DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
De Slavin van het
Zwijgen
ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1930
DE LE1DSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
IN HET KRELAGEHUIS TE HAARLEM is Donderdag de groote
Dahlia- en Bloemen-Tentoonstelling geopend. De Royal Velvet,
een nieuwe dahliasoort, bekerwinnaar. Inzender Carlee, Haarlem
G e n v e. Kct meer van Genève is een
uitgezochte plek om er genoegclijk te keuvelen.
De heeren diplomaten hebben dat indertijd
zeer goed bekeken, maar het was dom van de
volken om dat goed. te vinden. Want hoe pret
tiger het leven in Genève is, des te langer rek
ken zij de debatten en des te minder resultaten
worden er geboekt.
Zooals bekend heeft Briand zijn pan-Europa-
plan ook naar Genève moeten dragen. De mo
gendheden, die er geen zin in hadden, ston
den erop, dat het plan besproken zou worden
in „Volkenbondssfeer", wat inderdaad het beste
middel is om een zaak zoodanig op de lange
baan te schuiven, dat zij eindelijk belandt in de
groote algemeene doofpot.
De Volkenbond heeft zich thans van het Ver-
eenigde Staten-idee van Briand meester ge
maakt en zal het naarstig gaan bestudeeren.
Dan komt er een rapport, komen breedvoerige
discussies, wordt de zaak weer verwezen naar
een commissie, moeten er onderlinge bespre
kingen worden gevoerd, hetwelk tenslotte al
les leidt tot een compromis, dat niet gerati
ficeerd wordt en onuitgevoerd blijft.
Deliberante senatu Saguntum periit. Terwijl
de senaat delibereerde ging Sagunte ten gronde
Protectie. Iedereen was het bij de
vóór-bespreking van het plan-Briand te Genève
erover eens, dat er iets gedaan moest worden
om de toenemende tarievenplaag te keeren.
En intusschen doet men z'n best om zooveel
mogelijk de tarieven op te voeren.
Deze week heeft Curtius, de Duitsche mi
nister van buitenlandsche zaken, de bescher
mende politiek van zijn regeering te Gencve
aldus verdedigd.
„Het was de plicht van de Duitsche regee
ring, de landbouwproductie te beschermen te
gen overstrooming van Duitschland met pro
ducten uit andere landen, wat den ondergang
van den Duitschen landbouw ten gevolge zou
hebben, Geen regeering kan bij den huidigen
oeconomischen toestand rustig aanzien, dat de
graanprijzen in den loop van anderhalf jaar
met 40 tot 50 pet. dalen. Iedere regeering zal,
zoo lang zij alleen blijft staan, daartegen auto
nome noodmaatregelen moeten treffen. Duitsch
land heeft zijn landbouwtarieven niet het eerst
en niet het ergst verhoogd".
Curtius kon verzekeren, „dat het eenige doel
van de getroffen maatregel was aan den eigen
landbouw de prijzen te waarborgen, die althans
,een bestaan aan dien landbouw mogelijk ma
ken zoolang de tegenwoordige ongeorganiseer
de toestand van Europa blijft voortduren". Het
is niet te vermijden, dat een land de maatrege
len voor zich zelf treft, die „het noodig acht
om zijn oeconomische bestaan te redden". Hoe
wel Curtius deze noodmaatregelen in de tegen
woordige omstandigheden als onvermijdeijk
moet verdedigen, wilde hij „met grooten nadruk
verklaren, dat men moet zoeken naar betere
oecenomische vormen, die de afzonderlijke lan
den van een dergelijke noodzakelijkheid be
vrijdt".
Aldus minister Curtius die in zijn met „groo
ten nadruk" afgelegde verklaring een illusie
aanduidde waarvan niemand voorshands een
verwezenlijking zal verwachten. Het is ook
zooveel eenvoudiger de tarieven te verhoogen
dan „oeconomische vormen" te zoeken en te
vinden die de landen van de noodzakelijkeid
van heffing van beschermende rechten zouden
ontslaan.
Het laatste voorbeeld van een land waar men
werkloosheid en malaise aangrijpt om het ta
rief te verhoogen is Canada. De conservatieven
zijn daor de liberalen aan de regeering opge
volgd. Zij hebben den verkiczingstrijd ge
voerd en gewonnen onder de leus van sterker
bescherming. Een van de eerste daden van de
nieuwe regeering is de indiening van een ta-
riefwet geweest, waarbij talrijke posten ver
hoogd worden. Dit is echter nog maar een be
gin, want de eerste-minister Bennett heeft bij
de indiening verklaard dat men in de volgende
zitting van het parlement nog tot een alge
meene herziening zal moeten overgaan. Van
het nieuwe tarief is echter reeds te verwach
ten dat de invoer uit de Vereenigde Staten
sterk beknot en de verschepingen uit Europa
naar Canada beperkt zullen worden.
Ten deele is de nieuwe maatregel een ant
woord op het nieuwe ultra-protectionistische
tarief van de Vereenigde Staten, want in ver
scheidene gevallen betalen Amerikaansche in
voerartikelen hoogere rechten dan Europee-
sche, speciaal natuurlijk Britsche, die een
voorkeursrecht genieten. De tarieven op land
bouwwerktuigen en -gereedschappen uit de
Vereenigde Staten worden zelfs met 300 tot
400 pet. verhoogd. Voor zulke artikelen uit
andere vreemde landen wordt het tarief ver
dubbeld, terwijl zij uit Engeland nog altijd vrij
van invoerrecht worden toegelaten.
Men kan niet ontkennen dat de Amerikanen
de wedervergelding die Canada neemt, aan
zichzelven te wijten hebben, maar het blijft een
feit, dat het protectionisme met zijn kwade ge
volgen twee landen van elkaar begint te ver
vreemden die, er prat op gingen, dat aan hun
wederzijdsche grens meer dan honderd jaar
geen enkel verdedigingswerk noodig is ge
weest.
De „N. R. Crt." schrijft in dit verband:
Laat men, ondanks de wenschen die van vele
zijden te Genève zijn geuit, zich toch vooral
geen overdreven voorstellingen maken van een
succes van een tweede economische wereldcon
ferentie.
Rijksdagverkiezingen. De Rijks
dagverkiezingen, welke Zondag j.l. hebben
plaats gevonden in Duitschland, hebben wel
een onverwacht resultaat gehad. De nazi's,
d.w.z. de nationaal-sociaisten, de partij van de
extremisten Hitier en Goebbels, hebben een ge
weldig succes gehad. Van 12 zetels in den vori-
gen rijksdag zijn zij gestegen tot 107 zetels in
den nieuwen rijksdag; alzoo een bijna tienvou
dige verdubbeling.
Om de jongste rijksdagverkiezingen goed te
begrijpen is het nuttig ze in verband te brengen
met de dingen, die vlak achter ons liggen, maar
welke reeds bijna geheel vergeten schijnen te
Stresemann wilde om redenen die deels van
persoonljiken aard waren tot allen prijs de
ontruiming van het Rijnland bewerken. Hij
was bereid daarvoor offers van Duitschland te
vergen, die volgens velen te zwaar waren. Hij
zette zijn plannen echter door en slaagde er in
Den Haag in Muller en de andere leden van
diens kabinet tot zijn inzichten over te halen.
Deze heeren hechtten dus hun fiat aan het
Youngplan en legden dat vervolgens aan den
rijksdag voor.
Na eenig tegenstribbelen heeft de vorige
rijksdag tenslotte het Young-plan geslikt en is
eraan gestorven. Hij is gestrand, omdat hij
eerst het Young-plan aannam, maar daarna
geen kans zag de basis te scheppen op grond
waarvan dat plan op den duur uitgevoerd zou
kunnen worden.
Hieruit volgt direct de bijzondere taak, die
de nieuwe Rijksdag in aller eerste instantie te
volbrengen heeft. Deze nieuwe Rijksdag heeft
de mogelijkheid te scheppen het zeer voorbarig
onderteekende Young-plan in duurzame bewe
ging te zetten en dat is al. Alle andere din
gen, die men tijdens de verkiezingscampagne
naar voren geschoven heeft, komen eerst op
de tweede of derde plaats,
In het licht hiervan krijgt de dag van Zon
dag wel een bijzondere beteekenis. Immers wij
zien, dat bijna negen millioen menschfen voor
de sociaal-democratische partij gestemd heb
ben, dus voor die partij, die wel het Young-
plan onderteekende, maar ijlings in de opposi
tie vluchtte toen het er op aankwam de zeer
weinig populaire maatregelen te treffen, wel
ke noodzakelijk waren om het gegeven woord
gestand te blijven.
Voorts hebben zes en een half millioen men-
schen hun stem aan de nazi's gegeven, d.w.z.
aan die partij, die de verscheuring van het
Young-plan in zijn pogramma heeft staan. Vier
en een half millioen stemden communistisch
en dus ook voor de niet-vervulling van de aan
gegane verbintenissen. Hier staat tegenover,
dat die fracties, welke onder leiding van Brü-
ning naar een eerbaren uitweg uit de moeilijk
heden zochten eenvoudig weg gedecimeerd
werden. In den vorigen Rijksdag vormde het
Kabinet Brüning een minderheidsregeering die
tegen een overwicht van slechts vijftien stem
men te kampen had. Maar in den nieuwen
Rijksdag is dat overwicht tot 164 stemmen aan
gegroeid.
Inmiddels zou men verkeerd doen deze zaak
al te tragisch op te vatten. Gelijk reeds ge
zegd heeft de regeering om voor de hand lig
gende redenen het zorgvuldig vermeden het
Young-plan in het middelpunt van de verkie
zingen te stellen. Zij heeft een beetje om den
kern der zaak heen geredekaveld en de zeer
kritieklooze Duitschers hebben haar willig op
de zijwegen gevolgd.
Wat nu? Inmiddels is het n»- nog te
vroeg om zich in eventueele regeeringscombi-
naties te verdiepen. Brüning is er de man niet
naar nu aan den haal te gaan. Hij zal waar
schijnlijk op den 14den October voor het
parlement treden en daar allereerst een fiat
vragen op de noodverordeningen, welke hij in
den tusschentijd uitgevaardigd heeft. Zal daar
na probeeren met zijn zeer kleine minderheid
verder te regeeren of zal hij naar een uitbouw
van zijn regeeringsbasis streven. En zoo ja,
zal hij steun bij rechts of bij links zoeken.
Het is bekend, dat Brüning er niets voor
voelt met de socialisten samen te werken en
dat hij vast en stellig op zijn bondgenoot Tre-
viranus gerekend had. Deze laatste is echter
zeer smadelijk uit den oven te voorschijn ge
komen en speelt met zijn vijf heele zetels, wel
ke hij heeft weten te bemachtigen, als bond
genoot geen rol van eenige beteekenis meer.
Brüning zal dus aansluiting moeten zoeken
hetzij bij de nazi's, hetzij bij de" soci's.
Om boven ontvouwde redenen spreekt er
veel voor samenwerking met de socialisten.
Immers deze hebben de volle verantwoordelijk
heid voor het Young-plan aanvaard en nu is
het oirbaar, dat zij ook opdraaien voor de uit
voering ervan. Hier echter doet zich een-moei
lijkheid van een geheel nieuwen vorm voor.
Communisten en nationaal socialisten hebben
samen 183 van de 575 stemmen. Dat is natuur
lijk een minderheid maar wie de heeren kent
weet, dat ze voldoende lawaai, oppositie en
sabotage kunnen ontwikkelen om een geregelde
gang van het parlement totaal te ontwrichten.
Dit gezichtspunt lijkt misschien overdreven,
maar wie de heeren wel eens aan den gang
heeft gezien kan zich onmogelijk een Rijks
dagzitting voorstellen, gepresideerd door een
socialist en met een of meer socialistische mi
nisters op de regeeringsbanken. Zulke zittingen
zouden niet alleen standvastelijk onder het
dreigement van moord en doodslag staan, maar
ook de dagorder zou niet gehandhaafd kun
nen worden.
Echter, dat is een zorg voor later. Loebe
zelf breekt zich momenteel het hoofd over de
vraag, waar en hoe hij zijn schapen onder moet
brengen. Zijn zittingzaal is berekend op 397
leden. Met kunst en vliegwerk heeft men bij
de laatste zitting 491 ondergebracht. Maar nu
is het aantal leden tot 576 gestegen en wil men
deze vijf en tachtig heeren onder brengen, dan
moet men eigenlijk een nieuwen Rijksdag bou-
RECHTZAKEN
GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE.
DE MOORDZAAK-LANS
DERDE DAG.
Voortzetting van het getuigenverhoor.
Het Gerechthof heeft gister het getui
genverhoor in deze zaak voortgezet.
Na gehouden appèl nominaal bleken we
derom eenige getuigen niet te zijn versche
nen.
Allereerst ivordt gehoord getuige J. Po
lak, accountant to Rotterdam, die eenige
mcdedeelingen doet over de chèquc-boek-
jes op liet kantoor van De Haas.
Ook de kantoorbediende J. Kamerbeek
en getuige Larooy doen hieromtrent mede-
deelingen.
Volgende getuige is mevr. W. Weijne—
Waarders, die verklaart, dat door ver
dachte verschillende bedragen op haar re
kening zijn gestort. Voorts zegt getuige»
dat zij op den avond van den moord ver
dachte bij haar thuis is gekomen, waar hij
getracht heeft het kantoor van de Haas
op te bellen. Dit is hem toen niet gelukt.
Daarna heeft verdachte de politie opge
beld en'getuige heeft hem daarbij hooren
zeggen: „Maar zeg dan tock, wat er is
Toen hij de haak had opgehangen, zeide
hij: „Het is te verschrikkelijk om te zeg
gen, Lans is vermoord". Hij is toen weg
gegaan en later op den avond weer terug
gekomen, voordat hij naar Den Haag te
rugging. Op dien avond heeft getuige niet
bijzonders aan de kleeren van verdachte
bemerkt. Getuige kon niet zien, of hij er
scheur iu zijn broek had, want verdachte
had toen een blauwe winterjas aan. Voorts
verklaart getuige, dat verdachte haar of
Maandag een sleutel heeft gegeven om dien
te bewaren.
Getuige vond dit wel wat vreemd en den
daarop volgenden Donderdag heeft zij den
sleutel weer willen teruggeven. Verdachte
antwoordde hierop: „Neen, houdt hem nog
maar, dat beteekent niets! Vrijdag echter
is getuige naar Den Haag gegaan, met de
bedoeling om den sleutel toch aan ver
dachte terug te geven. Deze was naar Am
sterdam en daarom heeft zij den sleutel
aan verdachte's echtgenoote gegeven.
President: Wat zegt u hierop verdachte?
Verdachte: Het is zooals getuige zegt.
Maar ik was toen erg zenuwachtig.
Getuige: Ja, verdachte was ai die dagen
zenuwachtig. Tusschen mr. Kokosky en
getuige ontspint zich daarna een moeilijk
te volgen gesprek over de reparatie van de
broek.
Getuige zegt verder, dat verdachte in
den regel om half een bij haar kwam kof
fiedrinken. 's Maandags kwam hij altijd
en soms nog wel op andere dagen.
Mr. de Visser: Vond u het niet vreemd,
dat verdachte op den dag na den moord
eerst om 2 uur bij u kwam?
Getuige: Neen, het was half twee. Bo
vendien is het niet vreemd, want verdacht©
liep wel vaker bij mij binnen.
Daarna wordt gehoord getuige D. Noor-
dermeer, agent van politie. Deze heeft op
9 December bij den Hanenburglaan te Den
Haag eenige sleutels opgevischt.
Getuige C. L. M. Logger-Delfgauw, vio
liste, kent de familie van verdachte reeds
geruimen tijd en zij gaf den laatsten tijd
aan verdachte en zijn vrouw op Donder
dagavond vioolles.
De vrouw van verdachte kwam haar dan
meestal halen en wanneer zij thuis kwa
men, was verdachte er ook al.
Op Donderdag 29 November 1928 was
getuige iets later. Mevr. van Oudheusden
was een paar minuten voor acht bij getui
ge en zij tusschen kwart over acht en half-
negen thuis. Verdachte was eenigszins ge
agiteerd, en hij gaf zijn vrouw een hand.
Dit deed hij anders nooit. Later was hij
nogal zenuwachtig en toen mevrouw v. O.
vroeg: „Is er iets", antwoordde verdachte
ontkennend.
Den volgenden dag heeft mevr. v. O.
aan getuige gezegd, dat Lans vermoord
was.
President: U hebt daarop geantwoord:
„Dat heb ik wel gedacht". Wat bedoelde
U daarmee?
Getuige: Ik meende daarmede, dat ver
dachte dit had geweten en daarom zoo
ontdaan was.
Mr. de Visser (tot getuige): U hadfc den
indruk, dat verdachte dien avond onna
tuurlijk zenuwachtig was.
Verdachte: Na 9 uur, mijnheer de pro
cureur-generaal.
Getuige: Neen, den geheelen avond was
u erg zenuwachtig.
Verdachte: Praat toch geen onzin. U
moet de waarheid zeggen.
Mr. Kokosky: U verklaart thans geheel
anders dan vroeger. Toen hebt u gezegd,
dat er op 29 November niets bijzonders
aan verdachte's vioolspel was te merken.
Alleen speelde hij slecht, maar dat ge
beurde vorige avonden ook.
Mr. de Visser: Getuige heeft vroeger aan
de politie verklaard, dat zij reeds direct bij
haar binnenkomen in het huis van verdach
te den indruk heeft gekregen, dat ver
dachte ontdaan was.
FEUILLETON
TJit het Engelsch van
FRED. M. WHITE.
47)
Mary maakte haar zin niet af, want Mark
stak een hand uit en trok haar nog juist
bijtijds achter een groep struiken. Er kwa
men twee menschen het pad op. Het wa
ren Reggie en Cora-; zo bleven op de stoep
staan fluisteren. Heb was een stille avond
en heb tweetal achter de struiken konden
duidelijk hooren wat ze zeiden.
„Wat nu?" vroeg de man.
„Onze kans afwachten", zei de vrouw.
„We kunnen hier toch wel toevallig komen
om instructies te vragen of zoo. Satoris
moet haar voor belangrijker dingen hebben
dan voor een paar onnoozele sleenen. En
als hij niets van die steenen afweet.
„Geloof maar gerust dat hij dat wel doet
Misschien heeft hij haar daarom ook wel
hierheen gelokt.... in de hoop, dat ze ze
niet onbewaakt zal durven laten en bij zich
hebben. Hij is er heusch niet vies van. Neen
ik ben erg bang dat we te 'aal zijn, door
dat die lamme taxi niet verder wi'de. Maar
als we nog het geluk hebben die diamanten
in handen te krijgen
„Kan Rïchford naar de centen fluiten?"
vulde de edele Cora aan.
„En dan zouden we morgen oin dezen
tijd méér geld hebben, dan we ooit hadden
durven droomeu", vervolgde Reggie, nu
;weer iets hoopvoller door het schitterende
vooruitzicht. Ik houd anders niet van der
gelijke gevaarlijke karweitjes geweld ge
bruiken is mijn genre niet. Als we de stee
nen krijgen, moeten we ze maar zoo gauw
mogelijk van de hand doen. Dan gaan we
er vandoor en moeten de Radjah en Sato
ris inaar hun eigen boontjes dopj en, wat
zeg jij
„Dat je groot gelijk hebtHoe eerder
hoe liever. Maar hoe wou je de schoone
Beatrice haar schat ontfutselen?"
„Het is hier -stil en ik heb mijn reukfla
con bij me
Cora lachten en klapte in de handen als
een verheugd kind. Dat was juist het idee
dat zij ook had. Ze klopte haar metgezel
op den schouder.
„Maar we konden veel beter wachten, tot
ze weggaat", zei ze. „Doe de deur open
met je sleutel. Het is frisch in de avond
lucht en ik heb zin om wat te eten. We
zijn ons diner misgeloopen met ai die
drukte."
De deur ging open en sloct zich zacht
weer en de twee samenzweerders waren
verdwenen. Woedend liep Mark op het
huis toe, haastig .gevolgd door Mary.
„Wat gaat u in 's hemelsnaam doen 1"
vroeg ze angstig. „Wilt u met uw ongeduld
alles bederven? O, als u wist welke geva
ren daar in alle hoeken verborgen liggen
Mark beet zich op de lippen. Er waren
nog heel wat moeilijkheden te overuinnen;
dat werd hem meer cn meer duidelijk.
HOOFDSTUK XXX.
In de villa.
Beatrice, was onbewust van ?t gevaar, dat
haar dreigde, naar Wandsworth gegaan.
Satoris was eerst in een best humeur, om
dat zijn toeleg om Richford te ruineeren,
zoo schitterend gelukt was. De kreupele
wetende hoe innerlijk-rot de zaken van
Richford waren, had uit wraak dat de
beursman niet aan zijn bevelen gehoor
zaamde en in de eerste plaats eigen belan
gen najoeg, door zijn handlangers geruch
ten in de City laten verspreiden, die het
vertrouwen in Richford hadden geschokt en
zoo geleid hadden tot een débacle.
Satoris had genoeg van een bondgenoot
die zich niet naar zijn hand liet zetten en
had tot dit middel zijn toevlucht genomen
om zich van hem te bevrijden. Richford zou
het land moeten verlaten om nooit weer
terug te komen en hij zou zijn gezicht
nooit meer op Audley Place vertoonen,
evenmin als elders in Engeland.
Maar het bezoek van de twee Barmanen
had Satoris' goede stemming wel grondig
bedorvenToen Berrington de aanvallers
verjaagd had, ging juist de bel van de
voordeur en zij zou nog eenige malen moe
ten gaan voor de bezoekster zou worden
toegelaten. Maar hoe dat kwam kan beter
in een volgend hoofdstuk worden verteld.
Beatrice moest dus tamelijk lang wach
ten op de stoep van het geheimzinnige huis
op Audley Place en als dat wachten nog
even langer had geduurd of als Mary niet
op den hoek van het plein uit de taxi v as
gestapt, was de waarschuwing om riet bin
nen te gaan, nog op tijd gekomen. Het was
ook wel een ongelukige samenyoop van
omstandigheden, dat Beatrice, die .per
spoor naar Wandsworth was gegaan, aan
het station direct een trein had gevonden
en geruimen tijd eerder op Audley Place
was, dan zoowel Mary als het tweetal dat
haar achterna zat om de diamanten, had
den berekend. En het was oiet minder on
gelukkig dat Beatrice niet een halve mi
nuut eerder gevolg had gegeven aan baar
voornemen, om nu er niet werd openge
daan en het in huis overal donker bleef,
maar weer weg te gaan in de veronderstel
ling, dat er niemand in huis was en Ber
rington inmiddels misschien zijn vrijheid
had teruggekregen.
Maar zooal het zoo vaak in het leven
gaat, kleinigheden en toevalligheden spe
len soms een beslissende rol en ,oo ging
juist op het oogenblik dat het meije rechts-
omkeerd wilde maken en even voordat Ma
ry hel huis bereikt had, de voordeur open.
In de hall zag ze een kleinen man in een
ziekenstoel, die de deur scheen geopend te
hebben. Het verbaasde Beatrice niet, na
hetgeen ze van Berrington en Field had
gehoord, dezen invalide hier te vinden,
maar toch gaf het haar een pijnlijken schok
van aangezicht tot aangezicht te slaan met
den man, die waarschijnlijk medeplichtig
was aan de verdwijning van het '.ijk van
haar vader. Ze hoopte nu maar dat hij
haar zoo gauw mogelijk in de tegenwoordig
heid van Berrington zou brengen, op wiens
verzoek ze hier immers gekomen was.
Hij begroette haar met een „Goeden
avond, mevrouw Richford", wat haar het
eerste oogenblik verbaasde. Maar ze be
greep onmiddellijk dat hij natuurlijk van
dit bezoek aan zijn gevangene op de
hoogte was.
„Ik heb een brief van mijn vriend, kolo
nel Berrington, gekregen", zei Beatrice
koel. „Hij vroeg mij of ik hem hier wilde
opzoeken. Ik kan hem zeker wel direct
ontmoeten
„Ik twijfel er niet aan", antwoordde Sa
toris droog, „of de kolonel heeft gegronde
redenen gehad om u tot dit bezoek uit te
noodigen; eerlijk gezegd deed hij het om mij
een genoegen te doen, omdat ik graag een
onderhoud met u wilde hebben. Maar me
neer Berirngton is op het oogenblik uit,
Hij logeert hier zoals u wel begrepen zult
hebben en zal wel terug zijn voor u heen-
gaat."
Beatrice voelde zich heclemaal niet op.
haar gemak. Ze wist dat de man loog en
begon te vreezen dat haar een valstrik was
gespannen, mischien was de brief wel een
vervalschingMaar waarom De kreupele
kontoch niet weten dat zij diamanten in
haar tasch had ze had den brief ontvan
gen vóór ze de kostbare juweelen aan den
hoteldirecteur teruggevraagd had. Maar er
flitste haar direct een andere mogelijkheid
door den geest: 31s ze inderdaad hierheen
gelokt was, stond dat misschien in verband
met de verdwijning van het lichaam van
haar vader, waaraan deze invalide ver
moedelijk debet was en als dit zoo mocht
zijn wilde ze hooren wat hij te vertellen
had. Dus voldeed ze, dapper als ze was, aan
zijn verzoek om hem te volgen.
„Dozen kant", zei Satoris rustig, „daar
is het gezellig. De avonden zijn koel, we
kunnen best een vuurtje hebben en ik heb
daar prachtige bloemen en planten die u
zeker zult bewonderen."
Beatrice liet ondanks zichzelf een kreet
van verrukking horen toen ze den winter
tuin zag. De weelde van bloemen en de
zwoele atmosfeer deden het eerste oogen
blik een soort verdooving over haar ko
men, maar ze wierp die met kracht van
zich af en was op haar hoede. Ze ontweck
dan ook zooveel mogelijk een rechtstreeks
antwoord op de vragen die die kleine man
haar stelde over haar vader, cn ze conclu
deerde dat haar vermoeden dat ze in ver
band met hem hierheen gelokt was, nog
zoo verkeerd niet was. Neen, ze bezat geen
papieren en ze wist ook niet waar ze de
sleutels kon vinden, waarnaar meneer Sa
toris de kreupele had zich als zoodanig
voorgesteld. vroeg.
(Wordt vervolgd).