21ste Jaargang DINSDAG 5 AUGUSTUS 1930 No. 6661 VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Crisis en loonsverlaging BUITENLAND KERKNIEUWS S)e £cidóclve(Boii^cmt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per postf 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent Dit blad verschijnt eiken dag, uitgezonderd Zon- en Feestdagen II TEL. INT. ADMINISTRATIE 935. REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50 Wat is de oorzaak van den crisis Overproductie over de geheele linie De productie-kosten omlaag! Wij léven in een crisistijd, in een tijd van economische depressie. Vroeger sprak men meer van malaise, dat was toen het modewoord; thans van depressie en on gunstige conjunctuur. Maar 't, is allemaal hetzelfde. Die periode van depressie treedt aan den dag: op de eerste plaats in de daling der groot-handelsprijzen, waarvan de bui ten den handel staande gemiddelde kran tenlezer overigens weinig pleegt te be merken; en op de tweede plaats in den landbouw, waar menigeen den crisisdruk zeer sterk aan den lijve ondervindt. Onze landbouwers gaan inderdaad zwaar gebukt onder den last der tijden, en niet alleen onze landbouwers, maar ook die in het buitenland. De landman is aan harden arbeid en aan een sober bestaan gewend en aan de omstandigheid, dat hij zijn le vensbehoeften tot een minimum kan be- perken, dankt menig landbouwer zijn finan- "cieel behoud. Gelukkig degene die buk ken en buigen kan als de stormvlagen der depressie trekken over het land. Velen ech ter breken. Wat is de oorzaak van deze crisis? De economen zijn het er niet over eens, de eene zoekt de oorzaak hier, de -ander daar. De econ .unische structuur van onze maatschappij is zóó ingewikkeld, dat een klaar beeld van heb verloop der verschil lende stroomingen uiterst moeilijk zooal niet onmogelijk is te verkrijgen. Het vrije spel der economische krachten is reeds uitermate grillig en als deze elementaire tendenzen nog beïnvloed worden door het onberekenbare ingrijpen van de menschen, die met hun oorlogen, beursspeculaties, ta riefmaatregelen e.d. krachten hanteeren, welke zij niet in de hand hebben, dan wordt het nog moeilijker uit te vinden, welke factor moet worden aangewezen als de oorzaak van deze crisis. Het is trouwens •de vraag of één oorzaak als de crisis ver wekker mag worden aangemerkt; veeleer is het een samentreffen van verschillende oorzaken. Eén woord keert echter steeds terug in de beschouwingen der economen en dat is: overproductie. Er is te veel; de industrie met haar machtige machines en haar fijn doorge dachte en streng doorgevoerde rationalisa tie produceert in massa; de landbouw met zijn kunstmest, zijn nieuwe methoden en werktuigen werpt zijn kwantums op de vei lingen, welke den toevloed niet verwer ken kunnen. Er is teveel; er is overvloed en overvloed is niet altijd zegen. Wanneer er in een bepaalde tak van bedrijf teveel geproduceerd wordt, is het begrijpelijk, dat deze verbreking van het evenwicht tusschen vraag en aanbod re sulteert in een prijsdaling welke funeste gevolgen kan hebben voor deze bepaalde industrie. Maar dat een overproductie over de geheele linie tot een crisis leidt, is te gen alle regels der economie. Men zegt, dat in een bedrijf teveel ge produceerd wordt, wanneer de prijs van het product door den overvloed zoodanig daalt, dat de aanmaak niet langer loo- nend is; wanneer dus de productiekosten hooger zijn dan de verkoopsprijs. Dat zal het geval zijn wanneer de prijzen van het product dalen, doch de prijzen der grond- stpffen, arbeidsloonen, prijzen der machi nes, rentevoet e.d. gelijk gebleven zijn. Maar wanneer er overvloed is over de ge heele linie en de prijzen overal dalen, heeft deze prijsdaling geen slechte gevolgen, want tegelijk met den prijs van het product zakken dan ook de productie-kosten. Alles blijft bij het' oude, alleen het benoodigde geld, dat in circulatie blijft, is inge'krom- pen. Momenteel schijnt er overproductie te zijn over de geheele linie; zoodat men ver wachten zou, dat de regels der economie hun gelding zouden bewijzen. Het gevolg van dezen overvloed is echter geen wel vaart, doch sterke depressie. Een artikel in het „Vad." verklaart dit eigenaardige verschijnsel aldus. Nagenoeg alle producten zijn in aanzienlijke mate toegenomen, doch de goudproductie heeft daar geen gelijken tred mee gehouden. Te genover de goederenvoorraad is het goud geslonken; zoodab als noodwendig gevolg de prijzen moesten dalen, omdat ten op zichte van de goederen het goud schaar- scher, dus kostbaarder is geworden. Natuurlijk begint de groothandel deze daling het eerst te voelen. Dat is van ouds de goede gewoonte geweest en het gebruik wil, dat de kleinhandelsprijzen in min of meer vertraagd tempo achteraan komen sukkelen. Maar nu doet zich deze eigenaardigheid voor, dab de kleinhandel zeer weinig nei ging vertoont om te volgen. Iedere huis moeder kan dit verschijnsel dagelijks mee maken. Hoewel het algemeen bekend is, dat de tuinders zeer slechte zaken maken en zoo weinig voor hun gewas krijgen, dat het bijna niet de moeite waard is de grcente naar de veiling te brengen, willen de prijzen bij -de groenteboeren maar niet zakken, althans niet in evenredigheid. En zoo is het overal. De kleinhandel heeft te zeer te kampen met allerlei nood zakelijke lasten, is te zeer gedwongen om groote kosten te maken om in den concur rentiestrijd het hoofd boven water te hou den, dan dat zij zoo spoedig geneigd zou zijn zich met een mindere winst tevreden te stellen. Hier zit volgens velen het blok, dat de geleidelijke terugvloeiing naar normale ver houdingen blokkeert. De remedie tegen de malaise, het middel om te geraken tot een terugkeer naar een 'gunstiger conjunctuur is dan duidelijk zichtbaar, n.l. lagere productiekosten en lagere prijzen in den kleinhandel. En als het groote middel om dat alles te bereiken wordt luide aangeprezen: loonsverlaging. De hooge loonen maken de productie duur, de hooge loonen drukken zwaar op de onkostenrekening van den kleinhande laar. Verlaag de loonen en men bereikt tweeërlei: eensdeels vermindert daardoor de koopkracht van de consumenten, waar door de winkeliers gedwongen worden hun prijzen af te slaan; anderdeels worden zij door goedkoopere exploitatie van hun zaak daartoe ook in staat gesteld. Aldus zullen de kleinhandelsprijzen de groothandelsprij- zen volgen; de prijsdaling zal plaats vin den over de geheele linie de overvloedige productie zal geen belemmering ondervin den omdat ook bij lage prijzen de produc tie loonend zal zijn; de overvloed zal van een ramp verkeeren in een zegen; kortom een gouden tijd breek aan. Leve de loons verlaging! Vandaar begint de victorie! De economie is een eigenaardige weten schap. Zij is nuchter, cynisch zelfs en houdt slechts rekening met het z.g. economisch motief, het welbegrepen eigenbelang. Op dingen als: billijkheid, overwegingen van ethiek of moraal, gevoelskwesties e.d. kan zij geen acht slaan, en niet ten onrech te maar deze factoren doen desniette min hun invloed wel degelijk gelden. Langs de door economisch redeneeren uitge stippel de lijnen moet de saneering van de conjunctuur volgen, maar het is de vraag of dat zoo maar een-twee-drie te be reiken is. De loonen omlaag, jawel, maai de vakorganisaties zijn er ook nog en deze zullen er tegen op komen, dat het juist de arbeidsloonen moeten zijn,aan wie de eer gegund wordt zich het eerste op te offe ren. Wanneer er een prijsstijging plaats vindt, komen de arbeidsloonen achteraan, maar wanneer er een prijsdaling geforceerd moet worden, moeten zij vooorp. Daar zit een onbillijkheid in, waarmee de ijzeren wetten der staathuishoudkunde geen rekening houden. Er is nog een eisch van moraal, van Ka tholieke moraal en dab is, dat een arbeider zijn loon waard is, dat hij het loon moet verdienen, noodig om voor zich en zijn ge zin een behoorlijk menschwaardig bestaan te kunnen leiden, volgens de geldende le vensstandaard. De arbeider is de minst kapitaalkrachtige van alle menschelijke productie-factoren en een geforceerde loonsverlaging gepaard gaande met een wanhopigen strijd om het behoud van het oude loon, berokkent zeer veel leed in on telbare huisgezinnen. En als liet nu noodzakelijk was, zou men er vrede mee moeten hebben, maar die noodzakelijkheid wil er bij ons nog niet in. In vele bedrijven maakt het bedrag, dat aan loonen wordt uitgekeerd een vrij-hoog percentage uit van de totaal-onkosten van den ondernemer, maar hoeveel bedrijven zijn er niet, waarin de loonfactor nauwelijks een rol speelt. Wanneer bijv. in een onder neming 10 pet. van alle onkosten op reke ning van de arbeidsloonen moet worden gesteld en dat loon wordt nu met 10 pet. ingekort, welk een invloed heeft deze loonsverlaging dan op het totaal? Tien pro cent beteekent voor den arbeider veel, doch is alles bij elkaar precies één procent van de totaal-onkosten der onderneming. Dat zal verlichting brengen! Omwille van het bedrijf zelf zal een loons verlaging o.i. zelden behoeven te worden doorgevoerd. Wel is het mogelijk, dat loonsverlaging den stoot geeft tot_ verlaging van alle an dere prijzen, zaoals huren, pachten, han- delsprijzen enz. Doch een ideaal middel is het niet, omdat zulk een verlaging bereikt zou worden onder den druk van- onder-con sumptie, van vermindering van koopkracht. Het lijkt ons een contradictie: de gevol gen eener overproductie te willen bestrij den door kunstmatige vermindering van de koopkracht des volks. Alvorens loonsverlaging te forceeren, pro- beere men andere middelen. Men zoeke naar middelen om de produc tiekosten te verlagen. In tijden van ma laise worden verouderde methodes opge ruimd; worden bedrijven, die zich slechts met de uiterste moeite staande kunnen houden, omgezet in meer rationeele bedrij ven; komen wakkere durvende ondernemers naar voren. Men zoeke naar mogelijkheden om het afzetgebied te vergrooten en in verband daarmede worde overwogen of er maat regelen dienen te worden genomen tegen de belemmeringen welke andere landen onzen uitvoer in den weg leggen. Van regeeringswege is een dergelijk on derzoek reeds hangende, met name wordt o.a. de invoering van een onderhandelings tarief overwogen. In afwachting daarvan hebben eenige groote fabrikanten en het Kon. Landbouwcomité alvast het initiatief genomen om als retorsiemaatregel tegen de Duitsche regeering, die de invoerrechten op Nederlandsche artikelen sterk verhoog de, geen Duitsche goederen meer te koopen, m.a.w. Duitschland te boycotten. Van die zijde kan men het vraagstuk ook aanpak ken. Inmiddels heeft men kunnen lezen, dat in de Ver. Staten van Amerika de loons verlaging in sommige groote takken van bedrijf is ingevoerd. BELGIE DE BSLCISCHE-EEUWFEESTEN. Geschiedkundige optocht te Brussel. Te Brussel heeft Zondagnamiddag, voor een opgetogen menschenmenigte,de eer ste rondgang plaats gehad van den groo- ten geschiedkundigen optocht. Deze stoet, die 2l/2 K.M. lang is, 5000 figuranten omvat en meer dan 30 praal wagens, is een allegorische en historische voorstelling van het roemrijke verleden van de negen Belgische provinciën en een repetitie, maar dan oneindig meer uitge breid van „Les Fastes Beiges" die als inzet der eeuwfeesten in den koninklijken Munt-Schou\vburg opgevoerd werden en waarvan wij de weelderige kleurenpracht beschreven hebben. De stoet trok uit van het Jubelpark, na eerst daar voor de koninklijke familie in de eere-tribune, de ministers, andere hoogwaardigheidsbekleders en genoodig- den gedefileerd te hebben. De provincie Namen opende de rij. De toeschouwer zag zich plotseling een paar duizend jaar teiug verplaatst bij het aan schouwen van voorstellingen uit het voor historische tijdperk: visschers, de legende van de „Gatte d'Or"; dc grot te Spy, Gal lische krijgers en Romeinsche legioenen vormden hier het vervolg op. De provincie Limburg bood een blik op de Romeinsche beschaving. Galliërs, onder aanvoering van den fieren Ambiorix, lie pen met opgeheven hoofden door de stra ten, waarachter een niet minder krijgs haftig, doch iets meer geciviliseerd Ro- meinsch leger kwam. Hierop volgde liet Frankische tijdvak, met koning Clovis, den eersten Merovinger, die in het jaar pl.m. 500 tot het Christendom bekeerd wercl. De provincie Luxemburg was de baker mat der kruistochten. Haar roemrijkste zoon, Godfried van Bouillon, beschermer van het Heilige Graf, mocht zeker niet in dezen stoet ontbreken, evenmin als Pe ter de Hermiet; de pioniers van het Kruis en de abten en monniken van Orval en Sint-Hubertus ontbraken hier evenmin. De provincie Luik bracht ons in het Me- rovingisch tijdvak; Keizer Karei de Groo te, St. Hubertus, Francon, Notger, Wazen e.a. waren van deze groepen de voornaam ste figuren. Oost-Vlaanderen legde getuigenis af van groote welvaart: de ambachten, de rederijkers, de lakennijverheid, en van heldenmoed met Jacob van Artevelde van Gent en 'andere. In West-Vlaanderen, tijdens het Bour gondische tijdvak, was alles edele zwier en praal. Brugsche magistra-ten schreden bedachtzaam voort. Minnezangers brachten hier de vroolijke noot aan, maar na de ambachten, gilden, kooplieden en hooge poorters, kwam de schoonste onder de sehoonen: Maria van Bourgondië, verge zeld van Anna van Bourgondië. Dan volg den met gouden ketens omhangen en met edelsteenen en vederen getooide ridders van het Gulden Vlies; de hertog van Bourgondië en Isabella van Portugal. Henegouwen kwam met den Spaanschen tijd voor den dag: de ridder St. Georges, godsdienstige orden, keizer Karei, Eleono- ra van Frankrijk en Maria van Hongarije. De beroemde Gilles van Bincke waren evenmin vergeten. Antwerpen had Al'brecht en Izabella voor zich opgeëischt. Rederijkers, de dia mantnijverheid, de haven, Rubens, de Schelde, Neptunus, de Congo en een apo theose van België en Antwerpen, trokken beurt om beurt, verpersoonlijkt of allego risch voorbij. Het laatste en negende deel van de.n stoet werd gevormd door de provincie Brabant, die België in de XVIIIe eeuw, in 1S30 en tijdens het koninkrijk voorstel de: St. Hubertusbazuinen, Karei van Lo tharingen, gilden, de Brabantsche omwen teling, zangers, strijders, de prins de Mé- rode, Leopold I, het vaandel van Tabora, de Congo, de overwinning en de apotheose der drie koningen: Leopold I, Leopold II en Albert I. De wagen van deze apotheose was 8.50 M. lang en werd getrokken door 12 paar den. Als slot van den stoet kwamen de vaandels der Brusselsche vereenigingen. Een ontelbare menigte woonde, ondanks flinke regenbuien, dezen werkelijk ma-gni- fieken optocht bij, die gisteren andermaal door de straten der hoofdstad trok. Onder de duizenden, die naar Brussel waren gestroomd, om den stoet te zien, bevonden zich heele karavanen Engelsche en Nederlandsche toeristen. „Msb." DUITSCHLAND PRESIDENT VON HINDENBURG. Valsche geruchten over zijn gezondheids toestand. Van Bielefeld uit waren geruchten ver spreid, volgens welke rijkspresideut von Hindenburg dooi' een beroerte zou zijn getroffen. Het Wolff bureau verneemt van bevoeg de zijde, dat de rijkspresident het zeer goed maakt, dat hij zeer opgewekt is en de beste gezondheid geniet. FRANKRIJK STAKINGSINCIDENTEN IN NOORD-FRANKRIJK. Verscheiden gewonden. Het parool voor een algemeene staking in de textiel-industrie, is in Noord-Frank rijk niet overal in dezelfde mate opgevolgd. Eerst heden verwacht men een zuiver over zicht te hebben van den omvang der be weging. Ernstige, incidenten hebben zich gistermorgen te Halluin voorgedaan. Bij den afloop van een communistische verga dering wilden de stakers, ondanks het ver bod van de politie, een optocht foryieeren. De politie kwam tusschenbeide en moest chargeeren om de manifestanten uiteen te jagen. Dezen deden evenwel een regen van projectielen op hen neerdalen. Een agent en verscheiden manifestanten werden ge wond. Het aantal stakers is naar schatting ge stegen van 16.000 op Zaterdag tot ruim 30.000. Te Tourcoing hadden 25 fabrieken gisteren een jaavlijkschen vacantiedag; in de overige 175 fabrieken dezer stad zijn 6000 van de 29.000 arbeiders in staking ge gaan. Te Roubaix zijn 56 fabrieken genood zaakt geweest te sluiten; 36 werken met verminderd personeel en 28 arbeiden op volle kracht. Het aantal stakers wordt hier opgegeven als 16.000 op een totaal arbei ders van 46.000. Te Halluin zijn meer dan de helft der werkielden in staking gegaan; te Rijssel is de toestand onveranderd. RUSLAND TWEE KOELAKKEN WEGENS LASTER GEEXECUTEERD. Hoezeer de koelakken, de meer gegoede boeren in Rusland, aan vervolgingen bloot staan en ook bij kleinere vergrijpen tot de doodstraf veroordeeld worden, blijkt weer eens uit een bericht in de „Krasnaja Gazeta", waarin van de terechtstelling van twee koelakken te Werchne-Oedinsk mei ding wordt gemaakt. Deze beide mannen hadden een campagne georganiseerd te lgen den communistischen onderwijzer Dogrejef, wegens diens agitatie tegen de koelaki. Zij beschuldigden den sovjet-onder wijzer van verschillende misdrijven en o.in. van een zedendelict. Toen zij wegens laatst genoemde beschuldiging aan een verhoor werden onderworpen, gaven zij toe, dat deze ongegrond was en alleen door hen was geuit in verband met de scherpe aan vallen, die de koelakker, van de zijde van Dit nummer bestaat uit twee bladen VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De geschiedkundige optocht te Brusse» bij gelegenheid der Belgische eeuwfeesten. Maatregelen in verband met den nete- ligen toestand der buitenlanders in China. De Duitsche componist Siegfried Wagner overleden, (Lett, en Kunst, 2de blad). BINNENLAND. Overleden is Z. D. H. Mgr. Vuylsteke, Vicaris-apostolicus van Curasao (Kerkh., lste blad). Schade aangericht door de cycloon en storm (Gem. Berichten, 2de blad). Benoemingen in het Bisdom Haarlem. (Kerkn., Iste blad). Kingsford Smith heeft een blindedarm operatie ondergaan. (Luchtv., 2e blad). De gemeente Leiden koopt het grootste gedeelte van de aandeelen der Leidsche Duinwatermaatschappij. (2de blad). 25-jarig bestaan van de oudste dekenfa- briek in ons land. (lste blad). den onderwijzer hadden te verduren. De beide mannen werden toen onmiddellijk in de gevangenis geworpen en spoedig daarop wegens laster ten opzichte van een com munist tot de zwaarste straf, den dood door den kogel, veroordeeld. Hun executif. vond onverwijld plaats. DE COMMUNISTEN-OPMARSCH IN*" CHINA. Netelige toestand der buitenlanders. Volgens berichten uit Sjanghai acht men daar een versterking van de buitenland- sche strijdkrachten in de Chineesche wa teren in de kringen der buitenlanders noo dig, daar de toestand voor de buitenlan ders ten gevolge van de conflicten tusschen de Chineesche centrale regeering, de Noordelijke generaals en de communisten zeer netelig begint te worden. Men acht het onvermijdelijk, dat de bui- tenlandsche handel nadeel zal lijden, even als de buitenlanders zelf, indien heb aan tal buitenlandsche oorlogsschepen op de Jang-tse-Kiang niet belangrijk versterkt wordt. Aangedrongen wordt ook op versterking van het garnizoen te Hankow, dat door de communisten bedreigd wordt, door regee- ringstroepen, omdat men daarvan grootere veiligheid voor de buitenlanders ver wacht, terwijl ook de betrekkingen tusschen de buitenlanders en toonaangevende Chi neesche kringen daardoor verbeterd zul len worden. Het bericht, dat Tsjangtsja op de com munisten heroverd zou zijn, blijkt te be rusten op de mededeeling, dat bij de be schieting door een Chineesche kanonneer boot een aantal burgers gedood werden. De communisten bleven echter meester van de stad. De communistische troepen hebben in de buurt van Tsjangtsja op onbeschrijfelijke wijze huisgehouden. Geheele dorpen zijn geplunderd en platgebrand. JUBILARISSEN 15 AUGUSTUS. Bisdom Haarlem. 50 jaar: C. Tholenaar, te Wassenaar. 40 jaar: B. P. Aalberse, Voorburg (St. Martinus); A. G. v. d. Berg, Den Haag St. Liduina) Schenkkade 117; F. A. Keet, bodegraven; J. D. M. Meyer, St. bavogesticht, Heemstede; W. J. J. v. itiaelen, O u d-A d e. 25 jaar: N. Aanstoots, Spaarnwoude a. Lie; C. Blankenouw, Schermerhorn; h. A. v. d. Burg, R. K. Ziekenhuis, West- inde 132, Den Haag; F. A. Burwinkel, cgelcnzang; P. v. Dorp, Den Haag, Ber- unbosch Blokstr. 9; J. H. Duymel, Den Taag. Sporllaan 84; A. J. M. Hoogeveen, Urlanderveen; G. Kuys, Hilligcrs- ierg, Lefèvre de Montignylaan; J. B. W. \f. Möller, Schiedam, Lekstraat 55; P. J. Nfieuwenhuis, Heemstede, Valkenburger- plem; A. F. C. v. Noort, Heer Hugowaard; J. M. H. Spoorman, Halfweg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1