri&on geboren. Vanaf zijn vroege jeugd ontving hij onderricht in de katholieke godsdienst en in verschillende wetenschap, pen. Als jongeling naar Rome gezonden ter voltooiing van zijn studiën, werd hij op den verkeerden weg meegesleurd door het slechte voorbeeld zijner omgeving. Weldra evenwel deden zijne godsdiensti ge gevoelens, welke hem van zijn jeugd af bezielden, den verkeerden weg weer verla ten en begon hij een leven van boete in de eenzaamheid, waar hij vier jaren verbleef. In 377 liet hij zich tot priester wijden. Zijne voornaamste bezigheid is geweest de studie van de heilige Boeken. Hij wordt geroemd als de grootste kenner en uitleg ger van de H. Schrift. WOENSDAG 1 October. Feestdag van den H. Bavo, Titelheilige van de Kathe drale kerk te Haarlem en eerste Patroon der Bisschopsstad. Mis: Gaudeamus. (Zie in het Feesteigen v. d Bisdom). De H. Bavo, op het einde der zesde eeuw geboren, leidde eerst een wereldsch en losbandig leven. Doch bekeerd door het deugdzaam leven zijner dochter, begon hij een kluizenarsleven, in heldhaftigen graad belevend de christelijke Leer, waarin hij was onderricht door den H. Amandus. Ba vo stierf in de zevende eeuw te Gent. In Haarlem wordt Bavo als beschermer ver eerd, omdat, volgens de overlevering, de inwoners van Haarlem door St. Bavo aan te roepen gered zijn uit een zeer groot gevaar. DGNDERDAG, 2 Oct. Feestdag van H. H. Engelbewaarders. Mis: Benedicite. 2e gebed v. h. octaaf v. d. H. Bavo. „Gezegend zij God, Die ons Zijn Engel zond om ons voor te gaan en te bewaren op den weg en ons te leiden naar de plaats Er blies een koude over onze handen een stem zonk heen Ons leven wandelt over veege landen, hoe, dat weet God alleen. Overal stort het duister op de steden angstwekkend groot, en kruis en grafzerk merken het verleden buit van den dood. Vergeet! vergeet! en neem de oude 'boeken waar 't is bericht, dat, waar wij dag en nacht vergeefs naar zoeken: Gods helder licht. O Ster, o stal, o wonder zoo verheven in Uw onhoozelheid, Kan zich een hart nog éénmaal overgeven dat stokt en schreit? Gods wegen zijn wonderlijk en vele en troostvol voor het arme menschenkind zijn de woorden: Vraagt en Gij zult verkrij gen; klopt en U zal worden opengedaan... H. v. d. DEENECAMP. FILM-NIEUWS De Talkie-techniek zal volkomen veranderen. „Het tooneel en de film staan nog veel te dicht bij elkaar. „Wij denken, dat wij een volkomen nieu we techniek toepassen bij het vervaardi gen van sprekende films, maar dat is on juist. „Pas over tien jaar zullen wij weten hoe een ideale talkie gemaakt wordt. Deze drie, nogal positieve en merkwaar dige uitspraken zijn van Harry Pollard, een der oudste Amerikaansohe filmregis- ons bereid. Slaan wij acht op hem en luis teren wij naar zijne inspraken." (Kerk Get.). VRIJDAG 3 Oct, Feestdag v. d. Teresia v. h. Kindje Jezus, Maagd: Mis: Veni. 2e gebed v. h. octaaf v. d. H. Bavo. Wegens den eersten Vrijdag is geoor loofd een Votiefmis v.\ h. II. Hart van Je zus. Mis: Cogitationes. Prefatie v. h. H. Hart. Als negende kind van het dóór en dóór godsdienstige echtpaar MartinGuerin werd Teresia den 2en Januari 1873 ge boren te Aiencon in Normandië. Op bui tengewoon jeugdigen leeftijd trad zij den 9en April 1888 in den Karmel. Daar heeft zij negen jaren doorgebracht. Uit de H. Schrift leerde zij hoe zij een groote heilige kon worden, n.l. door zich in gedachten en handelingen tegenover God te gedragen als een kind tegenover zijn vader. Teresia heeft dat gedaan en noemde dat „Haren Kleinen Weg" en kostte haar iederen dag offers. „Geloof niet" zoo heeft zij gezegd „dat een kleine weg volgen be- teekent: een weg volgen van rust, van zoetheid, van geestelijken troost. Ach, het tegendeel is maar al te waar. Men moet er op voorbereid zijn om geslachtofferd te worden zonder eenig voorbehoud." Iederen dag behaalde zij vele overwinningen op zich zeiven in het buitengewoon stipt volbren gen van hetgeen hare dagelijksche plicht was en dat uit ware, zuivere liefde voor O.L. Heer, zonder in het minste zichzelve te zoeken, integendeel zij was een voortdu rende offerande van zichzelve aan God. Maar „Ik heb er geen spijt van, dat ik me heb overgeleverd aan de Liefde", sprak ze op den laatsten middag van haar leven. Moge de heldfhaftige heilige Teresia ons helpen haar te volgen in heldhaftigheid op den kleinen weg onzer dagelijksche plich ten. ZATERDAG 4 Oct. Mis v. d. H. Fran- ciscus van AsSisië: Mihi autem. 2e gebed v. d. H. Bavo; 3e voor den Paus. In 1182 werd Franciscus te Assisië gebo ren als zoon van een rijken lakenkoopman. Ook Franciscus werd voor den lakenhandel opgeleid. Tot op zijn eerste jongelingsjaren was hij een gewone brave jongen, een beet je lichtzinnig. Bijzonder eigen was hem de milddadigheid jegens de armen. Een ern stige ziekte brengt hem tot dieper naden ken, maar maakt van hem nog niet de „hei lige". De genade Gods treft hem ten volle en beslissend bij gelegenheid van een feest, waarbij hij volgens gewoonte van dien tijd en die plaats als „tafölkoning" optreedt. Hij vindt van dat oogenblik af geen smaak meer in aardsche goederen, trekt zich terug, begint zijn leven van ont hechting en verbindt zich aan „Vrouwe Armoede". Zijn geest heeft hij vastgelegd in de Orde der Franciscanen, in 1209 door Paus Innocentius III goedgekeurd. IN DE KERKEN DER E.E. FRANCISCANEN. Alles als in bovenstaande kalender, be halve ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Bernardius van Feltre; 3e v. d. H. Wenceslaus. jWOENS£>AG. 2e gebed (alleen iii stille H.H. Missen) v. d. Z.Z. Joannes van Dukla en Nicolaas van Furca Polena, Belijders. VRIJDAG. 2e gebed v. d. H. Bavo3c v. d. Vigilie voor het feest v. d. H. Fran ciscus 3e v.d. overbrenging van het li chaam v. d. H, Clara. Laatste Evangelie v. d. Vigilie. ZATERDAG. Feestdag van den Sera- fijnsche vader, den H. Franciscus van As sisië. Mis: Gaudeamus. Prefatie v. d. H, Franciscus. ALB. M. KOK, Pr. Amsterdam. seurs, die thans de leiding heeft bij de op namen van de nieuwe Joan Crawford-film „The Great Day". En menigeen zal tegen deze uitspraken protesteeren. „Wij moeten onszelf niet misleiden", zei Pollard. „Wij gebruiken op heb oogenblik den dialoog op precies dezelfde wijze als het tooneel reeds eeuwen lang doet-. Dat is begrijpelijk, want radicale veranderin gen willen er bij het publiek nooit in. Het proces moet langzaam gaan. Dat wil zeg gen, van de sprekende film, zooals ik deze zie: als film in de eerste plaats. Maar ik weet zeker, dat het niet zal blijven, zoo als het nu is. Over tien jaar zullen we -har telijk lachen om de films, die we nu ma ken. In 1940 zullen onze, thans hypermo derne methoden heel anders zijn. De mo gelijkheid om den dialoog op een nieuwe en ongewone wijze te gebruiken, zijn nog niet onder de oogen gezien. Langzaam aan zullen wij tot heele nieuwe ideeën komen. Het klinkt misschien mysterieus, maar ik voel, dat de huidige vorm der sprekende film niet de volkomenste en de laatste is". We zijn benieuwd of Pollards sphinx- aohtige voorspelling zal uitkomen en hoe de talkies van over tien jaar eruit zullen zien. Buster Keaton is in de filmwereld be kend om het feit, dat hij in en om zijn huis er zooveel dieren op na houdt. Bij zijn laat ste inventaris kwam hij tot: 2 St. Bernards, 1 ruigharige fox, 1 bulldog-, 1 politiehond, 50 kwartels, 200 forellen, 70 fazanten, vijf katten en.... duizenden kikvorsehen. Bus ter heeft namelijk twee groote vijvers in zijn tuin. Arthur Freed, die langen tijd deel uil - maakte van het door tallooze songs be roemd geworden team Freed en Brown, heeft zich als tekstdichter grooten naam verworven. Thans zal hij ook voor de Me tro Goldwyn scenario's en dialogen schrij ven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5