UIT DE RADIO-WERELD WEEK-END UED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 Programma's voor Zondag 21 September. Huizen, 298 M. Na 6 uur 1071 M. 8.309.30 KRO. Morgenwijding. 9.50 NCRV. Kerkdienst vanuit de Geref. kerk (Tidemanstraat-kerk) te Rotterdam Delfshaven. 12.011.30 KRO. Concert. KRO.-Sextet. I.302.00 KRO. Godsdienstonderricht voor ouderen. 2.002.30 KPtO. Fred. Thomas: „Amster dam en Amsterdamsch leven ten tijde der Camera". 2.304.15 KRO. Concert. KRO.-Sextet. 4.155.00 KRO. Ziekenlof. 5.50 NCRV. Kerkdienst vanuit dc Ned. Herv. Kerk (Oude Kerk) te Katwijk aan Zee. 7.458.10 KRO. Weleerv. Pater F. v. d. Borne O.F.M.: „Katholieke Kerk en Be schaving: I. De Kerk redt de Beschaving. 8.1010.40 KRO. Concert KRO.-Orkest. 9.30 KRO. Nieuwsbeer. 10.4011.00 KRO. Epiloog door Klein Koor. Hilversum, 1875 M. 9.00 VARA-uitzending. 10.30 VPRO Kerkuitz. vanuit de Vrije Gemeente te Amsterdam. 12.0112.30 AVRO. Radio-Volks Uni versiteit. Riuke Tolman: „De komende herfst". 12.302.00 AVRO. Concert. AVRO-Octet. 2.002.30 AVRO. Boekenhalfuurtje. Be spreking van Friesche letterkunde in het Friesch. 2.303.00 AVRO. Gramofoonpl. 3.004.15 AVRO. Concert. „Zaanland- sche Kapel". Zusterkoor „Duin en Bosch". 4.155.00 AVRO. Gramofoonpl. Sport nieuws. 5.00 VARA-uitzending. 8.00 AVllO. Tijdsein, pers- en sport nieuws. 8.108.00 AVRO. Aansl. Concertgebouw te Amsterdam. Het Concertgebouw-Orkest. 9.009.15 AVRO. Piano-dVetbeh door Paul Schramm en Diny Soetermeer. 9.1510.00 AVRO. Concert. Het Versterk te Omroeporkest. 10.0010.15 Vervolg Pianoduetten. 10.1511.00 Vervolg orkestconcert. II.0012.00 Gramofoonpl. D a v e n t r y, 1554.4 M. 3.20 Kerk-contate No. 17 van Bach. 4.05 Kinderuurtje. 4.20 Lezing. 4.35 Concert. 5.50 Piano-recital door Elsie Hall. 6.206.35 Bijbellezing. 6.50 Kerkdienst. 8.15 Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Nieuwsber. 9.25 Concert. 10.50 Epiloog. „R a d 1 o-P a r i s"r 1725 M. 12.50 Gramofoonpl. 1.05 Gramofoonpl. 2.20 Gramofoonpl. 4.50 Gramofoonpl. 7.50 Circus Radio-Paris. 8.20 Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 473 M. 7.208.20 Orkestconcert. 8.208.50 Gramofoonpl. 9.2510.20 Morgenwijding. I.202.50 Orkestconcert. 4.506.20 Concert. Orkest en kwartet. Intermezzo: Sportverslag. 8.30 Orkestconcert. Daarna tot 12.20: Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 12.201.20 Orkestconcert. 2.504.50 Orkestconcert en voordracht. 4.505.20 Kinderuurtje. 6.407.10 Liederen-voordracht. 8.209.20 Orkestconcert en zang. 9.5510.15 Piano-recital door F. Jensen. 10.1511.15 Orkestconcert. II.1512.50 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 2.50 Verslag van den voetbalwedstrijd BelgiëTsjecho-SlowaJiije. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Kinderuurtje. 6.50 Gramofoonpl. 8.35 Operette-uitz. „Yes Kitty" van Max Alexys. Z e e s e n, 1635 M. 6.50 Lezing. 7.20 Concert. 8.20 Lezingen. 9.10 Klokkenspel. 9.25 Morgenwijding, klokgelui. 10.2511.50 Lezingen. 11.50 Orkestconcert en toespraken. I.10 Orkestooncert. 2.50 Lezing. 3.20 Pianospel door A. Jacob-Loewen- nohn. 3.50 Lezing. 4.20 Orkestconcert en sportverslagen. 6.508.10 Lezingen. 8.20 Concert. Orkest en zang. Daarna tot. 12.50: Dansmuziek. Programma's voor Maandag 22 September. Huizen 1071 M. Uitsluitend N.C.R.V.-uitzending. 8.159.30 Concert. 10.3011.00 Ziekendienst. II.0011.30 Lezen van Chr. Lectuur. 12.301.45 Orgelconcert door Jan Zwart. 2.002.35 Uitz. voor scholen. 2.353.15 A. J: Herwig: „Iets over grond- /erbetering". 3.153.45 Cursus Knippen. 4.005.00 Ziekenuurtje. £.006.30 Concert door het Delftsch Trio £-30- -6.40 Kozrsen. f.40—*20 Declamatie door H. Foenstra. iJ.auz* (muliïc). 1 V)8.00 L: J. v. Engeland: „Gevaren yan e.etir.citeit". S.0011.30 Uitzendavond. Avond voor de Christelijke Pers. Sprekers: H. Diemer, A. Zijlstra, Mr. Dr. J. Schokking. Muzik. me- dew. Chr. Zangvereen. „Jehaleël", A'dam, „Trio v. d. Horst". Hilversum, lS7o M. Uitsluitend V. A. R. A.-uitzending. 8.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voordracht door Jenny Fransman. 10.30 Ziekenuurtje. 11.30 Gramofoonpl. 12.00 Politieber. 12.15 Concert. VAR A-Septet. I.45 Gramofoonpl. 2.30 Ned. schrijvers en dichters voor de microfoon. Herman Middendorp leest uit eigen werk. 3.15 Zang door Mary Sablairolles. 4.15 Orgelspel door Joh. Jong, afgew. door gramofoonpl. 5.^0 Concert. VARA-Orkest. 6.15 Is. Santcroos: „De Amsterdamsche Brandweer". 6.35 Vervolg concert. 7.15 Mr. J. H. Schultz van Haegcvi: „Noodzakelijke verbeteringen in het Ge vangenis -en Reclaeseeringswezen". 7.45 Politieber. 8.00 J. G. Pater: „De Postvluchten naar Indië". 8.15 Concert. Utrechtseh Stedelijk Or kest. Inleiding door Eli Bomli. Voordracht door Martien Beversluis. 10.30 Concert. VARA-Mandoline Ensem ble. II.00 Grom'ofoonpl. D a v e n t r y, 1554,4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door E. T. Cook. A. Car negie (bariton). I.352.20 Orkestconcert. 2.30 Uitz. voor scholen. 3.40 Dansmuziek. 4.35 Concert. 5.35 Kinderuurtje. 8.05 Lezing en Nieuwsber. 7.00 Koorzang. 7.25 Lezingen. 8.05 Liederenvoordracht door A. Filipo- va (sopraan). 8.20 „R.U.R." van Karei Capek. 10.00 Nieuwsber. en Lezing. 10.40 Concert. Orkest. II.2012.20 Dansmuziek. P a r ij s „R a d i o P a r i s", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert en soli. 8.20 „Harmonie". Blijspel van Henri Du- vernois. 9.50 Solisten-concert. Langenberg, 473 M. 7.257.50 Gramofoonpl. 7.508.50 Orkestconcert. 10.35-r-ll.15 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. 1.252.50 Concert. Orkest en bariton. 5.506.50 Orkestconcert. 8.20 Concert. Orkest, sopraan en tenor. Daarna tot 12.20: Orkestconcert. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Orkestconcert. 3.555.55 Orkestconcert en voordracht. 8.359.50 Voordracht en zang. 9.5010.05 „Aestetik". Hoorspel van Ella Bystrom. 10.2511.20 Kamermuziek. Fluit, viola en guitaar. Brussel. 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 8.35 Orkestconcert. Zang. Dansmuziek. Zeesen, 1635 M. 6.057.20 Lezingen. 7.207.50 Gramofoonpl. 10.2012.20 Lezingen. 12.201.15 Gramofoonpl. 1.152.20 Berichten. 2.202.50 Gramofoonpl. 2.504.50 Lezingen. 4.505.50 Concert. 1 5.508.20 Lezingen. 8.20 Concert. Orkest en solisten. Daarna tot 12.50: Dansmuziek. WAARVOOR DIENT DIT EN DAT? II. Dc antenne dient dus om zooveel moge lijk energie van het zendstation op te van gen. Er zijn echter zooveel zendstations die in alle richtingen ethertrillingen op wekken en moet de antenne dus van al die stations energie ontvangen, hoe krachtiger energie en hoe dichterbij hoe sterker ook de ontvangen energie zal zijn. Het wordt in den luidspreker dan een mengeling van Nedorlandsch, Fransch, Duitsch etc. etc. Inderdaad zijn de ebhertrillingen van alle omroepstations rond de ontvanganten- 11e aanwezig, doch in het radiotoestel zijn de middelen aanwezig om keuze te maken uit al die verschillende zenders. Dit wordt natuurlijk mogelijk gemaakt door de zend stations zelf die alle op een verschillende golflengte werken. Nu laat zich dit het eenvoudigste verklaren door het voor te stellen alsof elke zender een andere spoel, kleiner of grooter gebruikt en een kleine ren of grooteren condensator. Daardoor wordt de aard van de electrisohe energie gewijzigd. Gebruikt het zendstation Hil versum (1071 M. golflengte) nu een spoel 110. 100 en een condensator van 300 c.M., dan moeten we in ons ontvangtoestel ook zoo'n zelfde spoel en condensator gebrui ken om Hilversum te ontvangen. In wer kelijkheid is dit geheel anders. Men ge bruikt wel spoelenden condensatoren doch van geheel andere constructie. Er is voor een zeker golflengte een zekere zclf-induc- tie en capaciteit noodig. Ook de antenne Niet alleen Radio-toestellen, maar ook OI LUIDSPREM bezit deze eigenschappen en te zamen be palen ze de golflengte. De ontvang-antenne laat alleen die ener gie door, waarop het ontvangtoestel staat afgestemd, d.w.z. die eene golflengte wofdt ontvangen te bepalen door de spoel en condensator-grootte. Om keus te kunnen maken moeten we dus verschillende spoe len kunnen inschakelen en verschillende condensatoren, n.l. die overeenkomen met de zendstations. Daarom bevindt zich in liet toestel een spoelhouder waarin we diverse spoelen kunnen plaatsen. Daaraan is ver bonden een z.g. variabele condensator, d.w.z. een condensator die we zelf met oen knop kunnen instellen op' alle gewensohte waarden tusschen 0 en 500 c.M. (capaciteits- rnaat). Een variabele condensator is veel eenvoudiger dan een verzameling van vaste condensatoren. Voor de afstemming is liet noodzakelijk dal de condensator gedraaid kan worden op een groot aantal uiteenloo- pende waarden. Door de practijk weten we dat Hilversum (1071 M.) afgestemd kan wor den met een spoel 110. 150 en den variabe len condensator op pl.m. 10, doch ook niet spoel no. 100 en den condensator op 90. Het gaat hier alleen om een bepaalde combina tie van zelf inductie ^(eigenschap van de spoel) en capaciteit (eigenschap van den condensator). Het zou ook mogelijk zijn Hilversum af te stemmen mét een spoel no. 125 (het getal geeft het aantal windingen aan) en den condensator op 45, of een spoel 110. 135 en een condensator 35. Hoe kleiner de spoel wordt hoe hooger de condensator- De spoel en condensator zijn verbonden met de antenne en vormt, het geheel een z.g. eclclrische slingerkring die we afstemmen. Is die kring afgestemd op 1071 M. golfleng te dan zal het station Hilversum ook het krachtigst doorkomen. De variabele con densator bestaat uit twee in elkaar draaien de platenstelsels, onderling geïsoleerd van elkaar. Wanneer deze beide platenstelsels geheel uit élkaar gedraaid staan heeft de condensator op de afstemming geen in vloed. De capaciteit is dan 0 (nul), Pas wanneer we ze in elkaar gaan draaien doet hij dienst. De oppervlakte van de draaibare platen die tegenover de vaste platen staat bepaalt de capaciteit. Staan de draaibare platen geheel tegenover de vaste platen, dan is do maximum-capaciteit, bereikt. De vaste platen zijn minstens even groot als de draaibare platen. Hoe grooter de platen zijn (vaste en draaibare) hoe grooter do capaciteit. Hoe meer platen er zijn of hoe dichter zij bij elkaar staan ook hoe grooter de capaciteit is. Indien men twee variabele condensatoren van verschillend fabrikaat naast elkaar ziet en dc eene is grooter <lan de ander, bezit de kleinste meer platen uf staan deze dichter bij elkaar. W. P. Vragen op radiogebied worden voor onze lezers gratis beantwoord door onzen radio medewerker W. Peeters, Amsteldijk 92, Amsterdam Z. In de kerkramen, zei Rudi. Met groote vleugelen, voegden de andere kinderen er aan toe. Noem mij dan eens een Engel. Er volgde een stilte, zooals mijnheer Fen- kel in zijn klas wis nooit had bijgewoond. Hier zwegen de kleine snaken der „openbare" tot dat mijnheer Pastoor de geschiedenis van Ra phael, den reisgezel van den jongen Tobias, geëindigd had. Vol verrukking luisterden zij naar de lotgevallen van den dapperen jonge ling en de wonderbare genezing van zijn vader. Aller oogen schitterden van genot en vroolijk en opgewekt gingen zij na deze onderhouden de les huiswaarts. 's Avonds vertelde Rudi over de verschij ning van den aartsengel. Van vader kreeg hij een dubbele portie van het dessert, omdat hij het verhaal zoo goed had weergegeven, en moeder beloofde hem 'n groote verrassing voor den volgenden dag. 's Morgens vro%g al, bij zijn ontwaken, was zoo niet de eerste gedachte van Rudi, toch zijn eerste woord om naar de beloofde verrassing te vragen. Die krijg je als je vandaag op school goed je .es kent, antwoordde mama Laraier. Wees maar niet bang, mama, het is „oude geschiedenis": Assyriërs, Egyptenaren, Israëlieten. Ik weet er dezen keer meer van dan mijn boek. De meester zal verwonderd staan. Gedurende de geschiedenis was de onder wijzer misschien verwonderd, maar meer ge- ergerd nog. Toen de ijverige leerling den aartsengel Raphaël en den jeugdigen Tobias betrok in zijn les over Salmanasar, koning van Assyrië, en de ballingschap der Israëlieten, fronsde hij de wenkbrauwen en gromde: Waaruit heb je je les gehaald? Uit mijn boek, mijnheer. Wil je meer weten dan je boek? Mijnheer Is het de kindermeid, die je de bijzon derheden geleerd heeft, waarmee je het aan dikt? Neen, mijnheer Pastoor in den catechis mus. Dan nam de onderwijzer een plechtige hou ding aan en sprak met trotsche voldoening deze verklaring uit: Het is goed mijnheer Pastoor heeft je zijn meening gezegd en alle meeningen moeten gerespecteerd worden, van de oor spronkelijke opvattingen af van de inboorlingen lot de overtuiging van den geleerdeBe grijp je? Ja, mijnheer. Je zult dus de meening van den Pastoor eerbiedigen. Hij gelooft in het bestaan der en gelen ën hij kan ze te pas brengen waar hij wil. Maar de wetenschap, versta je, de weten schap heeft ze nooit ontmoet. Maar Raphaël en onze bewaar-engelen? Malle jongen, men verbeeldt zich een heele massa dingen, die vertrouwen of vrees wekken. Waartoe behooren: spoken, duivels en engelen. Perzen, Meden, Assyriërs, dat is ware geschiedenis, doch het verhaaltje van Tobias en zijn Engel is ongegrond. Begrepen? Ja, mijnheer. over zulke dingen hier ontbijt vond dc leerling keurig meet lint omstrikt !K WEET NIET MEER WIE IK MOET GELOOVEN Mevrouw Lamier verzamelde dien avond al den moed, dien zij in zich had, en zeide tot haar echtvriend: Man, aanstaanden Maandag begint dc leerschool. Terwijl mijnheer Lamier, rustig zijn pijpje rookend, aan een bestelling suiker dacht, die r.og niet geleverd was, deed deze vraag zijner vrouw hem plotseling uit zijn gepeins op schrikken: Ja, ja, Emmy! Wat zullen we er mee doen? Ik zal wel eens zien. Doch wij hebben nog maar één week, wij moeten een besluit nemen. Wij kunnen ook wachten tol den zomer bijvoorbeeld. Dat meen je niet. Rudi wordt zeven jaar. Dus? Mij dunkt, het beste zal wezen, de open bare school te kiezen. Maar wat zullen ze van ons zeggen? Ze kunnen zeggen wat ze willen. Wij heb ben het recht van ons kind op te voeden vol gens ons eigen idee, Zeer zeker.... maar het berokkent ons misschien schade in den winkel. De klanten zullen er niet om wegblijven. Overigens, denk je, dat onze jongen op de openbare verloren gaat. De hoofdonderwijzer Fenkel is geen godsdiensthater. Hij is vrijmetselaar! Wat hem niet belet den godsdienst hoog te achten. Hij laat dien echter overal buiten, bij zijn onderricht. Wat geeft dat? Wij zijn er ook nog en wij sturen Rudi naar den catechismus en naar het patronaat Dan is ieder tevreden De kleine Rudi is acht jaar geworden. Hij schrijft mooie, duidelijke letters en rekent bijna even goed als zijn papa. Alle fabelen van La Fontaine kent hij van buiten en hij leert zelfs geschiedenis. De geschiedenis der oud heid bestudeert hij uit een boek met platen, dat hem uitermate bekoort. Ook is hij een der eerste in de christelijke leer bij mijnheer Pas toor. Zijns gelijke bestaat niet als het op prompt antwoorden aankomt. Verleden Woensdag sprak de Pastoor over de schepping der Engelen en vroeg aan Rudi: Weet ge mij iets over de Engelen te ver tellen? Ja, mijnheer Pastoor, ik heb ze gezien. Gezien? En gesproken, Rudil Aan het tweede der „openbare" eei pakje bij zijn bord. Was is dat, moeder? vroeg hij, terwijl hij haastig het papier loswikkelde. Er kwam een fijn afgewerkt beeld van een engelbewaarder te voorschijn, met gevouwen handen en de oogen ten hemel gericht. Het kind bekeek het met vreemden blik en treurig glimlachend: Dat zijn maar spookgeschiedenissen, er zijn geen engelen. Wie heeft je dat wijs gemaakt? Mijnheer Frenkel. Hij heeft het ons van morgen uitgelegd. De wetenschap kent geen engelen. Ik verbied je, zulke dwaasheid te her halen, zei vader Lamier. Als mijnheer Pastoor Je eens hoorde, zuchtte de moeder. Wel, antwoordde de kleine Rudi, mijn heer Pastoor zegt het op zijn manier en onze meester zegt het weer anders. Ik weet niet wie ik gelooven moet. De ouders hoorden met verbazing die klacht uit het hart van hun kind, waar, door hun schuld, de twijfel was ontstaan, en voor zijn vragenden blik sloegen beiden dc oogen neder. Dienzelfden dag heeft Rudolf Lamier dc openbare school verlaten. De onderwijzer heeft nooit geweten waarom. „Geld.". PIERRE L'ERMITE. OUD NIEUWS Hoe belust, wij aardsche stervelingen ook zijn dp nieuwigheden, toch zijn er vele dingen, die immer het zelfde zijn en ons toch blijvend interesseeren. Zulke dingen zijn er iederen dag maar voor het grijpen. Zoo is er bijvoorbeeld deze week troon- geredeneerd en millioenengenotaad. Dat gebeurt ieder jaar op den zelfden tijd en op dezelfde wijze. Voordat de Koningin troonredeneert, wordt de heele zaak netjes opgepoetst. Alle knoopen blinken. Al wat er in den Haag is aan gouden tressen, gouden ^ga- lons, sterren, strepen en banden en clat is niet zoo weinig wordt uit de kamfer gehaald. Dan is het heele firmament aan wezig en men kan het zien ook, bij klaar lichten dag, te paard of te voet of gezeten in staatsierijtuigen, het geheel zwaar ge- sabeld en bepluimd. Dat heele geval komt ieder jaar terug en ieder jaar gaan we er heen om te kij ken, al is het ieder jaar ook precies het zelfde. Het is natuurlijk wel een aardig ge zicht om een massa hooge Pieten te zien, stijf van goud, zoodat zij niet eens meer kunnen buigen en een gros andere Pieten, die je het zoo kunt aanzien, dat ze wat onwennig zitten in de gala-pantalon en de jas met staldeuren. En als dan die heele stoet voorbij is en we hebben elkaar voldoende op de teenen getrapt, dan komt de klap op de vuurpijl, dan wordt er troongeredeneerd, d. w. z. dan leest de Koningin voor, hetgeen de Ministers hebben voorgezegd en dan trekt de heele zaak weer naar huis. Dan trekken ze direct allemaal d'r ge makkelijke jasje weer aan en de tressen, galons, sterren en strepen worden door moeder de vrouw weer in de kamfer ge legd. Tot de volgende troon-redenatie. De volgende scène is de millioenennota. Om van te griezelen. Dan heeft de minister-huishoudster de cijfers in zijn huishoudboekje opgeteld en dan gaan ze eens zien of er niet kan wor den bezuinigd. Van de suiker kan wel wat af en de uitgaven voor boter moeten verminderen. De steenkolen zijn ook te duur en het schoolgeld van de kinderen is te hoog. De rekening van de waterleiding laat ook wel iets te wenschen over en als hij dan gaat optellen, dan blijkt de begroo ting toch weer hooger dan verleden jaar. Een scène met zulk een onverwacht slot is natuurlijk verbazend grappig. Als dat allemaal gebeurd is, gaan spe lers en publiek naar huis en' dan komt de pers aan de beurt. De verschillende tafereelen en scènes worden aan nauwgezette critiek onder worpen en een paar dagen lang zijn de journalisten aan het woord, om te vertel len hoe het wel en hoe het niet had moe ten gaan. De critiek is natuurlijk lang niet malsch en zoo sterk, dat je bijna zoudt gaan gelooven, dat er eerst redding zou komen, als ze die critiek maar eens van ie voren gaven, maar dat doen ze natuur lijk nooit. lot slot van dc voorstelling worden er dan een stuk of wat veroordeeld tot rid der in de orde van den Nederlandschen Leeuw of Officier van Oranje Nassau. Dan gaat nog eenmaal het gordijn op voor bloemen en applaus en dan is het afgeloopen. Tot het volgende jaar. Dan speelt het stuk weer! Precies hetzelfde! En toch gaan we weer kijken. Of had U niet gekeken?.... DANIëL. DE BOOM Wie is verlaat'ner dag aan dag, Dan die. alleen maar groeien mag, Heel eenzaam aan den waterkant En daar een dak van blaren spant, Terwijl de mensch zijn vreugd beleeft, E11 toch niets voor hem over heeft, Wie is veriatener dan hij, Wien heel de wereld gaat voorbij? Daar staat een boom en niemand ziel Naar hem, van wien men zoo geniet. Een dienstmaagd slechts, die op hem Ie Als z' aan zijn voet de aschbak zet. Het loon voor schaduw op de straat Zijn koude piepers, kluif of graat, Wat van een goeden maaltijd rest Is voor dien boom nog opperbest. Hij soliudb het hoofd, zóózeer misdeeld, Wanneer de wind zijn bl&ren streelt. Méér dan de mensch geeft hem de wind, Die met hem stoeit als met een kind. Die schudt hem wakker uit den droom, Die mooie, groene, stille boom Hij blaast dan in het groene haar En schudt zijn haren door elkaar. Maar, ach, dc boom is zoo gewend Aan 't leed, dat hij des morgens kent, Hij kent die jarenlange sleur, Dan komt de dienstmaagd uit de deur, Die sleept een stapel' matten aan, Om 't lijf van dezen boom te slaan. En verder geeft er niemand acht Op hem, die staat en groeit en wacht. O, ja, er is er toch nog één, Die trouw is en die dikwijls heen- Komt en verwijlt aan zijne voet Heel even somsomda-t het moet. Dat duurt dan maar een korte stond, Het is een arme, maag're hond, Die, als de boom stil zucht cn beeft, Voor hem nog wel wat over heeft. TROUBADOUR. De bundel „Oden en Sahr verkrij-b- r. eiken boekhandel tegen den prijs

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 7