GEMEENTERAAD VAN LEIDEN De Slavin van het Zwijgen op' DINSDAG 5 AUGUSTUS 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 De gemeente Leiden grootste aandeelhoudster in de Leidsche Duinwater-Maatschappij. Hoe zal de macht worden* uitgeoefend? Hierover komt nog een voorstel van B. en W. l7o. Voorstel in zake den aankoop van aandeelen in de Leidsche Duinwater- Maatschappij. (Vervolg). Onzekerheid omtrent de toekomst. De heer Donders wil vooreerst de geldelijke lasten voor de gemeente be schouwen in verband met eventueele naas ting en vervolgens de financieele conse quenties voor de gemeente los van de naasting. Welk bedrag bij naasting ver schuldigd zal zijn kan niemand bij benade ring vaststellen, omdat dit afhangt van de interpretatie van het begrip „netto-op brengst". Bij een dergelijke speculatie is het natuurlijk goed rekening te houden met het hoogste bedrag, maar ook wan neer wij daarmede geen rekening houden is in ieder geval aankoop der aandeelen op het oogenblik voordeeliger. Spr. wijst er op, dat de gemeente niet alle aandee len kan koopen, omdat er 32 aandeelhou ders zijn, die geen prijs stellen op contant geld, maar waarschijnlijk meer prijs stellen op het uitoefenen van een zekere macht. De winst komt ook niet geheel aan de ge meente ten goede. Spr. becijfert, dat het netto rendement heel wat minder zal zijn dan het praeadvies aangeeft. Thans krijgt de gemeente 100.000 jaarlijks en bij aan koop komt de jaarlijksche winst op hoog stens 50.000 meer. En daarom moet de gemeente rond U/s raillioen uitschieten. Verder is de toestand van het buizennet een voorname factor. Ir. Krul is in zijn rapport uiterst voorzichtig daaromtrent; spr. acht een stelliger berichtgeving gebo den. Het heele wel en wee der Mij. drijft op de capaciteit van de prise d'eau. Is deze niet groot genoeg, dan moet de wa tervoorziening op geheel andere leest ge schoeid worden. Spr. noemt het voorbeeld van Delft, dat niet- genoeg had aan zijn waterwinningsgebied en zich moest aan sluiten bij Rotterdam. Amsterdam krijgt ook al gebrek, evenals den Haag. Voor Leiden staat eveneens wel vast, dat men niet. voortdurend kan voortgaan met aldus water aan de duinen te onttrekken. Op dit punt bestaat voor de naaste toekomst de grootste onzekerheid. Spr. meent uit het rapport van ir. Krul te kunnen aan- toonen dat het met de Leidsche duinwater winning zeer poover gesteld is. Wanneer nu de waarde van het voornaamste object der Mij. zoo onzeker is, is de raad niet verantwoord een bedrag van ruim l1/» mil- lioen te voteeren, zoolang hij niet meer houvast heeft, te verkrijgen door een geo- hydrologisch onderzoek. Spr. zou over alle bezwaren nog willen heenstappen, als de overname maar noodzakelijk was, maar. die noodzakelijkheid wordt door bet prae advies niet aangetoond. Wat zonder over heidsbemoeiing kan tot stand komen, moet aan het particulier initiatief worden over gelaten. De overheid trede slechts aan vullend op. Men stelle het niet voor, alsof de gemeente thans heelemaal niets te zeg gen heeft over de drinkwatervoorziening; dat is onjuist. Zeer belangrijke punten zijn onderworpen aan de zeggenschap van de gemeente. Er bestaat dus reeds lang een groote mate van samenwerking tusschen de gemeente en de L. D. M., met het ge volg, dat de stad steeds goed en goedkoop drinkwater heeft gehad. Welke reden is er dan om dien toestand te veranderen? Moeilijkheden, welke het praeadvies noemt blijken slechts warm gehouden te zijn met het oog op een eventueele naasting. Bij iedere samenwerking treden overigens moeilijkheden op. Niet wordt aangetoond, dat de Mij. in haar taak is te kort geschoten of dreigt te kort te schieten. Het praeadvies wekt. de verwachting, dat het buitengewoon goed zal gaan, als de gemeente zich er mee bemoeien gaat. Staatsbemoeiing is echter geen toovermiddel, constateert spr. met prof. Raaymakers. Overheids- tegenover particuliere exploitatie. De heer v. Eek heeft ook enkele be zwaren. Vooreerst acht spr. den prijs zeer hoog, doch het is uitgesloten, dien prijs te reduceeren. Een gewaarborgd dividend van 15 pet. is een waardevol bezit. Thans is het alternatief: ofwel afzien van over- heidsexploitatie ofwel later een veel hoo- ger bedrag betalen. Wanneer de exploita tie door de gemeente wordt overgenomen, heeft de gemeente zeker eenig risico. Maar de gemeente draagt een veel grooter risico als de L. D. M. de exploitatie op den ouden voet voortzet. Want in moeilijke omstan digheden wordt het zeer lastig d« L. D. M. te dwingen te zorgen voor de belangen der gemeenschap als dat gaat ten koste van de winst. Dat is juist het onderscheid tusschen gemeentelijke en particuliere exploitatie, dat bij de eerste het gemeentebelang en bij de tweede het maken van winst op den voorgrond staat. Het geldt hier een monopolistisch be drijf, dat zooveel mogelijk onder zeggen schap van de overheid moet worden ge plaatst. Wanneer een monopolist aan stuurt op zoo hoog mogelijk dividend kan niemand hem dat beletten. Spr. is der halve van harte vóór het voorstel van B. en W. Alleen vraagt spr. nog, hoe het staat met de arbeidsvoorwaarden en de pensioenregeling van het personeel. Een overtuigd voorstander. De heer Manders heeft geen bezwaar tegen het voorstel van B. en W. Het is mogelijk, da-t wij met 300 pet. het volle pond betalen, doch dat is begrijpelijk. De heer Donders kent liet buizennet niet, evenmin als de toestand van de prise d'eau. Er kan misschien wel iets aan man- keeren, maar over 't algemeen is de toe stand goed, zooals het rapport van ir. Krul ook aangeeft. Wanneer de prise d'eau later niet meer voldoende is, zal naar een grootere capa citeit worden omgezien. Maar dan is het voor de gemeente van groot belang, dat het gemeentebestuur zeggenschap heeft. Want de gemeente kan de drinkwatervoor ziening goedkooper wijzigen dan de L. D. M. Een groot punt wordt volgens spr. over het hoofd gezien. Wanneer de L. D. M. met uitbreiding van haar buizennet voortgaat, zal de opbrengst stijgen en des te hooger zal het bedrag worden, dat de gemeente zal moeten betalen voor de overname der Mij. Eén wenscb heeft spr. en dat is, dat B. en W. in de voorwaarden zullen opne men, dat de statuten gewijzigd worden in dien zin, dat ieder aandeel slechts één stem zal hebben. De burgerij heeft geen enkel belang bij de overname. De heer Wilmer kan zich voorloopig niet met het voorstel vereenigen. Spr. heeft geen enkel concreet feit gehoord, waaruit valt af te leiden dat het in het belang van de burgerij is dat de gemeente de aandeelen overneemt. Ook om finan cieele redenen té spr. tegen het voorstel. Wij hebben thans een zekere winst van 100.000 jaarlijks en bij overname ver mindert die zekerheid. Vooreerst zal de exploitatie van het bedrijf duurder wor den, en vervolgens weten wij niet, of wij niet voor zeer groote uitgaven zullen ko men te staan in verband met den toe stand van de waterwinningsplaats. Spr. is voorstander van uitbreiding van het over heidsbedrijf, als slechts wordt aangetoond, dat dit wenschelijk is voor het algemeen belang. De heer de Reede acht naasting in de toekomst duurder dan overname thans, maar wie dwingt ons tot naasting in de toekomst? Ook spr. dringt aan op een voorafgaand geo-hydrologisch onder zoek. Verder vragen B. en W. machtiging om het noodige te verrichten in verband met deze transactie, waaronder begrepen de uitoefening van de rechten van de ge meente als aandeelhoudster. Wanneer daarmee de bevoegdheid van den raad wordt uitgeschakeld, kan spr. met dit ge deelte zeker niet meegaan. De heer Coster vraagt of het de be doeling is alleen de aandeelen te koopen en het bedrijf verder zoo te laten als het is. Het algemeen belang moet op den voorgrond staan. De v o o r z. constateert, dat de voor stellen van B. en W. weinig inslemming hebben ontmoet. De kwestie moet niet louter uit finantieel oogpunt worden be keken, maar veeleer uit het oogpunt van het gemeentebelang. Spr. gaat de geschie denis der oprichting van de L. D. M. na. Wanneer thans nog een drinkwatervoor ziening moest worden opgericht, zou dat zeker niet op dezelfde wijze worden aan gepakt. In de huidige concessie wordt be paald, dat om de 25 jaar de concessie her zien zal worden en wel op de meest ab surde wijze, nl. ofwel naasting ofwel alles laten zooals het is. Daarom is deze rege ling zoo absurd, omdat de drinkwatervoor ziening een typisch overheidsbedrijf is. De buizen liggen in gemeentegrond, en het terrein van de prise'd'eau is eigendom van de overheid. De minste stoornis levert gevaar op voor de geheele bevolking. De belangen van de aandeelhouders en van de waterconsumenten loopen niet parallel De aandeelhouders streven naar winst, de gemeente houdt het algemeen belang op de eerste plaats voor oogen. Door de termen van de concessie is de gemeente verplicht om een politiek te voe ren, welko zij anders niet zou voeren. De gemeente staat altijd op een ander stand punt dan een particuliere ondernemer. De termijn van 25 jaar is vrij lang en daarin kan van alles gebeuren. Schiet in dien tijd bijv. de prise d'eau te kort, dan kan. de gemeente de L. D. M. nooit dwingen om afdoende maatregelen te nemen. Men zegt: er zijn geen feiten genoemd, waarom de gemeente belang heeft bij overname. Die feiten zijn er toch wel degelijk. In den loop der jaren hebben zich ver scheidene moeilijkheden voorgedaan, wat spr. nader uiteenzet. Zelfs is in 1893 ge dreigd met een proces tegen de L. D. M. Niet altijd heeft de L. D. M. even goed de drinkwatervoorziening verzorgd, hoewel op het oogenblik de toestand zeer goed is. Den heer Wilmer herinnert spr. aan diens rede 5 jaar geleden in den raad gehouden, toen hij aandrong op meer medezeggen schap. Wat de heer Wilmer toen wensch- te, kan thans verkregen worden. De omstandigheden zijn gunstig voor overname. Op het oogenblik is het bedrijf bloeiend. De winst, die thans de conces sionarissen ten goede komt, zal bij over name aangewend worden om het bedrijf nog sterker te maken. Natuurlijk heeft de gemeente niet alle macht, doch haar mee ning geeft toch den doorslag; de gemeen te kan rekenen op 430 aandeelen van de 450. De loonen en pensioenen bij de L. D. M. zijn zeker niet minder dan bij de ge meente. De heeren Bosman en Parmentier wan trouwen de „happigheid" der aandeelhou ders. Dat is toch duidelijk, want dit is de eenige gelegenheid om de aandeelen te verzilveren; anders kunnen zij wachten ad kalendas Graecas. De heer Reimeringer heeft zich beklaagd over dc wijze van voorbereiding. Spr. heeft de leiders der fracties bijeengeroepen, niet om overleg te plegen, maar om hun de gelegenheid te geven de zaak te bestu- deeren. Spr. is geen voorstel bekend, zoo- als in de circulaire aan de aandeelhouders is gezegd. Volgens spr. is er geen enkel bezwaar om de watertarieven te verlagen; dat is in 't geheel niet tegen de bedoeling van B. en W. Spr. toe strijdt de financieele beschouwin gen van den heer Donders. Ook is spr. het niet met hem eens, dat uit het rapport van ir. Krul zou blijken, dat het buizennet (JIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Woensdag 6 Aug. Hilversum, 1875 M. Uitsluitend N. C. R. V.-uitzending. S.15—9.30 Gramofoonplaten. 10.3011.00 Ziekendienst. 11.0011.30 Gramofoonplaten. 11.3012.30 Harmoniumbespeling door M. F. Jurjaanz. 12.30—2.00 Concert Mevr. J. Hekkert— van Eysden (sopraan), Mevr. I. Mulder Belser (alt-mezzo), H.H. H. Hermann (viool) Cor Kee (orgel en piano). 2.002.45 Concert Mevr. C. van Raven- zwaay Möllenkamp (alt), Mej. To Stelle- maker (piano), H.H. Joh. Lamen (bas), H. Brugman (viool en piano-begel.). 2.453.15 Lezen van Chr. Lectuur. 3.151.00 Vervolg concert. 4.005.00 Concert door de Stafmuziek der Kon. Marine te Den Helder. 5.006.00 Kinderuurtje. 6.007.00 Gramofoonplaten. 6.306.40 Koersen. 7.007.30 Declamatie door R. Sijbring. 7.308.30 Wijdings-samenkomst in de Oosterkerk te 's-Gravenhage. 8.3010.00 Concert door het „Boris Lensky"-trio. 10.0011.00 Orgelconcert door S. P. Visser. 9.30 circa Persberichten. Huizen 298. M. Na 6 uur 1071 M. V.A.R.A.-uitzending. 8.00 Orgelspel door Fred. Wolfers, afgew. door gramofoonplaten. 9.00 Gramofoonplaten. 10.15 Voordracht door Gerard Pilger. 10.30 Ziekenuurtje. 11.30 Gramofoonplaten. 12.00 Politieberichten. 12.15 Concert door V. A. R. A.-Septet afgew. door gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding (te verzorgen door den V. P. R. O.). 1.45 Gramofoonplaten. 2.30 Kindermatinée vanuit het Kurhaus Scheveningen. 3.30 „Maak-het-zelf" door C. Schaake Verkozen. 4.30 Orgelspel door Fred. Wolfers. 5.00 Vraaghalfuurtje voor de kinderen. 5.45 Concert door Tokkel-Octet, afgew. door gramofoonplaten. 7.15 Literaire lezing door A. M. de Jong 7.50 Politieberichten. niet in orde is. Integendeel heeft ir. Krul geconstateerd, dat het net in orde is, al is niet alles even goed. Ook kan spr. niet meegaan met de pessimistische beschou wingen van den heer Donders omtrent den watervang; op het oogenblik is de watervoorraad zeker voldoende en dit moet men toch tot basis nemen voor de tegen woordige transactie. De heer Wilmer is bang voor uitschakeling van den raad, doch hij vergist zich, want de concessie blijft bestaan en de raad kan B. en W. voortdurend als zoodanig tor verantwoor ding roepen. Niet enthousiast, maar er toch voor. Wethouder Goslinga merkt op, dat B. en W. niet zoo enthousiast zijn inge gaan op het voorstel van de L. D. M. Doch B. en W. achten zich verplicht dit voor stel in den raad te brengen. Vervolgens hebben B. en W. zich afgevraagd of zij het voorstel konden aanbevelen. Zij heb ben gemeend van wel, omdat thans de kans er was om medezeggenschap te krij gen. Naasting is theoretisch wel mogelijk, maar practisch te bezwaarlijk. De heer Parmentier heeft de argumen tatie van B. en W. socialistisch genoemd. De A. R. partij heeft echter altijd aange drongen op het brengen van dit bedrijf in handen der overheid. Stemmen: Is dat dan niet socialistisch. Wethouder Goslinga Dc socialisten 8.00 Toelichting tot het Kurhausconcerb door Eli Bomli. 8.15 Concert vanuit het Kurhaus te Scheveningen. Het Residentie-Orkest. So listen: Jacq. Urlus en Ilona Durigo. Na afloop: Persberichten. Daarna Gramofoon platen. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 12.20 Gramofoonplaten. 1.20 Orkestconcert. 2.202.50 Conocrt. B. Allen (mezzo-so praan), J. A. Thomas (bariton). 4.20 Orkestconcert. 5.20 Gramofoonplaten. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Landbouwberiehlen. 6.35 Nieuwsberichten. 7.00 Piano-recital door L. England. 7.207.10 Lezing. 7.45 Vioolrecital door Isaac Losowsky. 8.05 Concert. Orkest. A. Fear (bariton), F. Russell (tenor). Koor. 9.20 Nieuwsberichten. 9.45 Lezing. 10.00 Optreden van de „Co-Optimists". 10.4012.20 Dansmuziek. Par ij s „Radio - Pari s", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonplaten. 4.05. Concert door Kwintet. 7.40. Gramofoonplaten. 8.20. „Don Juan" van Mozart. Orkest en solisten. Langenberg, 473 M. 7.257.50. Gramofoonplaten. 7.508.50. Orkestconcert. 10.3512.15. Gramofoonplaten. 12,30. Gramofoonplaten. I.252.50. Orkestconcert. 5.506.50. Orkes-tconcert. 8.209.15. Orkestconcert. 9.20. „Schwert uber uns" Hoorspel van P. Diick. Daarna tot 12.20 Dansmuziek (Gra mofoonplaten). Kalundborg, 1153 M. 12.202.20. Orkestconcert. 3.50—5.50. Orkestconcert. 8.209.35. Concertorkest. Operazanger. 10.2011.05. Concert, Hawaiian Kwartet. II.0512.50. Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20. Dansmuziek. 6.50. Trio-concert. 8.35. Fragmenten uit „De Groot-Hertogin van Gerolstein" van Jacq. Offenbach. Or kest en solisten. hebben dat van ons overgenomen. (Ge lach). Wat er democratisch is in de S. D. A. P. is overgenomen van andere par tijen. Spr. sluit zich aan bij den heer De Ree- de, dat het financieel voordeeliger is voor de gemeente. Waarom zijn de heeren bang voor de gemeente-exploitatie? Er gebeurt niets anders, dan dat de aandeelen naar de brandkast van de gemeente verhuizen. De andere gemeente-bedrijven rendeeren toch ook goed. Zeker, er zijn eenige risico's die indi rect toch altijd op dc gemeente aankomen. Nu i6 de vraag, of die risico's zoodanig zijn, dat de overname er door belet wordt. Spr. meent van niet. De gemeente zal lieusch niet van de L. D. M. profitaeren. Het belang der gemeente staat op den voorgrond. B. en W. achten het onverant woordelijk om de drinkwatervoorziening weer voor ruim 30 jaar aan particuliere concessionarissen toe te vertrouwen. Op den duur kan de gemeente beter het alge meen belang dienen in een zoo belangrij ke zaak als de drinkwatervoorziening. Ten slotte ziet spr. onder het oog de mogelijk heid van onvoldoende watervoorziening. Er is geen bezwaar legen industriewater te betrekken uit de meren, als de gemeen te medezeggenschap heeft. Men zal dan kostbaar drinkwater kunnen sparen. Daar het thans half 6 is geworden, ge ven de raadsleden er de voorkeur aan te pauzeeren en 's avonds om 8.15 uur terug te keeren. FEUILLETON Uit het Engelsch van FRED. M. WHITE. „Is hij in zijn slaap gestorven?", vroeg ze „Dat kon nog niet worden vastgesteld", antwoordde Mark. „De dokter dien wij rie pen, was heel voorzichtig in zijn oordeel. Niemand schijnt in de slaapkamer te zijn geweest, hoewel de aangrenzende zitkamer niet gesloten is en vannacht zag ik er een dame uitkomen. Een dame in 't grijs." „Een dame in het grijsriep Beatrice ontsteld. „Was het dezelfde dame die jij in den schouwburg in Parijs gezien hebt, Mark V' „Ja, zij was het. Ik heb het aan niemand verteld dan aan jou en het komt mij voor, dat het nergens toe dient om het te vertel len." Beatrice knikte peinzend. Ze kon zich niet voorstellen dat die dame in 't grijs met haar lief, bedroefd, fijn gezicht, tot iets ver keerds in staat zou zijn. En toch was het vreemd, hoe die zwijgende vrouw zoo opeens in haar leven was gekomen. Ze moest Sir Charles gekend hebben, anders zou ze niet in zijn kamer geweest zijn. Als ze nog in het hotel was, zou Beatrice haar trachten te spreken. Misschien kon en wilde zij iets van al dit vreemde geheimzinnige ophel deren. In een eetzaal stond een feestelijke ta fel gedekt. Het diepe rood van de rozen gaf een warme gloed aan de kamer, de zon scheen op het zilver en kristal, op den roo- den wijn en het verguldsel van de cham- pagneflesschen In het midden van de ta fel stond een groote, witte toren, die Bea trice vaag als haar bruiloftstaart herken de. Een rilling ging over haar heen, terwijl ze er naar keek .Ze verlangde naar iets donkers en sombers, zij wilde liefst zoo gauw mogelijk hare diamanten en haar glanzende satijnenjapon wegbergen. De stille in de kamer drukte loodzwaar op Beatrice. Er zouden geen gasten ko men. De beleefde hoteldirecteur zei iets tegen haar, maar de bruid scheen niets te hooren. „Meneer Marius zegt iets tegen je", zei Mark. „Hij wil weten of hij iets doen kan" „Meneer Marius is heel vriendelijk", antwoordde Beatrice vermoeid. „Ilc zou den dokter graag willen spreken. Hij is misschien nog hier; kan ik hem dadelijk spreken V' De dokter was nog niet weg. Mark haal de sandwiches en een glas port en drong er op aan, dat Beatrice er van gebruiken zou en tot haar groote verbazing merkte ze, dat ze hongerig was. Ze had haast niet ontbeten en nu de crisis voorbij was, deed haar natuurlijke eetlust zich weer gelden. De dokter kwam binnen, zenuwachtend zijn handen wrijvend. Toen hij geroepen was, vertelde hij, was Sir Charles allang builen het bereid van menschelijke hulp en buiten het bereik van menschelijke hulp en „Weet u dat heel zeker?" vroeg Baetriee. „Absoluut", antwoordde dokter Andrews. „Ik veronderstel, dat hij vier uur dood was, voor ik bij hem kwam." „Is hij een natuurlijken dood gestorven?" was de volgende vraag van het meisje. Een oogenblik aarzelde de doktei-. „Ik moet een onderhoud hebben met Sir Char les' huisdokter, voor ik mij daarover kan uitlaten", zei hij. „Ik voor mij twijfel niet aan een natuurlijken dood; ik heb geen re den om het tegendeel te veronderstellen. Maar, als het twijfelachtig is, zal er een ge rechtelijk onderzoek naar de oorzaak van den dood moeten plaats hebben. Maar ik hoop, dat dat niet noodig is." Beatrice voelde zich niet op haar gemak. Al verborg de dokter misschien niet iets voor haar; hij scheen toch niet zoo gerust als hij zich voordeed. „Zou ik mijn vader mogen zien?" vroeg ze rustig. De dokter ging voor naar de slaapka mer en deed de deur zacht achter het meisje dicht. Zijn gezicht stond ernstig en bezorgd toen hij de trap afkwam. „U schijnt een vriend van de familie te zijn", zei hij tegen Mark, toen hij dezen in de hall trof. „Er zijn symptomen, die mij eerlijk gezegd niet aanstaan. Ik zou graag zoo gauw mogelijk den huisdokter willen sprekenmisschien weet u wel wie dat is." Mark kon de gewenschte inlichtingen ge ven en dokter Andrews vertrok met een nog steeds ernstig en peinzend gezicht. On derwijl was Beatrice alleen bij haar dooden vader. Hij was gedeeltelijk gekleed en lag op het bed in de houding van iemand, die door een plotselinge vermoeidheid overval len, ingeslapen is. De jongensachtige uit drukking lag nog op zijn knap gezicht, maar er was ook een uitdrukking van pijn Zorgvuldig als hij geweest was in klei nigheden tenminste had hij zijn man- chetknoopen en das op de toilettafel ge legd, naast een stapeltje brieven, die met de laatste post gekomen schenen te zijn. Ze waren netjes met een zakmes geopend, ze waren dus gelezen, zooals Beatrice con cludeerde. Er kwamen tranen in haar oogen, Bea trice dacht aan den tijd, dat Sir Charles een goed echtgenoot en een lieve vader ge weest was, toen. haar moeder nog leefde: toen hij nog vermogend was geweest en hij niét elk middel, goed of slecht, had aange grepen om zijn verloren fortuin terug te Toen zij verder de kamer rondkeek, zag Beatrice opeens op het vloerkleed iets, dat een telegram scheen te zijn. Het was balf opengevouwen, Beatrice raapte het op: als er iets verkeerds gebeurd \va3, zou deze ontdekking misschien licht verschaffen. Zij las het telegram, haar oogen en mond gin gen open van verbazing en haar handen frommelden zenuwachtig het papier in el kaar. „Zou het mogelijk zijn", stamelde ze, „dat hij het geweten heeft? En tochde da tum en de dag? Ja, die lafaard moet het geweten hebben." Een blik op het gezicht van den doode bracht haar weer tot zichzelf. Haastig duw de zij het telegram in haar japon en ging de kamer uil. Er was al eenigen tijd verloopen sinds ze in het hotel teruggekeerd was en nog was de man, met wien ze misschien getrouwd was of het werkelijk zoo was, wist ze nog steeds niet niet in het hotel terug gekeerd. „Ik moet een kamer hebben en me ver- kleeden", zei ze tegen Mark Ventmore, ter wijl ze met een gevoel van. wa'giug naar het bruidstoilet keek. „Het is gruwelijk om zoo rond te loopen, terwijl mijn vader bo ven dood ligt. Mijn kamernier moei hier ergens zijn, ze zou na de plechtigheid in' de kerk hierheen komen. Wil jij haar even zoeken en naar Lady Rashborough sturen om gewone kleeren voor me te halen. Ik zal zoolang een kamer nemen." Beatrice had juist de hall verlaten, toen Stephen Richford voorreed en het hotel binnenkwam. Zijn gezicht stond angstig en norsch toen hij Mark op een kwaadaardige manier begroette. Hij wist heel goed hoe de verhouding tusschen Mark en Beatrice geweest was. „Een nette manier om er zoo met mijn vrouw van door te gaan", grauwde hij. Het scheen Mark toe, dat hij tegen zijn ge woonte overigens gedronken had. „Waar is ze vroeg hij schor. „Ze gaat zich verkleeden", antwoordde Mark. „Dat is een ongelukkige geschiede nis, meneer Richford." Richford haalde on verschillig de schouders op. Zij handen tril den „Sir Charles werd ook een dagje ouder", zei hij „en hij heeft zich nooit bijzonder ontzien, hij was zelfs roekeloos waar bet zijn gezondheid betrof. Maar als de dokter gerust is over de doodsoorzaak „Daarvan ben ik niet zoo overtuigd", zei Mark veelbeteekenend. „Wat is er met U?" „Niets, niets", stamelde Richford. „Ik heb weer zoo'n afschuwelijke zenuwhoofd pijn". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5