BINNENLAND De Slavin van liet Zwijgen (JIT DE RADIO-WERELD MAANDAG 22 SEPTEMBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 ARBEIDER EN PATROON DE VOORZITTER VAN HET VERBOND VAN NED. WERKGEVERS AAN HET WOORD! De lezer, deze beide opschriften lozend, verwacht niet anders dan een aaneen schakeling van liberale verwatenheid en eigendunk, van minachting voor het „volk" en wiskundige berekening van mensche- lijke arbeidskracht. Openhartig gezegd ook wij hadden niet anders verwacht, doch leest op welke gelukkige wijze men in zijn verwachtingen wordt bedrogen I De voor zitter van het Verbond van Ned. Werkge vers, ir. J. A. Kalff, heeft een redevoering gehouden, die getuigde van een gezonden kijk op de samenleving van menschen met menschen, hetzij zij patroon heeten of ar beider. En juist omdat deze woorden ge sproken zijn door een zoo onverdachten mond als die van den voorzitter van het niet-Katholieke werkgeversverbond, volgen hier enkele passages uit deze rede. Menig Katholiek patroon kan het gesprokene be schouwen als gezegd juist tot hèm en me nig Katholiek arbeider kan er een les uit opsteken, hoe hij dient te staan tegenover de onderneming, waarin hij zijn brood ver dient. Ingehieur Kalff is nu aan het woord: Het bereiken van de hoogste ontwikke ling van het bedrijf vordert nog iets an ders (dan rationalisatie), waarover spr. misschien nog iets zeggen mag, n.l. het maken van den arbeider tot w e r k e 1 ij k e n „medewfir- ker" in onze bedrijven. Hoe staat het in het algemeen met die medewerking der arbeiders in onze indus trie? Hoe komt het, dat, ieder onzer weet het, zoo menigmaal die medewerking ont breekt, en de arbeiders integendeel zijn een rem, niet in beweging te krijgen zijn, den vooruitgang belemmeren, trots de gewel dige hoeveelheid latente kracht, die in het menschelijke element in het productie proces aanwezig is? Dok in de industrie schijnt wel het moeilijkste probleem te zijn: de omgang met het personeel. Ieder vraagstuk, dat tot ons komt, in de indus trie vindt vroeg of laat zijn oplossing. Maar daarvan is men allerminst zeker als het geldt den arbeider tot medewerker te maken, als het geldt menschelijke betrek kingen. Die vormen nooit exacte weten schap; niet alleen omdat de menschen on derling zooveel verschillen, maar ook om dat 't zelfde individu, dat ge- heden meent te kennen, morgen een ander blijkt te_ zijn. Nu is het wonderlijke, dat eigenlijk ieder van al die groepen denkt de geschiktheid te bezitten met personeel om te gaan. Wij zijn eigenlijk allemaal overtuigd, dat we dat kunnen, maar spr. vraagt zich toch af of 't wel juist is en of die overtuiging niet een bron van moeilijkheden is. Nu zijn er wel enkele oorzaken voor dezen misstand aan te geven le. Er zijn tal van b e d r ij f s 1 e i- ders die nog niet los zijn van een periode die ach ter ons ligt en die. spr. zóu willen noemen de militaire periode, waarin men dacht dat een bevel voldoende was. Maar een man, die als bij bevel gekregen heeft om te vechten, ook inderdaad vecht, werkt daarom nog niet, als hij bevel heeft gekre gen om te werken. Spr. bedoelt niet, dat hij niet aan 't werk zal gaan, maar spr. be doelt dat, terwijl hij vechten zal met ieder wapen dat hij heeft, met alle energie en tot het uiterste omdat hij anders zelf het onderspit delft, gij hem niet bevelen kunt te werken met zijn geheele zijn, met alles wat hij te geven heeft. Tot het geven van dat alles moet hij worden gebracht. 2e. Er is een omstandigheid, die de be- teekenis van het persoonlijk element op den achtergrond tracht te dringen en d.i.^ de wetenschap in de productie. Wij weten allen, dat de studie en de wetenschap zulke geweldige wonderen hebben gewrocht, die de ind-ustrie vooruitbrachten, dat het zoo verklaarbaar is, dat wij al het andere daaraan ondergeschikt achten. Wanneer de FEUILLETON Uit het Engelsch van FRED. M. WHITE. 48) „Ik heb uw vader heel goed gekend", zei hij. „Ik heb hem herhaaldelijk in In- dië ontmoet. Hij en ik hebben samen zelf nog een paar ondernemingen op touw ge zet. „In welk jaar was dat?", vroeg Beatrice zonder bepaalde bedoeling. Tot haar verbazing prikkelde deze vraag Satorisen hij wierp de schuld van prik kelbaarheid op zijn neuralgie, maar zijn houding deed Beatrice's wantrouwen toe nemen. Waarom moest die man den sleutel van een schrijfbureau van Sir Charles heb ben en wat moest hij met een pakje papie ren, die in een blauwe enveloppe zaten? „Ik zal voor u doen wat ik kan", zei ze om hem niet door 'n directe ontactvolle wei gering nog meer te prikkelen. „Misschien kunt u wel eens bij mij in het hotel ko- „Ik ben bang dat dat niet gaan zal", antwoordde Satoris met een pijnlijken zucht. „Ik kom niet graag onder de men schen. Dan voel ik mijn gebrek dubbel, ik ben niet altijd zoo hulpbehoevend geweest als ik nu ben. Ik was eens groot en net zoo recht als u. Een mooi gezicht, zoo iemand als ik in een taxi!" wetenschap ons stroom en electriciteit brengt en daardoor machines met behulp waarvan één man arbeid levert, 10, 100, 500 voudig van hetgeen hij met zijn spieren zou kunnen leveren, dan lijkt die weten schap alles-overwinnend. Spr. zou niet graag willen, dat wat hij nu zegt, zou wor den beschouwd als eenig gebrek aan eer bied voor de waarde der wetenschap voor onze industrie, of gebrek aan geloof voor wat zij nog zijn zal in de toekomst, maar doordat zij zulke .ontzaglijke dingen in de industrie heeft tot stand gebracht, heeft die industrie het menschel ij k element in het proces ver waarloosd en te veel gezien naar de wetenschap alleen. En een derde opmerking .zij spr. vergund en die is deze, dat do geestesgesteldheid bij de chefs in onze bedrijven, zoo dikwijls anders is dan zij moest zijn. Men zal spr. wel niet bestrijden, dat menigmaal de hou ding door chefs ten opzichte van het per soneel aangenomen is een „verdedigende houding en niet zooals het behoorde te zijn •een „opbouwende". Een verdedigende houding tegenover wat zij bij de arbeiders aanwezig achten aan onwil, aan onbekwaamheid, luiheid of on betrouwbaarheid, ondeugden die ongetwij feld aanwezig zijn, maar niet worden be streden door er slechts wantrouwen tegen over te stellen. Zoolang dat er is, is 't on mogelijk voor een leider opbouwend te werken en den arbeider te krijgen tot wer kelijk medewerken. Bovendien die arbei der voelt instinctief dat wantrouwen. Een van de voornaamste factoren in de gewenschte opbouwende houding, acht spr. het motiveeren tegenover den arbeider van de door ons gegeven orders ,of opdrachten en instructies. Hoe meer tijd we er aan geven uit te leggen wat de be- teekenis van die orders en instructies is, hoe zij passen in het algemeen werkplan, wat wij er mee hopen te bereiken, hoe meer instemming wij met die opdrachten zullen krijgen en hoe beter resultaat. En ook dat resultaat moet men het werkvolk doen kennen. Alle directeuren van bedrijven zenden productie-statistieken en opgaven aan hun commissarissen, waar zij dan dik wijls opgeborgen worden, maar ze gevende aan de arbeiders, ze ophangende in de werkplaatsen zouden die cijfers levende be langstelling kunnen wekken en kunnen aanzetten tot medewerking om een op- waartsche lijn te blijven doen stijgen en een dalende lijn zich te doen ombuigen. De vorm van die aanraking met ons per soneel is eigenlijk bijkomstig: of zij ge schiedt door middel van een kern, een fa- brieksraad, de vakvereeniging of hoe dan ook, is niet het belangrijke, het doel blijft hetzelfde: het wegwerken van wantrouwen en van misverstand, die eigenlijk de jaren door de verhouding hebben beheerscht van t .w e e partijen, die slechts samen één partij behoorden te zijn. Als wij voor ons zelf dien vorm hebben gevonden, zijn wij er eohter nog niet. Dat contact met het personeel brengt nog een eisch mede, en die is, dat inzonderheid in groote bedrijven chefs van dienst, afdee- lingschefs, ingenieurs, opzichters en bazen moeten worden doordrongen van het be grip, dat deze nieuwe tijd vraagt nieuwe verhoudin gen, dat zij, als uitdrukkelijke wensch van de bovenste leiding hebben te aan vaarden, dat men moet opkweeken mede werkers en niet loontrekkende, opgecom- mandeerde arbeiders. Spr. weet dat de werkgevers dan allerlei bezwaren zullen hooren, culmineerend in de uiting „dat zij tegenover het volk toch baas moeten blij ven". Met die uiting alleen reeds, bewijzen zij er niets van te b e g r ij- pen. Want met veel grooter nadruk dan waarmede spr. pleit voor behoorlijk con tact, houdt hij vol, dat. daarmede niets, maar dan ook niets, behoeft te worden verloren aan prestige en ontzag, en even min dat iets zou worden losgelaten van de wérkelijke leiding. En wie in dezen tijd in dat complex van vraagstukken niet zijn weg kan vinden zóó, dat hij de leiding vast in handen houdt en tevens zijn arbeiders Beatrice schrok. Wat kon deze man bru taal liegen. Ze dacht aan den kreupele man in een auto die bij het hotel was gezien toen het lichaam van haar vader was gesto len. Dat deze man, die er belang bij had om Berrington vast te houden, identiek met den gebrekkige uit de auto was, had ze direct vermoed en zijn belangstelling voor de zaken en de papieren van haar vader, kon haar alleen maar in die over tuiging versterken. Het flitste ook even door haar hoofd dat het, zooals ze gedacht had, Satoris niet om de diamanten te doen was geweest. Ze wilde juist op een voorzichtige ma nier laten blijken, dat ze begreep waarom ze hierheen gelokt was en dat ze de rol die haar gastheer bij het verdwijnen van het lijk gespeeld had, doorzag, toen iets anders, iets dat haar arfgwaan ten top deed stijgen, haar aandacht trok en al het andere voor een oogenblik op den achter grond dTong. Het meisje was onthuitst van haar stoel opgesprongen en wees met uitgestoken vin ger naar een tweetal foto's die op een rand van de lambrizeering stonden. „Die menschen", stamelde ze. „Die ken ik. Ze noemen zich Gravin de la Moray en Generaal Gastang. Ze waren den avofid na den dood van mijn vader in het Royal Pa lace Hotel en probeerden mijn juweelen te stelen. Ik weet wie het zijn en u.... en u...." Ze hield op, vreezend dat ze al 1 veel had laten blijken hoe goed ze van vi .bil lende dingen op de hoogte was. Kwam Berrington toch maar Satoris keerde zijn gezicht af, zoodat Beatrice de uitdruking er van niet zien kon. Hij vervloekte de ijdelheid van Beggie en Cora om zich in deze transformatie te maakt tot medewerkers, hij hoort niet meer te staan aan het hoofd van een bedrijf. Als wij onze eigen arbeiders Zondag op een voetbalveld bezig zien, met al hun energie, al hun élan, al hun doelbewust streven om een bal te trappen naar een goal, zich daarbij gevend met hun geheele persoon, en wij merken den volgenden dag niets van die eigenschappen bij het ver vaardigen van ons product, dan ligt daar van ook schuld bij ons. Tenslotte, heeft spr. met opzet bij het geen hij meende te moeten zeggen over het contact met de arbeiders, onbesproken ge laten wat de werkgevers op hen vóór heb ben, en tot welke verantwoording da-t voert. Reeds het belang van de bedrijven allee fn maakt het de moeite waard, dat de werkgevers trachten den arbeider de levens- b 1 ij h e i d te geven, voort spruitend uit de overtui ging, dat ook hij is een levende, waardevolle scha kel in ons bedrijf, een overtuiging, die naar spr. vast g el o o f t, ons b e d r ij f s- leve'n ten goede zal ko men. HET KIESREGLEMENT DER R. K. STAATSPARTIJ. Een advies van den Rijkskieskring Tilburg. Na overleg met de besturen der aangeslo ten kiesvereenigingen heeft het bestuur van de Rijkskieskringorganisatie in Til burg zijn standpunt ten aanzien van de werking van het Kiesreglement in een uit voerig schrijven aan heb Partijbestuur uit eengezet. Het stelsel als zoodanig wenscht men te behouden, mits de toepassing ervan worde verbeterd. Iii hoofdzaak wenscht het bestuur van Tilburg: 1. beperking van het aantal kwa liteitszetels tot zeven; 2. de „denkrich tingen" dienen een redelijkekans te krij gen door het verzamelen van stemmen op lijsten. A. C. A. VAN VUUREN. Zijn zilveren jubilé als Kamerlid. Zaterdag was het 25; jaar geleden, dat de heer A. C. A. v. Vuurcn als Kamerlid zijn intrede deed in de Tweede Kamer. Ofschoon de jubilaris, in zijn groote be scheidenheid wars van alle huldebetoon, geen officieels feestviering had gewenscht, gewerden hem op zijn feestdag toch zeer vele blijken van belangstelling en waardee ring. Stapels telegrammen en brieven van ge- lukwenschen kwamen binnen, terwijl velen ook persoonlijk den jubilaris kwamen com- plimenteere». Ook werden er tal van bloem stukken aan de woning van den jubilaris bezorgd, waaronder een van de katholieke Kamerfractie. Ook in Oost- en West-Indië heeft men den ijverigen voorvechter van de belan gen der katholieke missiën in onze kolo niën niet vergeten. Vertegenwoordigers der missies in Suriname, op Curasao en in den Oost kwamen hun gelukwenschen aanbieden. Van Mgr. van Roosmalen wa ren twee prachtige vazen gekomen. Voorts was er nog een schrijven van ge- lukwenach binnengekomen namens mgr. Vuylsteke waartoe Z. D. H. voor zijn over lijden nog opdracht had gegeven. Onder de telegrammen van gelukwensch was er een van de Christelijk-Historische Kamerfractie en verder van veel leden van de diverse Kamerfracties persoonlijk. laten fotografeeren en zijn eigen onnaden kendheid om de portretten onder het oog van Beatrice te laten komen. Maar in een paar seconden had hij zijn duivelsche te genwoordigheid van geest terug en was weer meester van de situatie. „Eigenaardig", zei hij. „Ik ken die men schen niet. Maar ze hebben vrienden van mij in Parijs ook beetgenomen en die hoop ten dat de politie hier hen te pakken zou krijgen, want ze waren naar Engeland ge vlucht Mijn vrienden hadden foto's van hen gekregen; blijkbaar was het tweetal erg trotsch op de geslaagde vermommingJa", voegde Satoris er met een ernstigen hoofd knik bij: „het zou niet den eersten keer zijn dat misdadigers door hun ijdelheid in den val liepen. Mijn vrienden hebben mij de portretten gestuurd om naar Scotland Yard door te zenden. Dat wilde ik straks doen en heb ze daarom hier neergezet. Wel, wel, wilden ze u ook berooven?" Beatrice knikte koel, ondanks zichzelf geiraponeerd door de kalme impertinentie van dezen mismaakten schurk. Ze knoopte haar mantel dicht en stond op. „Ik zal u niet langer ophouden, meneer Satoris", zei ze. „Als ik vinden kan wat u bedoelt, dan zal ik u dat laten weten. Maar u moet zich er geen illusies over ma ken ik was niet erg op de hoogte van de zaken van ijn vader. Ik kan er zelf wel uitkomen; doet u geen moeite!" „Berrington zal direct wel terugkomen", antwoordde Satoris. „En het zal hem waar schijnlijk erg spijten als hij hoort dat hij u misgeloopen is Hij had zich zoo op uw vi site verheugd Beatrice wist op welke waarde ze deze verzekering' inoest schatten en zette haar toebereidselen om heen te gaan, zwijgend voort. Ze stond voor den spiegel om haar Programma's voor Dinsdag 23 September. Huizen. Na 6 uur 1071 M. (Uitsl. KRO.-uitzending). 8.009.15 Gramofoonpl. 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje, 12.00—1.30 Concert. KRO. Trio. I.302.00 Gramofoonpl, 2.003.00 Vrouwenuurtje. 3.003.15 Praatje over den knipcursus, 5.006.00 Gramofoonpl. 6.016.30 Julio Baghy: „Krijgsgevangene in Siberië". Voordracht in Esperanto. 6.306.40 Koersen. 6.407.00 Gramofoonpl. 7.007.15 Praatje door mevr. ReiberHan over den schrijf-cursus. 7.157.30 W. v. d. Sloot: Praatje ter inlei ding cursus Engelsch. 7.308.00 Mr. B. D. H. Hermesdorf: „Naar een oude stad". 8.00—8.30 Concert. KRO. Orkest. 8.309.30 Opvoering van „Joseph in Dotan". Treurspel van Joost van den Vondel. Op te voeren door het R.K. Amsterd. Tooneelgezel- schap. 9.30 Nieuwsber. 9.4011.00 Vervolg concrt, II.0012.00 Gramofoonpl. Hilversum, 1875 M. Uitsluitend V. A. R. A.-uitzending. 8.019.45 Gramofoonpl. 10.0110.15 Morgenwijding. 10.2012.00 Concert AVRO.-Kwintet. 12.152.00 Concert. Gron. Orkest Vereen. W. Herckenrath, bariton. 2.002.30 Halfuur voor dames. 3.004.00 Solistenconcert. Marie Reijn, piano, Kathe SchulzSchugt, sopraan, Ger. Holthaus, tenor. 4.004.30 Gramofoonpl. 4.305.30 Kinderuurtje. 5.306.45 Concert. Orkest van het Rem brandt Theater te Amsterdam. 6.457.15 W. G. de Bas: „Heden voor 100 jaar". 7.157.45 Radio-Volksuniversiteit. Hubert Cuypers: „De Gregoriaansche Zangen". Me dewerking van Mannen- en Knapenkoor. 8.018.15 Gramofoonpl. 8.15 Concert. Omroeporkest. Annie Woud, alt, Kon. Mannenzangvereen. Apollo". 10,30 Persber. 10.4512.00 Gramofoonpl, Da ven try, 1 5 5 4,4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. R. K. LEERGANGEN. Belangrijke uitbreiding in het afgeloopen studiejaar. Aan het verslag, dat de Rector der R. K. Leergangen, prof. dr. Th. Goossens, bij de «pening van het nieuwe cursus-jaar uit bracht, is het volgende ontleend: Het afgeloopen jaar geeft weer een be langrijke uitbreiding en stijging van het aantal studenten te zien. Het jaar sluit namelijk met een eindcijfer van 923 studen ten, terwijl het vorig jaar, dat tot nu toe de recoi'dhouder was, het getal van 812 bereikt werd. Zet men naast deze cijfers heb getal van het cursusjaar 1918/19 het eerste jaar, dat de Leergangen te Tilburg inschrijvingen hielden dan mag van een belangrijken groei worden gesproken. ZIEKEN- EN ONDERSTEUNINGS FONDS BIJ DE SPOORWEGEN. Het lidmaatschap niet belastbaar. In verband met het feit dat door den Raad van Beroep voor de Directe Belas ting te Rotterdam hot lidmaatschap van het Z. en O.-fonds der Ned, Spoorwegen met 25 werd belast, heeft het hoofdbe stuur van deix Prot. Christ. Bond van Spoor- en Ttramwegpersoneel in Mei j.l. een schrijven tot den Minister van Finaix- ciën gericht, met het verzoek, dat het ver plichte deelgenootschap van het Zieken en ondersteuningsfonds voor het Spoorweg personeel niet als een bron van inkomsten zou worden aangemerkt. Dit verzoék is door den Minister inge willigd. hoed recht te zetten en die spiegel weer kaatste een beeld dat haar hart sneller deed kloppen In het schemerige licht van de deuropening zag ze een mannen gestalte staan.... Berrington, met de vinger op de lippen. Het feit dat hij in de nabijhemid was en blijkbaar gezond en wel, gaf haar, 'een gevoel van veiligheid en blijdschap. Met een glimlach wendde ze tot' Satoris. „Ik kan heusch niét langer blijven", zei ze. „U wilt den kolonel wel zeggen, dat het mij erg spijt dat ik hem niet getroffen heb. Hij zal het wel begrijpen, dat ik niet op hem gewacht heb." Er was opeens beweging bij de voor deur en twee menschen kwamen luidruch tig de kamer binnen: Een knappe, jonge man en een niet minder knappe jonge vrouw, uiterst zorgvuldig en smaakvol ge kleed. En hoewel zij ze nooit te voren ge zien had vond Beatrice dat hun trekken haar bekend voorkwamen. Ze spande haar hersens in om te bedenken waar ze die twee toch ergens kon gezien hebben. „We komen eens kijken of we ook een stukje te eten kunnen krijgen", wendde de jongeman zich tot Satoris. We hebben het beestachtig druk gehad in de stad". En toen opeens verschrikt: „Hallo, zeg, wat ben jij een ezel om die foto van onze ver momming hier te laten staan 1" Een vloek ontsnapte Satoris toen Beg- sie dat zoo ondoordracht uitflapte en hij keek Beatrice aan. Het meisje verkneukel de zich inwendig van pret bij de gedachte dat de sluwe Satoi'is er op deze manier in liep. Ze wist nu meteen waarom de trek ken van het tweetal haar zoo bekend wa ren voorgekomen en dat de twee Reggie en Cora waren, waarvan Field haar verteld had. „Dat is geen foto van jou, ik heb ze van- 12.20 Concert. 12.50 Orgelspel door E. O'Henry. I.202.20 Orkeitconcert. 2.202.25 Televisie. 2.30 Uitz. voor scholen. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing en Nieuwsber. 7.00 Koorzang. 7.20 Lezingen. 8.05 Vaudeville. 9.20 Concert. Orkest. W. Glynne, tenor. 10.05 Nieuwsber. en Lezing. 10.45 Dansmuziek. II.3512.20 Dansmuziek. „Radio-Paris", 1 7 25 M. 12.502.20 Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert en soli. 8.20 Concert. Orkest en piano. 9.05 „Romeo et Juliette" van Gounod. Langenberg, 473 M. 7.257.50 Gramofoonpl. 7.508.50 Orkestconcert. 10.3511.35 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. I,252.50 Orkestconcert. 5.506.50 Orkestconcert. 8.20 Orkestconcert en tooneeluitz. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Orke8tconcert. 3,205.20 Orkestconcert en zang. 5.205.50 Kinderuurtje. 8.20—8.35 „Familien Hansen" van Jens Locher. 8.359.50 Orkestconcert en zang. 10.1010.30 Liederen-voordracht. 10.3011.10 Orkestconcert. II,1012.50 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonpl. 8.35 Orkestconcert en zang. 8.35 (338.2 M.) Concert georganiseerd door de SAROV. Zeesen, 1635 M. 6.057.20 Lezingen. 7.207.50 Gramofoonpl. 10.5012.50 Lezingen. 12.501.15 Gramofoonpl. 1.152.20 Berichten. 2.202.50 Gramofoonpl. 2.504.50 Lezingen. 4.505.50 Concert. 5.508.20 Lezingen. 8.20 Dansavond. 10.30 Lezing en ber. SALARISCONGRES VAN DE ONDERWIJSCENTRALE. De Onderwijs-centrale heeft Zaterdag in de groote zaal van „Pe Twee Steden" te Den Haag, een drukbezocht salariscongres gehouden. Na de inleidingen en de discussie werd een motie aangenomen, waarin het congres als zijn oordeel uitspreekt, dat een afzon derlijke herziening van de salarissen der leerkrachten bij het lager- en het nijver heidsonderwijs urgent is. EX-GOUVERNEUR FRUYTIER NAAR MAASTRICHT? Naar de „Limb. Koerier" uit goede bron verneemt, zal de heer Fruytier, de vroege re gouverneur van Curasao, bij de arbeids inspectie te Maastricht te werk worden gesteld. Bevestiging van dit bericht, dat echter ook niet werd tegengesproken, kon men niet bekomen. Het Gooische natuurreservaat. Zatexxlagmiddag werd de belangrijke al- genxeene vergadering van Stad en Laifde van Gooiland gehouden, waarin het be stuursvoorstel, om ten behoeve van de vor ming van een Gooisch natuurreservaat voor den pr^js van twee millioen gulden aan de provincie Noord-Halland, Amsterdam en de Gooische gemeenten gezamenlijk te vev- koopeu, de heidegronden en bosch ter grootte van 1526 H.A. werd behandeld. daag pas uit Parijs ontvangen. Als je...." Satoris zweeg toen hij zag dat Beatrice naar de deur liep. Hij maakte zich xxiet de minste illusie dat zij zijn verhaal van «de Parijsche herkomst van de foto's geloofde. Hij gaf Reggie een wenk en deze stelde zich tusschen Beatrice en de deur. HOOFDSTUK XKXI. Een spoor. De Burmauen hadden de vlucht genojnen en ze waren nauwelijks in de duisternis ver dwenen of de bel van de voordeur ging opnieuw. Satoris was niet bepaald in de stemming om nieuwe visite te ontvangen bovendien wat had hij voor zekerheid dat zijn belagers van zooeven niet waren te ruggekomen. Hij dacht er het eerste oogenblik niet eens aan dat het Beatrice Darryll wel kon zijn, die Bcrrington's brief ontvangen had en nu haar bezoek kwam brengen. Maar de kolonel wilde wel graag weten wie de nieuwe persoon was, die ten tooneele zou verschijnen en in de overtui ging dat hij allicht meer tc weten zou ko men, draaide hij zich ohi met de bedoeling naar de voordeur te gaan. „Ik zal wel even voor je kijken", zei hij tegen Satoris. Satoris vouwde de handen boven het hoofd. Het klopte en hamerde heftig na de. mishandeling van zooeven. Berrington was hem op het uiterste nippertje te hulp ge komen, maar zoo er in zijn hart al plaat was voor eenige erkentelijkheid, zijn danl baarheid werd verdrongen door zijn ze' zucht. Hij hing tusschen den duivel r den afgrond. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9