DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND De Slavin van het Zwijgen ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1930 DE LE1DSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 IN HET KRELAGEHUIS TE HAARLEM is Donderdag de groote Dahlia- en Bloemen-Tentoonstelling geopend. De Royal Velvet, een nieuwe dahliasoort, bekerwinnaar. Inzender Carlee, Haarlem G e n v e. Kct meer van Genève is een uitgezochte plek om er genoegclijk te keuvelen. De heeren diplomaten hebben dat indertijd zeer goed bekeken, maar het was dom van de volken om dat goed. te vinden. Want hoe pret tiger het leven in Genève is, des te langer rek ken zij de debatten en des te minder resultaten worden er geboekt. Zooals bekend heeft Briand zijn pan-Europa- plan ook naar Genève moeten dragen. De mo gendheden, die er geen zin in hadden, ston den erop, dat het plan besproken zou worden in „Volkenbondssfeer", wat inderdaad het beste middel is om een zaak zoodanig op de lange baan te schuiven, dat zij eindelijk belandt in de groote algemeene doofpot. De Volkenbond heeft zich thans van het Ver- eenigde Staten-idee van Briand meester ge maakt en zal het naarstig gaan bestudeeren. Dan komt er een rapport, komen breedvoerige discussies, wordt de zaak weer verwezen naar een commissie, moeten er onderlinge bespre kingen worden gevoerd, hetwelk tenslotte al les leidt tot een compromis, dat niet gerati ficeerd wordt en onuitgevoerd blijft. Deliberante senatu Saguntum periit. Terwijl de senaat delibereerde ging Sagunte ten gronde Protectie. Iedereen was het bij de vóór-bespreking van het plan-Briand te Genève erover eens, dat er iets gedaan moest worden om de toenemende tarievenplaag te keeren. En intusschen doet men z'n best om zooveel mogelijk de tarieven op te voeren. Deze week heeft Curtius, de Duitsche mi nister van buitenlandsche zaken, de bescher mende politiek van zijn regeering te Gencve aldus verdedigd. „Het was de plicht van de Duitsche regee ring, de landbouwproductie te beschermen te gen overstrooming van Duitschland met pro ducten uit andere landen, wat den ondergang van den Duitschen landbouw ten gevolge zou hebben, Geen regeering kan bij den huidigen oeconomischen toestand rustig aanzien, dat de graanprijzen in den loop van anderhalf jaar met 40 tot 50 pet. dalen. Iedere regeering zal, zoo lang zij alleen blijft staan, daartegen auto nome noodmaatregelen moeten treffen. Duitsch land heeft zijn landbouwtarieven niet het eerst en niet het ergst verhoogd". Curtius kon verzekeren, „dat het eenige doel van de getroffen maatregel was aan den eigen landbouw de prijzen te waarborgen, die althans ,een bestaan aan dien landbouw mogelijk ma ken zoolang de tegenwoordige ongeorganiseer de toestand van Europa blijft voortduren". Het is niet te vermijden, dat een land de maatrege len voor zich zelf treft, die „het noodig acht om zijn oeconomische bestaan te redden". Hoe wel Curtius deze noodmaatregelen in de tegen woordige omstandigheden als onvermijdeijk moet verdedigen, wilde hij „met grooten nadruk verklaren, dat men moet zoeken naar betere oecenomische vormen, die de afzonderlijke lan den van een dergelijke noodzakelijkheid be vrijdt". Aldus minister Curtius die in zijn met „groo ten nadruk" afgelegde verklaring een illusie aanduidde waarvan niemand voorshands een verwezenlijking zal verwachten. Het is ook zooveel eenvoudiger de tarieven te verhoogen dan „oeconomische vormen" te zoeken en te vinden die de landen van de noodzakelijkeid van heffing van beschermende rechten zouden ontslaan. Het laatste voorbeeld van een land waar men werkloosheid en malaise aangrijpt om het ta rief te verhoogen is Canada. De conservatieven zijn daor de liberalen aan de regeering opge volgd. Zij hebben den verkiczingstrijd ge voerd en gewonnen onder de leus van sterker bescherming. Een van de eerste daden van de nieuwe regeering is de indiening van een ta- riefwet geweest, waarbij talrijke posten ver hoogd worden. Dit is echter nog maar een be gin, want de eerste-minister Bennett heeft bij de indiening verklaard dat men in de volgende zitting van het parlement nog tot een alge meene herziening zal moeten overgaan. Van het nieuwe tarief is echter reeds te verwach ten dat de invoer uit de Vereenigde Staten sterk beknot en de verschepingen uit Europa naar Canada beperkt zullen worden. Ten deele is de nieuwe maatregel een ant woord op het nieuwe ultra-protectionistische tarief van de Vereenigde Staten, want in ver scheidene gevallen betalen Amerikaansche in voerartikelen hoogere rechten dan Europee- sche, speciaal natuurlijk Britsche, die een voorkeursrecht genieten. De tarieven op land bouwwerktuigen en -gereedschappen uit de Vereenigde Staten worden zelfs met 300 tot 400 pet. verhoogd. Voor zulke artikelen uit andere vreemde landen wordt het tarief ver dubbeld, terwijl zij uit Engeland nog altijd vrij van invoerrecht worden toegelaten. Men kan niet ontkennen dat de Amerikanen de wedervergelding die Canada neemt, aan zichzelven te wijten hebben, maar het blijft een feit, dat het protectionisme met zijn kwade ge volgen twee landen van elkaar begint te ver vreemden die, er prat op gingen, dat aan hun wederzijdsche grens meer dan honderd jaar geen enkel verdedigingswerk noodig is ge weest. De „N. R. Crt." schrijft in dit verband: Laat men, ondanks de wenschen die van vele zijden te Genève zijn geuit, zich toch vooral geen overdreven voorstellingen maken van een succes van een tweede economische wereldcon ferentie. Rijksdagverkiezingen. De Rijks dagverkiezingen, welke Zondag j.l. hebben plaats gevonden in Duitschland, hebben wel een onverwacht resultaat gehad. De nazi's, d.w.z. de nationaal-sociaisten, de partij van de extremisten Hitier en Goebbels, hebben een ge weldig succes gehad. Van 12 zetels in den vori- gen rijksdag zijn zij gestegen tot 107 zetels in den nieuwen rijksdag; alzoo een bijna tienvou dige verdubbeling. Om de jongste rijksdagverkiezingen goed te begrijpen is het nuttig ze in verband te brengen met de dingen, die vlak achter ons liggen, maar welke reeds bijna geheel vergeten schijnen te Stresemann wilde om redenen die deels van persoonljiken aard waren tot allen prijs de ontruiming van het Rijnland bewerken. Hij was bereid daarvoor offers van Duitschland te vergen, die volgens velen te zwaar waren. Hij zette zijn plannen echter door en slaagde er in Den Haag in Muller en de andere leden van diens kabinet tot zijn inzichten over te halen. Deze heeren hechtten dus hun fiat aan het Youngplan en legden dat vervolgens aan den rijksdag voor. Na eenig tegenstribbelen heeft de vorige rijksdag tenslotte het Young-plan geslikt en is eraan gestorven. Hij is gestrand, omdat hij eerst het Young-plan aannam, maar daarna geen kans zag de basis te scheppen op grond waarvan dat plan op den duur uitgevoerd zou kunnen worden. Hieruit volgt direct de bijzondere taak, die de nieuwe Rijksdag in aller eerste instantie te volbrengen heeft. Deze nieuwe Rijksdag heeft de mogelijkheid te scheppen het zeer voorbarig onderteekende Young-plan in duurzame bewe ging te zetten en dat is al. Alle andere din gen, die men tijdens de verkiezingscampagne naar voren geschoven heeft, komen eerst op de tweede of derde plaats, In het licht hiervan krijgt de dag van Zon dag wel een bijzondere beteekenis. Immers wij zien, dat bijna negen millioen menschfen voor de sociaal-democratische partij gestemd heb ben, dus voor die partij, die wel het Young- plan onderteekende, maar ijlings in de opposi tie vluchtte toen het er op aankwam de zeer weinig populaire maatregelen te treffen, wel ke noodzakelijk waren om het gegeven woord gestand te blijven. Voorts hebben zes en een half millioen men- schen hun stem aan de nazi's gegeven, d.w.z. aan die partij, die de verscheuring van het Young-plan in zijn pogramma heeft staan. Vier en een half millioen stemden communistisch en dus ook voor de niet-vervulling van de aan gegane verbintenissen. Hier staat tegenover, dat die fracties, welke onder leiding van Brü- ning naar een eerbaren uitweg uit de moeilijk heden zochten eenvoudig weg gedecimeerd werden. In den vorigen Rijksdag vormde het Kabinet Brüning een minderheidsregeering die tegen een overwicht van slechts vijftien stem men te kampen had. Maar in den nieuwen Rijksdag is dat overwicht tot 164 stemmen aan gegroeid. Inmiddels zou men verkeerd doen deze zaak al te tragisch op te vatten. Gelijk reeds ge zegd heeft de regeering om voor de hand lig gende redenen het zorgvuldig vermeden het Young-plan in het middelpunt van de verkie zingen te stellen. Zij heeft een beetje om den kern der zaak heen geredekaveld en de zeer kritieklooze Duitschers hebben haar willig op de zijwegen gevolgd. Wat nu? Inmiddels is het n»- nog te vroeg om zich in eventueele regeeringscombi- naties te verdiepen. Brüning is er de man niet naar nu aan den haal te gaan. Hij zal waar schijnlijk op den 14den October voor het parlement treden en daar allereerst een fiat vragen op de noodverordeningen, welke hij in den tusschentijd uitgevaardigd heeft. Zal daar na probeeren met zijn zeer kleine minderheid verder te regeeren of zal hij naar een uitbouw van zijn regeeringsbasis streven. En zoo ja, zal hij steun bij rechts of bij links zoeken. Het is bekend, dat Brüning er niets voor voelt met de socialisten samen te werken en dat hij vast en stellig op zijn bondgenoot Tre- viranus gerekend had. Deze laatste is echter zeer smadelijk uit den oven te voorschijn ge komen en speelt met zijn vijf heele zetels, wel ke hij heeft weten te bemachtigen, als bond genoot geen rol van eenige beteekenis meer. Brüning zal dus aansluiting moeten zoeken hetzij bij de nazi's, hetzij bij de" soci's. Om boven ontvouwde redenen spreekt er veel voor samenwerking met de socialisten. Immers deze hebben de volle verantwoordelijk heid voor het Young-plan aanvaard en nu is het oirbaar, dat zij ook opdraaien voor de uit voering ervan. Hier echter doet zich een-moei lijkheid van een geheel nieuwen vorm voor. Communisten en nationaal socialisten hebben samen 183 van de 575 stemmen. Dat is natuur lijk een minderheid maar wie de heeren kent weet, dat ze voldoende lawaai, oppositie en sabotage kunnen ontwikkelen om een geregelde gang van het parlement totaal te ontwrichten. Dit gezichtspunt lijkt misschien overdreven, maar wie de heeren wel eens aan den gang heeft gezien kan zich onmogelijk een Rijks dagzitting voorstellen, gepresideerd door een socialist en met een of meer socialistische mi nisters op de regeeringsbanken. Zulke zittingen zouden niet alleen standvastelijk onder het dreigement van moord en doodslag staan, maar ook de dagorder zou niet gehandhaafd kun nen worden. Echter, dat is een zorg voor later. Loebe zelf breekt zich momenteel het hoofd over de vraag, waar en hoe hij zijn schapen onder moet brengen. Zijn zittingzaal is berekend op 397 leden. Met kunst en vliegwerk heeft men bij de laatste zitting 491 ondergebracht. Maar nu is het aantal leden tot 576 gestegen en wil men deze vijf en tachtig heeren onder brengen, dan moet men eigenlijk een nieuwen Rijksdag bou- RECHTZAKEN GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE. DE MOORDZAAK-LANS DERDE DAG. Voortzetting van het getuigenverhoor. Het Gerechthof heeft gister het getui genverhoor in deze zaak voortgezet. Na gehouden appèl nominaal bleken we derom eenige getuigen niet te zijn versche nen. Allereerst ivordt gehoord getuige J. Po lak, accountant to Rotterdam, die eenige mcdedeelingen doet over de chèquc-boek- jes op liet kantoor van De Haas. Ook de kantoorbediende J. Kamerbeek en getuige Larooy doen hieromtrent mede- deelingen. Volgende getuige is mevr. W. Weijne— Waarders, die verklaart, dat door ver dachte verschillende bedragen op haar re kening zijn gestort. Voorts zegt getuige» dat zij op den avond van den moord ver dachte bij haar thuis is gekomen, waar hij getracht heeft het kantoor van de Haas op te bellen. Dit is hem toen niet gelukt. Daarna heeft verdachte de politie opge beld en'getuige heeft hem daarbij hooren zeggen: „Maar zeg dan tock, wat er is Toen hij de haak had opgehangen, zeide hij: „Het is te verschrikkelijk om te zeg gen, Lans is vermoord". Hij is toen weg gegaan en later op den avond weer terug gekomen, voordat hij naar Den Haag te rugging. Op dien avond heeft getuige niet bijzonders aan de kleeren van verdachte bemerkt. Getuige kon niet zien, of hij er scheur iu zijn broek had, want verdachte had toen een blauwe winterjas aan. Voorts verklaart getuige, dat verdachte haar of Maandag een sleutel heeft gegeven om dien te bewaren. Getuige vond dit wel wat vreemd en den daarop volgenden Donderdag heeft zij den sleutel weer willen teruggeven. Verdachte antwoordde hierop: „Neen, houdt hem nog maar, dat beteekent niets! Vrijdag echter is getuige naar Den Haag gegaan, met de bedoeling om den sleutel toch aan ver dachte terug te geven. Deze was naar Am sterdam en daarom heeft zij den sleutel aan verdachte's echtgenoote gegeven. President: Wat zegt u hierop verdachte? Verdachte: Het is zooals getuige zegt. Maar ik was toen erg zenuwachtig. Getuige: Ja, verdachte was ai die dagen zenuwachtig. Tusschen mr. Kokosky en getuige ontspint zich daarna een moeilijk te volgen gesprek over de reparatie van de broek. Getuige zegt verder, dat verdachte in den regel om half een bij haar kwam kof fiedrinken. 's Maandags kwam hij altijd en soms nog wel op andere dagen. Mr. de Visser: Vond u het niet vreemd, dat verdachte op den dag na den moord eerst om 2 uur bij u kwam? Getuige: Neen, het was half twee. Bo vendien is het niet vreemd, want verdacht© liep wel vaker bij mij binnen. Daarna wordt gehoord getuige D. Noor- dermeer, agent van politie. Deze heeft op 9 December bij den Hanenburglaan te Den Haag eenige sleutels opgevischt. Getuige C. L. M. Logger-Delfgauw, vio liste, kent de familie van verdachte reeds geruimen tijd en zij gaf den laatsten tijd aan verdachte en zijn vrouw op Donder dagavond vioolles. De vrouw van verdachte kwam haar dan meestal halen en wanneer zij thuis kwa men, was verdachte er ook al. Op Donderdag 29 November 1928 was getuige iets later. Mevr. van Oudheusden was een paar minuten voor acht bij getui ge en zij tusschen kwart over acht en half- negen thuis. Verdachte was eenigszins ge agiteerd, en hij gaf zijn vrouw een hand. Dit deed hij anders nooit. Later was hij nogal zenuwachtig en toen mevrouw v. O. vroeg: „Is er iets", antwoordde verdachte ontkennend. Den volgenden dag heeft mevr. v. O. aan getuige gezegd, dat Lans vermoord was. President: U hebt daarop geantwoord: „Dat heb ik wel gedacht". Wat bedoelde U daarmee? Getuige: Ik meende daarmede, dat ver dachte dit had geweten en daarom zoo ontdaan was. Mr. de Visser (tot getuige): U hadfc den indruk, dat verdachte dien avond onna tuurlijk zenuwachtig was. Verdachte: Na 9 uur, mijnheer de pro cureur-generaal. Getuige: Neen, den geheelen avond was u erg zenuwachtig. Verdachte: Praat toch geen onzin. U moet de waarheid zeggen. Mr. Kokosky: U verklaart thans geheel anders dan vroeger. Toen hebt u gezegd, dat er op 29 November niets bijzonders aan verdachte's vioolspel was te merken. Alleen speelde hij slecht, maar dat ge beurde vorige avonden ook. Mr. de Visser: Getuige heeft vroeger aan de politie verklaard, dat zij reeds direct bij haar binnenkomen in het huis van verdach te den indruk heeft gekregen, dat ver dachte ontdaan was. FEUILLETON TJit het Engelsch van FRED. M. WHITE. 47) Mary maakte haar zin niet af, want Mark stak een hand uit en trok haar nog juist bijtijds achter een groep struiken. Er kwa men twee menschen het pad op. Het wa ren Reggie en Cora-; zo bleven op de stoep staan fluisteren. Heb was een stille avond en heb tweetal achter de struiken konden duidelijk hooren wat ze zeiden. „Wat nu?" vroeg de man. „Onze kans afwachten", zei de vrouw. „We kunnen hier toch wel toevallig komen om instructies te vragen of zoo. Satoris moet haar voor belangrijker dingen hebben dan voor een paar onnoozele sleenen. En als hij niets van die steenen afweet. „Geloof maar gerust dat hij dat wel doet Misschien heeft hij haar daarom ook wel hierheen gelokt.... in de hoop, dat ze ze niet onbewaakt zal durven laten en bij zich hebben. Hij is er heusch niet vies van. Neen ik ben erg bang dat we te 'aal zijn, door dat die lamme taxi niet verder wi'de. Maar als we nog het geluk hebben die diamanten in handen te krijgen „Kan Rïchford naar de centen fluiten?" vulde de edele Cora aan. „En dan zouden we morgen oin dezen tijd méér geld hebben, dan we ooit hadden durven droomeu", vervolgde Reggie, nu ;weer iets hoopvoller door het schitterende vooruitzicht. Ik houd anders niet van der gelijke gevaarlijke karweitjes geweld ge bruiken is mijn genre niet. Als we de stee nen krijgen, moeten we ze maar zoo gauw mogelijk van de hand doen. Dan gaan we er vandoor en moeten de Radjah en Sato ris inaar hun eigen boontjes dopj en, wat zeg jij „Dat je groot gelijk hebtHoe eerder hoe liever. Maar hoe wou je de schoone Beatrice haar schat ontfutselen?" „Het is hier -stil en ik heb mijn reukfla con bij me Cora lachten en klapte in de handen als een verheugd kind. Dat was juist het idee dat zij ook had. Ze klopte haar metgezel op den schouder. „Maar we konden veel beter wachten, tot ze weggaat", zei ze. „Doe de deur open met je sleutel. Het is frisch in de avond lucht en ik heb zin om wat te eten. We zijn ons diner misgeloopen met ai die drukte." De deur ging open en sloct zich zacht weer en de twee samenzweerders waren verdwenen. Woedend liep Mark op het huis toe, haastig .gevolgd door Mary. „Wat gaat u in 's hemelsnaam doen 1" vroeg ze angstig. „Wilt u met uw ongeduld alles bederven? O, als u wist welke geva ren daar in alle hoeken verborgen liggen Mark beet zich op de lippen. Er waren nog heel wat moeilijkheden te overuinnen; dat werd hem meer cn meer duidelijk. HOOFDSTUK XXX. In de villa. Beatrice, was onbewust van ?t gevaar, dat haar dreigde, naar Wandsworth gegaan. Satoris was eerst in een best humeur, om dat zijn toeleg om Richford te ruineeren, zoo schitterend gelukt was. De kreupele wetende hoe innerlijk-rot de zaken van Richford waren, had uit wraak dat de beursman niet aan zijn bevelen gehoor zaamde en in de eerste plaats eigen belan gen najoeg, door zijn handlangers geruch ten in de City laten verspreiden, die het vertrouwen in Richford hadden geschokt en zoo geleid hadden tot een débacle. Satoris had genoeg van een bondgenoot die zich niet naar zijn hand liet zetten en had tot dit middel zijn toevlucht genomen om zich van hem te bevrijden. Richford zou het land moeten verlaten om nooit weer terug te komen en hij zou zijn gezicht nooit meer op Audley Place vertoonen, evenmin als elders in Engeland. Maar het bezoek van de twee Barmanen had Satoris' goede stemming wel grondig bedorvenToen Berrington de aanvallers verjaagd had, ging juist de bel van de voordeur en zij zou nog eenige malen moe ten gaan voor de bezoekster zou worden toegelaten. Maar hoe dat kwam kan beter in een volgend hoofdstuk worden verteld. Beatrice moest dus tamelijk lang wach ten op de stoep van het geheimzinnige huis op Audley Place en als dat wachten nog even langer had geduurd of als Mary niet op den hoek van het plein uit de taxi v as gestapt, was de waarschuwing om riet bin nen te gaan, nog op tijd gekomen. Het was ook wel een ongelukige samenyoop van omstandigheden, dat Beatrice, die .per spoor naar Wandsworth was gegaan, aan het station direct een trein had gevonden en geruimen tijd eerder op Audley Place was, dan zoowel Mary als het tweetal dat haar achterna zat om de diamanten, had den berekend. En het was oiet minder on gelukkig dat Beatrice niet een halve mi nuut eerder gevolg had gegeven aan baar voornemen, om nu er niet werd openge daan en het in huis overal donker bleef, maar weer weg te gaan in de veronderstel ling, dat er niemand in huis was en Ber rington inmiddels misschien zijn vrijheid had teruggekregen. Maar zooal het zoo vaak in het leven gaat, kleinigheden en toevalligheden spe len soms een beslissende rol en ,oo ging juist op het oogenblik dat het meije rechts- omkeerd wilde maken en even voordat Ma ry hel huis bereikt had, de voordeur open. In de hall zag ze een kleinen man in een ziekenstoel, die de deur scheen geopend te hebben. Het verbaasde Beatrice niet, na hetgeen ze van Berrington en Field had gehoord, dezen invalide hier te vinden, maar toch gaf het haar een pijnlijken schok van aangezicht tot aangezicht te slaan met den man, die waarschijnlijk medeplichtig was aan de verdwijning van het '.ijk van haar vader. Ze hoopte nu maar dat hij haar zoo gauw mogelijk in de tegenwoordig heid van Berrington zou brengen, op wiens verzoek ze hier immers gekomen was. Hij begroette haar met een „Goeden avond, mevrouw Richford", wat haar het eerste oogenblik verbaasde. Maar ze be greep onmiddellijk dat hij natuurlijk van dit bezoek aan zijn gevangene op de hoogte was. „Ik heb een brief van mijn vriend, kolo nel Berrington, gekregen", zei Beatrice koel. „Hij vroeg mij of ik hem hier wilde opzoeken. Ik kan hem zeker wel direct ontmoeten „Ik twijfel er niet aan", antwoordde Sa toris droog, „of de kolonel heeft gegronde redenen gehad om u tot dit bezoek uit te noodigen; eerlijk gezegd deed hij het om mij een genoegen te doen, omdat ik graag een onderhoud met u wilde hebben. Maar me neer Berirngton is op het oogenblik uit, Hij logeert hier zoals u wel begrepen zult hebben en zal wel terug zijn voor u heen- gaat." Beatrice voelde zich heclemaal niet op. haar gemak. Ze wist dat de man loog en begon te vreezen dat haar een valstrik was gespannen, mischien was de brief wel een vervalschingMaar waarom De kreupele kontoch niet weten dat zij diamanten in haar tasch had ze had den brief ontvan gen vóór ze de kostbare juweelen aan den hoteldirecteur teruggevraagd had. Maar er flitste haar direct een andere mogelijkheid door den geest: 31s ze inderdaad hierheen gelokt was, stond dat misschien in verband met de verdwijning van het lichaam van haar vader, waaraan deze invalide ver moedelijk debet was en als dit zoo mocht zijn wilde ze hooren wat hij te vertellen had. Dus voldeed ze, dapper als ze was, aan zijn verzoek om hem te volgen. „Dozen kant", zei Satoris rustig, „daar is het gezellig. De avonden zijn koel, we kunnen best een vuurtje hebben en ik heb daar prachtige bloemen en planten die u zeker zult bewonderen." Beatrice liet ondanks zichzelf een kreet van verrukking horen toen ze den winter tuin zag. De weelde van bloemen en de zwoele atmosfeer deden het eerste oogen blik een soort verdooving over haar ko men, maar ze wierp die met kracht van zich af en was op haar hoede. Ze ontweck dan ook zooveel mogelijk een rechtstreeks antwoord op de vragen die die kleine man haar stelde over haar vader, cn ze conclu deerde dat haar vermoeden dat ze in ver band met hem hierheen gelokt was, nog zoo verkeerd niet was. Neen, ze bezat geen papieren en ze wist ook niet waar ze de sleutels kon vinden, waarnaar meneer Sa toris de kreupele had zich als zoodanig voorgesteld. vroeg. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 13