BINNENLAND
De Slavin van liet
Zwijgen
(JIT DE RADIO-WERELD
MAANDAG 22 SEPTEMBER 1930
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
ARBEIDER EN PATROON
DE VOORZITTER VAN HET VERBOND
VAN NED. WERKGEVERS AAN
HET WOORD!
De lezer, deze beide opschriften lozend,
verwacht niet anders dan een aaneen
schakeling van liberale verwatenheid en
eigendunk, van minachting voor het „volk"
en wiskundige berekening van mensche-
lijke arbeidskracht. Openhartig gezegd
ook wij hadden niet anders verwacht, doch
leest op welke gelukkige wijze men in zijn
verwachtingen wordt bedrogen I De voor
zitter van het Verbond van Ned. Werkge
vers, ir. J. A. Kalff, heeft een redevoering
gehouden, die getuigde van een gezonden
kijk op de samenleving van menschen met
menschen, hetzij zij patroon heeten of ar
beider. En juist omdat deze woorden ge
sproken zijn door een zoo onverdachten
mond als die van den voorzitter van het
niet-Katholieke werkgeversverbond, volgen
hier enkele passages uit deze rede. Menig
Katholiek patroon kan het gesprokene be
schouwen als gezegd juist tot hèm en me
nig Katholiek arbeider kan er een les uit
opsteken, hoe hij dient te staan tegenover
de onderneming, waarin hij zijn brood ver
dient.
Ingehieur Kalff is nu aan het woord:
Het bereiken van de hoogste ontwikke
ling van het bedrijf vordert nog iets an
ders (dan rationalisatie), waarover spr.
misschien nog iets zeggen mag, n.l. het
maken van den arbeider
tot w e r k e 1 ij k e n „medewfir-
ker" in onze bedrijven.
Hoe staat het in het algemeen met die
medewerking der arbeiders in onze indus
trie? Hoe komt het, dat, ieder onzer weet
het, zoo menigmaal die medewerking ont
breekt, en de arbeiders integendeel zijn een
rem, niet in beweging te krijgen zijn, den
vooruitgang belemmeren, trots de gewel
dige hoeveelheid latente kracht, die in het
menschelijke element in het productie
proces aanwezig is? Dok in de industrie
schijnt wel het moeilijkste probleem te
zijn: de omgang met het personeel. Ieder
vraagstuk, dat tot ons komt, in de indus
trie vindt vroeg of laat zijn oplossing.
Maar daarvan is men allerminst zeker als
het geldt den arbeider tot medewerker te
maken, als het geldt menschelijke betrek
kingen. Die vormen nooit exacte weten
schap; niet alleen omdat de menschen on
derling zooveel verschillen, maar ook om
dat 't zelfde individu, dat ge- heden meent
te kennen, morgen een ander blijkt te_ zijn.
Nu is het wonderlijke, dat eigenlijk ieder
van al die groepen denkt de geschiktheid
te bezitten met personeel om te gaan. Wij
zijn eigenlijk allemaal overtuigd, dat we
dat kunnen, maar spr. vraagt zich toch af
of 't wel juist is en of die overtuiging niet
een bron van moeilijkheden is.
Nu zijn er wel enkele oorzaken voor
dezen misstand aan te geven
le. Er zijn tal van b e d r ij f s 1 e i-
ders die nog niet los zijn
van een periode die ach
ter ons ligt en die. spr. zóu willen
noemen de militaire periode, waarin men
dacht dat een bevel voldoende was. Maar
een man, die als bij bevel gekregen heeft
om te vechten, ook inderdaad vecht, werkt
daarom nog niet, als hij bevel heeft gekre
gen om te werken. Spr. bedoelt niet, dat
hij niet aan 't werk zal gaan, maar spr. be
doelt dat, terwijl hij vechten zal met ieder
wapen dat hij heeft, met alle energie en
tot het uiterste omdat hij anders zelf het
onderspit delft, gij hem niet bevelen kunt
te werken met zijn geheele zijn, met alles
wat hij te geven heeft. Tot het geven van
dat alles moet hij worden gebracht.
2e. Er is een omstandigheid, die de be-
teekenis van het persoonlijk element op
den achtergrond tracht te dringen en d.i.^
de wetenschap in de productie. Wij weten
allen, dat de studie en de wetenschap zulke
geweldige wonderen hebben gewrocht, die
de ind-ustrie vooruitbrachten, dat het zoo
verklaarbaar is, dat wij al het andere
daaraan ondergeschikt achten. Wanneer de
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
FRED. M. WHITE.
48)
„Ik heb uw vader heel goed gekend",
zei hij. „Ik heb hem herhaaldelijk in In-
dië ontmoet. Hij en ik hebben samen zelf
nog een paar ondernemingen op touw ge
zet.
„In welk jaar was dat?", vroeg Beatrice
zonder bepaalde bedoeling.
Tot haar verbazing prikkelde deze vraag
Satorisen hij wierp de schuld van prik
kelbaarheid op zijn neuralgie, maar zijn
houding deed Beatrice's wantrouwen toe
nemen. Waarom moest die man den sleutel
van een schrijfbureau van Sir Charles heb
ben en wat moest hij met een pakje papie
ren, die in een blauwe enveloppe zaten?
„Ik zal voor u doen wat ik kan", zei ze
om hem niet door 'n directe ontactvolle wei
gering nog meer te prikkelen. „Misschien
kunt u wel eens bij mij in het hotel ko-
„Ik ben bang dat dat niet gaan zal",
antwoordde Satoris met een pijnlijken
zucht. „Ik kom niet graag onder de men
schen. Dan voel ik mijn gebrek dubbel, ik
ben niet altijd zoo hulpbehoevend geweest
als ik nu ben. Ik was eens groot en net
zoo recht als u. Een mooi gezicht, zoo
iemand als ik in een taxi!"
wetenschap ons stroom en electriciteit
brengt en daardoor machines met behulp
waarvan één man arbeid levert, 10, 100, 500
voudig van hetgeen hij met zijn spieren
zou kunnen leveren, dan lijkt die weten
schap alles-overwinnend. Spr. zou niet
graag willen, dat wat hij nu zegt, zou wor
den beschouwd als eenig gebrek aan eer
bied voor de waarde der wetenschap voor
onze industrie, of gebrek aan geloof voor
wat zij nog zijn zal in de toekomst, maar
doordat zij zulke .ontzaglijke dingen in de
industrie heeft tot stand gebracht, heeft
die industrie het menschel ij k
element in het proces ver
waarloosd en te veel gezien naar de
wetenschap alleen.
En een derde opmerking .zij spr. vergund
en die is deze, dat do geestesgesteldheid
bij de chefs in onze bedrijven, zoo dikwijls
anders is dan zij moest zijn. Men zal spr.
wel niet bestrijden, dat menigmaal de hou
ding door chefs ten opzichte van het per
soneel aangenomen is een „verdedigende
houding en niet zooals het behoorde te zijn
•een „opbouwende".
Een verdedigende houding tegenover wat
zij bij de arbeiders aanwezig achten aan
onwil, aan onbekwaamheid, luiheid of on
betrouwbaarheid, ondeugden die ongetwij
feld aanwezig zijn, maar niet worden be
streden door er slechts wantrouwen tegen
over te stellen. Zoolang dat er is, is 't on
mogelijk voor een leider opbouwend te
werken en den arbeider te krijgen tot wer
kelijk medewerken. Bovendien die arbei
der voelt instinctief dat wantrouwen.
Een van de voornaamste factoren in de
gewenschte opbouwende houding, acht spr.
het motiveeren tegenover den
arbeider van de door ons gegeven orders
,of opdrachten en instructies. Hoe meer tijd
we er aan geven uit te leggen wat de be-
teekenis van die orders en instructies is,
hoe zij passen in het algemeen werkplan,
wat wij er mee hopen te bereiken, hoe meer
instemming wij met die opdrachten zullen
krijgen en hoe beter resultaat. En ook dat
resultaat moet men het werkvolk doen
kennen. Alle directeuren van bedrijven
zenden productie-statistieken en opgaven
aan hun commissarissen, waar zij dan dik
wijls opgeborgen worden, maar ze gevende
aan de arbeiders, ze ophangende in de
werkplaatsen zouden die cijfers levende be
langstelling kunnen wekken en kunnen
aanzetten tot medewerking om een op-
waartsche lijn te blijven doen stijgen en
een dalende lijn zich te doen ombuigen.
De vorm van die aanraking met ons per
soneel is eigenlijk bijkomstig: of zij ge
schiedt door middel van een kern, een fa-
brieksraad, de vakvereeniging of hoe dan
ook, is niet het belangrijke, het doel blijft
hetzelfde: het wegwerken van wantrouwen
en van misverstand, die eigenlijk de jaren
door de verhouding hebben beheerscht van
t .w e e partijen, die slechts samen één
partij behoorden te zijn.
Als wij voor ons zelf dien vorm hebben
gevonden, zijn wij er eohter nog niet. Dat
contact met het personeel brengt nog een
eisch mede, en die is, dat inzonderheid in
groote bedrijven chefs van dienst, afdee-
lingschefs, ingenieurs, opzichters en bazen
moeten worden doordrongen van het be
grip, dat deze nieuwe tijd
vraagt nieuwe verhoudin
gen, dat zij, als uitdrukkelijke wensch
van de bovenste leiding hebben te aan
vaarden, dat men moet opkweeken mede
werkers en niet loontrekkende, opgecom-
mandeerde arbeiders. Spr. weet dat de
werkgevers dan allerlei bezwaren zullen
hooren, culmineerend in de uiting „dat zij
tegenover het volk toch baas moeten blij
ven". Met die uiting alleen reeds, bewijzen
zij er niets van te b e g r ij-
pen. Want met veel grooter nadruk dan
waarmede spr. pleit voor behoorlijk con
tact, houdt hij vol, dat. daarmede niets,
maar dan ook niets, behoeft te worden
verloren aan prestige en ontzag, en even
min dat iets zou worden losgelaten van de
wérkelijke leiding. En wie in dezen tijd in
dat complex van vraagstukken niet zijn
weg kan vinden zóó, dat hij de leiding vast
in handen houdt en tevens zijn arbeiders
Beatrice schrok. Wat kon deze man bru
taal liegen. Ze dacht aan den kreupele man
in een auto die bij het hotel was gezien
toen het lichaam van haar vader was gesto
len. Dat deze man, die er belang bij had
om Berrington vast te houden, identiek
met den gebrekkige uit de auto was, had
ze direct vermoed en zijn belangstelling
voor de zaken en de papieren van haar
vader, kon haar alleen maar in die over
tuiging versterken. Het flitste ook even
door haar hoofd dat het, zooals ze gedacht
had, Satoris niet om de diamanten te doen
was geweest.
Ze wilde juist op een voorzichtige ma
nier laten blijken, dat ze begreep waarom
ze hierheen gelokt was en dat ze de rol
die haar gastheer bij het verdwijnen van
het lijk gespeeld had, doorzag, toen iets
anders, iets dat haar arfgwaan ten top
deed stijgen, haar aandacht trok en al het
andere voor een oogenblik op den achter
grond dTong.
Het meisje was onthuitst van haar stoel
opgesprongen en wees met uitgestoken vin
ger naar een tweetal foto's die op een
rand van de lambrizeering stonden.
„Die menschen", stamelde ze. „Die ken
ik. Ze noemen zich Gravin de la Moray en
Generaal Gastang. Ze waren den avofid na
den dood van mijn vader in het Royal Pa
lace Hotel en probeerden mijn juweelen
te stelen. Ik weet wie het zijn en u....
en u...."
Ze hield op, vreezend dat ze al 1 veel
had laten blijken hoe goed ze van vi .bil
lende dingen op de hoogte was. Kwam
Berrington toch maar
Satoris keerde zijn gezicht af, zoodat
Beatrice de uitdruking er van niet zien
kon. Hij vervloekte de ijdelheid van Beggie
en Cora om zich in deze transformatie te
maakt tot medewerkers, hij hoort niet meer
te staan aan het hoofd van een bedrijf.
Als wij onze eigen arbeiders Zondag op
een voetbalveld bezig zien, met al hun
energie, al hun élan, al hun doelbewust
streven om een bal te trappen naar een
goal, zich daarbij gevend met hun geheele
persoon, en wij merken den volgenden dag
niets van die eigenschappen bij het ver
vaardigen van ons product, dan ligt daar
van ook schuld bij ons.
Tenslotte, heeft spr. met opzet bij het
geen hij meende te moeten zeggen over het
contact met de arbeiders, onbesproken ge
laten wat de werkgevers op hen vóór heb
ben, en tot welke verantwoording da-t
voert. Reeds het belang van
de bedrijven allee fn maakt
het de moeite waard, dat
de werkgevers trachten
den arbeider de levens-
b 1 ij h e i d te geven, voort
spruitend uit de overtui
ging, dat ook hij is een
levende, waardevolle scha
kel in ons bedrijf, een
overtuiging, die naar spr.
vast g el o o f t, ons b e d r ij f s-
leve'n ten goede zal ko
men.
HET KIESREGLEMENT DER
R. K. STAATSPARTIJ.
Een advies van den Rijkskieskring Tilburg.
Na overleg met de besturen der aangeslo
ten kiesvereenigingen heeft het bestuur
van de Rijkskieskringorganisatie in Til
burg zijn standpunt ten aanzien van de
werking van het Kiesreglement in een uit
voerig schrijven aan heb Partijbestuur uit
eengezet.
Het stelsel als zoodanig wenscht men te
behouden, mits de toepassing ervan worde
verbeterd.
Iii hoofdzaak wenscht het bestuur van
Tilburg: 1. beperking van het aantal kwa
liteitszetels tot zeven; 2. de „denkrich
tingen" dienen een redelijkekans te krij
gen door het verzamelen van stemmen op
lijsten.
A. C. A. VAN VUUREN.
Zijn zilveren jubilé als Kamerlid.
Zaterdag was het 25; jaar geleden, dat
de heer A. C. A. v. Vuurcn als Kamerlid
zijn intrede deed in de Tweede Kamer.
Ofschoon de jubilaris, in zijn groote be
scheidenheid wars van alle huldebetoon,
geen officieels feestviering had gewenscht,
gewerden hem op zijn feestdag toch zeer
vele blijken van belangstelling en waardee
ring.
Stapels telegrammen en brieven van ge-
lukwenschen kwamen binnen, terwijl velen
ook persoonlijk den jubilaris kwamen com-
plimenteere». Ook werden er tal van bloem
stukken aan de woning van den jubilaris
bezorgd, waaronder een van de katholieke
Kamerfractie.
Ook in Oost- en West-Indië heeft men
den ijverigen voorvechter van de belan
gen der katholieke missiën in onze kolo
niën niet vergeten. Vertegenwoordigers
der missies in Suriname, op Curasao en
in den Oost kwamen hun gelukwenschen
aanbieden. Van Mgr. van Roosmalen wa
ren twee prachtige vazen gekomen.
Voorts was er nog een schrijven van ge-
lukwenach binnengekomen namens mgr.
Vuylsteke waartoe Z. D. H. voor zijn over
lijden nog opdracht had gegeven.
Onder de telegrammen van gelukwensch
was er een van de Christelijk-Historische
Kamerfractie en verder van veel leden van
de diverse Kamerfracties persoonlijk.
laten fotografeeren en zijn eigen onnaden
kendheid om de portretten onder het oog
van Beatrice te laten komen. Maar in een
paar seconden had hij zijn duivelsche te
genwoordigheid van geest terug en was
weer meester van de situatie.
„Eigenaardig", zei hij. „Ik ken die men
schen niet. Maar ze hebben vrienden van
mij in Parijs ook beetgenomen en die hoop
ten dat de politie hier hen te pakken zou
krijgen, want ze waren naar Engeland ge
vlucht Mijn vrienden hadden foto's van hen
gekregen; blijkbaar was het tweetal erg
trotsch op de geslaagde vermommingJa",
voegde Satoris er met een ernstigen hoofd
knik bij: „het zou niet den eersten keer
zijn dat misdadigers door hun ijdelheid in
den val liepen. Mijn vrienden hebben mij
de portretten gestuurd om naar Scotland
Yard door te zenden. Dat wilde ik straks
doen en heb ze daarom hier neergezet.
Wel, wel, wilden ze u ook berooven?"
Beatrice knikte koel, ondanks zichzelf
geiraponeerd door de kalme impertinentie
van dezen mismaakten schurk. Ze knoopte
haar mantel dicht en stond op.
„Ik zal u niet langer ophouden, meneer
Satoris", zei ze. „Als ik vinden kan wat
u bedoelt, dan zal ik u dat laten weten.
Maar u moet zich er geen illusies over ma
ken ik was niet erg op de hoogte van de
zaken van ijn vader. Ik kan er zelf wel
uitkomen; doet u geen moeite!"
„Berrington zal direct wel terugkomen",
antwoordde Satoris. „En het zal hem waar
schijnlijk erg spijten als hij hoort dat hij u
misgeloopen is Hij had zich zoo op uw vi
site verheugd
Beatrice wist op welke waarde ze deze
verzekering' inoest schatten en zette haar
toebereidselen om heen te gaan, zwijgend
voort. Ze stond voor den spiegel om haar
Programma's voor Dinsdag 23 September.
Huizen. Na 6 uur 1071 M.
(Uitsl. KRO.-uitzending).
8.009.15 Gramofoonpl.
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje,
12.00—1.30 Concert. KRO. Trio.
I.302.00 Gramofoonpl,
2.003.00 Vrouwenuurtje.
3.003.15 Praatje over den knipcursus,
5.006.00 Gramofoonpl.
6.016.30 Julio Baghy: „Krijgsgevangene in
Siberië". Voordracht in Esperanto.
6.306.40 Koersen.
6.407.00 Gramofoonpl.
7.007.15 Praatje door mevr. ReiberHan
over den schrijf-cursus.
7.157.30 W. v. d. Sloot: Praatje ter inlei
ding cursus Engelsch.
7.308.00 Mr. B. D. H. Hermesdorf: „Naar
een oude stad".
8.00—8.30 Concert. KRO. Orkest.
8.309.30 Opvoering van „Joseph in Dotan".
Treurspel van Joost van den Vondel. Op te
voeren door het R.K. Amsterd. Tooneelgezel-
schap.
9.30 Nieuwsber.
9.4011.00 Vervolg concrt,
II.0012.00 Gramofoonpl.
Hilversum, 1875 M.
Uitsluitend V. A. R. A.-uitzending.
8.019.45 Gramofoonpl.
10.0110.15 Morgenwijding.
10.2012.00 Concert AVRO.-Kwintet.
12.152.00 Concert. Gron. Orkest Vereen.
W. Herckenrath, bariton.
2.002.30 Halfuur voor dames.
3.004.00 Solistenconcert. Marie Reijn,
piano, Kathe SchulzSchugt, sopraan, Ger.
Holthaus, tenor.
4.004.30 Gramofoonpl.
4.305.30 Kinderuurtje.
5.306.45 Concert. Orkest van het Rem
brandt Theater te Amsterdam.
6.457.15 W. G. de Bas: „Heden voor 100
jaar".
7.157.45 Radio-Volksuniversiteit. Hubert
Cuypers: „De Gregoriaansche Zangen". Me
dewerking van Mannen- en Knapenkoor.
8.018.15 Gramofoonpl.
8.15 Concert. Omroeporkest. Annie Woud,
alt, Kon. Mannenzangvereen. Apollo".
10,30 Persber.
10.4512.00 Gramofoonpl,
Da ven try, 1 5 5 4,4 M.
10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
R. K. LEERGANGEN.
Belangrijke uitbreiding in het afgeloopen
studiejaar.
Aan het verslag, dat de Rector der R.
K. Leergangen, prof. dr. Th. Goossens, bij
de «pening van het nieuwe cursus-jaar uit
bracht, is het volgende ontleend:
Het afgeloopen jaar geeft weer een be
langrijke uitbreiding en stijging van het
aantal studenten te zien. Het jaar sluit
namelijk met een eindcijfer van 923 studen
ten, terwijl het vorig jaar, dat tot nu toe
de recoi'dhouder was, het getal van 812
bereikt werd. Zet men naast deze cijfers
heb getal van het cursusjaar 1918/19 het
eerste jaar, dat de Leergangen te Tilburg
inschrijvingen hielden dan mag van een
belangrijken groei worden gesproken.
ZIEKEN- EN ONDERSTEUNINGS
FONDS BIJ DE SPOORWEGEN.
Het lidmaatschap niet belastbaar.
In verband met het feit dat door den
Raad van Beroep voor de Directe Belas
ting te Rotterdam hot lidmaatschap van
het Z. en O.-fonds der Ned, Spoorwegen
met 25 werd belast, heeft het hoofdbe
stuur van deix Prot. Christ. Bond van
Spoor- en Ttramwegpersoneel in Mei j.l.
een schrijven tot den Minister van Finaix-
ciën gericht, met het verzoek, dat het ver
plichte deelgenootschap van het Zieken
en ondersteuningsfonds voor het Spoorweg
personeel niet als een bron van inkomsten
zou worden aangemerkt.
Dit verzoék is door den Minister inge
willigd.
hoed recht te zetten en die spiegel weer
kaatste een beeld dat haar hart sneller
deed kloppen In het schemerige licht van
de deuropening zag ze een mannen gestalte
staan.... Berrington, met de vinger op de
lippen. Het feit dat hij in de nabijhemid was
en blijkbaar gezond en wel, gaf haar, 'een
gevoel van veiligheid en blijdschap. Met
een glimlach wendde ze tot' Satoris.
„Ik kan heusch niét langer blijven", zei
ze. „U wilt den kolonel wel zeggen, dat het
mij erg spijt dat ik hem niet getroffen heb.
Hij zal het wel begrijpen, dat ik niet op
hem gewacht heb."
Er was opeens beweging bij de voor
deur en twee menschen kwamen luidruch
tig de kamer binnen: Een knappe, jonge
man en een niet minder knappe jonge
vrouw, uiterst zorgvuldig en smaakvol ge
kleed. En hoewel zij ze nooit te voren ge
zien had vond Beatrice dat hun trekken
haar bekend voorkwamen. Ze spande haar
hersens in om te bedenken waar ze die
twee toch ergens kon gezien hebben.
„We komen eens kijken of we ook een
stukje te eten kunnen krijgen", wendde de
jongeman zich tot Satoris. We hebben het
beestachtig druk gehad in de stad". En
toen opeens verschrikt: „Hallo, zeg, wat
ben jij een ezel om die foto van onze ver
momming hier te laten staan 1"
Een vloek ontsnapte Satoris toen Beg-
sie dat zoo ondoordracht uitflapte en hij
keek Beatrice aan. Het meisje verkneukel
de zich inwendig van pret bij de gedachte
dat de sluwe Satoi'is er op deze manier in
liep. Ze wist nu meteen waarom de trek
ken van het tweetal haar zoo bekend wa
ren voorgekomen en dat de twee Reggie
en Cora waren, waarvan Field haar verteld
had.
„Dat is geen foto van jou, ik heb ze van-
12.20 Concert.
12.50 Orgelspel door E. O'Henry.
I.202.20 Orkeitconcert.
2.202.25 Televisie.
2.30 Uitz. voor scholen.
4.50 Orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Lezing en Nieuwsber.
7.00 Koorzang.
7.20 Lezingen.
8.05 Vaudeville.
9.20 Concert. Orkest. W. Glynne, tenor.
10.05 Nieuwsber. en Lezing.
10.45 Dansmuziek.
II.3512.20 Dansmuziek.
„Radio-Paris", 1 7 25 M.
12.502.20 Gramofoonpl.
4.05 Orkestconcert en soli.
8.20 Concert. Orkest en piano.
9.05 „Romeo et Juliette" van Gounod.
Langenberg, 473 M.
7.257.50 Gramofoonpl.
7.508.50 Orkestconcert.
10.3511.35 Gramofoonpl.
12.30 Gramofoonpl.
I,252.50 Orkestconcert.
5.506.50 Orkestconcert.
8.20 Orkestconcert en tooneeluitz.
Kalundborg, 1153 M.
12.202.20 Orke8tconcert.
3,205.20 Orkestconcert en zang.
5.205.50 Kinderuurtje.
8.20—8.35 „Familien Hansen" van Jens
Locher.
8.359.50 Orkestconcert en zang.
10.1010.30 Liederen-voordracht.
10.3011.10 Orkestconcert.
II,1012.50 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Trio-concert.
6.50 Gramofoonpl.
8.35 Orkestconcert en zang.
8.35 (338.2 M.) Concert georganiseerd door
de SAROV.
Zeesen, 1635 M.
6.057.20 Lezingen.
7.207.50 Gramofoonpl.
10.5012.50 Lezingen.
12.501.15 Gramofoonpl.
1.152.20 Berichten.
2.202.50 Gramofoonpl.
2.504.50 Lezingen.
4.505.50 Concert.
5.508.20 Lezingen.
8.20 Dansavond.
10.30 Lezing en ber.
SALARISCONGRES VAN DE
ONDERWIJSCENTRALE.
De Onderwijs-centrale heeft Zaterdag in
de groote zaal van „Pe Twee Steden" te
Den Haag, een drukbezocht salariscongres
gehouden.
Na de inleidingen en de discussie werd
een motie aangenomen, waarin het congres
als zijn oordeel uitspreekt, dat een afzon
derlijke herziening van de salarissen der
leerkrachten bij het lager- en het nijver
heidsonderwijs urgent is.
EX-GOUVERNEUR FRUYTIER NAAR
MAASTRICHT?
Naar de „Limb. Koerier" uit goede bron
verneemt, zal de heer Fruytier, de vroege
re gouverneur van Curasao, bij de arbeids
inspectie te Maastricht te werk worden
gesteld.
Bevestiging van dit bericht, dat echter
ook niet werd tegengesproken, kon men
niet bekomen.
Het Gooische natuurreservaat.
Zatexxlagmiddag werd de belangrijke al-
genxeene vergadering van Stad en Laifde
van Gooiland gehouden, waarin het be
stuursvoorstel, om ten behoeve van de vor
ming van een Gooisch natuurreservaat voor
den pr^js van twee millioen gulden aan de
provincie Noord-Halland, Amsterdam en
de Gooische gemeenten gezamenlijk te vev-
koopeu, de heidegronden en bosch ter
grootte van 1526 H.A. werd behandeld.
daag pas uit Parijs ontvangen. Als je...."
Satoris zweeg toen hij zag dat Beatrice
naar de deur liep. Hij maakte zich xxiet de
minste illusie dat zij zijn verhaal van «de
Parijsche herkomst van de foto's geloofde.
Hij gaf Reggie een wenk en deze stelde
zich tusschen Beatrice en de deur.
HOOFDSTUK XKXI.
Een spoor.
De Burmauen hadden de vlucht genojnen
en ze waren nauwelijks in de duisternis ver
dwenen of de bel van de voordeur ging
opnieuw. Satoris was niet bepaald in de
stemming om nieuwe visite te ontvangen
bovendien wat had hij voor zekerheid dat
zijn belagers van zooeven niet waren te
ruggekomen. Hij dacht er het eerste
oogenblik niet eens aan dat het Beatrice
Darryll wel kon zijn, die Bcrrington's
brief ontvangen had en nu haar bezoek kwam
brengen. Maar de kolonel wilde wel graag
weten wie de nieuwe persoon was, die ten
tooneele zou verschijnen en in de overtui
ging dat hij allicht meer tc weten zou ko
men, draaide hij zich ohi met de bedoeling
naar de voordeur te gaan.
„Ik zal wel even voor je kijken", zei hij
tegen Satoris.
Satoris vouwde de handen boven het
hoofd. Het klopte en hamerde heftig na de.
mishandeling van zooeven. Berrington was
hem op het uiterste nippertje te hulp ge
komen, maar zoo er in zijn hart al plaat
was voor eenige erkentelijkheid, zijn danl
baarheid werd verdrongen door zijn ze'
zucht. Hij hing tusschen den duivel r
den afgrond.
(Wordt vervolgd).