GEMEENTERAAD VAN LEIDEN De Slavin van het Zwijgen WOENSDAG 3 SEPTEMBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. S Na langdurige bespreking besluit de Raad tot in stelling van gemeentelijke radio-distributie OVERZICHT. Zooa-ls telkenjare op den eersten Dins dag in September, waren ook gisteren in den Raad vele benoemingen aan de orde: de eerste twintig punten van de agenda. Bij twee punten willen wij een enkele kantteekening maken. Benoemd moest worden een lid der Commissie van Toezicht op het Middel baar Onderwijs (vacature A. L. Reimerin- ger). Aanbevolen waren door de Commis sie de heeren: lo. C. L. van Buuren, 2o. Jhr. C. C. Roëll. De Raadsmeerderheid heeft echter benoemd den heer J. G. van Es, anti-rev., bestuurslid van de Chr. H. B. S., overwegende dat in genoemde Com missie geen enkel Protestantsch Christelijk lid zitting heeft. (Van katholieke zijde is notaris mr. Coebergh lid dezer Commissie) Voor de benoeming van een tijdelijk leeraar(es) in het Duitsch aan de Hoogeré Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 19301931, bevalen B. en W. aan: lo. mej. L. C. J. Wery, 2o. den heer J. W. Veenhof. Wethouder Reimeringer kwam mededeelen, dat de Commissie van Toezicht een omgekeerde volgorde had gewenscht, waarop de wethouder van on derwijs mr. Tepe de aanbeveling van B. en W. verdedigde. De Raad benoemde, met 10 stemmen tegen, de (katholieke) candi date mej. L. C. J. Wery. Nadat over enkele andere agenda-pun ten een en ander was gezegd, kwam aan de orde het voorstel inzake den bouw van een brug over het Galgewater tusschen den Haagweg en den Morsohweg. De heer Manders verdedigde hierbij het denkbeeld om de doorvaartwijdte van de brug bree der te maken dan door B. en W. voorge steld, welk denkbeeld, o. m. door wethou der Splinter bestreden, weinig steun vond. De middagzitting werd besloten met een vergadering met gesloten deuren, waarna nog een paar voorstellen zonder hoofde lijke stemming werden aangenomen. De avondvergadering was gewijd aan het vraagstuk van de radio-distributie. Zooals bekend, was het voorstel van B. en W., om van gemeentewege een radio-dis tributiebedrijf op te richten, en over te nemen het reeds te Leiden bestaande par ticuliere radio-distributiebedrijf. En dit voorstel is.... aangenomen met groo- te meerderheid, terwijl ieder tijdens de langdurige discussie 'n verwerping van het voorstel zooal niet zeker dan toch zeer waarschijnlijk zou hebben geacht 1 En er was ook inderdaad o. i. een meerder heid in den Raad tegen gemeentelijke radio-distributie, zij 't dan ook op ver schillende motieven, maar die meerderheid was verdeeld over de vraag: wat moet er dan gebeuren als er geen gemeentelijke radio-distributie komt. En dank zij deze verdeeldheid is het voorstel- van B. en W. aangenomen. Wij kunnen er niet blij mee zijn! 16o. Benoeming van een lid en van een plaatswervangend lid van de Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het Reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente Leiden, (aftredend: de H.H. Mr. H. F. A. Donders en F. Eiker bout). De aftredenden worden benoemd. 17o. Benoeming van een voorzitter en van een plaatsvervangend voorzitter der Commissie van advies, bedoeld in art. 35 van de verordening, regelende den rechts toestand van de ambtenaren der gemeente Leiden, (aftredend: de heer Mr. H. F. A. Donders en vacature Donders als plaats vervangend vooriztter). Als voorzitter wordt benoemd de heer Donders en als plaatsvervangend voorzit ter de heer Romijn. 18o. Benoeming van een lid der Com- missie van Toezicht op het Middelbaar On derwijs (vacature A. L. Reimeringer). Benoemd wordt de heer v. Es met 15 van de 26 stemmen. Tien stemmen waren uitgebracht op den heer C. L. v. Buuren. 19o. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de oude talen aan het Gymnasium, voor den cursus 19301931. Benoemd wordt de heer W. A. A. v. Otterlo. 20o. Benoeming van een tijdelijk lee raards) in het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 19301931. Benoemd wordt mej. L. C. J. Wery te Den Haag. Elf st'emmen waren uitgebracht op den heer Veenhof, alhier. Wethouder Reimeringer had den heer Veenhof aanbevolen omdat een mannelijke leer kracht z.i. beter geschikt was voor een H. B. S. voor jongens. Wethouder Tepe was het daarmede niet eens. Z.i. was mej. Wery een betere leerkracht. 2oa. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Wiskunde aan het Gymnasum voor den cursus 19301931. Benoemd wordt dr. J. D. A. Boks. 20b. Idem als voren van een tijdelijk leeraar in het Nederlandsch. Benoemd wordt de heer drs. J. Kamer beek. 20c. Idem als voren van een tijdelijk leeraar in de Wiskunde. Benoemd wordt de heer drs. E. Ch. Mui- holland. 20d. Idem als voren van een tijdelijk leeraar in het Fransch. Benoemd wordt mej. dra. A. M. M. Smit. 21o. Praeadvies op het verzoek van J. A. Verhoog, om eervol ontslag als Hoofd opzichter der Gemeentewerken. De heer Groene v e 1 d heeft verno men, dat de heer Verhoog weer in een andere functie zal terugkeeren, nl. aan de gemeentelijke Woningstichting, hetgeen hij verkeerd zou achten. De v o o r z meent dat dit eigenlijk niet aan de orde is. Gemeentelijke Woning stichting is geen gemeentedienst. Daarna z. h. st. 22o. Rekening, dienst 1929, van het Bur geerlijk Armbestuur. Goedgekeurd. 23o. Voorstel: a. tot verhuring van het pakhuis aan de Lokhorststraat No. 20, aan A. Chris- tiaanse; b. tot wijziging van het Raadsbesluit van 29 Maart 1920, inzake de verhuring van het perceel Lokhorststraat No. 18, aan de Wed. C. M. van Halderen. De heer Kooistra vraagt welke ver anderingen aangebracht zullen worden aan perceel 18. Wethouder Splinter zegt, dat er een W. C. aangebracht wordt en een plaatsje bijgetrokken, terwijl de woning wat wordt- opgeknapt. 24o. Voorstel tot verkoop van een ge deelte grond aan het verlengde van de Marnixstraat hoek Molenstraat, Sectie N, No. 788 ged., aan de R. K. Coöperatie „Een dracht". Goedgekeurd. 25o. Voorstel tot gedeeltelijke kwijt schelding van de pachtsom over het pacht- jaar Mei 1929—Mei 1930 voor de buffetten der Stads-Gehoorzaal aan W. F. van Ingen Schenau Jr. en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. Goedgekeurd. 26o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van het aanbren gen van eenige voorzieningen in het aan het Instituut „Kern" verhuurde gedeelte van hét gebouw ,,'s Gravenstein". De heer Zitman vindt de gevraagde som te hoog. Men pakt het veel te uitvoe rig aan. Wethouder Splinter meent, dat de te volgen weg de eenig mogelijke is. De heer Zitman: Kan de huurster nu niet wat meer huur betalen, bij zoo'n kost bare verbetering? Wethouder Splinter: De huur is pas verhoogd. Daarna z. h. st. aangeno men. 27o. Voorstel tot toekenning van een periodieke verhooging van wedde bij ver vroeging. aan den Geneesheer-Directeur van de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest". De heer Ivooistr'a verzoekt tevens de salarissen der ambtenaren te herzien. Aangenomen. 28o. Praeadavies op de verzoeken van den Marktkoopliedenbond voor Leiden en Omstreken „Ons Belang" en van den Ne- derlandschen Bond van Marktkooplieden- vereenigingen, in zake het aanbrengen van verschillende wijzigingen in de regelingen betreffende de Algemeene Markten. Z. h. st. of discussie aangenomen. Het adres van de Marktkooplieden tot uitstel is daarmede terzijde gelegd. De brug over het Galgewater. 29o. Voorstel tot beschikbaarsteUing van gelden ten behoeve van den bouw van een brug over het Galgewater c.a. tusschen den Haagweg on den Morschweg, ten wes ten van de spoorbrug in de lijn naar Woer den. De heer Manders wijst erop, dat het vervoer te water zich evenzeer ontwikkelt als dat te land en in de lucht. De schepen worden steeds grooter. Spr. acht derhalve een doorvaartwijdte van 7.55 M. niet meer voldoende. Dat was een wijdte, waarmee men voor 50 jaar genoegen nam. In de stad zijn vele bruggen ook te nauw en een belemmering voor de scheepvaart. Laten wij thans beginnen met bruggen met breedere doorvaartwijdte. De Nieuwe Ha- venbrug wordt 11 M. en ook andere nieu we bruggen welke door het Rijk gebouwd worden, hebben een grootere wijdte. Spr. wensoht .voor de Galgewaterbrug een wijd te van 10 M. of minstens 8.75 M. De meer dere kosten- wegen ruimschoots op tegen het voordeel voor handel en industrie in onze stad. De heer Wilbrink is het met den heer Manders een§, dat in het algemeen bruggen zoo wijd mogelijk moeten zijn, maar er is een zekere begrenzing. Hier is geen enkele reden om de wijdte zoo groot te maken. De Havenbrug is zoo breed om dat de schepen daar een draai moeten nemen. Door de Galgewaterbrug zullen nooit grootere schepen komen, omdat deze onherroepelijk vast zouden loopen in de Turfmarkt. Een omvaart buiten de stad zal er niet zoo spoedig komen. Spreker vestigt verder de aandacht op de belang rijke kosten, welke met verbreeding ge paard gaan. Spr. acht verbreeding in het geheel niet noodig. Verder moeten wij ook rekening houden met de Spoorweg Mij. Hij ontraadt het voorstel-Manders. De heer Schiiller meent, dat het voorstel-Manders geen practisch nut heeft. Tien meter verder ligt een spoorbrug van 7.50 M. waarover de stad g( heeft. De heer Eikerbout vraagt of deze UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Donderdag 4 September Huizen. Na 6 uur 1071 M. 8.009.15 KRO. Gramofoonpl. 10.0010.30 NCRV. Zang door Dames- koortje. 10.3011.00 Ziekendienst. 11.30—12.00 KRO. Godsdienstig half uurtje. 12.001.30 KRO. Ooncert. KRO.-Trio. 1.302.00 KRO. Gramofoonpl. 2.002.45 NCRV. Gramofoonpl. 2.453.45 NCRV. Cursus Handwerken. 4.005.00 NCRV. Ziekenuurtje. 5.006.30 NCRV. Concert. Mevr. de Knegtter Haar (sopraan). L. v. d. Lek (hobo en viool). Mej. Rie Bel (piano). 6.306.40 NCRV. Koersen. 6.406.45 NCRV. Gramofoonpl. 6.457.00 NCRV. Knipcursus. 7.008.00 NCRV. Orgelconcert door W. Oranje. 8.00—11.00 NCRV. Ds. J. Petri: „De Fantasie als Levensbeeld". Muzik. rnedew. Chr. Radio-Orkest. Jo v. d. MeeWal ter (alt). 10.00 Persberichten. Hilversum, 1875 M. (Uitsl. AVRO-uitzending). 8.019.45 Gramofoonpl. 10.0110.15 Morgenwijding. 10.3012.00 Concert. Harmonie-orkest v. d. Gron. Orkest-Vereen. 12.152.00 Concert. AVRO.-Kwintet. 2.002.30 Gramofoonpl. 3.003.30 Gramofoonpl. 3.30—4.00 Voor de dames. 4.005.00 Ziekenuurtje. 5.005.30 Gramofoonpl. 5.306.45 Concert door de Huiskapel van het Asta-Theater te Den Haag. 6.457.15 Gramofoonpl. 7.157.45 Radio-Volks-Universiteit. Ir. F. Louwes: „De waarde van het Platteland voor onze samenleving". 8.019.00 Concert. Omroeporkest. 9.009.30 Zang door Tholen en van Lier. 9.3010.45 Vervolg Concert. Operette muziek. 10.45 Persberichten. 11.0012.00 Gramofoonpl. D a v e n t r y, 1554.4 M 10.35 Morgenwijding. 11.05—11.20 Lezing. 12.20 Concert. 1.20 Orgelspel door R. Foort. 2.202.50 Gramofoonpl. 3.20 Kerkdienst. 4.05 Concert. 4.35 Concert. Orkest. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing en Berichten. 6.55 Berichten. 7.00 Trio-concert. 7.207.40 Lezing. 7.50 Orgelspel door R. H. Dixon. 8.20 Concert. 10.05 Berichten. 10.20 Lezing en Berichten. 10.4512.20 Dansmuziek. 12.2012.25 Televisie. P a r ij s ,.R a d i o P a r i s". 1725 M. 12.502.20 Gramofoonpl. 3.20 Concert. 4.05 Vervolg concert. 4.35 Kamermuziek. 8.20 Concert. Kwartet en solisten. Langenberg, 473 M. 7.257.50 Gramofoonpl. 7.508.50 Orkestconcert. 10.3512.15 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. 1.252.50 Orkestconcert. 5.506-50 Gramofoonpl. 8.20 Orkestconcert en viool. Intermezzo: „Die grosse und kleine Weltenstund". Spel van L. Oeser. Na afloop: tot 12.20 Dans muziek. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Orkestconcert. 3.20—5.20 Orkestooncert en viool. 8.358.55 Lied eren-voordracht. 8.552.20 Dansmuziek. Brussel, 508,5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonpl. 8.35 Gramofoonpl. 8.50 Concert. Orkest en solisten. Z e e s e n, 1635 M. 6.057.20 Lezingen. 7.207.50 Gramofoonpl. 10.2012.20 Lezingen. 12.201.15 Gramofoonpl. 1.151.50 Berichten. 2.203.20 Gramofoonpl. 3.504.50 Lezingen. 4.505.50 Concert. 5.508.50 Lezingen. 8.50 Zang en declamatie. 9.50 Orkestconcert. Daarna tot 12.50: Dansmuziek. biug bediend kan worden vanaf de Witte Poort. Wethouder Splinter heeft indertijd reeds het voorstel van den heer Manders overwogen, doch heeft daarvoor geen ter men aanwezig gevonden. De belangen van de doorgaande scheepvaart eischen geen grootere breedte, omdat de Rijn slechts toegang geeft tot Katwijk. Veel toekomst zit er in deze scheepvaart niet. De stad heeft er oek geen belang bij, want in dustrieterrein is daar niet veel gelegen. Door de brèede Havenbrug zullen waar schijnlijk geen schepen kunnen passeeren, <4ie breeder zijn dan 7.50 M. In de .stads- wateren kunnen ook geen breedere sche pen passeeren. Wil men de vaart buiten de stad omleggen, dan zit men toch met weinig breedere bruggen in de verdere vaart. Spr. acht een breedere Galgewater brug geheel zonder raison. Ook spr. ves tigt de aandacht op de tram. Ook al ma ken wij een brug van 10 M. dan moet er toch een spoorbrug komen van 7.50 M. De heer Manders meent, dat de heer Wilbrink weer terug wil naar den tijd van de Batavieren. Wij behoeven toch niet te kijken naar de bestaande bruggen; deze zullen toch later geleidelijk worden vernieuwd. Als wij maar afwachten, ko men wij nooit tot een breeder vaarwater. Spr. meent, dat schepen van 900 ton do Havenbrug kunnen passeeren; waarom zouden wij niet maken dat zij ook de Gal gewaterbrug zullen kunnen passeeren. Ze ker, op het oogenblik is een ruimte grooter dan 7.50 M. nutteloos, omdat de spoorbrug niet wijder is, maar dat blijft toch niet eeuwig. Wij moeten niet kijken naar de doorgaande vaart, maar naar de plaatse lijke vaart. Er liggen daar zeer geschikte industrieterreinen. De Voorzitter: Die liggen in Oegstgeest en Voorschoten. De heer Manders Ja, maar Leiden is niet met planken afgesloten. Het plaat selijk belang strekt zich verder uit. Spr. dient een heel „onschuldig" voorstel in, nl. om 140.000 beschikbaar te stellen en de bruggebouw aan te besteden in twee op gaven, nl. met een doorvaartwijdte van 8 M. en van 8.75 M. en dan naar bevind van zaken te handelen. Wethouder Splinter: De heer Man ders is nooit van zijn standpunt af te bren gen. De heer Manders Meneer de voor zitter, ik vraag het woord voor een per soonlijk feit. Ik krijg dat verwijt altijd naar mijn hoofd. Ik vind dat beleedigend. De v o o r z. handhaaft het woord van wethouder Splinter. Wethouder Splinter ziet daarin niets beleedigends. Hij houdt zich liever aan de gegevens hem verstrekt door zijn deskun digen. De heer Manders wil een heel on schuldig voorstel doen, maar het gaat niet om het geld. Een brug van 8.75 M. is daar niet noodig. Den heer Eikerbout antwoordt spr. dat deze kwestie nader onderzocht zal wor den. De heer Manders vindt de opmer king van den wethouder toch niet prettig, al heeft deze er geen beleediging mee bedoeld. FEUILLETON Uit het Engelsch van FRED. M. WHITE. 32) In het parterre en op de bovenrangen waren inmiddels ook rustige mannen opge staan, wien beheerscht optreden hun me debezoekers tot kalmte bracht. Vrouwen snikten en gilden, verscheidene waren flauw gevallen, maar de paniek was voorbij en in verwonderlijk korten tijd waren de zaal en de galerijen ontruimd. In de vestibule stond een lange rij poli- tie-agenten, die de bezoekers verder naar buiten dirigeerden. De brandweer was ook al op het terrein van den brand aan wezig en de gehelmde mannen sprongen over de stoelen heen en legden de slangen uit. Toen vond Field dat hij wel gaan kon, maar toen hij zich omdraaide hoorde hij van het tooneel een luiden gil klin ken. Daar stond een meisje, gekleed als een herderinnetje van Watteau. Ze scheen abso luut verdoofd van schrik, een pathetisch figuurtje met haar schilderacuiig costuum en kapsel. „Ga terug", brulde Field. „U krijgt zoo meteen die heele brandende massa op uw hoofd. Waarom gaat u niet aaar de achter deur De tooneelspeelster schudde het hoofd. De tranen liepen haar over het gezicht. „Dat kan niet meer", snikte ze. ..Daar staat alles in lichte laaie. Ik was in mijn kleedkamer en heb niets gemerkt van het uitbreken van den brand, waarom kan niemand mij redden?" Field zag onmiddellijk, dat het arme meisje te veel over stuur was om iets t6 doen. Zonder zich een oogenblik te beden ken liet Field zich in de orkestruimte glij den en klauterde op het tooneel. De vlam menzee deed hem even terugdeinzen maar ook niet langer dan een seconde. Hij zag dat de pruik van het herderinnetje al aan het schroeien was, vloog op het meisje toe en nam haar in zijn armen. Toen nam hij een sprong, zoodat hij over den orkest bak heen in de stalles terechtkwam. Daar op droeg hij zijn lichten last naar buiten, door een nieuwsgierige menigte heen en riep een taxi. De koele avondlucht bleef niet zonder uitwerking op het meisje, dat iets van haar zelfbeheersching begon terug te krijgen, toen Field haar op straat neerzette. „Waar moet de chauffeur u heenbren gen?", vroeg de inspecteur. „Ik zal het mij direct wel kunnen herin neren", zei het meisje. „Ik ben heelemaal suf in mijn hoofd. Ik zie niets anders dan vlammen en rook. Wacht: ja, nu weet ik het weer. Ja, Mevrouw Marsh, Copeland Avenue No. 124, Regents Park. „Wat bent u toch goed en vriendelijk voor mij. Mag ik u nog eens extra bedanken als ik weer heelemaal opgeknapt ben." Het was niet de moeite waard", ant woordde Field bescheiden. Plotseling kreeg hij een idee." Als u goed vindt, kom ik morgenochtend eens kijken hoe u het maakt. Goedennacht." De taxi tufte weg en Field liep pein zend het Strand af. Hij wist wie het meis je was, dat hij van den dood had gered: zijn combinatievermogen had hem onmid dellijk doen begrijpen dat dit de „Ster" uit de operette moest zijn, die eerst later in-het stuk zou optreden, maar hij had bo vendien, ondanks schmink en pruik, de trekken herkend van het meisje, dat hij dienzelfen avond in den wintertuin van Satoris gezien had: de dochter van Lord Edwax-d Decie, die in dit theater optrad al6 Adeline Yane. Maar deze romantische ken nismaking zou hem geen windeieren leg gen, dacht hij voldaan. Toen viel hem op eens iets anders in. „Deksels", dacht hij. „Ik heb de heele boodschap van den kolonel vergeten. Ik moest naar Edward Street in de Borough gaan en probeeren iets te ontdekken. De aanduiding is wel wat vaag, maar ik zal er maar eens een half uurtje op wacht gaan staan, ofschoon ik zoo moe ben als een hond.'' Een taxi bracht inspecteur Field spoe dig waar hij wezen wilde. De huizen zagen er voor (het meerendeel behoorlijk uithet was hier de buurt waar voornamelijk me dische studenten en jonge doktoren kamers hebben. Field moest een heelen poos rond- patrouilleeren voor ziin moeite beloond werd. Hij maakte een praatje met den agent, die daar dienst had en liet zijn penning zien, want hij begre p wel dat hij niet lang kon rondslenteren zonder argwaan te wek ken. Bovendien kon de agent hem mis schien een of andere inlichting verschaffen waar hij wat aan had, maar dat bleek niet het geval. Opeens kwamen een heer en een dame aan. De man droeg een lange overjas en een hoogen hoed, het leek een heer in avondkleeding uit het West End, zooals Field uit zijn keurige zwarte broek en dure lakschoenen concludeerde. De da me naast hem droeg een kostbaren avond mantel. „Houd die menschen onder een of ander voorwendsel even aan den praat",, fluis terde Field den agent toe. „Ik wil hun ge zichten graag eens goed opnemen." Dat ging gemakkelijk genoeg, hoewel de heer kort aangebonden was en weinig lust scheen te hebben om vragen te beant woorden. Maar het oponthoud was voor Field voldoende geweest;-hij had in den man „Reggie" herkend en in de vrouw „Cora", het tweetal dat hij den vorigen avond in de villa op Audley Place gezien had. Met ander woorden, hij was weer op het spoor van gravin de la Moray en gene raal Gastang. „Prachtig, Watson", zei hij. „Dat is meer dan ik had durven verwachten. Ik ga eens achter dat stel aan. Goeienavond." Field hoefde niet ver te loopen, want Reggie haalde al spoedig een sleutel uit zijn broekzak en ging met zijn gezellin een jaar honderd meter verder een huis bin nen. Het was een huis waar van buiten niets bijzonders aan te zien was en dat zich nauwelijks onderscheidde van de an dere woningen in de omgeving. Voor een venster aan de straat stond een bordje: „Kamers te huur". Het was wel al aardig laat, maar omdat er Overal licht brandde hoopte de inspecteur dat de pensionhoudster nog wel op zou zijn. „Het is wel laat, maar ik zal het toch maar probeeren", redeneerde Field. „Je kunt nooit weten Hij liep de stoep op en belde. Na een poosje kwam een groote, slordige slaperig- uitziende vrouw aan de deur. Ze scheen I niet erg in haar schik met het late be zoek. ,En wat is er op dit uur van den avond van uw dienst?", vroeg ze met goed-merk- bare achterdocht. „Kamers", zei Field prompt. „Ik ben juist in Londen aangekomen en ik vind de hotels zoo duur. Ik wil wel vooruitbetalen. Zoo iets van vijf en twintig shillings per week, het is maar voor kort. Ik ben tijde lijk assistent in 't ziekenhuis hier vlakbij." „Nu, gaat u dan maar daar naar toe, daar zullen ze wel een bed voor u hebben", antwoordde de vrouw met een gemeen lachje. „Op dit uur neem ik geen gasten aan en daarbij, ik heb vandaag een partij. Ik kan hier niet langer staan kletsen. Ajuus". De deur ging dicht, maar niet voordat Field eenige kennis omtrent het inwendi ge van de woning had opgedaan. Uit wat hij zag concludeerde hij dat het huis kost baar gemeubeld was. Het rook er naar kas bloemen, duur fruit en goede sigaren. Een man in avondcostuum, met een diamant in zijn overhemd, liep juist de hall in; een beschaafde vrouwenlach klonk uit een van de kamers. Het was Field duidelijk dat daf bordje met „Kamers te huur", niets anders was dan een krijgslist, om niet de aandacht te trekken. Natuurlijk was daar iets niet pluis en nu hij er Reggie en Cora had zien binnengaan twijfelde hij ook geen oogen blik of het was het huis dat Berrington bedoeld had. Maar hij was zelf zoo moe als een hond, hij had een paar ingespannen dagen achter den rug met weinig slaap. Hij zou op de Yard order geven om de woning goed in het oog tc houden. Als hij morgen weer frisch wilde zijn voor het ver dere onderzoek in dit doolhof van intrges, dat steeds dichter scheen te worden, moest j hii.nu riaax KoH gaan. fWordt vervnledV

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5