GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
De Slavin van het
Zwijgen
op'
DINSDAG 5 AUGUSTUS 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
De gemeente Leiden grootste aandeelhoudster in de
Leidsche Duinwater-Maatschappij. Hoe zal de
macht worden* uitgeoefend? Hierover komt nog
een voorstel van B. en W.
l7o. Voorstel in zake den aankoop van
aandeelen in de Leidsche Duinwater-
Maatschappij.
(Vervolg).
Onzekerheid omtrent de toekomst.
De heer Donders wil vooreerst de
geldelijke lasten voor de gemeente be
schouwen in verband met eventueele naas
ting en vervolgens de financieele conse
quenties voor de gemeente los van de
naasting. Welk bedrag bij naasting ver
schuldigd zal zijn kan niemand bij benade
ring vaststellen, omdat dit afhangt van de
interpretatie van het begrip „netto-op
brengst". Bij een dergelijke speculatie is
het natuurlijk goed rekening te houden
met het hoogste bedrag, maar ook wan
neer wij daarmede geen rekening houden
is in ieder geval aankoop der aandeelen
op het oogenblik voordeeliger. Spr. wijst
er op, dat de gemeente niet alle aandee
len kan koopen, omdat er 32 aandeelhou
ders zijn, die geen prijs stellen op contant
geld, maar waarschijnlijk meer prijs stellen
op het uitoefenen van een zekere macht.
De winst komt ook niet geheel aan de ge
meente ten goede. Spr. becijfert, dat het
netto rendement heel wat minder zal zijn
dan het praeadvies aangeeft. Thans krijgt
de gemeente 100.000 jaarlijks en bij aan
koop komt de jaarlijksche winst op hoog
stens 50.000 meer. En daarom moet de
gemeente rond U/s raillioen uitschieten.
Verder is de toestand van het buizennet
een voorname factor. Ir. Krul is in zijn
rapport uiterst voorzichtig daaromtrent;
spr. acht een stelliger berichtgeving gebo
den. Het heele wel en wee der Mij. drijft
op de capaciteit van de prise d'eau. Is
deze niet groot genoeg, dan moet de wa
tervoorziening op geheel andere leest ge
schoeid worden. Spr. noemt het voorbeeld
van Delft, dat niet- genoeg had aan zijn
waterwinningsgebied en zich moest aan
sluiten bij Rotterdam. Amsterdam krijgt
ook al gebrek, evenals den Haag. Voor
Leiden staat eveneens wel vast, dat men
niet. voortdurend kan voortgaan met aldus
water aan de duinen te onttrekken. Op
dit punt bestaat voor de naaste toekomst
de grootste onzekerheid. Spr. meent uit
het rapport van ir. Krul te kunnen aan-
toonen dat het met de Leidsche duinwater
winning zeer poover gesteld is. Wanneer
nu de waarde van het voornaamste object
der Mij. zoo onzeker is, is de raad niet
verantwoord een bedrag van ruim l1/» mil-
lioen te voteeren, zoolang hij niet meer
houvast heeft, te verkrijgen door een geo-
hydrologisch onderzoek. Spr. zou over alle
bezwaren nog willen heenstappen, als de
overname maar noodzakelijk was, maar.
die noodzakelijkheid wordt door bet prae
advies niet aangetoond. Wat zonder over
heidsbemoeiing kan tot stand komen, moet
aan het particulier initiatief worden over
gelaten. De overheid trede slechts aan
vullend op. Men stelle het niet voor, alsof
de gemeente thans heelemaal niets te zeg
gen heeft over de drinkwatervoorziening;
dat is onjuist. Zeer belangrijke punten zijn
onderworpen aan de zeggenschap van de
gemeente. Er bestaat dus reeds lang een
groote mate van samenwerking tusschen
de gemeente en de L. D. M., met het ge
volg, dat de stad steeds goed en goedkoop
drinkwater heeft gehad. Welke reden is er
dan om dien toestand te veranderen?
Moeilijkheden, welke het praeadvies noemt
blijken slechts warm gehouden te zijn met
het oog op een eventueele naasting. Bij
iedere samenwerking treden overigens
moeilijkheden op.
Niet wordt aangetoond, dat de Mij. in
haar taak is te kort geschoten of dreigt
te kort te schieten. Het praeadvies wekt.
de verwachting, dat het buitengewoon
goed zal gaan, als de gemeente zich er mee
bemoeien gaat. Staatsbemoeiing is echter
geen toovermiddel, constateert spr. met
prof. Raaymakers.
Overheids- tegenover particuliere
exploitatie.
De heer v. Eek heeft ook enkele be
zwaren. Vooreerst acht spr. den prijs zeer
hoog, doch het is uitgesloten, dien prijs
te reduceeren. Een gewaarborgd dividend
van 15 pet. is een waardevol bezit. Thans
is het alternatief: ofwel afzien van over-
heidsexploitatie ofwel later een veel hoo-
ger bedrag betalen. Wanneer de exploita
tie door de gemeente wordt overgenomen,
heeft de gemeente zeker eenig risico. Maar
de gemeente draagt een veel grooter risico
als de L. D. M. de exploitatie op den ouden
voet voortzet. Want in moeilijke omstan
digheden wordt het zeer lastig d« L. D.
M. te dwingen te zorgen voor de belangen
der gemeenschap als dat gaat ten koste
van de winst.
Dat is juist het onderscheid tusschen
gemeentelijke en particuliere exploitatie,
dat bij de eerste het gemeentebelang en
bij de tweede het maken van winst op
den voorgrond staat.
Het geldt hier een monopolistisch be
drijf, dat zooveel mogelijk onder zeggen
schap van de overheid moet worden ge
plaatst. Wanneer een monopolist aan
stuurt op zoo hoog mogelijk dividend kan
niemand hem dat beletten. Spr. is der
halve van harte vóór het voorstel van B.
en W. Alleen vraagt spr. nog, hoe het
staat met de arbeidsvoorwaarden en de
pensioenregeling van het personeel.
Een overtuigd voorstander.
De heer Manders heeft geen bezwaar
tegen het voorstel van B. en W. Het is
mogelijk, da-t wij met 300 pet. het volle
pond betalen, doch dat is begrijpelijk. De
heer Donders kent liet buizennet niet,
evenmin als de toestand van de prise
d'eau. Er kan misschien wel iets aan man-
keeren, maar over 't algemeen is de toe
stand goed, zooals het rapport van ir.
Krul ook aangeeft.
Wanneer de prise d'eau later niet meer
voldoende is, zal naar een grootere capa
citeit worden omgezien. Maar dan is het
voor de gemeente van groot belang, dat
het gemeentebestuur zeggenschap heeft.
Want de gemeente kan de drinkwatervoor
ziening goedkooper wijzigen dan de L. D.
M. Een groot punt wordt volgens spr. over
het hoofd gezien. Wanneer de L. D. M. met
uitbreiding van haar buizennet voortgaat,
zal de opbrengst stijgen en des te hooger
zal het bedrag worden, dat de gemeente
zal moeten betalen voor de overname der
Mij. Eén wenscb heeft spr. en dat is, dat
B. en W. in de voorwaarden zullen opne
men, dat de statuten gewijzigd worden in
dien zin, dat ieder aandeel slechts één
stem zal hebben.
De burgerij heeft geen enkel
belang bij de overname.
De heer Wilmer kan zich voorloopig
niet met het voorstel vereenigen. Spr.
heeft geen enkel concreet feit gehoord,
waaruit valt af te leiden dat het in het
belang van de burgerij is dat de gemeente
de aandeelen overneemt. Ook om finan
cieele redenen té spr. tegen het voorstel.
Wij hebben thans een zekere winst van
100.000 jaarlijks en bij overname ver
mindert die zekerheid. Vooreerst zal de
exploitatie van het bedrijf duurder wor
den, en vervolgens weten wij niet, of wij
niet voor zeer groote uitgaven zullen ko
men te staan in verband met den toe
stand van de waterwinningsplaats. Spr. is
voorstander van uitbreiding van het over
heidsbedrijf, als slechts wordt aangetoond,
dat dit wenschelijk is voor het algemeen
belang. De heer de Reede acht naasting
in de toekomst duurder dan overname
thans, maar wie dwingt ons tot naasting
in de toekomst? Ook spr. dringt aan op
een voorafgaand geo-hydrologisch onder
zoek. Verder vragen B. en W. machtiging
om het noodige te verrichten in verband
met deze transactie, waaronder begrepen
de uitoefening van de rechten van de ge
meente als aandeelhoudster. Wanneer
daarmee de bevoegdheid van den raad
wordt uitgeschakeld, kan spr. met dit ge
deelte zeker niet meegaan.
De heer Coster vraagt of het de be
doeling is alleen de aandeelen te koopen
en het bedrijf verder zoo te laten als
het is.
Het algemeen belang moet
op den voorgrond staan.
De v o o r z. constateert, dat de voor
stellen van B. en W. weinig inslemming
hebben ontmoet. De kwestie moet niet
louter uit finantieel oogpunt worden be
keken, maar veeleer uit het oogpunt van
het gemeentebelang. Spr. gaat de geschie
denis der oprichting van de L. D. M. na.
Wanneer thans nog een drinkwatervoor
ziening moest worden opgericht, zou dat
zeker niet op dezelfde wijze worden aan
gepakt. In de huidige concessie wordt be
paald, dat om de 25 jaar de concessie her
zien zal worden en wel op de meest ab
surde wijze, nl. ofwel naasting ofwel alles
laten zooals het is. Daarom is deze rege
ling zoo absurd, omdat de drinkwatervoor
ziening een typisch overheidsbedrijf is. De
buizen liggen in gemeentegrond, en het
terrein van de prise'd'eau is eigendom van
de overheid. De minste stoornis levert
gevaar op voor de geheele bevolking. De
belangen van de aandeelhouders en van
de waterconsumenten loopen niet parallel
De aandeelhouders streven naar winst, de
gemeente houdt het algemeen belang op
de eerste plaats voor oogen.
Door de termen van de concessie is de
gemeente verplicht om een politiek te voe
ren, welko zij anders niet zou voeren. De
gemeente staat altijd op een ander stand
punt dan een particuliere ondernemer. De
termijn van 25 jaar is vrij lang en daarin
kan van alles gebeuren. Schiet in dien tijd
bijv. de prise d'eau te kort, dan kan. de
gemeente de L. D. M. nooit dwingen om
afdoende maatregelen te nemen. Men
zegt: er zijn geen feiten genoemd, waarom
de gemeente belang heeft bij overname.
Die feiten zijn er toch wel degelijk.
In den loop der jaren hebben zich ver
scheidene moeilijkheden voorgedaan, wat
spr. nader uiteenzet. Zelfs is in 1893 ge
dreigd met een proces tegen de L. D. M.
Niet altijd heeft de L. D. M. even goed de
drinkwatervoorziening verzorgd, hoewel
op het oogenblik de toestand zeer goed is.
Den heer Wilmer herinnert spr. aan diens
rede 5 jaar geleden in den raad gehouden,
toen hij aandrong op meer medezeggen
schap. Wat de heer Wilmer toen wensch-
te, kan thans verkregen worden.
De omstandigheden zijn gunstig voor
overname. Op het oogenblik is het bedrijf
bloeiend. De winst, die thans de conces
sionarissen ten goede komt, zal bij over
name aangewend worden om het bedrijf
nog sterker te maken. Natuurlijk heeft de
gemeente niet alle macht, doch haar mee
ning geeft toch den doorslag; de gemeen
te kan rekenen op 430 aandeelen van de
450. De loonen en pensioenen bij de L. D.
M. zijn zeker niet minder dan bij de ge
meente.
De heeren Bosman en Parmentier wan
trouwen de „happigheid" der aandeelhou
ders. Dat is toch duidelijk, want dit is de
eenige gelegenheid om de aandeelen te
verzilveren; anders kunnen zij wachten ad
kalendas Graecas.
De heer Reimeringer heeft zich beklaagd
over dc wijze van voorbereiding. Spr. heeft
de leiders der fracties bijeengeroepen,
niet om overleg te plegen, maar om hun
de gelegenheid te geven de zaak te bestu-
deeren. Spr. is geen voorstel bekend, zoo-
als in de circulaire aan de aandeelhouders
is gezegd.
Volgens spr. is er geen enkel bezwaar
om de watertarieven te verlagen; dat is
in 't geheel niet tegen de bedoeling van
B. en W.
Spr. toe strijdt de financieele beschouwin
gen van den heer Donders. Ook is spr. het
niet met hem eens, dat uit het rapport
van ir. Krul zou blijken, dat het buizennet
(JIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Woensdag 6 Aug.
Hilversum, 1875 M.
Uitsluitend N. C. R. V.-uitzending.
S.15—9.30 Gramofoonplaten.
10.3011.00 Ziekendienst.
11.0011.30 Gramofoonplaten.
11.3012.30 Harmoniumbespeling door
M. F. Jurjaanz.
12.30—2.00 Concert Mevr. J. Hekkert—
van Eysden (sopraan), Mevr. I. Mulder
Belser (alt-mezzo), H.H. H. Hermann (viool)
Cor Kee (orgel en piano).
2.002.45 Concert Mevr. C. van Raven-
zwaay Möllenkamp (alt), Mej. To Stelle-
maker (piano), H.H. Joh. Lamen (bas), H.
Brugman (viool en piano-begel.).
2.453.15 Lezen van Chr. Lectuur.
3.151.00 Vervolg concert.
4.005.00 Concert door de Stafmuziek
der Kon. Marine te Den Helder.
5.006.00 Kinderuurtje.
6.007.00 Gramofoonplaten.
6.306.40 Koersen.
7.007.30 Declamatie door R. Sijbring.
7.308.30 Wijdings-samenkomst in de
Oosterkerk te 's-Gravenhage.
8.3010.00 Concert door het „Boris
Lensky"-trio.
10.0011.00 Orgelconcert door S. P.
Visser.
9.30 circa Persberichten.
Huizen 298. M. Na 6 uur 1071 M.
V.A.R.A.-uitzending.
8.00 Orgelspel door Fred. Wolfers, afgew.
door gramofoonplaten.
9.00 Gramofoonplaten.
10.15 Voordracht door Gerard Pilger.
10.30 Ziekenuurtje.
11.30 Gramofoonplaten.
12.00 Politieberichten.
12.15 Concert door V. A. R. A.-Septet
afgew. door gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding (te verzorgen door
den V. P. R. O.).
1.45 Gramofoonplaten.
2.30 Kindermatinée vanuit het Kurhaus
Scheveningen.
3.30 „Maak-het-zelf" door C. Schaake
Verkozen.
4.30 Orgelspel door Fred. Wolfers.
5.00 Vraaghalfuurtje voor de kinderen.
5.45 Concert door Tokkel-Octet, afgew.
door gramofoonplaten.
7.15 Literaire lezing door A. M. de Jong
7.50 Politieberichten.
niet in orde is. Integendeel heeft ir. Krul
geconstateerd, dat het net in orde is, al is
niet alles even goed. Ook kan spr. niet
meegaan met de pessimistische beschou
wingen van den heer Donders omtrent
den watervang; op het oogenblik is de
watervoorraad zeker voldoende en dit moet
men toch tot basis nemen voor de tegen
woordige transactie. De heer Wilmer is
bang voor uitschakeling van den raad,
doch hij vergist zich, want de concessie
blijft bestaan en de raad kan B. en W.
voortdurend als zoodanig tor verantwoor
ding roepen.
Niet enthousiast, maar er
toch voor.
Wethouder Goslinga merkt op, dat
B. en W. niet zoo enthousiast zijn inge
gaan op het voorstel van de L. D. M. Doch
B. en W. achten zich verplicht dit voor
stel in den raad te brengen. Vervolgens
hebben B. en W. zich afgevraagd of zij
het voorstel konden aanbevelen. Zij heb
ben gemeend van wel, omdat thans de
kans er was om medezeggenschap te krij
gen. Naasting is theoretisch wel mogelijk,
maar practisch te bezwaarlijk.
De heer Parmentier heeft de argumen
tatie van B. en W. socialistisch genoemd.
De A. R. partij heeft echter altijd aange
drongen op het brengen van dit bedrijf in
handen der overheid.
Stemmen: Is dat dan niet socialistisch.
Wethouder Goslinga Dc socialisten
8.00 Toelichting tot het Kurhausconcerb
door Eli Bomli.
8.15 Concert vanuit het Kurhaus te
Scheveningen. Het Residentie-Orkest. So
listen: Jacq. Urlus en Ilona Durigo. Na
afloop: Persberichten. Daarna Gramofoon
platen.
Daventry, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
12.20 Gramofoonplaten.
1.20 Orkestconcert.
2.202.50 Conocrt. B. Allen (mezzo-so
praan), J. A. Thomas (bariton).
4.20 Orkestconcert.
5.20 Gramofoonplaten.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Landbouwberiehlen.
6.35 Nieuwsberichten.
7.00 Piano-recital door L. England.
7.207.10 Lezing.
7.45 Vioolrecital door Isaac Losowsky.
8.05 Concert. Orkest. A. Fear (bariton),
F. Russell (tenor). Koor.
9.20 Nieuwsberichten.
9.45 Lezing.
10.00 Optreden van de „Co-Optimists".
10.4012.20 Dansmuziek.
Par ij s „Radio - Pari s", 1725 M.
12.502.20 Gramofoonplaten.
4.05. Concert door Kwintet.
7.40. Gramofoonplaten.
8.20. „Don Juan" van Mozart. Orkest en
solisten.
Langenberg, 473 M.
7.257.50. Gramofoonplaten.
7.508.50. Orkestconcert.
10.3512.15. Gramofoonplaten.
12,30. Gramofoonplaten.
I.252.50. Orkestconcert.
5.506.50. Orkes-tconcert.
8.209.15. Orkestconcert.
9.20. „Schwert uber uns" Hoorspel van P.
Diick. Daarna tot 12.20 Dansmuziek (Gra
mofoonplaten).
Kalundborg, 1153 M.
12.202.20. Orkestconcert.
3.50—5.50. Orkestconcert.
8.209.35. Concertorkest. Operazanger.
10.2011.05. Concert, Hawaiian Kwartet.
II.0512.50. Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
5.20. Dansmuziek.
6.50. Trio-concert.
8.35. Fragmenten uit „De Groot-Hertogin
van Gerolstein" van Jacq. Offenbach. Or
kest en solisten.
hebben dat van ons overgenomen. (Ge
lach). Wat er democratisch is in de S. D.
A. P. is overgenomen van andere par
tijen.
Spr. sluit zich aan bij den heer De Ree-
de, dat het financieel voordeeliger is voor
de gemeente. Waarom zijn de heeren bang
voor de gemeente-exploitatie? Er gebeurt
niets anders, dan dat de aandeelen naar
de brandkast van de gemeente verhuizen.
De andere gemeente-bedrijven rendeeren
toch ook goed.
Zeker, er zijn eenige risico's die indi
rect toch altijd op dc gemeente aankomen.
Nu i6 de vraag, of die risico's zoodanig
zijn, dat de overname er door belet wordt.
Spr. meent van niet. De gemeente zal
lieusch niet van de L. D. M. profitaeren.
Het belang der gemeente staat op den
voorgrond. B. en W. achten het onverant
woordelijk om de drinkwatervoorziening
weer voor ruim 30 jaar aan particuliere
concessionarissen toe te vertrouwen. Op
den duur kan de gemeente beter het alge
meen belang dienen in een zoo belangrij
ke zaak als de drinkwatervoorziening. Ten
slotte ziet spr. onder het oog de mogelijk
heid van onvoldoende watervoorziening.
Er is geen bezwaar legen industriewater
te betrekken uit de meren, als de gemeen
te medezeggenschap heeft. Men zal dan
kostbaar drinkwater kunnen sparen.
Daar het thans half 6 is geworden, ge
ven de raadsleden er de voorkeur aan te
pauzeeren en 's avonds om 8.15 uur terug
te keeren.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
FRED. M. WHITE.
„Is hij in zijn slaap gestorven?", vroeg ze
„Dat kon nog niet worden vastgesteld",
antwoordde Mark. „De dokter dien wij rie
pen, was heel voorzichtig in zijn oordeel.
Niemand schijnt in de slaapkamer te zijn
geweest, hoewel de aangrenzende zitkamer
niet gesloten is en vannacht zag ik er een
dame uitkomen. Een dame in 't grijs."
„Een dame in het grijsriep Beatrice
ontsteld. „Was het dezelfde dame die jij
in den schouwburg in Parijs gezien hebt,
Mark V'
„Ja, zij was het. Ik heb het aan niemand
verteld dan aan jou en het komt mij voor,
dat het nergens toe dient om het te vertel
len."
Beatrice knikte peinzend. Ze kon zich niet
voorstellen dat die dame in 't grijs met haar
lief, bedroefd, fijn gezicht, tot iets ver
keerds in staat zou zijn. En toch was het
vreemd, hoe die zwijgende vrouw zoo opeens
in haar leven was gekomen. Ze moest Sir
Charles gekend hebben, anders zou ze niet
in zijn kamer geweest zijn. Als ze nog in
het hotel was, zou Beatrice haar trachten
te spreken. Misschien kon en wilde zij iets
van al dit vreemde geheimzinnige ophel
deren.
In een eetzaal stond een feestelijke ta
fel gedekt. Het diepe rood van de rozen
gaf een warme gloed aan de kamer, de zon
scheen op het zilver en kristal, op den roo-
den wijn en het verguldsel van de cham-
pagneflesschen In het midden van de ta
fel stond een groote, witte toren, die Bea
trice vaag als haar bruiloftstaart herken
de. Een rilling ging over haar heen, terwijl
ze er naar keek .Ze verlangde naar iets
donkers en sombers, zij wilde liefst zoo
gauw mogelijk hare diamanten en haar
glanzende satijnenjapon wegbergen.
De stille in de kamer drukte loodzwaar
op Beatrice. Er zouden geen gasten ko
men. De beleefde hoteldirecteur zei iets
tegen haar, maar de bruid scheen niets te
hooren.
„Meneer Marius zegt iets tegen je", zei
Mark.
„Hij wil weten of hij iets doen kan"
„Meneer Marius is heel vriendelijk",
antwoordde Beatrice vermoeid. „Ilc zou
den dokter graag willen spreken. Hij is
misschien nog hier; kan ik hem dadelijk
spreken V'
De dokter was nog niet weg. Mark haal
de sandwiches en een glas port en drong
er op aan, dat Beatrice er van gebruiken
zou en tot haar groote verbazing merkte
ze, dat ze hongerig was. Ze had haast niet
ontbeten en nu de crisis voorbij was, deed
haar natuurlijke eetlust zich weer gelden.
De dokter kwam binnen, zenuwachtend
zijn handen wrijvend. Toen hij geroepen
was, vertelde hij, was Sir Charles allang
builen het bereid van menschelijke hulp en
buiten het bereik van menschelijke hulp en
„Weet u dat heel zeker?" vroeg Baetriee.
„Absoluut", antwoordde dokter Andrews.
„Ik veronderstel, dat hij vier uur dood was,
voor ik bij hem kwam."
„Is hij een natuurlijken dood gestorven?"
was de volgende vraag van het meisje.
Een oogenblik aarzelde de doktei-. „Ik
moet een onderhoud hebben met Sir Char
les' huisdokter, voor ik mij daarover kan
uitlaten", zei hij. „Ik voor mij twijfel niet
aan een natuurlijken dood; ik heb geen re
den om het tegendeel te veronderstellen.
Maar, als het twijfelachtig is, zal er een ge
rechtelijk onderzoek naar de oorzaak van
den dood moeten plaats hebben. Maar ik
hoop, dat dat niet noodig is."
Beatrice voelde zich niet op haar gemak.
Al verborg de dokter misschien niet iets
voor haar; hij scheen toch niet zoo gerust
als hij zich voordeed.
„Zou ik mijn vader mogen zien?" vroeg
ze rustig.
De dokter ging voor naar de slaapka
mer en deed de deur zacht achter het
meisje dicht. Zijn gezicht stond ernstig en
bezorgd toen hij de trap afkwam.
„U schijnt een vriend van de familie te
zijn", zei hij tegen Mark, toen hij dezen in
de hall trof. „Er zijn symptomen, die mij
eerlijk gezegd niet aanstaan. Ik zou graag
zoo gauw mogelijk den huisdokter willen
sprekenmisschien weet u wel wie dat is."
Mark kon de gewenschte inlichtingen ge
ven en dokter Andrews vertrok met een
nog steeds ernstig en peinzend gezicht. On
derwijl was Beatrice alleen bij haar dooden
vader. Hij was gedeeltelijk gekleed en lag
op het bed in de houding van iemand, die
door een plotselinge vermoeidheid overval
len, ingeslapen is. De jongensachtige uit
drukking lag nog op zijn knap gezicht,
maar er was ook een uitdrukking van pijn
Zorgvuldig als hij geweest was in klei
nigheden tenminste had hij zijn man-
chetknoopen en das op de toilettafel ge
legd, naast een stapeltje brieven, die met
de laatste post gekomen schenen te zijn.
Ze waren netjes met een zakmes geopend,
ze waren dus gelezen, zooals Beatrice con
cludeerde.
Er kwamen tranen in haar oogen, Bea
trice dacht aan den tijd, dat Sir Charles een
goed echtgenoot en een lieve vader ge
weest was, toen. haar moeder nog leefde:
toen hij nog vermogend was geweest en hij
niét elk middel, goed of slecht, had aange
grepen om zijn verloren fortuin terug te
Toen zij verder de kamer rondkeek, zag
Beatrice opeens op het vloerkleed iets, dat
een telegram scheen te zijn. Het was balf
opengevouwen, Beatrice raapte het op: als
er iets verkeerds gebeurd \va3, zou deze
ontdekking misschien licht verschaffen. Zij
las het telegram, haar oogen en mond gin
gen open van verbazing en haar handen
frommelden zenuwachtig het papier in el
kaar.
„Zou het mogelijk zijn", stamelde ze, „dat
hij het geweten heeft? En tochde da
tum en de dag? Ja, die lafaard moet het
geweten hebben."
Een blik op het gezicht van den doode
bracht haar weer tot zichzelf. Haastig duw
de zij het telegram in haar japon en ging
de kamer uil.
Er was al eenigen tijd verloopen sinds ze
in het hotel teruggekeerd was en nog was
de man, met wien ze misschien getrouwd
was of het werkelijk zoo was, wist ze
nog steeds niet niet in het hotel terug
gekeerd.
„Ik moet een kamer hebben en me ver-
kleeden", zei ze tegen Mark Ventmore, ter
wijl ze met een gevoel van. wa'giug naar
het bruidstoilet keek. „Het is gruwelijk om
zoo rond te loopen, terwijl mijn vader bo
ven dood ligt. Mijn kamernier moei hier
ergens zijn, ze zou na de plechtigheid in'
de kerk hierheen komen. Wil jij haar even
zoeken en naar Lady Rashborough sturen
om gewone kleeren voor me te halen. Ik
zal zoolang een kamer nemen."
Beatrice had juist de hall verlaten, toen
Stephen Richford voorreed en het hotel
binnenkwam. Zijn gezicht stond angstig en
norsch toen hij Mark op een kwaadaardige
manier begroette. Hij wist heel goed hoe
de verhouding tusschen Mark en Beatrice
geweest was.
„Een nette manier om er zoo met mijn
vrouw van door te gaan", grauwde hij. Het
scheen Mark toe, dat hij tegen zijn ge
woonte overigens gedronken had. „Waar
is ze vroeg hij schor.
„Ze gaat zich verkleeden", antwoordde
Mark. „Dat is een ongelukkige geschiede
nis, meneer Richford." Richford haalde on
verschillig de schouders op. Zij handen tril
den
„Sir Charles werd ook een dagje ouder",
zei hij „en hij heeft zich nooit bijzonder
ontzien, hij was zelfs roekeloos waar bet
zijn gezondheid betrof. Maar als de dokter
gerust is over de doodsoorzaak
„Daarvan ben ik niet zoo overtuigd", zei
Mark veelbeteekenend. „Wat is er met
U?"
„Niets, niets", stamelde Richford. „Ik
heb weer zoo'n afschuwelijke zenuwhoofd
pijn".
(Wordt vervolgd).