GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
De Slavin van het
Zwijgen
WOENSDAG 3 SEPTEMBER 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. S
Na langdurige bespreking besluit de Raad tot in
stelling van gemeentelijke radio-distributie
OVERZICHT.
Zooa-ls telkenjare op den eersten Dins
dag in September, waren ook gisteren in
den Raad vele benoemingen aan de orde:
de eerste twintig punten van de agenda.
Bij twee punten willen wij een enkele
kantteekening maken.
Benoemd moest worden een lid der
Commissie van Toezicht op het Middel
baar Onderwijs (vacature A. L. Reimerin-
ger). Aanbevolen waren door de Commis
sie de heeren: lo. C. L. van Buuren, 2o.
Jhr. C. C. Roëll. De Raadsmeerderheid
heeft echter benoemd den heer J. G. van
Es, anti-rev., bestuurslid van de Chr. H.
B. S., overwegende dat in genoemde Com
missie geen enkel Protestantsch Christelijk
lid zitting heeft. (Van katholieke zijde is
notaris mr. Coebergh lid dezer Commissie)
Voor de benoeming van een tijdelijk
leeraar(es) in het Duitsch aan de Hoogeré
Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor
den cursus 19301931, bevalen B. en W.
aan: lo. mej. L. C. J. Wery, 2o. den heer
J. W. Veenhof. Wethouder Reimeringer
kwam mededeelen, dat de Commissie van
Toezicht een omgekeerde volgorde had
gewenscht, waarop de wethouder van on
derwijs mr. Tepe de aanbeveling van B.
en W. verdedigde. De Raad benoemde, met
10 stemmen tegen, de (katholieke) candi
date mej. L. C. J. Wery.
Nadat over enkele andere agenda-pun
ten een en ander was gezegd, kwam aan de
orde het voorstel inzake den bouw van
een brug over het Galgewater tusschen
den Haagweg en den Morsohweg. De heer
Manders verdedigde hierbij het denkbeeld
om de doorvaartwijdte van de brug bree
der te maken dan door B. en W. voorge
steld, welk denkbeeld, o. m. door wethou
der Splinter bestreden, weinig steun vond.
De middagzitting werd besloten met een
vergadering met gesloten deuren, waarna
nog een paar voorstellen zonder hoofde
lijke stemming werden aangenomen.
De avondvergadering was gewijd aan
het vraagstuk van de radio-distributie.
Zooals bekend, was het voorstel van B. en
W., om van gemeentewege een radio-dis
tributiebedrijf op te richten, en over te
nemen het reeds te Leiden bestaande par
ticuliere radio-distributiebedrijf. En dit
voorstel is.... aangenomen met groo-
te meerderheid, terwijl ieder tijdens de
langdurige discussie 'n verwerping
van het voorstel zooal niet zeker dan toch
zeer waarschijnlijk zou hebben geacht 1 En
er was ook inderdaad o. i. een meerder
heid in den Raad tegen gemeentelijke
radio-distributie, zij 't dan ook op ver
schillende motieven, maar die meerderheid
was verdeeld over de vraag: wat moet er
dan gebeuren als er geen gemeentelijke
radio-distributie komt. En dank zij deze
verdeeldheid is het voorstel- van B. en W.
aangenomen. Wij kunnen er niet blij mee
zijn!
16o. Benoeming van een lid en van een
plaatswervangend lid van de Commissie
van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het
Reglement voor de werklieden in dienst
van de gemeente Leiden, (aftredend: de
H.H. Mr. H. F. A. Donders en F. Eiker
bout).
De aftredenden worden benoemd.
17o. Benoeming van een voorzitter en
van een plaatsvervangend voorzitter der
Commissie van advies, bedoeld in art. 35
van de verordening, regelende den rechts
toestand van de ambtenaren der gemeente
Leiden, (aftredend: de heer Mr. H. F. A.
Donders en vacature Donders als plaats
vervangend vooriztter).
Als voorzitter wordt benoemd de heer
Donders en als plaatsvervangend voorzit
ter de heer Romijn.
18o. Benoeming van een lid der Com-
missie van Toezicht op het Middelbaar On
derwijs (vacature A. L. Reimeringer).
Benoemd wordt de heer v. Es met 15
van de 26 stemmen. Tien stemmen waren
uitgebracht op den heer C. L. v. Buuren.
19o. Benoeming van een tijdelijk leeraar
in de oude talen aan het Gymnasium, voor
den cursus 19301931.
Benoemd wordt de heer W. A. A. v.
Otterlo.
20o. Benoeming van een tijdelijk lee
raards) in het Duitsch aan de Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor den
cursus 19301931.
Benoemd wordt mej. L. C. J. Wery te
Den Haag. Elf st'emmen waren uitgebracht
op den heer Veenhof, alhier. Wethouder
Reimeringer had den heer Veenhof
aanbevolen omdat een mannelijke leer
kracht z.i. beter geschikt was voor een H.
B. S. voor jongens. Wethouder Tepe was
het daarmede niet eens. Z.i. was mej. Wery
een betere leerkracht.
2oa. Benoeming van een tijdelijk leeraar
in de Wiskunde aan het Gymnasum voor
den cursus 19301931.
Benoemd wordt dr. J. D. A. Boks.
20b. Idem als voren van een tijdelijk
leeraar in het Nederlandsch.
Benoemd wordt de heer drs. J. Kamer
beek.
20c. Idem als voren van een tijdelijk
leeraar in de Wiskunde.
Benoemd wordt de heer drs. E. Ch. Mui-
holland.
20d. Idem als voren van een tijdelijk
leeraar in het Fransch.
Benoemd wordt mej. dra. A. M. M. Smit.
21o. Praeadvies op het verzoek van J.
A. Verhoog, om eervol ontslag als Hoofd
opzichter der Gemeentewerken.
De heer Groene v e 1 d heeft verno
men, dat de heer Verhoog weer in een
andere functie zal terugkeeren, nl. aan de
gemeentelijke Woningstichting, hetgeen hij
verkeerd zou achten.
De v o o r z meent dat dit eigenlijk niet
aan de orde is. Gemeentelijke Woning
stichting is geen gemeentedienst. Daarna
z. h. st.
22o. Rekening, dienst 1929, van het Bur
geerlijk Armbestuur.
Goedgekeurd.
23o. Voorstel:
a. tot verhuring van het pakhuis aan
de Lokhorststraat No. 20, aan A. Chris-
tiaanse;
b. tot wijziging van het Raadsbesluit
van 29 Maart 1920, inzake de verhuring
van het perceel Lokhorststraat No. 18, aan
de Wed. C. M. van Halderen.
De heer Kooistra vraagt welke ver
anderingen aangebracht zullen worden aan
perceel 18.
Wethouder Splinter zegt, dat er een
W. C. aangebracht wordt en een plaatsje
bijgetrokken, terwijl de woning wat wordt-
opgeknapt.
24o. Voorstel tot verkoop van een ge
deelte grond aan het verlengde van de
Marnixstraat hoek Molenstraat, Sectie N,
No. 788 ged., aan de R. K. Coöperatie „Een
dracht".
Goedgekeurd.
25o. Voorstel tot gedeeltelijke kwijt
schelding van de pachtsom over het pacht-
jaar Mei 1929—Mei 1930 voor de buffetten
der Stads-Gehoorzaal aan W. F. van Ingen
Schenau Jr. en tot vaststelling van den
desbetreffenden begrootingsstaat.
Goedgekeurd.
26o. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden ten behoeve van het aanbren
gen van eenige voorzieningen in het aan
het Instituut „Kern" verhuurde gedeelte
van hét gebouw ,,'s Gravenstein".
De heer Zitman vindt de gevraagde
som te hoog. Men pakt het veel te uitvoe
rig aan.
Wethouder Splinter meent, dat de
te volgen weg de eenig mogelijke is.
De heer Zitman: Kan de huurster nu
niet wat meer huur betalen, bij zoo'n kost
bare verbetering?
Wethouder Splinter: De huur is
pas verhoogd. Daarna z. h. st. aangeno
men.
27o. Voorstel tot toekenning van een
periodieke verhooging van wedde bij ver
vroeging. aan den Geneesheer-Directeur
van de gestichten „Endegeest", „Voorgeest"
en „Rhijngeest".
De heer Ivooistr'a verzoekt tevens
de salarissen der ambtenaren te herzien.
Aangenomen.
28o. Praeadavies op de verzoeken van
den Marktkoopliedenbond voor Leiden en
Omstreken „Ons Belang" en van den Ne-
derlandschen Bond van Marktkooplieden-
vereenigingen, in zake het aanbrengen van
verschillende wijzigingen in de regelingen
betreffende de Algemeene Markten.
Z. h. st. of discussie aangenomen. Het
adres van de Marktkooplieden tot uitstel
is daarmede terzijde gelegd.
De brug over het Galgewater.
29o. Voorstel tot beschikbaarsteUing
van gelden ten behoeve van den bouw van
een brug over het Galgewater c.a. tusschen
den Haagweg on den Morschweg, ten wes
ten van de spoorbrug in de lijn naar Woer
den.
De heer Manders wijst erop, dat het
vervoer te water zich evenzeer ontwikkelt
als dat te land en in de lucht. De schepen
worden steeds grooter. Spr. acht derhalve
een doorvaartwijdte van 7.55 M. niet meer
voldoende. Dat was een wijdte, waarmee
men voor 50 jaar genoegen nam. In de
stad zijn vele bruggen ook te nauw en een
belemmering voor de scheepvaart. Laten
wij thans beginnen met bruggen met
breedere doorvaartwijdte. De Nieuwe Ha-
venbrug wordt 11 M. en ook andere nieu
we bruggen welke door het Rijk gebouwd
worden, hebben een grootere wijdte. Spr.
wensoht .voor de Galgewaterbrug een wijd
te van 10 M. of minstens 8.75 M. De meer
dere kosten- wegen ruimschoots op tegen
het voordeel voor handel en industrie in
onze stad.
De heer Wilbrink is het met den
heer Manders een§, dat in het algemeen
bruggen zoo wijd mogelijk moeten zijn,
maar er is een zekere begrenzing. Hier is
geen enkele reden om de wijdte zoo groot
te maken. De Havenbrug is zoo breed om
dat de schepen daar een draai moeten
nemen. Door de Galgewaterbrug zullen
nooit grootere schepen komen, omdat deze
onherroepelijk vast zouden loopen in de
Turfmarkt. Een omvaart buiten de stad
zal er niet zoo spoedig komen. Spreker
vestigt verder de aandacht op de belang
rijke kosten, welke met verbreeding ge
paard gaan. Spr. acht verbreeding in het
geheel niet noodig. Verder moeten wij ook
rekening houden met de Spoorweg Mij. Hij
ontraadt het voorstel-Manders.
De heer Schiiller meent, dat het
voorstel-Manders geen practisch nut heeft.
Tien meter verder ligt een spoorbrug van
7.50 M. waarover de stad g(
heeft.
De heer Eikerbout vraagt of deze
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Donderdag 4 September
Huizen. Na 6 uur 1071 M.
8.009.15 KRO. Gramofoonpl.
10.0010.30 NCRV. Zang door Dames-
koortje.
10.3011.00 Ziekendienst.
11.30—12.00 KRO. Godsdienstig half
uurtje.
12.001.30 KRO. Ooncert. KRO.-Trio.
1.302.00 KRO. Gramofoonpl.
2.002.45 NCRV. Gramofoonpl.
2.453.45 NCRV. Cursus Handwerken.
4.005.00 NCRV. Ziekenuurtje.
5.006.30 NCRV. Concert. Mevr. de
Knegtter Haar (sopraan). L. v. d. Lek
(hobo en viool). Mej. Rie Bel (piano).
6.306.40 NCRV. Koersen.
6.406.45 NCRV. Gramofoonpl.
6.457.00 NCRV. Knipcursus.
7.008.00 NCRV. Orgelconcert door W.
Oranje.
8.00—11.00 NCRV. Ds. J. Petri: „De
Fantasie als Levensbeeld". Muzik. rnedew.
Chr. Radio-Orkest. Jo v. d. MeeWal
ter (alt).
10.00 Persberichten.
Hilversum, 1875 M.
(Uitsl. AVRO-uitzending).
8.019.45 Gramofoonpl.
10.0110.15 Morgenwijding.
10.3012.00 Concert. Harmonie-orkest v.
d. Gron. Orkest-Vereen.
12.152.00 Concert. AVRO.-Kwintet.
2.002.30 Gramofoonpl.
3.003.30 Gramofoonpl.
3.30—4.00 Voor de dames.
4.005.00 Ziekenuurtje.
5.005.30 Gramofoonpl.
5.306.45 Concert door de Huiskapel
van het Asta-Theater te Den Haag.
6.457.15 Gramofoonpl.
7.157.45 Radio-Volks-Universiteit. Ir.
F. Louwes: „De waarde van het Platteland
voor onze samenleving".
8.019.00 Concert. Omroeporkest.
9.009.30 Zang door Tholen en van Lier.
9.3010.45 Vervolg Concert. Operette
muziek.
10.45 Persberichten.
11.0012.00 Gramofoonpl.
D a v e n t r y, 1554.4 M
10.35 Morgenwijding.
11.05—11.20 Lezing.
12.20 Concert.
1.20 Orgelspel door R. Foort.
2.202.50 Gramofoonpl.
3.20 Kerkdienst.
4.05 Concert.
4.35 Concert. Orkest.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Lezing en Berichten.
6.55 Berichten.
7.00 Trio-concert.
7.207.40 Lezing.
7.50 Orgelspel door R. H. Dixon.
8.20 Concert.
10.05 Berichten.
10.20 Lezing en Berichten.
10.4512.20 Dansmuziek.
12.2012.25 Televisie.
P a r ij s ,.R a d i o P a r i s". 1725 M.
12.502.20 Gramofoonpl.
3.20 Concert.
4.05 Vervolg concert.
4.35 Kamermuziek.
8.20 Concert. Kwartet en solisten.
Langenberg, 473 M.
7.257.50 Gramofoonpl.
7.508.50 Orkestconcert.
10.3512.15 Gramofoonpl.
12.30 Gramofoonpl.
1.252.50 Orkestconcert.
5.506-50 Gramofoonpl.
8.20 Orkestconcert en viool. Intermezzo:
„Die grosse und kleine Weltenstund". Spel
van L. Oeser. Na afloop: tot 12.20 Dans
muziek.
Kalundborg, 1153 M.
12.202.20 Orkestconcert.
3.20—5.20 Orkestooncert en viool.
8.358.55 Lied eren-voordracht.
8.552.20 Dansmuziek.
Brussel, 508,5 M.
5.20 Trio-concert.
6.50 Gramofoonpl.
8.35 Gramofoonpl.
8.50 Concert. Orkest en solisten.
Z e e s e n, 1635 M.
6.057.20 Lezingen.
7.207.50 Gramofoonpl.
10.2012.20 Lezingen.
12.201.15 Gramofoonpl.
1.151.50 Berichten.
2.203.20 Gramofoonpl.
3.504.50 Lezingen.
4.505.50 Concert.
5.508.50 Lezingen.
8.50 Zang en declamatie.
9.50 Orkestconcert. Daarna tot 12.50:
Dansmuziek.
biug bediend kan worden vanaf de Witte
Poort.
Wethouder Splinter heeft indertijd
reeds het voorstel van den heer Manders
overwogen, doch heeft daarvoor geen ter
men aanwezig gevonden. De belangen van
de doorgaande scheepvaart eischen geen
grootere breedte, omdat de Rijn slechts
toegang geeft tot Katwijk. Veel toekomst
zit er in deze scheepvaart niet. De stad
heeft er oek geen belang bij, want in
dustrieterrein is daar niet veel gelegen.
Door de brèede Havenbrug zullen waar
schijnlijk geen schepen kunnen passeeren,
<4ie breeder zijn dan 7.50 M. In de .stads-
wateren kunnen ook geen breedere sche
pen passeeren. Wil men de vaart buiten
de stad omleggen, dan zit men toch met
weinig breedere bruggen in de verdere
vaart. Spr. acht een breedere Galgewater
brug geheel zonder raison. Ook spr. ves
tigt de aandacht op de tram. Ook al ma
ken wij een brug van 10 M. dan moet er
toch een spoorbrug komen van 7.50 M.
De heer Manders meent, dat de heer
Wilbrink weer terug wil naar den tijd
van de Batavieren. Wij behoeven toch niet
te kijken naar de bestaande bruggen;
deze zullen toch later geleidelijk worden
vernieuwd. Als wij maar afwachten, ko
men wij nooit tot een breeder vaarwater.
Spr. meent, dat schepen van 900 ton do
Havenbrug kunnen passeeren; waarom
zouden wij niet maken dat zij ook de Gal
gewaterbrug zullen kunnen passeeren. Ze
ker, op het oogenblik is een ruimte grooter
dan 7.50 M. nutteloos, omdat de spoorbrug
niet wijder is, maar dat blijft toch niet
eeuwig. Wij moeten niet kijken naar de
doorgaande vaart, maar naar de plaatse
lijke vaart. Er liggen daar zeer geschikte
industrieterreinen.
De Voorzitter: Die liggen in
Oegstgeest en Voorschoten.
De heer Manders Ja, maar Leiden
is niet met planken afgesloten. Het plaat
selijk belang strekt zich verder uit. Spr.
dient een heel „onschuldig" voorstel in, nl.
om 140.000 beschikbaar te stellen en de
bruggebouw aan te besteden in twee op
gaven, nl. met een doorvaartwijdte van 8
M. en van 8.75 M. en dan naar bevind van
zaken te handelen.
Wethouder Splinter: De heer Man
ders is nooit van zijn standpunt af te bren
gen.
De heer Manders Meneer de voor
zitter, ik vraag het woord voor een per
soonlijk feit. Ik krijg dat verwijt altijd naar
mijn hoofd. Ik vind dat beleedigend.
De v o o r z. handhaaft het woord van
wethouder Splinter.
Wethouder Splinter ziet daarin niets
beleedigends. Hij houdt zich liever aan de
gegevens hem verstrekt door zijn deskun
digen. De heer Manders wil een heel on
schuldig voorstel doen, maar het gaat niet
om het geld. Een brug van 8.75 M. is daar
niet noodig.
Den heer Eikerbout antwoordt spr. dat
deze kwestie nader onderzocht zal wor
den.
De heer Manders vindt de opmer
king van den wethouder toch niet prettig,
al heeft deze er geen beleediging mee
bedoeld.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
FRED. M. WHITE.
32)
In het parterre en op de bovenrangen
waren inmiddels ook rustige mannen opge
staan, wien beheerscht optreden hun me
debezoekers tot kalmte bracht. Vrouwen
snikten en gilden, verscheidene waren
flauw gevallen, maar de paniek was voorbij
en in verwonderlijk korten tijd waren de
zaal en de galerijen ontruimd.
In de vestibule stond een lange rij poli-
tie-agenten, die de bezoekers verder naar
buiten dirigeerden. De brandweer was
ook al op het terrein van den brand aan
wezig en de gehelmde mannen sprongen
over de stoelen heen en legden de slangen
uit. Toen vond Field dat hij wel gaan
kon, maar toen hij zich omdraaide hoorde
hij van het tooneel een luiden gil klin
ken.
Daar stond een meisje, gekleed als een
herderinnetje van Watteau. Ze scheen abso
luut verdoofd van schrik, een pathetisch
figuurtje met haar schilderacuiig costuum
en kapsel.
„Ga terug", brulde Field. „U krijgt zoo
meteen die heele brandende massa op uw
hoofd. Waarom gaat u niet aaar de achter
deur
De tooneelspeelster schudde het hoofd.
De tranen liepen haar over het gezicht.
„Dat kan niet meer", snikte ze. ..Daar
staat alles in lichte laaie. Ik was in mijn
kleedkamer en heb niets gemerkt van het
uitbreken van den brand, waarom kan
niemand mij redden?"
Field zag onmiddellijk, dat het arme
meisje te veel over stuur was om iets t6
doen. Zonder zich een oogenblik te beden
ken liet Field zich in de orkestruimte glij
den en klauterde op het tooneel. De vlam
menzee deed hem even terugdeinzen
maar ook niet langer dan een seconde. Hij
zag dat de pruik van het herderinnetje al
aan het schroeien was, vloog op het meisje
toe en nam haar in zijn armen. Toen nam
hij een sprong, zoodat hij over den orkest
bak heen in de stalles terechtkwam. Daar
op droeg hij zijn lichten last naar buiten,
door een nieuwsgierige menigte heen en
riep een taxi.
De koele avondlucht bleef niet zonder
uitwerking op het meisje, dat iets van haar
zelfbeheersching begon terug te krijgen,
toen Field haar op straat neerzette.
„Waar moet de chauffeur u heenbren
gen?", vroeg de inspecteur.
„Ik zal het mij direct wel kunnen herin
neren", zei het meisje. „Ik ben heelemaal
suf in mijn hoofd. Ik zie niets anders dan
vlammen en rook. Wacht: ja, nu weet ik
het weer. Ja, Mevrouw Marsh, Copeland
Avenue No. 124, Regents Park.
„Wat bent u toch goed en vriendelijk voor
mij. Mag ik u nog eens extra bedanken
als ik weer heelemaal opgeknapt ben."
Het was niet de moeite waard", ant
woordde Field bescheiden. Plotseling kreeg
hij een idee." Als u goed vindt, kom ik
morgenochtend eens kijken hoe u het
maakt. Goedennacht."
De taxi tufte weg en Field liep pein
zend het Strand af. Hij wist wie het meis
je was, dat hij van den dood had gered:
zijn combinatievermogen had hem onmid
dellijk doen begrijpen dat dit de „Ster"
uit de operette moest zijn, die eerst later
in-het stuk zou optreden, maar hij had bo
vendien, ondanks schmink en pruik, de
trekken herkend van het meisje, dat hij
dienzelfen avond in den wintertuin van
Satoris gezien had: de dochter van Lord
Edwax-d Decie, die in dit theater optrad al6
Adeline Yane. Maar deze romantische ken
nismaking zou hem geen windeieren leg
gen, dacht hij voldaan. Toen viel hem op
eens iets anders in.
„Deksels", dacht hij. „Ik heb de heele
boodschap van den kolonel vergeten. Ik
moest naar Edward Street in de Borough
gaan en probeeren iets te ontdekken. De
aanduiding is wel wat vaag, maar ik zal
er maar eens een half uurtje op wacht
gaan staan, ofschoon ik zoo moe ben als
een hond.''
Een taxi bracht inspecteur Field spoe
dig waar hij wezen wilde. De huizen zagen
er voor (het meerendeel behoorlijk uithet
was hier de buurt waar voornamelijk me
dische studenten en jonge doktoren kamers
hebben. Field moest een heelen poos rond-
patrouilleeren voor ziin moeite beloond
werd.
Hij maakte een praatje met den agent,
die daar dienst had en liet zijn penning
zien, want hij begre p wel dat hij niet lang
kon rondslenteren zonder argwaan te wek
ken. Bovendien kon de agent hem mis
schien een of andere inlichting verschaffen
waar hij wat aan had, maar dat bleek niet
het geval. Opeens kwamen een heer en
een dame aan. De man droeg een lange
overjas en een hoogen hoed, het leek een
heer in avondkleeding uit het West End,
zooals Field uit zijn keurige zwarte broek
en dure lakschoenen concludeerde. De da
me naast hem droeg een kostbaren avond
mantel.
„Houd die menschen onder een of ander
voorwendsel even aan den praat",, fluis
terde Field den agent toe. „Ik wil hun ge
zichten graag eens goed opnemen."
Dat ging gemakkelijk genoeg, hoewel de
heer kort aangebonden was en weinig
lust scheen te hebben om vragen te beant
woorden. Maar het oponthoud was voor
Field voldoende geweest;-hij had in den
man „Reggie" herkend en in de vrouw
„Cora", het tweetal dat hij den vorigen
avond in de villa op Audley Place gezien
had. Met ander woorden, hij was weer op
het spoor van gravin de la Moray en gene
raal Gastang.
„Prachtig, Watson", zei hij. „Dat is meer
dan ik had durven verwachten. Ik ga eens
achter dat stel aan. Goeienavond."
Field hoefde niet ver te loopen, want
Reggie haalde al spoedig een sleutel uit
zijn broekzak en ging met zijn gezellin een
jaar honderd meter verder een huis bin
nen. Het was een huis waar van buiten
niets bijzonders aan te zien was en dat
zich nauwelijks onderscheidde van de an
dere woningen in de omgeving.
Voor een venster aan de straat stond
een bordje: „Kamers te huur". Het was
wel al aardig laat, maar omdat er Overal
licht brandde hoopte de inspecteur dat de
pensionhoudster nog wel op zou zijn.
„Het is wel laat, maar ik zal het toch
maar probeeren", redeneerde Field. „Je
kunt nooit weten
Hij liep de stoep op en belde. Na een
poosje kwam een groote, slordige slaperig-
uitziende vrouw aan de deur. Ze scheen
I niet erg in haar schik met het late be
zoek.
,En wat is er op dit uur van den avond
van uw dienst?", vroeg ze met goed-merk-
bare achterdocht.
„Kamers", zei Field prompt. „Ik ben
juist in Londen aangekomen en ik vind de
hotels zoo duur. Ik wil wel vooruitbetalen.
Zoo iets van vijf en twintig shillings per
week, het is maar voor kort. Ik ben tijde
lijk assistent in 't ziekenhuis hier vlakbij."
„Nu, gaat u dan maar daar naar toe,
daar zullen ze wel een bed voor u hebben",
antwoordde de vrouw met een gemeen
lachje. „Op dit uur neem ik geen gasten
aan en daarbij, ik heb vandaag een partij.
Ik kan hier niet langer staan kletsen.
Ajuus".
De deur ging dicht, maar niet voordat
Field eenige kennis omtrent het inwendi
ge van de woning had opgedaan. Uit wat
hij zag concludeerde hij dat het huis kost
baar gemeubeld was. Het rook er naar kas
bloemen, duur fruit en goede sigaren. Een
man in avondcostuum, met een diamant in
zijn overhemd, liep juist de hall in; een
beschaafde vrouwenlach klonk uit een van
de kamers.
Het was Field duidelijk dat daf bordje
met „Kamers te huur", niets anders was
dan een krijgslist, om niet de aandacht te
trekken. Natuurlijk was daar iets niet
pluis en nu hij er Reggie en Cora had zien
binnengaan twijfelde hij ook geen oogen
blik of het was het huis dat Berrington
bedoeld had. Maar hij was zelf zoo moe als
een hond, hij had een paar ingespannen
dagen achter den rug met weinig slaap.
Hij zou op de Yard order geven om de
woning goed in het oog tc houden. Als hij
morgen weer frisch wilde zijn voor het ver
dere onderzoek in dit doolhof van intrges,
dat steeds dichter scheen te worden, moest
j hii.nu riaax KoH gaan.
fWordt vervnledV