Mr. J. A. N. PATIJN
KALENDER DER WEEK
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 193Ö
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. a
Bij zijn afscheid als Burgemeester van Den Haag
30 September a.s. zal anr. X A\ TT. Patijn,
die gedurendoe 12 jaar de Residentie als
burgemeester heeft bestuurd, zijn ambt
neerleggen, omdat de zorgen van dezen
post hem te zwaar begonnen te drukken.
In enkele woorden willen wij eenige le
vensbijzonderheden geven, omtrent dezen
veelbesproken persoon, die in zijn ambts
periode als burgemeester zijn beste krach
ten heeft gewijd aan de welvaart van een
stad, welke voor heel Nederland en tevens
voor vele personen uit het buitenland van
zoo overwegende beteekenis is.
De heer Patijn werd in 1873 te Rotter
dam geboren. Zijn vader was oud-commis
saris van de Koningin in de provincie Zuid-
Holland. Hij studeerde aan de Universiteit
te Leiden, waar hij den 25sten November^
1897 promoveerde tot meester in de rechts
wetenschap op een proefschrift: „Zondags-
wetgeving". Kort na zijn promotie werd
als attaché verbonden aan de Siamees che
legatie te Parijs, waar hij op uitnoodiging
van den koning van Siam eenige ontwerpen
maakte tot verbetering van de wetgeving
in Siam. Vervolgens maakte hij een reis
naar Japan om er de sociale toestanden en
instellingen te bestudeeren. Terug 'in het
vaderland, werd de heer Patijn werkzaam
gesteld aan de gemeente-secretarie, af-
deeling bedrijven, te 's-Gravenhage, waar
hij successievelijk opklom van adjunctcom
mies tob commies en vervolgens tot hoofd
commies en chef der afdeeling.
Te dien tijde was de heer Patijn voorzit
ter van de toen juist opgericht arbeids
beurs, waarin hij de gelegenheid vond sterk
aan te dringen op het instituut van de
vereeniging van gemeentelijke arbeidsbeur
zen.
Omstreeks 1908 kwam de heer Patijn aan
het departement van Arbeid, waar hij re
ferendaris werd bij de afdeeling arbeids-
verzekering.
Reeds in 1911 volgde zijn benoeming tot
burgemeester van Leeuwarden als opvol
ger van den heer A. E. Zimmerman. Gedu
rende zeven jaar heeft hij dezen post be
kleed, totdat hij den 24sten September
1918 werd aangesteld als burgemeester van
de Residentie-stad.
Bij de in dat jaar gehouden verkiezin
gen immers werd Jhr. van Karnebeek, die
tot dan toe burgemeester was geweest,
minister van Buitenlandsche Zaken en liet
de nieuwe minister van Binnenlands che Za
ken Ruys de Beerenbrouck zijn keuze val
len op mr. Patijn, als opvolger van jhr.
van Karnebeek in diens plaats als burge
meester van 's-Gravenha-ge.
Gedurende de twaalf jaar, dat deze aan
het hoofd van de Residentie heeft gestaan,
hebben ingrijpende veranderingen en ver
beteringen plaats gevonden. Behalve het
graven van het kanaal van de Laakhaven
naar de Loosduinschevaart, werd in die
jaren nog uitgevoerd de aanleg van het
Zuiderpark, de tweede Scheveningsche bin
nenhaven, de groente- en fruitmarkt en van
talrijke groote verkeerswegen; voorts de
belangrijke uitbreiding van het trambe
drijf, dat sinds 1927 als gemengd bedrijf
wordt geëxploiteerd, de hervorming van
den brandweerdienst, welke in 1921 een
combinatie is geworden van politie en
brandweer, evenals de in 1928 ingevoerde
combinatie van geneeskundigen dienst en
schoolartsendienst. In 1919 had een ingrij
pende verandering plaats in den woning-
HET VERLOREN GEHEIM
„Westersche Nachten" van Theun
de Vries. De Gemeenschap,
Utrecht. Bekroond met den Dom
prijs 1930.
De tijden, waarin een dichter zijn kun
stenaarschap bewees met een versje op
de eerste tand van zijn eerste spruit, be-
hooren gelukkig tot het verleden. Kloos
in zijn tijd beweerde •-•eeds, dat de poëzie
geen zaohtoogige jonge dame was en na
deze allerindividueelste expressie is de
menechheid weer eenige ervaringen rijker
geworden.
Voor een kunstenaar van onze tijd is
het 1-sven een tikje ingewikkelder dan toen
de goede Tollens temidden van zijn verf
potten z'n dichtkunstig oeuvre ter wereld
bracitó.
De onrust, de innerlijke en uiterlijke
verdeeldheid, die de hedendaagsche sa-
aangevreten hebben, de vele en
inVcftdeke tegenstrijdigheden, die de struc-
bouw in verband met den toen bestaanden
woningnood de groote uitbre dingsplannen
welke toen voornamelijk zijn vastgesteld,
zijn momenteel nog in uitvoering.
Vergeten wij niet te vermelden de an
nexatie-plannen, welke nog slechts voor
een klein gedeelte zijn verwezenlijkt, toen
n.l. in 1923 Loosduinen bij Den Haag werd
ingelijfd. Dit was dan ook wel een van de
redenen, waarom de stad zoo snel in groei
is toegenomen. In 1926 was het aantal in
woners reeds gegroeid tot 400.000, terwijl
dit getal thans is gestegen tot 430.000.
Sinds jaren is men reeds doende geweest
met plannen omtrent den bouw van een
nieuw stadhuis. Juist toen de heer Patijn
het regentschap over de stad aanvaardde,
had de Raad het Spui-plan aangenomen.
Door het onverzettelijk streven echter van
den burgemeester werd dit besluit herroe
pen, waarna besloten werd het stadhuis te
doen bouwen op het Alexanderveld. Tij
dens het regentschap van den heer Pa
tijn heeft Den Haag zich mogen verheugen
in een groeiende belangstelling ook van in
ternationale zijde, waarvan op de eerste
plaats kan getuigen het feit, dat de Inter
nationale Juristencommissie in- 1920 Den
Haag uitkoos als zetel van Ket Permanent
Hof- van Internationale Justitie.
Het was dan ook een dag van zeldzame
beteekenis, toen ongeveer twee jaar na
dien, den 30en Januari 1922, het Hof in zijn
eerste bijeenkomst officieel werd geopend.
Talrijke nationale en internationale con
gressen zijn gedurende die jaren nog in
deze stad gehouden. Noemen wij daarvan
slechts de laatste conferentie tot regeling
der oorlogs-schulden (1929'30) en de con
ferentie tot codificatie van het internatio
naal recht. Wij mogen tenslotte, na het
leven van dezen bekenden magistraat en
zijn voornaamste daden in het belang van
de gemeente, aan wier hoofd hij was ge
steld, te hebben gememoreerd, daaraan een
kort woord toevoegen over de beteekenis
van dezen figuur.
De heer Patijn, gesproten uit een regen
tenfamilie, is altijd een aristocraat ge-
wees van het zuiverst karaat; hij was in
vele opzichten de personificatie van den
magistraat, zooals wij dien kennen in vroe
ger tijden. Het gevolg is geweest, dat de
heer Patijn eigenlijk nooit een populaire fi
guur is geweest, hetgeen men b.v. al heel
goed kon zien, wanneer de burgemeester
na de gemeenteraadszittingen zich naar
zijn huis begaf, geheel alleen, gaande langs
de huizen van de Laan van Meerdervoort
en langs de Groot Hertoginnelaan. Zijn
kundigheden als bestuurder, zijn heldere
blik en het hem eigen doorzettingsvermo
gen, welke kwaliteiten bij een ieder hun
goed en kwade kanten bezitten, hebben
hem zeker gestempeld tdt een goed burge
meester. Het bekleeden van een dergelijke
post in een stad als Den Haag is de facto
een uiterst precaire positie, omdat de
stad meer mondain en weelderig is, dan
welke andere in Nederland, zoodat iedere
inwoner, wanneer hem iets op het hart
ligt, graag zijn opinie uitspreekten dit
natuurlijk juist dan, wanneer er iets min
der prettigs aan de hand is. Bovendien
is een burgemeester in een stad als de Re
sidentie, waar staatsburgers van hoogeren
rang dan de zijne wonen, gemakkelijk een
vergeten persooneen voetveeg heeft men
dat zelfs durven noemen. De talrijke bui
tenlanders, de attaohé's, met al de hun eigen
geschreven en ongeschreven rechten en hun
exterritorialiteit, zijn even zoovele perso
nen, met. wie slechts een aristocraat de
juiste verhoudingen kan scheppen. En dit
alles deed burgemeester Patijn met een
soepelheid en elegance, als men van hem
kon verwachten. Maar nu hij zich niet
meer voor een herbenoeming in aanmer
king wil laten komen, zal de Minister moe
ten uitzien naar een ander persoon hier te
lande, die deze exquise post zal kunnen
bekleeden.
Ofschoon het aantal candidaten niet
zoo talrijk is, worden toch reeds verschil
lende namen genoemd als Mr. Dr. ter Pel-k-
wijk, gemeente-secretaris te Den Haag, Mr.
S. de Monchy, burgemeester van Arnhem.
Mr. A. van de Sande Bakhuyzen, burge
meester van Leiden en verschillende an-
dere_ autoriteiten. Intusschèn zal het af
scheid van dezen bestuurder door geen
enkel inwoner van Den Haag met een on
dankbaar hart mogen worden voorbijge
gaan, daar de stad, welke in zulk een gun-
stigen financieelen toestand wordt achter
gelaten, ongetwijfeld aan den heer Patijn
veel heeft te danken, op het verschillend
terrein, waarop het is vooruitgegaan.
tuur der moderne levensbeschouwing on
dermijnen, al deze factoren zijn oorzaak,
dat de huidige bewoner van het onder-
maansche in vele gevallen niet met feil-
lcoze zekerheid zijn houding weet te be
palen ten opzichte van de zoo juist gesig
naleerde verschijnselen. Daarom mag men
het niemand euvel duiden, dat hij nog de
moed bezit eigen ik en deszelfs soms zoo
wonderbaarlijke gedragingen aan een kri
tisch onderzoek te onderwerpen. En aller
minst past het ons een zekere houding
aan te nemen, die voornamelijk voortvloeit
uit de bewustheid va-n eigen voortreffe
lijkheid, wanneer die sterveling tot de
openhartige conclusie komt, waartoe
Theun de Vries kwam in zijn „zelfportret"
in de hier te bespreken liundel poëzie
„Westersche Nachten". In dit gedicht ko
men de volgende merkwaardige regels
voor:
„Met geen aards che zekerheid geboren
dan die van den dood,
en de hemelsche verloren o geheim
van wijn en,brood!
haat ik allen die de tijd mij tot gezel
en meester koos
ga ik onbestemde wegen, zonder ster en
vredeloos.
Vreemd zie ik mij zeiven handlen, on
verklaarbaar en verdeeld,
en ik spreek als tot een ander met. mijn
eigen spiegelbeeld.".
Dit portret ziet er op het eerste gezicht
niet erg aantrekkelijk uit en de mogelijk
heid bestaat, da.t sommige brave zielen
er door verontrust worden, daar ze een en
ander als een bedenkelijk symptoom van
een bedenkelijken tijd kunnen opvatten.
Dit neemt echte-r niet weg, dat wij hier
staan voor een tragisch conflict, dat door
deze simpele versregels in al zijn naakt
heid geopenbaard wordt. Wij zouden wil
len zeggen hèt groote conflict in een men-
schenleven. Op zich zelf niet zoo interes
sant, omdat het dagelijks voorkomt, maar
met welks oplossing niets ^meer of minder
dan het. eeuwige geluk van een menschen-
ziel gemoeid is.
.Het zal nu wel niet zoo heel moeilijk in
ie zien zijn, dat een dergelijk conflict op
het werk van een dichter zijn somber merk-
teeken drukt, somtijds reeds lang voordat
het de regiones van de bewuste gedachte
bereikt heeft.
Het is een bekend verschijnsel, dat de
mensch steeds ietwat droevig gestemd is,
wanneer hij een of ander voorwerp verlo
ren heeft, dat een zekere hoeveelheid
aardsch slijk vertegenwoordigt. Maar hoe
veel te meer vragen wij ons af moet
iemahd het dan zijn, die het groote kost
bare geheim van het Brood en de Wijn
des Levens verloren heeft, zonder welks
bezit het een hachelijke onderneming is de
bekende groote reis te aanvaarden, waar
voor geen retourbiljet verstrekt wordt.
Wanneer wij bovenstaande in gedachten
houden, behoeft het ons geenszins te ver
bazen, dat de bundel „Westersche Nach
ten" geen verzameling van vroolijke, lucht
hartige poëzie is. Wie deze bundel als een
geschikte gelegenheid mocht beschouwen
om een paar uurtjes genoeglijk te verdoen,
komt bedrogen uit. Wij kunnen hem beter
aanraden een confectie-romannetje te ne
men van een of andere vertegenwoordiger
van de zelfkant der litteraire samenleving.
Want. eerlijk gezegd, wij vinden het haast
een profanatie met dusdanige gemoedge
steldheid. het bekroonde oeuvre van Theun
de Vries te benaderen. Onze eerbied voor
zijn werk, vindt z'n oorzaak niet in de 'be
kroning met de Domprijs door het exclu
sieve gilde der Gemeenschapslieden.
Zooals iedere bekroning van een tijd
genoot, is ook deze betrekkelijk, uitgezon
derd dan een zeker getal goede Holland-
sche guldens, die bij een dergelijk gebeu
ren in de zak van de dichter plegen te
vloeien en die voor hem alle relativiteits-
beschouwingen van Einstein ten spijt, een
onbetwistbaar positief bezit vormen. Maar
al deze dingen zijn tenslotte maar bijzaak.
Het voornaamste is, dat hier een kunste
naar zijn schoonheids-ontroeringen beleden
heeft in een reeks verzen het is waar
niet allen even zuiver en gaaf maar
die getuigen hoezeer de dichter door de
schoonheden der aarde bezeten is geweest
en ook hoezeer hij er om geleden heeft.
Over heel deze bundel ligt een waas
van gedempte droefgeestigheid, soms ge
accentueerd door 'n berustende zwaarmoe
digheid. Deze gesteldheid en het bewust
zijn van eigen leed, brengt hem er toe met
begrijpend mededoogen te staan tegenover
zijn mede-broeders en zusters, wier jam
mer en ellende hem tot eenige droeve en
bittere verzen geïnspireerd hebben.
Slechts een enkele maal, in een paar
voorjaarsgedichten o.a., klinkt een ander
geluid, maar zelden wordt het tob een
blijde en extatische jubel van geluk,, ook
niet in het tweede deel van de bundel,
-dat „Gezang der Aarde" heet, en waarin
de totaalstemming niet zoo droefgeestig
is, als in het eerste deel, dat de beteeke-
nisvolle titel van „Herfst en Schaduw"
draagt.
Wij hebben dit verschijnsel trachten te
verklaren door te constateeren dat het
leven voor deze dichter eenerzijds bepaald
wordt door het besef, dat er slechts een
aardsche zekerheid zou bestaan, met alle
onaangenaamheden daaraan verbonden,
terwijl anderzijds het groote geheim,
waardoor die aardsche zekerheid tot de
juiste proporties teruggebracht en als een
logisch verschijnsel verklaard zou kunnen
worden, voor hem verloren ging. Voor een
gewone sterveling is een dergelijke situatie
reeds niet bijster aangenaam daar hem dan
het leven noodzakelijkerwijze als een zin
neloos gebeuren moet voorkomen, voor een
kunstenaar kan zoo iets bepaald hachelijk
worden, wanneer hij tob de min of meer
ontstellende gevolgtrekking zou moeten
komen, dat hetgeen voor hem een kwestie
van leven en dood is de openbaring van
de schoonheid slechts een futiliteit blijkt
te zijn, waarvoor hij zich heusch niet zoo
druk hoeft te maken.
En nu is het een wonderlijke bestiering
Gods, waarmee wij ons verder niet te be
moeien hebben, dat een kind het kostbare
geheim des levens toegeworpen krijgt, ter
wijl een volwassen mensch eerst na jaren
lange smartelijke omdolingen de ont
sluiering van dat geheim waardig gekeurd
wordt.
Wij willen thans eindigen met het prach
tige gedicht, waarin de dichter heel zijn
grootei, diep-menschelijke le'ed uitzingt
over het verlies van dat geheim.
KERSTMIS.
Droefgeestige aarde, uw zware en sombere
kimmen
strekken zich leeg en grauw.
Wat oude wolken gaan als dunne
schimmen
langs een verloren blauw.
Aan onze zijde rijzen schrale zonnen,
en soms bij nacht
staat er een maan rood als uit bloed
geronnen
op doodenwacht.
N.B. In dez week dagelijks Gloria en
Credo. Behalve Zondag de gewone Prefa
tie en kleur: Wit.
ZONDAG 28 Sept. Zestiende Zondag na
Pinksteren. Mis: Miserere. 2e gebed v. d.
H. Wenceslaus, Hertog en Martelaar3e
A Cunctis (om de voorbede der Heiligen af
te smeeken). Prefatie v. d. Allerh. Dricëen-
heid. Kleur: Groen.
Met de woorden van den H. Paulus bidt
onze Moeder de H. Kerk,, dat in onze har
ten Christus wone door het geloof, dat wij
gevestigd en vastgeworteld moge zijn in de
liefde van Christusdat wij die liefde^ mo
gen kenne, want de kennis van die liefde
is de hoogste wetenschap. (Epistel).
Bidden wij mee met onze Moeder om die
groote goddelijke gave (Gebed), maar bid
den wij met nederigheid, want alleen den
ne-derigen geeft God zijn genade. (Evan
gelie). Alleen voor wie Hem met nederig
heid aanroepen is Hij overvloedig in barm
hartigheid en goedheid. (Introïtus). Vra
gen wij aan God, die machtig is en wonde
ren heeft gewerkt. (Graduale en Alleluja
vers) om Zijn onmisbare hulp in geheel
ons leven (Communio) en om zuivering
door de kracht van het H. Misoffer zelfs
van den geringsten smet van hoogmoed.
(Stilgebed en Postcommunio).
MAANDAG 29 Sept. Kerwijdingsfeest v.
d. H. Aartsengel Michael. Mis: Benedicite.
Op den 8en Mei herdacht de Kerk de
verschijning van den H. Aartsengel Mi-
chaël op den berg Gargano in A.pulië, tij
dens het Pausschap van Gelasius I.
Ter herinnering aan die verschijning
werd een kerk op dien berg gebouwd, toe
gewijd aan den H. Aartsengel. Vandaag
wordt de wijding van die kerk door de ge-
heele kerk gevierd en tevens den H. Mi
chael vereerd, als Beschermer der Chris
tenheid.
DINSDAG 30 Sept. Mis v. d. H. Hiero-
numus, Belijder en Kerkleeraar: In medio.
In het jaar 331 werd de H. Hieronymus
te Stri&on geboren. Vanaf zijn vroege jeugd
ontving hij onderricht in de katholieke
godsdienst en in verschillende wetenschap,
pen. Als jongeling naar Rome gezonden
ter voltooiing van zijn studiën, werd hij
op den verkeerden weg meegesleurd door
het slechte voorbeeld zijner omgeving.
Weldra evenwel deden zijne godsdiensti
ge gevoelens, welke hem van zijn jeugd af
bezielden, den verkeerden weg weer verla
ten en begon hij een leven van boete in de
eenzaamheid, waar hij vier jaren verbleef.
In 377 liet hij zich tot priester wijden.
Zijne voornaamste bezigheid is geweest de
studie van de heilige Boeken. Hij wordt
geroemd als de grootste kenner en uitleg
ger van de H. Schrift.
WOENSDAG 1 October. Feestdag van
den H. Bavo, Titelheilige van de Kathe
drale kerk te Haarlem en eerste Patroon
der Bisschopsstad. Mis: Gaudeamus. (Zie
in het Feesteigen v. d Bisdom).
De H. Bavo, op het einde der zesde eeuw
geboren, leidde eerst een wereldsch en
losbandig leven. Doch bekeerd door het
deugdzaam leven zijner dochter, begon hij
een kluizenarsleven, in heldhaftigen graad
belevend de christelijke Leer, waarin hij
was onderricht door den H. Amandus. Ba
vo stierf in de zevende eeuw te Gent. In
Haarlem wordt Bavo als beschermer ver
eerd, omdat, volgens de overlevering, de
inwoners van Haarlem door St. Bavo aan
te roepen gered zijn uit een zeer groot
gevaar.
DGNDERDAG, 2 Oct. Feestdag van H.
H. Engelbewaarders. Mis: Benedicite. 2e
gebed v. h. octaaf v. d. H. Bavo.
„Gezegend zij God, Die ons Zijn Engel
zond om ons voor te gaan en te bewaren
op den weg en ons te leiden naar de plaats
Er blies een koude over onze handen
een stem zonk heen
Ons leven wandelt over veege landen,
hoe, dat weet God alleen.
Overal stort het duister op de steden
angstwekkend groot,
en kruis en grafzerk merken het verleden
buit van den dood.
Vergeet! vergeet! en neem de oude 'boeken
waar 't is bericht,
dat, waar wij dag en nacht vergeefs naar
zoeken:
Gods helder licht.
O Ster, o stal, o wonder zoo verheven
in Uw onhoozelheid,
Kan zich een hart nog éénmaal overgeven
dat stokt en schreit?
Gods wegen zijn wonderlijk en vele en
troostvol voor het arme menschenkind zijn
de woorden: Vraagt en Gij zult verkrij
gen; klopt en U zal worden opengedaan...
H. v. d. DEENECAMP.
FILM-NIEUWS
De Talkie-techniek zal volkomen
veranderen.
„Het tooneel en de film staan nog veel
te dicht bij elkaar.
„Wij denken, dat wij een volkomen nieu
we techniek toepassen bij het vervaardi
gen van sprekende films, maar dat is on
juist.
„Pas over tien jaar zullen wij weten hoe
een ideale talkie gemaakt wordt.
Deze drie, nogal positieve en merkwaar
dige uitspraken zijn van Harry Pollard,
een der oudste Amerikaansohe filmregis-
ons bereid. Slaan wij acht op hem en luis
teren wij naar zijne inspraken." (Kerk
Get.).
VRIJDAG 3 Oct, Feestdag v. d. Teresia
v. h. Kindje Jezus, Maagd: Mis: Veni. 2e
gebed v. h. octaaf v. d. H. Bavo.
Wegens den eersten Vrijdag is geoor
loofd een Votiefmis v.\ h. II. Hart van Je
zus. Mis: Cogitationes. Prefatie v. h. H.
Hart.
Als negende kind van het dóór en dóór
godsdienstige echtpaar MartinGuerin
werd Teresia den 2en Januari 1873 ge
boren te Aiencon in Normandië. Op bui
tengewoon jeugdigen leeftijd trad zij den
9en April 1888 in den Karmel. Daar heeft
zij negen jaren doorgebracht. Uit de H.
Schrift leerde zij hoe zij een groote heilige
kon worden, n.l. door zich in gedachten en
handelingen tegenover God te gedragen als
een kind tegenover zijn vader.
Teresia heeft dat gedaan en noemde dat
„Haren Kleinen Weg" en kostte haar
iederen dag offers. „Geloof niet" zoo heeft
zij gezegd „dat een kleine weg volgen be-
teekent: een weg volgen van rust, van
zoetheid, van geestelijken troost. Ach, het
tegendeel is maar al te waar. Men moet
er op voorbereid zijn om geslachtofferd te
worden zonder eenig voorbehoud." Iederen
dag behaalde zij vele overwinningen op zich
zeiven in het buitengewoon stipt volbren
gen van hetgeen hare dagelijksche plicht
was en dat uit ware, zuivere liefde voor
O.L. Heer, zonder in het minste zichzelve te
zoeken, integendeel zij was een voortdu
rende offerande van zichzelve aan God.
Maar „Ik heb er geen spijt van, dat ik me
heb overgeleverd aan de Liefde", sprak ze
op den laatsten middag van haar leven.
Moge de heldfhaftige heilige Teresia ons
helpen haar te volgen in heldhaftigheid op
den kleinen weg onzer dagelijksche plich
ten.
ZATERDAG 4 Oct. Mis v. d. H. Fran-
ciscus van AsSisië: Mihi autem. 2e gebed
v. d. H. Bavo; 3e voor den Paus.
In 1182 werd Franciscus te Assisië gebo
ren als zoon van een rijken lakenkoopman.
Ook Franciscus werd voor den lakenhandel
opgeleid. Tot op zijn eerste jongelingsjaren
was hij een gewone brave jongen, een beet
je lichtzinnig. Bijzonder eigen was hem de
milddadigheid jegens de armen. Een ern
stige ziekte brengt hem tot dieper naden
ken, maar maakt van hem nog niet de „hei
lige". De genade Gods treft hem ten volle
en beslissend bij gelegenheid van een
feest, waarbij hij volgens gewoonte van
dien tijd en die plaats als „tafölkoning"
optreedt. Hij vindt van dat oogenblik af
geen smaak meer in aardsche goederen,
trekt zich terug, begint zijn leven van ont
hechting en verbindt zich aan „Vrouwe
Armoede". Zijn geest heeft hij vastgelegd
in de Orde der Franciscanen, in 1209 door
Paus Innocentius III goedgekeurd.
IN DE KERKEN
DER E.E. FRANCISCANEN.
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve
ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Bernardius
van Feltre; 3e v. d. H. Wenceslaus.
jWOENS£>AG. 2e gebed (alleen iii stille
H.H. Missen) v. d. Z.Z. Joannes van Dukla
en Nicolaas van Furca Polena, Belijders.
VRIJDAG. 2e gebed v. d. H. Bavo3c
v. d. Vigilie voor het feest v. d. H. Fran
ciscus 3e v.d. overbrenging van het li
chaam v. d. H, Clara. Laatste Evangelie v.
d. Vigilie.
ZATERDAG. Feestdag van den Sera-
fijnsche vader, den H. Franciscus van As
sisië. Mis: Gaudeamus. Prefatie v. d. H,
Franciscus.
ALB. M. KOK,
Pr.
Amsterdam.
seurs, die thans de leiding heeft bij de op
namen van de nieuwe Joan Crawford-film
„The Great Day". En menigeen zal tegen
deze uitspraken protesteeren.
„Wij moeten onszelf niet misleiden", zei
Pollard. „Wij gebruiken op heb oogenblik
den dialoog op precies dezelfde wijze als
het tooneel reeds eeuwen lang doet-. Dat
is begrijpelijk, want radicale veranderin
gen willen er bij het publiek nooit in. Het
proces moet langzaam gaan. Dat wil zeg
gen, van de sprekende film, zooals ik deze
zie: als film in de eerste plaats. Maar ik
weet zeker, dat het niet zal blijven, zoo
als het nu is. Over tien jaar zullen we -har
telijk lachen om de films, die we nu ma
ken. In 1940 zullen onze, thans hypermo
derne methoden heel anders zijn. De mo
gelijkheid om den dialoog op een nieuwe
en ongewone wijze te gebruiken, zijn nog
niet onder de oogen gezien. Langzaam aan
zullen wij tot heele nieuwe ideeën komen.
Het klinkt misschien mysterieus, maar ik
voel, dat de huidige vorm der sprekende
film niet de volkomenste en de laatste is".
We zijn benieuwd of Pollards sphinx-
aohtige voorspelling zal uitkomen en hoe
de talkies van over tien jaar eruit zullen
zien.
Buster Keaton is in de filmwereld be
kend om het feit, dat hij in en om zijn huis
er zooveel dieren op na houdt. Bij zijn laat
ste inventaris kwam hij tot: 2 St. Bernards,
1 ruigharige fox, 1 bulldog-, 1 politiehond,
50 kwartels, 200 forellen, 70 fazanten, vijf
katten en.... duizenden kikvorsehen. Bus
ter heeft namelijk twee groote vijvers in
zijn tuin.
Arthur Freed, die langen tijd deel uil -
maakte van het door tallooze songs be
roemd geworden team Freed en Brown,
heeft zich als tekstdichter grooten naam
verworven. Thans zal hij ook voor de Me
tro Goldwyn scenario's en dialogen schrij
ven.