ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 DE KONING VAN SIAM en zijn voorliefde voor onze Oost. Reeds maakten wij melding dat de koning van Siam zich binnenkort naar New-York zal begeven om zich aan een. operatie te onder werpen wegens een oogaandoening, waaraan hij reeds jaren lijdende is. Blijkens de Ned.- Jndische bladen was in het eind van Juli een Nederlandsch dokter bij den koning ontboden, n.l. de Bataviasche oog-, oor-, en keelarts dr. E. H. van Hasselt. Dit mag een groote onder scheiding genoemd worden voor de Neder- landsche medische wetenschap in het alge meen en voor dr. Hasselt in het bijzonder. De Siameesche koning had immers veel gemakke lijker een Franschen of Engelschen medicus kunnen ontbieden, daar Siam als het ware wordt ingesloten door Fransche en Engelsche gebieden. V/el een bewijs, hoe hoog de Neder- landsche medici in het buitenland staan aan geschreven! Men zal zich herinneren, dat koning Pra- jadhipok van Siam verleden jaar met zijn ge malin, koningin Rambaibarni, prins Traidos (minister van Buitenlandsche Zaken van Siam) en een klein gevolg een bezoek bracht aan Ne derlandsch Oost-Indic. De tegenwoordige ko ning van Siam is nog een jonge man; hij ont ving zijn opleiding te Eton en te Woolwich in Engeland, en was gedurende den, oorlog verbonden aan de Fransche Generale Staf. Hij spreekt vloeiend Fransch en Engelsch, en be-' zocht reeds zeer vele landen in Europa en ook Amerika. Hij kwam op den troon van Siam op 25 November 1925, na den dood van zijn broeder, koning Rama VI, en werd in den aanvang van 1926 na luisterrijke feesten, wel ke drie weken duurden, gekroond. De koning begon zijn land te reorganiseeren en te con- solideeren naar Westersche begrippen, behield echter die Oostersche instellingen, waaraan zijn onderdanen principieele waarde hechtten. Hij is de eenige Boedhistische koning in de wereld, en het Boedhisme in Siam is wel de zuiverste vorm van den ouden leer. De koning is wel een van de laatste der waarlijk souve- reine vorsten. Maar met zijn Europeesche on dervinding stichtte hij weldra een Oppersten Staatsraad, bestaande uit de vijf oudste prin sen, mannen van ondervinding, en met een bezadigd oordeel. Het is slechts een advisee- rende Raad, maar vormt een eerste stap naar een constitutioneelen Staat; kort hierna deed <de koning een tweede stap door het instellen van een wetgevenden Raad van veertig perso nen, gekozen door den koning. De eenige eischen, welke de koning aan de te benoemen leden stelde, waren, dat zij van Siameesche nationaliteit waren en personen, die zich door hun bekwaamheid en hoogstaand karakter het vertrouwen van den koning waardig maakten. Het is in werkelijkheid een meer beraadsla gend dan actief lichaam, maar in een adres aan de leden bij de formeele opening zeide de koning: „Ons voornaamste verlangen is om de wijze van beraadslaging, zooals deze in groote vergaderingen wordt toegepast, in te leiden en te ontwikkelen, zoodat, wanneer de tijd rijp is voor een verandering van het be stuur, het gemakkelijk zal zijn om zulk een verandering in te voeren". Dezelfde geest van onzelfzuchtige gezindheid heeft alle regee- ringsdaden van den koning gekarakteriseerd. Gedurende de korte periode, dat de koning aan het bewind is, heeft hij reeds de kolossale taak op zich genomen om de financiën van zijn koninkrijk op orde te brengen. Toen hij den troon besteeg, wees het budget reeds vier jaar lang een deficit aan. Dit deficit werd bin nen twee jaar weggewerkt, zonder zwaardere lasten aan de bevolking op te leggen en wel door een rationeele reorganisatie van de de partementen. Meer dan 6000 staats-ambtena- ren vonden elders een betrekking. De uitgaven van het koninklijk Huis werden op drastische wijze besnoeid. Langzamerhand realiseeren de Westersche mogendheden het feit, dat Siam een moderne Staat is geworden, en in den loop van de laatste jaren zijn de laatste resten van ex territorialiteit afgeschaft. Hiermede kwam de mogelijkheid van een herzien en belangrijk gereduceerd tarief, met den hiermede verband houdenden toenemenden voorspoed van den handel. Door een bewonderenswaardige perswet werd het peil van de Siameesche pers belang rijk verhoogd, en is thans belangrijk beter dan in verschillende Europeesche Staten. De toename van de welvaart van het land bood grootere mogelijkheid voor interne ont wikkeling. Zoo werd het goede spoorwegnet nog uitgebreid en verbeterd. Wegen werden aangelegd. Luchtpostdienst werd ingevoerd, nieuwe draadlooze stations opgericht, en het onderwijs belangrijk verbeterd. Groote belangstelling werd getoond in land bouwkundige vraagstukken, hetgeen zeer juist gezien is in een land, waar het grootste ge deelte van de bevolking van den landbouw leeft. Irrigatiewerken worden gebouwd voor de rijstcultuur en een beter type graan gepro beerd om de opbrengst van den oogst per H.A. te vergrooten. Bij al dit werk kan de koning rekenen op den bekwamen steun van koningin Rambaibarni, en niet het minst op de groote populariteit van de koninklijke familie bij de bevolking, welke te danken is aan haar per soonlijke charme en sympathie. Toen de Sia meesche koninklijke familie vorig jaar eenigen tijd verblijf hield in onze Oost, werden na de officieele ontvangst door den Gouverneur-Ge neraal van Nederlandsch Oost-Indië eerst de voornaamste bedrijven bezocht van Java, als de kinine-fabriek, electrische waterkracht- installaties, rubberfabrieken, thee- en koffie plantages, het groote draadlooze station Ma labar, suikerfabrieken, olievelden, en een olie raffinaderij. Ook werd zeer veel aandacht be steed aan Java's natuurschoon. Zoo werden be zocht de Botanische tuinen te Buitenzorg, de warme bronnen te Tjisolok, Tjipanas, de Da- go-waterval, de krater van den Tangkoeban Prahoe, Garoet, het Leles- en Bagendit-meer, de krater van den Kawah Kamodjan, Pa- meungpeuh, de krater van den Papandjan, Wonosobo en het Diëngplateau, Salatiga met de schitterende rozentuinen, Solo, Djokja en de oude tempels, de Prambanen, de Mendoet en de Borboedoer, Kediri, Songoriti, Blitar, de tempel te Panakaran, Malang, Singosari, Nongkojaddjar, Tosari, de Bromokrater en de Zandzee, Penandjan met de wondervolle ver gezichten, de proeftuinen te Pasoeroean en de dierentuin te Soerabaja. Bij een toer op Bali werd een bezoek ge bracht aan Singaradja, Gigit, Moendoek, den Pasar, Karangasem, Batoeriti, Kintamani, Bangli, Tampaksiring en andere plaatsen, be roemd door hun unieke architectuur. Dr. E. H. van Hasselt heeft na zijn behande ling van koning Prajadhipok de Indische pers zijn indrukken over zijn reis door dit typische land en zijn onvangst bij den koning medege deeld. Van Batavia vertrok deze arts per Kni lm vliegtuig naar Singapore, vandaar reis de hij per snel-stoomer naar Penang, waar men met een pont wordt overgezet en den trein naar Siam kan nemen. Dr. van Hasselt was ten hoogste verwonderd over het comfort, dat de Siameesche treinen bieden. In elk com partiment bevindt zich een fan, een wasch- gelegenheid en een bed. 's Avonds wordt om het bed een klamboe gehangen en men voelt zich dan als in een hotel. Dan is in eiken wagen een badkamer aan wezig en 's middags stapt men met zijn zeep bakje naar de mandi-kamer net als thuis. Bo vendien verschilt het reizen daar met Java, omdat men er niet zoo vuil wordt. Dit komt, doordat de treinen met hout gestookt worden. Alleen rijden de treinen er niet bijzonder hard. Zoo doet de trein over den afstand van Bangkok naar het Siameesche Scheveningen, Hua Him, waar de koning verblijft, 6 uur, ter wijl de afstand 240 kilometer is. Dr. van Has selt was zeer te spreken over de ontvangst bij den koning. Hem werden onmiddellijk eenige ambtenaren van het ministerie ter beschik king gesteld, die hem de bijzonderheden van de plaats lieten zien. Het koninklijk paleis te Hua Him is met smaak, maar zeer eenvou dig ingericht. De koning betracht in alles den grootsten eenvoud. Z.M. wil den financieelen toestand van het Rijk saneeren, niet door ver hooging van de belasting, maar door vermin dering van de gouvernementeele uitgaven. Trouwens, in Siam heeft men geen inkomsten belasting, men betaalt daar een soort hoofd geld, dat voor een ieder, klerk of eigenaar, gelijk is. De meer gegoeden betalen alleen meer belasting door hun grondbezit, waarvan wel grondbelasting wordt geheven. Over den aard der ziekte van den koning kon dr. van Hasselt niets mededeelen. Bovendien wist men in Indië eerder iets van de ziekte dan in Siam zelf. Wat de Siameesche bladen over de zielfte van den koning gepubliceerd hebben, hadden zij uit de Nederlandsch-Indische en Straits-bladen overgenomen. De Siameesche koning is absoluut autocraat. Als hij niet wenscht dat er iets over zijn ziekte gepubli ceerd wordt, gebeurt dat ook niet. Het meest interessante, vooral te Bangkok, vond dr. van Hasselt het typisch cachet, dat het Boeddhisme op het openbare leven drukt. Gelijk in Indië iedere inlander tracht hadji te worden, zoo is het in Siam een eer een pries- tertijd in een Boeddhistisch klooster doorge maakt te hebben, 's Morgens trekken deze priesters uit de kloosters en loopen in hun eigenaardige kleeding langs de straten om eten te vergaren. Zij vragen niets, loopen slechts rond. Maar de bevolking zorgt dat zij te eten krijgen. En zoo ziet men in Bangkok de kleurige tafereeltjes, dat menschen op straat voor de priesters koken. Elk der pries ters krijgt dan zijn deel. Zoo trekken zij twee maal per dag door de stda. Frappant ook vond dr. van Hasselt de slangenkweekerij. Hen kweekt giftige slangen. Van tijd tot tijd laat men de slangen in een bakje bijten bij de spuwende slangen wordt het uitge spuwde gif verzameld het gif wordt ge droogd, waarna het bij paarden wordt inge spoten. Op deze wijze krijgt men een serum tegen slangebeeten. Het eenige nadeel van Bangkok is, dat er geen goede verbinding heen is, behalve dan de trein. Met een auto kan men slechts een klein eindje buiten de stad komen, doch moet dan onmiddellijk weer terug, omdat er ver der geen wegen zijn. De treinen zijn in Siam alles, maar die zijn dan ook zeer comfortabel. Als een typisch staaltje hoe getracht wordt het cultureel peil onder de bevolking op te voeren, noemde dr, van Hasselt het nijver heidsonderwijs, dat zeer goed geregeld is. Ook bezocht dr. van Hasselt den uitsteken den militairen vliegdienst. Deze wordt thans vooral gebruikt voor het verspreiden van me dicijnen en voor het vervoer van zieken. Dr. v. Hasselt kwam om 7 uur in Bangkok aan en om 10 moest hij spreekuur houden. Want er waren velen, die blij waren een Hol- landschen dokter te kunnen consulteeren. Men apprecieert de Hollandsche medische weten schap daar zoo, dat iemand, die een speciale behandeling moet ondergaan, aangeraden wordt naar Java te gaan, omdat men daar Hollandsche dokters heeft. Dr. van Hasselt denkt tijdens een vacantie nog eens een reis naar Bangkok te maken, om dat er verschillende patiënten bij hem zijn ge weest, die nog een volgende behandeling noo- dig hebben. DE PIONIERS DER BEIAARDKUNST Dateeren de luidklokken reeds van zeer oude tijden, de klokkenspellen of carillons stammen uit latere eeuwen. Uit de zesde eeuw vonden wij een manuscript, waarop een monnik was afgebeeld voor een stan daard met zes klokjes. In een manuscript van de 14de eeuw zagen wij tusschen psalmen een afbeelding van Koning Da vid, zittend voor een standaard met vijf klokjes. Het eerste mechanische carillon is uit- gevonedn door Bartholomeus Koecke, woonachtig te Aalst in Vlaanderen, waar hij in 1430 werd geboren. Zijn uitvinding deed hij in 1481. Zes jaar later, op ls ten Kerstdag, 1487, werden door het carillon te Aalst voor het eerst verschillende me lodieën ten gehoore gebracht. De uitvoe ring hiervan overtrof alle verwachtingen, met het gevolg, dat andere plaatsen spoe dig het voorbeeld van Aalst volgden. In Nederland en België telt men op het oogenblik ongeveer 230 carillons en er is reden tot voldoening, dat in deze landen uitstekende beiaardiers hun volle krachten aan het klokkenspel wijden, zoodat deze landen in dit opzicht uniek kunnen wor den genoemd. Zooals boven gezegd, moch ten deze landen roemen op zeer goede klokkengieterijen. Een van de oudste klokkengieters was Geert de Wou, van wien verschillende klokken bekend zijn. Zijn klokkengieterij bestond van 1403 1512. Uitstekenden naam verwierven de van der Gheins, wier klokkengieterij in de zestiende eeuw in Mechele was gevestigd, alsmede Joris Dumery, die in 1699 te Ant werpen werd geboren. Meesters in hun vak waren de gebroeders Frans en Pieter Hemony, zonen van Bloise Hemony, die een klokkengieterij bezat in Levécourt in Lotharingen. Het is niet zeker, of de zoons in Lotharingen of in Holland gebo ren zijn. In ieder geval hadden zij van 1600 —1687 een klokkengieterij te Zutphen, terwijl zij zelf later in Utrecht en Amster dam woonden. Zij hebben niet minder dan 45 klokkenspellen in ons land afgeleverd met ruim drie of vier octaven. Hiervan noemen wij die van het Paleis in Amster dam, den wijnhuistoren in Zutphen, den grooten toren en den ouden stadhuisloren in Rotterdam, den Dromedaris en den Zuidertoren te Enkhuizen, den Groote Kerk en Babenestoren te Haarlem, den dom en den St. Nicolaastoren te Utrecht, de oude kerk te Amsterdam, den Martinitoren te Groningen, de Lebuinus- kerk te Deventer, verder o.a. klokken spellen te Leiden, Amersfoort en Arnhem; wij herinneren aan eenige vers regels door Vondel aan hen gewijd. „De stadhuistoren stelt zyn kunstig (klockwerck ryck Van klanck. Hemony speelt een (hemelsch klockmuzyck Zoo snel, gelyck een luit, of Swelings (orgelpypen En snellen cymbeltoon, met vingeren te grypen". Andere beroemde klokkengieters waren Scheppen uit Leuven, en Pothoff uit Am sterdam, beiden uit de 18de eeuw. Buiten de tegenwoordige Hollandsche klokken gieters, welke een zeer goeden naam heb ben, ook over de grenzen, en van wie wij noemen de firma Eysbouts te Asten, de firma Petit en Fritzen te Aarle-Rixtel, zijn er in Engeland tegenwoordig ook zeer goede klokkengieters, die verschillende Hollandsche opdrachten hebben uitge voerd. Van hen noemen wij de firma John Taylor en Co. te Langborough, die het carillon leverde voor de Onze Lieve Vrouwe Kerk te Zwolle en voor kerken in Vlissingen, Eindhoven en Appingedam, alsmede de firma Gillett en Johnston te Croyden, die het carillon voor de St. Jan te 's Hertogenbosch, alsmede voor kerken in Almelo, Breda, en Hilvarenbeek lever de. In de orkestpartituur komt de klok niet zooveel voor: bovendien worden zij thans vervangen door metalen platen of buizen. (Parsival van Wagner, Wilhelm Tell van Rossini, Hugenooten van Meyerbeer, II Trovatore van Verdi) Niet alle wijsjes, welke wij van een carillon hooren, worden door den beiaardier gespeeld. Bij de ver schillende carillons heeft men een mecha nische inrichting aangebracht, waardoor om het uur of kwartier een nummer van zelf wordt afgedraaid. Het is zeer moeilijk werk om zoo'n mechanische inrichting in elkaar te zeten. Het klokkenspel wordt teweeg gebracht door een groote draaien de trommel. Deze komt in beweging, door dat om het kwartier een groote pal los springt. In de ton zijn heel veel pennen aangebracht, welke toetsen neerdrukken. Deze toetsen staan door middel van ijze ren draden in verbinden met hamers van de klokken en wanneer de toetsen dus neergedrukt worden, worden de hamers in beweging gebracht en slaan tegen de klokken. Deze wirwar van draden en krukken is werkelijk zeer ingenieus uit gedacht, maar het is dan ook niet gemak kelijk om een carillon een andere melodie te laten geven. Hiervoor is een nieuwe inrichting noodig, waarvoor het kloklcA- spel geruimen tijd op non-activiteit moet worden gezet. De geheele inrichting komt dus overeen met een gewone speeldoos. Het Spreekt vanzelf, dat niet alle melo dieën geëigend zijn om met een klokken spel weer te geven. Toch staat men ver baasd wat een carillon ons kan bieden. Reeds in onze jeugd genoten wij als het carillon ons de bekende vaderlandsche liederen speelde zooals Wilhelmus, De Zilvervloot, Wie gaat mee over Zee, enz. Ook meer ernstige liederen brengen de beiaardiers ons ten gehoore als het Ave Maria van Schubert, Mcin glabiges Iierz van Bach, der Trompeter van Sackingen, Praludium in bes van Jef Denyn, Praclu- dium en Menuet van Jef van Hoof. Wij vermelden verder nieuwe composities en zettingen van Albert Mosmans, J. C. C'. P. Peerholte, Cath. van Rennes, J. A. H. Wa genaar en vele anderen. ZEESCHUIMERS EN VRIJBUITERS Het dorado, de bakermat van zee schuimers, vrijbuiters en fibustiers is Al giers met z'n Algrijnsche kust.... ge weest. „Geweest", omdat de laatste hon derd jaar sinds het land een Fransche kolonie is het gewest natuurlijk niets meer met roof of welke kaperij ook, heeft uit te staan. Maar dat neemt niet weg, dat Algiers door zeeschuimers is gesticht. Piraten, die zich in het begin van de ]<»de eeuw in den strijd tegen Spanje hadden onderscheiden, trokken zich op Algerijnschen grond terug en maakten er een Turksche kolonie van. Haireddin met den rooden baard verklaarde zich in 151*8 'vazal van Sultan Selim. Hij kreeg er artillerie en een paar duizend Janitsaren voor, met wier hulp hij geheel tegenwoor dig Algiers onderwierp en Tunis nam. Zijn opvolgers wisten daarbij ook Tripolis te vereenigen en meerderen van hen wa ren groot-admiraal van de Turksche vloot. Aan het eind van de 16de eeuw werd de va-zal naar den zin van de Turksche regecring wat al te machtig; hij werd vervangen door pachas, die hun gezag on middellijk aan de Porto ontleenden, en die niet langer dan voor drie jaren be noemd werden. Deze vergenoegden zich er meestal mee, met 'hun tijd uit te die nen hun loon te innen, totdat op het eind van de 18de eeuw Algiers onafhan kelijk werd van de Turksche souvereini- teit. Deze onafhankelijkheid spaarde het den achteruitgang en het verval niet. De be volking van Algiers was in 150 jaren van 100.000 op 30.000 teruggeloopen, de bag- nos met 25000 meest voorname gevange nen, elders nog slechts een paar honderd arme drommels, en de vloot een twintig tal in plaats van 30 bodems. In deze omstandigheden kon zich de Bey de luxe van den heiligen oorlog niet meer per- mitteeren. Hij moest zich tevreden stellen met plundertochten in Tunis en de zee schuimers met kaperijen, die veelal van een brutaal gebedel om 'n aalmoes weg hadden. Alle zeemogendheden, Engeland, Sar dinië. Holland, betaalden schatten, hetzij in den vorm van geschenken, -hetzij in natura, hetzij in geld. Frankrijk alleen 'had het voorrecht een uitzondering te mo-gen wezen. Het moe ten Algerijnsche zegswijzen geweest zijn: „De Franschman kan thuis- zijn soep ko ken en haar warm in Algiers komen op eten" en „Als je met Franschen ruzie maakt, sluit dan 's avonds met hen vrede", zegswijzen, die moeten aanboonen, dat- de kusten van de Provence en van Bartoarije dicht genoeg bij elkander lagen om de 'bewoners van de eerste wat door die van de laatste te laten ontzien. Dat ook wij, Nederlanders', connecties hadden met de Algerijnen, weten wij wel, als wij ons maar even herinneren, dat wij niemand minder dan Miehiel de Ruyter en consorten naar de Algerijnsche kust heb-ben gezonden. In dit verband klinkt heb wellicht wat verrassend, dat er in die Noord-Afrikaansohe streken meer dan een roover gehuisd heeft, die van Hol landsche afkomst was-. L. C. Vrijmans heeft aan de geschiedenis van den zee roof en vrijbuiters in de Lage Landen een speciale studie gewijd en hij publi ceert erover in „Ons Zeewezen" interes sante artikelen. Deze zeeroovers, die als kapers- hun avontuurlijk en vreemd stiel meestal be gonnen waren, bleven zich onder de Bar- barijnsohe collega's steeds Hollander voe len, al hadden zij uit een zakelijk oogpunt hun naam tegen een Muzelmanschen ge ruild. Zoo bijvoorbeeld had een zekere „Veenboer" „niet eens van de minste" zich als- renegaat den naam van Soliman Reis aangeschaft. Zijn schip was bemand met een geheel Ho-llandsehe equipage, re negaten of christenen, om het even, maar voor allesHollanders. Soliman Reis, aldus verhaalt ons de heer Vrijmans, bracht het met de gunst van „den grooten Heer tot Cons-tantino- pelen" zoo ver, dat hij bekleed was met het. opperste gezag te Algiers en admiraal werd van de zeerooversvloot. In Octo-ber 1620 echter sneuvelde hij in een gevecht van acht roofschepen tegen vijf Fransche koopvaarders. Ln 1625 waren er te Algiers meer dan vijftig Hollandsche kapiteins, waarvan de bijnamen evenwel wel verraden, dat zij niet tot de aristocratie van de Nederlan den behoorden. Zij waren niet allen mannen van eeni gen werkelijken invloed, zooals Soliman Reis-. Alleen Aid Pisselin-gh, een renegaat en zeeroover uit Vlissingen, bracht het nog tot onderkoning en admiraal van de vloot en dan is er nog geweest Simon, of Zymcn de Danser, bijgenaamd de Oude, geboortig uit Dordrecht, een gal genaar van internationale allure, om de groote en funeste rol, die hij gespeeld heeft, in de geschiedenis van den Barbanj- sChen zeeroof. Hij ook was begonnen met de kaap vaart en een behoorlijke „Bestellinghe ter Oorlog" vanwege de Hoogmogende Hceren, maar zijn werk in de Middelland- selie Zee schijnt niet al te fortuinlijk te zijn geweest, en bovendien verspeelde hij alles in het gezellige Marseille. Hij wist niet beter te doen, dan wat volgelingen te verzamelen, en met 'n klein scheepje op eigen risico uit te zeilen. Het ging hem aanvankelijk goed, vooral nadat hij zich verbonden had met een beruc-hten Engelschman Warde, en hij kreeg lang zamerhand een aanzienlijke macht van schepen cn volk bij elkander. Hij had zelfs schepen van zestig stukken geschut. Men noemde hem kapitein Duivel en men deed alle moeite om hem renegaat tc maken, maar voortdurend wist hij zulks uit te stellen. De Danser opereei'de omstreeks 1606, KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG 21 Sept. Feestdag van den H. Mattheus, Apostel en Evangelist. Vijf tiende Zondag na Pinksteren. Mis: Os Justi. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Zondag. Prefatie v. d. Apostelen. Kleur: Rood. De tollenaar Levi werd door Christus tot het Apostolaat geroepen en sindsdien Mattheus genoemd. Voor de christen ge worden Joden schreef hij zijn Evangelie in het Hebreeuwsch, na de verrijzenis van Christus. Hij predikte het H. Evangelie in Arabië en Ethiopië. MAANDAG 22 Sept. Mis v. d. H. Tho mas van Villanova, Bisschop en Belijder: Statuit. 2e gebed v. d. H.H. Mauritius en Gezellen, Martelaren. Kleur: Wit. Thomas, die om zijne buitengewone edel moedigheid jegens de armen den bijnaam verworven heeft van „Aalmoezenier", werd geboren uit een Spaansohe Familie, die wel voornaam was, maar op financieol gebied betere dagen gekend had. Toch waren zijn ouders steeds milddadig naar vermogen en geheel zijn leven, van zijn kinderjaren af volgde Thomas het mooie voorbeeld zijner ouders. Op 27-jarigen leeftijd werd Thomas Augustijn en verwierf zioh naam als pre dikant. Later is hij bisschop gewox'dcn van Valencia. Ofsohoon verheven, bleef hij toch dezelfde eenvoudige Thomas als voorheen. Bijna zijn geheele inkomen besteedde hij aan werken van liefdadigheid, welke hij zelf met bijzonderen zorg organiseerde. Hij stierf in het jaar 1556, 68 jaren oud. DINSDAG 23 Sept, Mis v. d. H. Linus, Paus en Martelaar: Statuit. 2e gebed v. d. H. Thecla, Maagd en Martelares; 3e A Cunctis (om de voorbede der Heiligen). Kleur: Rood. WOENSDAG 24 Sept. Mis van 0. L. Vrouw tot vrijkoop van slaven: Salve. Credo. Prefatie van Maria (invullen: En U op het feest). Kleur: Wit. Aan den H.Petrus Nolascus ver scheen Maria en maakte bekend, dat zij graag een Orde van religieuzen zag inge steld met het doel de gevangen Christenen uit de handen der Turken te bevrijden. Ook verscheen Maria aan den biechtvader van den H. Petrus, den H. Raymundus de Penafort en aan koning Jacob van Arragon, die zij aanspoorde hun hulp te verleencn. Den lOcn Augustus 1218 werd de Orde in gesteld met een vierde gelofte, n.l. zich zolven te geven tot onderpand, als het noo dig zou zijn, voor de vrijkoo-ping van een christen slaaf. DONDERDAG 25 Sept. Mis v. cl. vijftien- den Zondag na Pinksteren: Inclina. Geen Gloria. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuze v. d. priester. Kleur: Groen. VRIJDAG 26 Sept. Mis v. d. H.H. Cy- prianus en Justina, Martelaren: Salus autem. 2e en 3e gebed als gisteren. Kleur: Rood. ZATERDAG 27 Sept. Mis v. d. H.H. Cos- mas en Damianus, Martelaren: Sapientiam. 2e gebed A Cunctis; 3e (naar keuze v. d. priester); 4o voor den Paus. Kleur: Rood. Cosmas en Damianus, twee broeders gc- neesheeren, in de stad Aegea, wei-den ora hunne fiere geloofsbelijdenis en hunne standvastigheid in het geloof na vele mar telingen gedood. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN. Alles als in bovenstaande kalender, be halve: DINSDAG. Feest van de vinding van het lichaam der H. Clara, Maagd. Mis: Con versus. 2e gebed v. d. H. Linus; 3e v. d. H. Thecla. Kleur: Wit. WOENSDAG. Mis v. d. H. Pacificus van Septempeda, Belijder: Os Justi. 2e gebed en laatste Evangelie van O. L. Vrouw. VRIJDAG. Mis v. d. Z. Lucia van Calta- girone, Maagd: Dilexisti. 2e gebed v. d. H.H. Cyprianus en Justina; 3e A Cunctis. Kleur: Wit. ZATERDAG. Mis v. d. H. Elzearius, Belijder: Os Justi. 2e gebed v. d. H.H. Cos mas en Damianus; 3e voor den Paus. Kleur: Wit. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. maar zijn rooverijen waren het ergste niet. Hij leerde den Algerijnen en den Barbarijnschen roovers het manoeuvreeren met schepen en de Muzelmannen betoon den zich in dezen ijverige leerlingen. Vooral maakte de Spaansdhc koning kennis met Zijmen, die evefiwel met dc grootste onpartijdigheid ook Eïigelsche en Fransche koopvaardijschepen roofde, als die hem voor den boeg kwamen. Overtuigd, dat het zcerooversbestaan -hoogst wisselvallig is, vooral na een pe riode van al te grooten voorspoed, veinsde hij gewetenswroeging en vroeg hij „premis ofto Pardon" aan de Nederlanden en den Franschen koning, die het hem, om ex-ger te voorkomen, graag verleenden. Na in Marseille veel van zijn onrecht vaardig verkregen rijkdommen op minder rouwmoedige manier aan den nian ge bracht te hebben, kwam hij in Franschen dienst. De Moorcn wachtten evenwel op een gunstige gelegenheid om met hem de rekening tc vereffenen. En in Februari 1616 werd hij in een valstrik gelokt en to Tunis onthoofd cn in een gracht ge- wox'pen..*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5