DINSDAG 23 SEPTEMBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 10 Vereeniging „Schoolkindervoeding en Schoolkinderkleeding". In verband met het voorschrift van het Koninklijk Besluit van 19 November 1900, laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 4 Februari 1921 (Staatsblad No. 48), geven B. en W. den raad in overweging aan Ged. Staten verslag uit te brengen aangaande de wijze, waarop het bij de ge- meentebegrooting voor 1929 voor school kindervoeding en -kleeding toegestaan be drag is besteed. Van de op de begrooting voor het dienst jaar. 1929 voor schoolkindervoeding en -kleeding uitgetrokken som van 25.725 werd een bedrag van 23.220.797ü uitgege ven en als subsidie uitgekeerd aan de vereeniging „Schoolkindervoeding en Schoolkinderkleeding". Aan voeding werd in totaal verstrekt 99124 porties, waarvan 30689 gedurende de zomermaanden en 68435 gedurende de win termaanden. Uitgereikt werden «Ic navolgende klee- ^ingstukken: 265 meisjeshemden en -broe ken, 293 jongenshemden en -broeken, 185 jongensblouses en bovenbroeken, 176 jur ken en schorten, 919'paar kousen; verder werden 1946 paar klompen verstrekt. De inkomsten der vereeniging bedroegen 23.822.27, n.l. aan gemeentelijk subsidie 23.220.791/j) aan contribution 371.75, aan collecten, bijdragen en giften enz. 229.721/9. De uitgaven, welke gelijk waren aan de omtvangsten, kunnen gespecificeerd wor den als volgt: voeding 16.017.90, klee ding 5.244.371/® en uitgaven van allerlei aard, als loonen, adverbentiën. drukwerken, meubilair, materialen enz. 2.550.991/J. De algemeene begraafplaats. Op 3 Augustus j.l. is_ geëindigd de bij raadsbesluit van 9 Juni 1910 met de Ge meente-Commissie van het Nederduitsch Hervormd Kerkgenootschap aangegane huur van het gedeelte der begraafplaats „Rhijnhoff" ter grootte van p.lm. 45 M.2, dat algemeene begraafplaats is ingericht. De verhuurster is bereid de huur voor den tijd van 10 jaren op de bestaande voor waarden te verlengen, echter rpet dien verstande, dat de jaarlijksche "huurprijs wordt gesteld op 75 in plaats van op 25, zulks met het oog op de omstandig heid, dat de prijsberekening van 1910 thans niet meer als maatstaf kan dienen. Aangezien bestendiging van de huur op den aangegeven voet B. en W. aanneme lijk voorkomt, geven zij den raad in over weging aldus te besluiten. Verkoop van grond. Ingevolge raadsbesluiten van 26 Mei 1887 en 30 December 1903 werd aan de N.V. Leidsche Zoutkeet vergunning verleend 385 M.2 van de gedempte Brandewijns gracht (in het verlengde van* de Kool gracht) in gebruik te nemen. De Naa-m- looze Vennootschap heeft aan het College van B. en W. medegedeeld er prijs op te stellen de ingevolge deze besluiten aan haar in gebruik gegeven grond, alsmede een oostelijk daarvan gelegen strookje, in eigendom te verkrijgen. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat tegen over dracht van dezen, op de ter visie liggende teckening in gele ldeur aangegeven grond, groot pl.m. 425 M.2, geen bezwaar bestaat, mits de gemeente zich door middel van een servituut het recht voorbehoudt, ter plaat se een rioolleiding te hebben en te onder houden. Bij eventueel buiten gebruik stel len van het riool kan het te vestigen ser vituut vervallen. De Vennootschap heeft verklaard met een en ander accoord te gaan en heeft ook geen bezwaar tegen den door B. en W. gevraagden koopprijs van 10 per M.2, weshalve zij voorstellen aldus te besluiten alsmede voor rekening van de gemeente te nemen de helft van de kosten, tot een maximum van 750, van een door de eigenaren van de percee- len, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie B. Nis 2227, 2803 en 2839, op die perceelen langs de eigendomsgrens aan de Koolgracht, ten ^genoegen van hun College te plaatsen betonmuur, onder voorwaarde, dat die eigenaren voor het verdere onder houd zorgdragen. De benoodigde gelden zullen ten laste van den post „Onderhoud van straten en pleinen" worden gebracht. Pensioen-inkoop. Nadat de afdeeling Leiden van den Ned. Bond van Personeel in Overheidsdienst op 16 Juli j.l. een verzoek tot den Raad had gericht, om de intrekking te bevorderen van het door B. en W. op 31 Maart 1930 in gediende bezwaarschrift bij den Pensioen raad, in zake geldig-verklaring voor in koop van pensioen van de door J. van Egmond, als werkman bij de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, vóór 1 Juli 1922 bewezen losse diensten, wend den zij zich in verband pjet de inmiddels door den Pensioenraad genomen beslis sing, waarbij het bezwaarschrift werd af gewezen, nader tot den Raad, met het verzoek om B. en W. uit te noodigen ter zake geen beroep in te stellen bij den Gentralen Raad van Beroep. B. en W. zeggen nu, dat sedert dien in den toestand geenerlei wijziging is' geko men; zij hebben dan ook tegen de beslis sing van den Pensioenraad bereids beroep bij den Centralen Raad van Beroep inge steld. De Gemeentelijke Radio-distributie. Zooals door B en W. reeds in hun.praead- vies inzake de Radio-Distributie is meege deeld, zouden zij de radio-distributie van gemeentewege het liefst zien onderge bracht bij het gemeentelijk electriciteits- bedrijf. Dit zal niet alleen aanzienlijke be sparing van kosten geven, doch ook uit technisch oogpunt dc meeste waarborgen bieden voor een doelmatig en goed ver zorgd beheer. Niettemin is het met het oog op de in deze onderneming te steken kapitalen en voor een goede en zuivere beoordeeling van de kosten en de renda biliteit van het nieuwe bedrijf noodig, dat dit administratief een geheel zelfstandig bestaan heeft. Om daartoe te geraken moet een verordening in het leven worden geroepen, waarin dat zelfstandige, karak ter en voorts de allernoodzakelijkste be palingen in zake bestuur en beheer wor den vastgelegd. In overleg met Commissa- sen der Stedelijke Lichtfabrieken is een concept-verordening dientengevolge opge maakt. Zooals uit artikel 2 blijkt, denken B. en W. de positie van Commissarissen precies gelijk aan hun positie ten aanzien van de Gas- en Electriciteitsfabriek, terwijl door artikel 3 de centrale en eenhoofdige lei ding van het nieuwe bedrijf gewaarborgd wordt. Met liet oog op het karakter van dit bedrijf, dat technisch wel eenige over eenkomst vertoont met de electriciteits- voorziening, doch overigens sterk daarvan afwijkt, is gedacht om onder de bevelen en verantwoordelijkheid van den directeur een speciaal aan te wijzen ambtenaar te belasten met de onmiddellijke leiding. Deze bepaling versterkt de zeggenschap van Commissarissen en van B. en W., het geen voor een bedrijf, dat zeer de publieke belangstelling zal trekken, zeker niet van onpas is. De overige bepalingen zijn van admini stratieven aard en behoeven geen verdere toelichting. B. en W. maken van deze gelegenheid tevens gebruik om voor te stellen de kapi taalverstrekking aan het bedrijf der Ge meentelijke Radio-Distributie op de be grooting te regelen. In hun aangehaald voorstel werden de totale aanlegkosten ge raamd op rond 200.000; gelijk bedrag is derhalve op den ter vaststelling aangebo den begrootingsstaat uitgetrokken. Dit bedrag zal intusschen nog niet dadelijk ten volle behoeven te worden opgenomen. In verband met den duur van den bouw van het net zal voorshands vermoedelijk met een bedrag van 100.000 kunnen gor den volstaan, om den aanvankelijken (ge deeltelijken) aanleg te bekostigen en een begin met de exploitatie te kunnen ma ken. Van het crediet zal dan ook slechts naar behoefte gebruik worden gemaakt, terwijl het zich laat aanzien, dat in de te zijner tijd verder benoodigde middelen bo ven het evengenoemde bedrag van ƒ100.000 de gemeente gedeeltelijk zal kunnen voor zien uit de door afschrijving vrijgekomen bedragen en verdere inkomsten uit de ex ploitatie. Subsidie „de Leidsche Buitenschool." Bij besluit van 15 Mei 1922 werd aan de vereeniging „Herstellingsoord de Leidsche Buitenschool" een subsidie toegekend in de exploitatiekosten van deze inrichting, welke subsidie, in verband met het tijd stip van opening van het Herstellingsoord, vor 1922 over een half jaar werd bepaald op ten hoogste 3.750, terwijl op de be grootingen van volgende jaren telkens voor dat doel 7.500 werd uitgetrokken. Voorts werd, als uitvloeisel van het be sluit van 27 Augustus 1923 ter tegemoetko ming van on- en minvermogenden in de betaling der verpleegkosten, op de ge- meentebegrooting jaarlijks 1000 beschik baar gesteld. De eerstvermelde subsidie draagt, over eenkomstig de formuleering van het raads besluit, en de toelichting in het desbetref fend voorstel, niet het kai'akter van een vaste jaarlijksche bijdrage; zij is afhanke lijk van de exploitatiekosten, met dien verstande, dat zij een bedrag van ƒ7.500 niet zal overschrijden. Aan de vereeniging mag derhalve, met inachtneming van ge noemd maximum, nimmer een hooger be drag worden uitgekeerd dan het exploita tie-tekort bedraagt. Terwijl nu de bijdrage in de verpleeg kosten van on- en minvermogenden tot nog toe steeds tot het volle bedrag benoodigd bleek, wezen de exploitatierekeningen van het Herstellingsoord over 1927 en 1928 slechts een tekort aan van resp. 4.094.48 en 3.741.97 1/2, zoodat de uitkeering over deze jaren tot die bedragen beperkt moes ten blijven. Deze omstandigheid, n.l. de uitkeering van een lager bedrag dan ƒ7.500, waartoe wij op grond van het raadsbesluit waren verplicht, was aanleiding tot een nader overleg tusschen het bestuur der vereeni ging en het College van B. en W. omtrent de bestaande subsidieregeling. Het bestuur wees er B. en W. op, dat het gunstige resultaat van beide jaren meer aan toevallige omstandigheden was te danken en geen maatstaf kon zijn voor volgende jaren, omdat integendeel door uitbreiding van de werkzaamheden vooral tengevolge van de oprichting van een internaat voor 10 kinderen de uit gaven de tendenz van stijging vertoonden. Niettegenstaande sedert 1928 ook rijks subsidie wordt ontvangen (ten loedrage van IS 3/4 cent per verpleegdag per kind) kon de begrooting 1929, welke tot basis voor de besprekingen inzake wijziging van de subsidie diende, slechts sluitend worden gemaaki door als gemeente-subsidie een bedrag van 9000 te ramen, terwijl de in middels verschenen rekening over dat jaar een zoo aanzienlijk tekort heeft, dat dit door de gezamenlijke gemeentebijdragen van ƒ7.500 en ƒ1000 niet zal kunnen wor den opgeheven. De oorzaak van deze stijging is intus schen niet alleen te zoeken in toeneming van werkook is van invloed geweest de omstandigheid, dal, naar inmiddels was gebleken, de vereeniging over vroe gere jaren van de provincie te veel subsi die had genoten en het te veel ontvan- gene moest worden gerestitueerd. Terwijl de provinciale bijdrage in werke lijkheid maar 20 pet. van de exploitatie uitgaven bedraagt, werd bij een bedrag aan uitgaven van omstreeks ƒ20.000 gedu rende eenige jaren 7.6000 per jaar ont vangen. Voorlaan moest dus niet slechts op een belangrijk lagere bijdrage van da! lichaam worden gerekend, maar boven dien moe de rekening met restitutio ter zake worden belast. De provincie ver klaarde zich intusschen bereid het terug te storten bedrag te fixeeren op 9000 en ge noegen te nemen met jaarlijksche aflossin gen van 1000. De uitbreiding met een internaat, waar door wel de capaciteit van de inrichting aanzienlijk werd verhoogd, doch ook de exploitatie werd verzwaard, en het aan brengen van verschillende verbeteringen, als het aanleggen van centrale verwarmdpg vorderde voorts niet alleen het kapitaaïtïe dal de vereeniging had weten te vormen, maar deed bovendien nog een tekort op de kapitaalrekening ontstaan van rond ƒ5.400 In de plaats van de tegenwoordige sub sidie van 7.500 en de bijdragen ad 1000 zouden B. en W. wenschen te zien gesteld, ingaande 1 Januari 1929, één enkele subsi die tot wederopzeggens, welke zich re eel t naar de verpleegkosten van de uit Leiden afkomstige kinderen en wel een subsidie ten bedrage van 40 pet. van den verpleeg- prijs volgens de exploitatierekening, met dien verstande, dat het maximum der sub sidie overeenkomstig de begrooting 1929 der vereeniging wordt verhoogd tot 9000. Aangezien de gemeente eenerzijds over de jaren 1927 en 1928 in toaal een som van 7.163.54 minder aan subsidie heeft uitge keerd dan het maximum-bedrag en ander zijds bij de voorgestelde regeling in het aan de provincie terug te betalen bedrag van 9000 voor pl.m. 40 pet. of 3.600 deel neemt, zou door haar ten slotte een be drag van rond 3.550 worden gekort. Zij stellen den raad nu voor, dit bedrag ter beschikking van de vereeniging te stellen als bijdrage in eens in de kosten van uit breiding der inrichting; hiermede zal de gemeente ook het restant van de ingehou den sommen aan de vereeniging ten goede hebben doen komen en zal dus van cenig voordeel uit de toegepaste kortingen geen sprake zijn. Öp het nader verzoek van de vereeni ging om de subsidie voor 1929 te bepalen op ten hoogste 11.000 in plaats van op 9000 en om de bijdrage in eens te stel len op het bedrag van het kapitaaltekort, derhalve op 5.466.05 1/2, moet naar de meening van B. en W. niet worden inge gaan. Hoewel zij allen lof hebben voor het zeer nuttige werk, dat de vereeniging in den strijd tegen de tuberculose onder de leerplichtige kinderen verricht, zoo is hun College nochtans van oordeel, dat de grens van den financieelen steun der gemeente bereikt is bij een uitkeering in eens van J 3.550 en een verhooging van de subsidie tot 9000 (op de basis van de begrooting 1929, die leiddraad bij de besprekingen is geweest); indien de rekening dan nog niet sluitend is te maken, zal de vereeni ging moeten trachten de ontbrekende mid delen op andere wijze te verkrijgen, het zij van particuliere zijde, hetzij door bezui niging als anderszins. Levering electrische stroom aan Benthuizen. Zich vereenigende met het voorstel van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit tot het aangaan van een overeenkomst betreffende de le vering van electrischen stroom met de ge meente Benthuizen, geven B. en W. den Raad in overweging: a. met de gemeente Benthuizen een overeenkomst betreffende de levering van electrischen stroom aan te gaan volgens het in de Leeskamer ter visie gelegde ontwerp; b. goed te keuren, dat het kabelnet der Electriciteitsfabriek ten behoeve van de onder a bedoelde electriciteitslevering wordt uitgebreid, waarvan de kosten, ge raamd op 87.500.voorshands uit de aanwezige middelen der fabrieken kunnen worden bestreden. Verbetering bestrating Hoogewoerd. De bestrating van den Hoogewoerd, in het bijzonder voor zoover betreft het ge deelte tusschen de Korevaarstraat en de Kraaierstraat, verkeert dn slechten toe stand. Zij ligt zeer ongelijk en bestaat uit hobbelige keien, welke in een belangrijke straat als de onderhavige niet passen en voor het verkeer zeer hinderlijk zijn. Bo vendien is het zandbed onder de bestra ting sterk verontreinigd, zoodat zich bij regen een modderlaag op de straat vormt, welke voor de voorbijgangers en de be woners der aan deze straat gelegen hui zen onaangenaam en voor het rijverkeer,* vooral voor dat met rijwielen, gevaarlijk is, welk gevaar door de aanwezigheid van de tramsporen nog wordt verhoogd. Verbetering van dit straatgedeelte ach ten B. en W. derhalve zeer wenschelijk. Naar de meening van B. en W. zou deze verbetering, zoolang zich nog tramsporen in den Hoogewoerd bevinden, niet in as- phalteering moeten bestaan, doch in het aanbrengen van een geheel nieuw wegdek van vlakke eerste soort vlam oven straat klinkers, met langs de tramrails de ge bruikelijke randen vaïL granietkeien, ge paard aan vernieuwing van het zandbed onder de bestrating ter diepte van -}- 0.25 Meter. Zij hebben óverwogen, of het geen aan beveling zou verdienen de verbetering uit te strekken tot het verdere gedeelte van den Hoogewoerd en de Plantage, waarvan de bestrating eveneens te wenschen over laat. Met de Commissie van Fabricage zijn zij intusschen van oordeel, dat het waar .nog tal van dringend noodige voor zieningen in de binnenstad, welke uiter aard belangrijke uitgaven zullen vorderen, op uitvoering wachten met het oog op den stand der geldmiddelen wenschelijk is het onderhavige werk te beperken tot hetgeen onvermijdelijk is. En aangezien nu de toestand van het gedeelte Hooge woerd beoosten de Kraaierstraat en. van de Plantage merkbaar minder slecht is dan die, waarin het gedeelte Hoogewoerd tusschen Korevaarstraat en Kraaierstraat verkeert, en dus minder dringend voor ziening vereischt, hebben zij geen vrijheid kunnen vinden ook voor de verbetering van deze straatgedeelten gelden aan te vragen. De kosten van de thans beoogde verbe tering zijn geraamd op 16.500.welk bedrag zij zouden wenschen te pubten uit het „Fonds voor Stadsverbetering, Werk verschaffing en andere Sociale Doelein den". Van genoemd bedrag zal, ingevolge de door de gemeente aan de Noord-Zuid- Hollandsche Tramweg- Maatschappij ver leende vergunning voor aanleg en exploi tatie van haar tramlijn, een gedeelte, na der aan de hand dier vergunning vast te stellen, ten Laste van genoemde maat schappij komen. GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Ernstig auto-ongeval. De ge meentesecretaris van Epe ge dood. Gisteravond ongeveer 7 uur begaf de gemeentesecretaris van Epe, de heer Tj. Heier, zich van zijn woning naar het Ge meentehuis, waar hij werkzaamheden wil de verrichten. Hij stak op het kruispunt Dorpstraat den rijweg over, vlak voor een auto, die uit de richting Apeldoorn kwam en bestuurd werd door den heer Driessen uit Amsterdam. Het gelukte den bestuur der niet meer een aanrijding te voorkomen. De heer H. werd gegrepen en een 25-tal meters meegesleurd. Ernstig gewond werd het slachtoffer opgenomen. Geneeskun dige hulp was spoedig vaanwezig, welke verleend werd door de doctoren dr. My® en van Twisk. Ook de Burgemeester van Epe, de heer van Walsem was weldra op de plaats van het ongeval aanwezig. De ver wondingen waren van zoo'n ernstigen aard, dat het slachtoffer spoedig aan de gevol gen bezweek. De heer Heier, die ongeveer 50 jaar oud was, was een geziene persoonlijkheid in de gemeente, o.m. was hij voorzitter van den Kunstkring. Marechaussee en politie stellen een on derzoek in. Autobotsing, Gisteravond ruim S uur heeft bij Prin- cenhage een gecompliceerde autobotsing plaats gehad, doordat twee achter elkaar rijdende auto's in botsing kwamen met een stilstaande auto. Een der beide auto's vloog tegen een boom, waardoor de chauf feur bekneld raakte en met ingedrukte borstkas een naburig café werd binnen gedragen. De andere auto sloeg over den kop. Hierin waren de heer Lambrechts uit Breda en zijn zoon gezeten. De heer L. brak een been, terwijl zijn zoon ongedeerd bleef. DE D00DEL1JKE DRAAD. Tienjarig knaapje gedood. Zaterdagavond is te Oostendam (gem. Ridderkerk) tengevolge van den hevigen wind een draad van het bovengrondsch net van het Gemeentelijk Electriciteits- bedrijf losgeraakt. De tienjarige L. Bakker aldaar, is met dezen draad, die op den grond hing," in aanraking gekomen en op slag gedood. Verdronken. Zaterdagavond is in de Roer, bij Roer mond, verdronken de 36-jarige arbeider J. H. N. Het lijk is nog niet gevonden.^ Zondagochtend is te Stolwijk de 25- jarige boerenarbeider G. Verwoerd, toen hij het vee in de weide zou gaan melken en zich daarheen per bootje zou begeven, vermoedelijk, doordat het vaartuig in de duisternis tegen den wal botste, in het wa ter gevallen en verdronken. TRAM GEDERAILLEERD. Geen persoonlijke ongevallen. Zondagavond heeft, vlak bij Middelburg, een tramderaillement plaats gehad. De electrische tram, die te half 9 uur van Vlissingen was vertrokken, is aan het ein de van den Vlissingschen weg bij de brug over den watergang vermoedelijk door te snel rijden in een bocht uit de rails ge- loopen. De motorwagen draaide om en reed 'vlak langs den waergang een eindje terug, doch kwam gelukkig tot staan, al vorens het talud van den watergang was bereikt. De beide wagens liepen ook uit de rails De passagiers schrokken natuur lijk hevig en het mag dan ook een wonder heet en, dat slechts een hunner, een dame uit Middelburg, lichte verwondingen aan een hand en een knie opliep. De drie wa gens stonden dwars en scheef over den weg, en de bestrating ter plaatse was vrij ernstig beschadigd. Toen personeel en ma terieel uit Vlissingen ter plaatse was, had men na ongeveer anderhalf uur den weg weer vrij en konden ook de gederailleerde wagens, die intusschen in de rails waren teruggebracht, weer naar de remise rijden. In den dienst was voorzien door een tram, aan beide zijden, tot de plaats van het ongeval te laten rijden. TREIN-0NTSP0RING TE HAARLEM. Alleen materieele schade Gistermorgen is trein No. 2606, die 7.26 uur uit IJmuiden te Haarlem moest aan komen, door tot nog toe onbekende oor zaak, even buiten het Haarlemsche sta tion ontspoord. De eerste wagen kwam daarbij dwars over de beide sporen te staan, terwijl ook de tweede wagen uit de rails schoot. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. De aangerichte schade is vrij aan zienlijk, temeer, daar beide sporen over een afstand van twintig meters werden vernield. De dienst naar IJmuiden werd over het treinspoor HaarlemRotterdam geleid. Brand door kwaadwilligheid? Te Surhuisterveen is Zondag de boeren hofstede van B. P. door het vuur vernield. Groote voorraden mais en pulp, alsmede t.wee auto's werden een prooi der vlam men. De politie heeft na een ingesteld on derzoek aanleiding gevonden, het echtpaar P. verdacht van brandstichting aan te houden. INBRAAK IN HET LIEFDESGESTICHT TE HEEMSKERK. Groote consternatie bij de Zusters. Zondagnacht is ingebroken in het Lief desgesticht der Zusters Franciscanessen te Heemskerk. De inbreker heeft aan den achterkant van het gesticht een ruit ver nield en wist met behulp van een ladder in het gebouw te komen. Daar bleek hij echter niet ver te kunnen, omdat een cteur gesloten was, waarna hij aan den zijkant van het gebouw opnieuw binnendrong en zich naar het vertrek van de Moeder Overste begaf. Toen deze gestommel hoor de, riep zij luidkeels om hulp, waarop de inbreker het hazenpad koos. De Zusters, die ijlings waren toegesneld, begonnen een bel te luiden in de hoop, dat omwonenden te hulp zouden komen. Inderdaad is dit luiden gehoord, doch men schonk er geen aandacht aan, omdat men dacht, dat dit in verband stond met een nachtelijke aanbidding der Zusters. Twee Zusters hebben daarna den heer J. de "Wit gewaarschuwd, die naast het ge sticht woont. Deze waarschuwde de ge- meente-pclitie en den pastoor, terwijl de burgemeester, die in Haarlem vertoefde, telefonisch met de inbraak in kennis werd gesteld. Het uitgebreid onderzoek heeft geen re sultaat opgeleverd. De dader wist te ont komen, begunstigd door de diepe duister nis en het ongunstige weer. BANKBILJET VERVALSCHT. Oplichter aangehouden. Een Duitsch-sprekend persoon kocht bij den stoffeerder D., te Hengelo, een karpet en betaalde met een biljet van 1000 Rijks mark. Nadat v. D. omtrent den koers ge- informeerd had, werd een bedrag van 517.50 terugbetaald. Den volgenden morgen, toen deze het biljet wilde inwis selen, bleek het een vooroorlogsch briefje te zijn, waarop het jaartal 1910 was ver anderd in 1930. Een uitgebreid onderzoek werd onmiddellijk ingesteld en zelfs tot Enschede uitgestrekt. Daar gelukte het de politie een zekere A. B. aan te houden, die van de daad verdacht werd. Nadat hij met v. D. alsook enkele andere winkeliers, waar hij getracht had het biljet in te wis selen, geconfronteerd wa-s en deze allen hem herkenden, werd hij in arrest gesteld om aan den officier van Justitie uitgele verd te worden. B. blijft echter hardnekkig ontkennen. Twee veldwachters mishandeld. Zaterdagavond fietsten in de buurt van Keten te Capelle a. d. IJsel twee perso nen, een met en een zonder licht. Veld wachter Wouda hield den persoon zonder licht aan. Beide personen vielen daarop den veldwachter plotseling aan en namen, na hem mishandeld te hebben, de vlucht;. De op het dorp surveilleerende veldwach ter Manni, onbekend met het gebeurde, hield daarop eveneens den zonder licht rijdenden persoon aan. Deze reed evenwel door, doch werd door den veldwachter ach terhaald. Toen hij zijn naam vroeg, werd de veldwachter omvergereden door den met licht rijdenden persoon. Beiden zijn toen ook op dezen veldwachter aangeval len en namen, na hem mishandeld te heb ben, de vlucht naar het Kleine Veer. Hun rijwielen lieten zijn. achter op de plaats van het gevecht. Daar de motorbootveer juist aan den overkant lag, namen zij een roeiboot van den veerman. Deze heeft hen evenwel op de rivier gedwongen terug te keeren. Zij hebben zich daarop verstopt op de scheepswerf van de firma Vuyk en waren onvindbaar. Des nachts om half één heeft de politie, in vereeniging met die van Krimpen a. d. IJsel beide perso nen aan het Nieuwe Veer aangehouden. Het bleken te zijn W. J. en P. V., beiden 21 jaar oud en wonende te Krimpen a. d. IJsel. Zij zijn opgesloten. Veldwachter Wouda is op geneeskundig advies buiten dienst gesteld. Beslag op het circus Schneider. Zondagavond, toen heb circus Schneider te Deventer zijn laatste voorstelling zou geven, wex'd door een tweetal deurwaar ders beslag gelegd op de eigendommen van dit circus. De zaak was deze: Vrijdag j.l. werd op het spoorwegemplacement door een trac tor van het circus een wagen, beladen met kisten glas, van de firma- W. aange reden, tengevolge waarvan veel glas ge broken werd. De directeur van het circus weigerde aanvankelijk de aangerichte schade te betalen, omdat hij van oordeel was, daartoe niet verplicht te zijn. Op verzoek van mr. Van Delden, optredende voor de firma W., werd daarom besla-g gelegd op het circus. Nadat geruimen tijd geconfereerd was, werd tenslotte de vorde ring, groot 472, door de directie vol daan, zoodat de voorstelling kon doorgaan. Vrouw aangerand en beroofd. Op den Rielschendijk te Eindhoven werd Zaterdag een vrouw uit Geldrop aange rand en van haar handtasch beroofd. De vrouw kon een nauwkeurig signalement van den dader geven, maar tot heden ge lukte hefc de politie niet heb onbekende individu op te sporen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 10