BINNENLAND
De Slavin van het
Zwijgen
DONDERDAG 31 JULI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
DE HAARLEMSCHE
KATHEDRAALSFEESTEN
AAN HET SLOT.
Nu cle grootc, historische, glorievolle da
gen. der Kathedraalfeesten weer achter ons
liggen; nu wij daarvan, om de woorden van
Z.D.H. onzen Bisschop te herhalen, en
deze tot de onze makend, met grooten wee
moed hebben afscheid genomen, nu dringt
zich aan ons hart op een onstuimige, on
weerstaanbaar gevoel om onze warme er
kentelijkheid, onze diepgevoelde dankbaar
heid in den breedst mogelijken kring te
uiten.
Wij richten ons dankwoord, in het alge
meen, dan ook tot U allen, zonder eenigo
uitzondering, die hebben medegewerkt en
medegeholpen om deze Kathcdraalsfecsten
zoo luisterrijk en grootsch te doen slagen.
En wanneer wij in ons dankwoord eenigs-
zins gaan dctailleercn en wij zouden
organisaties «of personen overslaan,
zonder opzet, laten zij dan we
ten, dat onze groote en hartelijke dank
baarheid is uitgedrukt in de hierboven
neergeschreven algemcene erkentelijkheids-
betuiging:
le. Wij brengen onzen eerbiedigen dank
aan Z.Exc. den minister van Defensie voor
het beschikbaar stellen van het Cavalerie-
terrein; aan den heer Garnizoenscomman
dant van Haarlemaan den Dienst der
Genie; aan den Adjudant-Onderofficier
van den Motcrdienst van den Berg en aan
zoovele andere onderofficeren en soldaten,
die, geheel in vrijen lijd, ons Zondag zoo
hartelijk de helpende hand hebben gebo
den.
2e. Aan de ruim 560 organisaties met
meer dan 5000 deelneemsters en deelne
mers, welke den onvergeet'lijken optocht
Zondagmiddag hebben gevormd. In zoo'n
geweldigen stoet moeten heerschen orde
en regelmaat. En daarom moest bij den
ingang van het terrein herhaaldelijk neer-
beuken de vuist van den algemeenen lei
der, om een strenge, organisatorische dis
cipline te handhaven en na te komen de
•ons van hoogerhand opgelegde verplichting
om niemand zonder toegangsbewijs toe te
laten. Het was den leider er dan ook niet
om te doen iemand onaangenaam te zijn,
doch alleen om orde en regelmaat met ijze
ren hand te handhaven in deze ma-ssa van
ruim 5000 menschen en 300 voertuigen.
4e. Hartelijksten dank aan de zes. colon
ne-commandanten, ieder den staf zwaaiend
over 100 verenigingen, met- him corps yftn
Ordecommissarissen, die voor de indceling
en de goede volgorde op zoo voortreffe
lijke wijze gezorgd hebben.
5e. Dank aan de heeren J. P. A. Nelis-
sen, J. J. Brinkman en anderen, die de
hoofdleiding hadden bij het zoo moeilijke
en ingewikkelde auto- en rijtuigprobleem,
doch die. hun zeer ingewikkelwe taak voor
beeldig hebben beheerscht en gezorgd, dat
alles regelmatig en juist in den optocht,
werd ingeschoven.
6e. Bijzondere dank aan de B. K. Ver
kenners uit ons Bisdom, die onder de al
gemeen© aanvoering van dr. Berger uit
Den Haag, zoo uitnemend aan de handha
ving der orde en samenstelling hebben
medegeholpen vóór, tijdens en na den op
tocht." Tevens voor het bezetten der eere-
wacht bij het Bisschoppelijk Paleis en vóór
de Kathedraal.
Over de praestaties onzer K.-K. Ver
kenners is er slechts één roep geweest
7e. Dank pan den Haarlemschen Dienst
„Eerste Hulp bij Ongelukken" van het Ne-
derlandsche Roodc Kruis, die overal tegen
woordig was en paraat. Praetisch gespro
ken behoefde, gelukkig, deze Dienst voor
het eerst pas in actie te komen tijdens
de plechtigheden vóór de Kathedraal voor
een paar jeugdige- onwel gewordenen en
toen hebben wij dan ook de activiteit van.
den Dienst kunnen bewonderen.
Se. Een woord van bijzonderen lof, dank
baarheid en waardeering komt toe aan dc
Haarlemsche politie, in het bijzonder aan
den sympathieken Commisaris, den lieer
E. H. Tenckink, en aan al zijn inspecteurs
en verdere ondergeschikten voor de hand
having der voorbeeldige ordemaatregelen,
welke boven onzen lof uitgaan.
9e. Dank aan de orde-commissarissen
vóór het Kathedrale terrein, onder de al
gemcene leiding van den heer H. W. M. van
Os, voor de ook daar getroffen onderhou
den ordemaatregelen.
10e. Dank aan do niet genoeg te prijzen
medewerking in den stoet der kranige mu
ziek- en fanfarekorpsen en mondharmoni
caclubs, welke het geheel hebben opgevroo-
lijkt en tevens aan den heer Fr. A. M.
Pielage voor zijn algcmecne directie, toen
door alle corpsen vóór de Kathedraal op
zóó indrukwekkende wijze de „Roomsche
Blijdschap" werd uitgevoerd.
11c. Innigen dank aan dc Katholieke
Pers, welke door haar publiciteit het ons
mogelijk heeft gemaakt deze grootsche Ka
tholieke feesten voor het Bisdom Haarlem
op een degelijke wijze voor te bereiden.
Niets, ook plaatsruimte, is haar te veel
geweest. De hartelijkste medewerking
mocht van den beginne af geconstateerd
worden.
12c. Ten slotte onzen warmen en hart-
grondigen dank aan de inwoners van
Haarlem en Omgeving en aan alle verde
re aanwezigen, die het voorbijtrekken van
onzen Stoet hebben gadegeslagen, zond-er
ook maar een enkelen wanklank te veroor
zaken. Vooral voor deze waardige en fiere
houding zijn w.ij allen uiterst erkentelijk.
Wanneer wij nu deze dankbetuigingen
eindigen, zijn wij ervan overtuigd, nog ver
schillenden, die daarvoor zeker in aanmer
king kwamen, onbewust vergeten te heb
ben. Men duide ons dat niet, ten kwade.
Mogen zij dan worden samengevat in onze
algemeene erkentelijkheidsbetuiging.
Honderden hebben met ons samenge
werkt tot het welslagen der Kathedraal-
feesten voor de ons allen zoo dierbare Ka
tholieke zaak.
Het bestuur van het Comité van
Katholieke Actie:
H. E. EVERARD,'Voorzitter.
P. J. M. VAN TETERING,
Secretaris.
Geestelijk Adviseur
DEKEN L. A. A. M. WESTERWOUDT.
EERSTE KAMER.
DE SUIKER WET.
Nadat eenige kleinere wetsontwerpen
waren afgedaan kwam aan de orde de
Suikerwet.
Voor en tegenstanders gingen elkaar te
lijf.
Dc vrijhandelaars hadden, 'act buiten
kansje den heer van der Lande (R.-Iv.)
aan hun zijde te vinden. De nood van den
landbouwer, die zoo: dringend om voorzie
ning vraagt, kon dezen afgevaardigde niet
verder brengen dan dc hoop, dat de Mi
nister de onjuistheid der gegevens, waarop
spr. zich baseerde, zou 'kunnen aantoonen.
Zoo niet, dan zal hij tegenstemmen.
Beter was de landbouw gebaat bij de
houding van den liberalen heer van der.
Burgh, die z'n vrijhandelsliefde ditmaal
wel eens wilde laten overhecrschen door
z'n verlangen om den landbouwer te hel
pen en daarom, zij het zonder veel enthou
siasme, zal voorstemmen.
En dat de heer v. d Lande niet dc mea
ning der Katholieke fractie vertolkt, bleek
uit de rede van den heer Dobbel man, die
de weldoende beteekenis van het ontwerp
voor den landbouw uiteenzette. En bleek
ook. uit de rede van den heer van Lan-
schot, die er op wees, dat zij, die tegen
maatregelen duchten van den kant van
het buitenland, spoken zien, wijl een in
voerrecht van 2.40 per 100 K.G., zooals
wordt voorgesteld, eenvoudig niets betee-
kent in vergelijking met do beschermen
de maatregelen van het buitenland.
Het debat wordt heden voortgezet.
KONINKLIJKE BESLUITEN.
Gemeenten.
Bij Kon. besluit is aan H. B. Brom-
mersma eervol ontslag verleend als bur
gemeester van Winsum; is aan mr. A.
Roijaards eervol ontslag verleend als bur
gemeester van Seherpenzeel.
DE NIEUWE RIJKSWEG
RIJSWIJK—ROTTERDAM.
Dinsdag opengesteld.
Dinsdag is het laatste gedeelte van den
nieuwen rijksweg van de Hoornbrug naar
Delft geopend en wel van dc Brasserskade
naar den provincialen weg langs het Rijn-
Sch'iekanaal. De provinciale weg, tot voor
enkele jaren een der beste buitenwegen
in Delft, was vooral door het werk aan
den nieuwen rijksweg en in het laatste jaar
door de werkzaamheden aan de nieuwe z.g.
Reineveldsche brug over het Rijn-Schic-
kanaal in een meer dan desolaten toestand
geraakt. Thans is hij vernieuwd met- een
soortgelijk dek als van den Rijksweg; te
vens is hij verbreed door het verwijderen
van de noodzakelijke rij boomen. Van
Brasserskade naar den Oostsingcl vormt
slechts een zijtak van den grooten weg,
die reeds naar een oostelijk gelegen deel
van de Bra-sserskade is aangelegd. In dc
2e etappe, n.l. van de Brasserskado naar
Delf gauw is nog niets gedaan; in de 3c
van Delfgauw naar den Akkersehcndijk,
is men reeds sedert het begin van dit jaar
bezig met grondontginning en zandstor-
ting, terwijl er ook reeds een paar bruggen
zijn geconstrueerd. In de 4e etappe van
den Akkerschendijk naar Overs chic is men
bezig met het bouwen van bruggen, ter
wijl men in de laatste etappe naar Rot
terdam reeds een jaar doende is met het
aanbrengen van de zandbaan.
Ofschoon men zich op papier had voor
gesteld, dat 't derde gedeelte van Rijswijk
naar Delft in een jaar klaar zou zijn,
heeft men er drie jaar over gedaan, met
een ploeg arbeiders van 130 man. Vooral
de ontgravingen voor het storten van dc
zandbaan hebben heel wat tijd en inspan
ning gekost.
De weg, die aan de Hoornbrug 32.5 M.
breed is, heeft een geasfalteerde autobaan
van 11 M. breedte, met een halve M. rabat
van beton. Het witte beton steekt helder
af bij het asfalt, hetgeen vooral 's nachts
noodig is, wijl de weg niet kunstmatig
wordt verlicht.
Aan weerskanten van den autoweg is men
reeds bezig betegelde rijwielpaden te ma
ken van 2 M. breedte. Bovendien komt in
elke richting nog een klinkerweg voor het
overige verkeer. De geheelc weg zal 16 a
17 K.M. lang worden.
De Delftweg, die voor korten tijd be
kend stond als de „weg des doods", ligt
nu eenzaam en verlaten. Benevens do
electrische tram, waarvoor op sommige
nauwe gedeelten een nieuwe weg achter
de huizen wordt gemaakt, rijden er nog
slechts enkele autobussen, en af en toe
een verdwaalde auto.
Was de weg, eerst een geliefde wandel
route, reeds jaren lang voor wielrijders
levensgevaarlijk geworden, thans kah men
er uren voor zijn plezier fietsen, zoodat
thans weer tal van wielrijders 't aan den
overkant liggende jaagpad gaan mijden,
waar het vooral Zondags krioelt van de
fietsers, doch ook onveilig wordt gemaakt
door voortjagende motorrenners, die daar
vrij van tol zijn.
De nieuwe rijksweg heeft een zeer
stroef bovendek, zoojjat. heb gevaar van
slippen tot een minimum is gereduceerd.
De Dinsdag geopende verbinding met
Delft is slechts van üijdelijken aard voor
het verkeer naar Overschie en Rotterdam,
dat in de toekomst over dc Brasserskade
naar Delfgauw en zoo verder naar Over
schie en Rotterdam zal worden geleid.
ONZE DURE SPOORWEGEN.
Men schrijft ons:
Onder dit opschrift verscheen eenige
dagen geleden een bericht in „De Residen
tiebode", waarin geklaagd werd over de
dure spoorwegtarieven voor rcizigersver-
voer, dat door vele andere bladen is over
genomen.
De Res. beriep zich voor zijn oordcel
op een „statistiek", welke is gepubliceerd
ten opzichte van de internationale spoor
wegtarieven en waaruit bleek, dat in ver
houding tot 1913 de coëfficiënt der prijzen
voor de spoorwegen de volgende was:
Tsjecho-Slowakije 0.S0, Frankrijk 0.S2,
Italië 0.83. Spanje 0.98, Oostenrijk 1.03,
Bolgic 1.14, Duitschland 1.25, Polen 1-30,
Vereenigdc Staten 1.49, Noorwegen 1.51,
Engeland 1.50, Zweden 1.52, Nederland
1.57, Zwitserland 1.62.
Zooals deze cijfers hier gegroepeerd zijn
lijkt het voor den opper vla kkigen lezer
werkelijk alsof, met- uitzondering van Zwit
serland waarvan de Res. als veront
schuldiging heeft, dat het door dc kostba
ren aanleg door de bergen zeer hoogc ex
ploitatiekosten heeft, maar daarbij vergeel,
dat in ons lage land weer andere dingen
den spoorwegaanleg en het -onderhoud
groote lasten op het bedrijf leggen in
ons land het duurst wordt gereisd.
Als evenwel wordt vastgesteld met hoe
veel sinds een bepaald jaar de tarieven
zijn gedaald of gestegen, dan heeft dit
evénwel ten opzichte van dc prijzenver-
houding in dc verschillende landen nog
geen enkele beteekenis. Om dat juist vast
te stellen moei evenzeer in aanmerking
genomen worden, hoe de reizigerstaricven
in de verschillende landen zich in 1913
verhielden.
Aangenomen dat de cijfers van dc Res.
juist zijn, wat aan gerechten twijfel onder
hevig is, dan zou b.v. met de genoemde
daling in Frankrijk tot 0.83 en dc stijging
in ons land tot 1.57 het nog mogelijk zijn,
dat de tarieven in ons land thans nog lager
zijn dan in Frankrijk, zoodat de tarieven,
waarnaar die berekeningen zijn gemaakt
in 1913 in Frankrijk, b.v. 2 of 3 maal zoo
hoog waren als bij ons.
Met een enkel woord willen, we dit illu-
strecren.
Een reis over een bepaalden afstand
kostte in 1913 in Frankrijk- 4.en over
eenzelfden afstand in ons land (ook in
1913) 2.dan zou dus volgens de cijfers
van de Res. deze reis in Frankrijk thans
kosten 3.2S en in ons land 3.14.
Ziet dc Res. thans niet in dat zijne cij
fers geen grond geven voor zijne bewerin
gen?
Wij vragen ons verder af, hoe komt dc
„Residentiebode" aan deze cijfers.
In 1913 dus voor den wereldoorlog
bestond noch Tsjecho-Slowakije noch Po
len. Waar komen dan de vergelijkende cij
fers vandaan? Verder staan er nog meer
onjuistheden in het bericht.
Zoo is het voor Nederland genoemde cij
fer onjuist. De Nederlandsche reizigersta
rieven zijn thans niet 1.57 maal zoo hoog
als in 1913,. maar 1.75 maal zoo hoog.
De tarieven van België zijn in vergelij
king met 1913 niet geslagen, doch gedaald.
Ook de cijfers voor Duitschland zijn
niet juist, omdat geen rekening is gehou
den met de toeslagen op de sneltreinen,
die in 1913 1 Mark en nu 5 Mark bedragen
voor lange afstanden.
Een nog sprekender bewijs voor dc on
juistheden van dc bewering in de Res.
vinden we in „Der Zeitung des Vereins
Deutschër Eisenbahnerverwaltungen" van
24 Juli 1930.
In dit blad, dat onder hoofdredactie
staat van den President der Rijksspoor
wegdirectie en dus volledig bevoegd tot
oordeelen kaai worden genoemd, worden
mededceliugen gedaan over de verhooging
dér personen tarieven, die op dc Duitscho
Rijksspoorwegen op 1 September a.s. zul
len worden doorgevoerd.
Ter vergelijking met dc toekomstige
Duitscho tarieven wordt medegedeeld, dat
een reis derde klasse over een gemiddel
den afstand van 300 Kilometer in Reichs-
marken kost: in Duitschland 12.00, in En
geland 23.70, in Denemarken 13.67, in
Noorwegen 19.32, in Zweden 15.26, in Zwit
serland 14.76, in Nederland 12.60, Italië
12.21. Oostenrijk S.04, Polen 8.93, Hongarije
6.66, België 8.55, Frankrijk 9.86.
De vrachtprijzen van de buitcnlandsche
spoorwegen zijn daarbij omgerekend naar
de geldkoersen op 1 Juni 1930.
Uit dit overzicht blijkt dus wel, dat, al
reizen we hier in Nederland duurder dan
in een aantal andere landen, waarbij dc
geldkoers evenwel ook haar invloed doet
gelden, van. do bewering dat we in Neder
land nog altijd het duurste reizen niet
veel overblijft.
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Vrijdag 1 Augustus.
Huizen, 1071 M. Voor 6 uur 298 M.
Uitsluitend K.R.O.-uitaendingen.
8.15—9.30. Gramofoonmuziek.
11.30—12.t)0 Ziekcnuurtje.
12.151.15 Concert door het K.R.O.-
scxtct.
I.152.00 Gramofoonmuziek.
2.002.30 Causerie door Cor Hermus.
3.305.0o Gramofoonmuziek.
5.00—6.00 Gramofoonmuziek
6.00 lt cispraatje over Belgic.
6.107.15 Gramofoonmuziek.
7.157.45 Causerie over: „La dernièrc
Nuit de Ron Juan".
7.45S.00 Gramofoonmuziek.
S.00—9.00 Concert door do muziek van
het 5e regiment Infanterie te Amersfoort.
9.00—9.20 Vervolg causerie.
9.2011.00 Vervolg Militair concert.
Daarna gramofoonmuziek.
H i 1 v e r s-u m, 1S75 M.
8.00 V.A.R.A. Orgelconcert.
9.00 Gramofoonmuziek.
10.00 V.P.R.O. Morgenwijding.
10.15 V.A.R.A. Voorlezing door M. Be
versluis.
10.30. Voordracht en viool- en piano
concert. Voor de zieken.
II.30 Gramofoonmuziek.
12.00 Sluiting.
12.152.00 A.V.R.O. Concert door het
Omroeporkest.
2.002.30 Gramofoonmuziek.
2.303.00 Vioolconcert door B. Vcrhocff.
E. Veen a. d. vleugel.
3.004.00 Concert door het AVRO-
kwintet.
16.00 V.A.R.A. Kookpraatjc.
16.45 Vader Mulder vertelt.
17.30 Verzorging zender.
17.45 Concert door het VAR A-orkest.
Oude Weenschc muziek.
1S.05 Actueel allerlei vet het N. V. V.
18.2o Concert (vervolg).
20.00 Sluiting.
8.00 V.P.R.O.-Uitzcnding.
C.a. 23.0024.00 V.A.R.A. Gramofoon
muziek.
D a v e n t r y, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
12.20 Concert.
12.50 Orgelspel door E. H. Thiman.
1.502.50 Gramofoonmuziek.
4.20 Orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Lezingen en Nieuwsberichten.
T.Oo Piano-recital door F. Dawson.
7.207.40 Lezing.
7.\0 „Olpscssion", hoorspel v. D. Glasby.
9.20 Nieuwsberichten.
10.00 „Diversions".
„Radio-Paris", 1725 M.
12.502.20 Gramofoonmuziek.
4.05 Orkestconcert en soli.
7.10 Gramofoonmuziek.
9.03 „Hoffmann's vertellingen" van Of
fenbach. Orkest en solisten.
10.2o. Concert. Orkest en cello
L a ifg e n b e r g, 473 M.
7.237.50 Gramöfoonmuzi ek.:
7.508.50 Orkestconcert.
10.3512.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Gramofoonmuziek.
1.2.52.50 Orkestconcert.
5.506.50 Solisten-concert.
8.20 Orkcstconccrt. Intermezzo:' Zwit-
scrsche jod-eiliedjes Dubbcl-kwarlel. Na
afloop tot 12.20 Dansmuziek (graniofoon-
platen).
Kal und'b o rg, 1153 M.
12.20—2.20 Orkestconcert.
3.50—5.50 Concert Orkest en piano.
8.209.20 Orkestconcert.
9.201020 Liederen en voordracht.
10.1011.30 Orkestconcert.
B V u s s e '1, -508.5 M.
3.20 -Concert uit dc Kurzaal te Ostendc.
Orkest en violist.
5.20 Trio-concert.
6.50 Gramofoonmuziek.
8.33 Gramofoonmuziek.
8.50 Concert.
S.33 (33S.2 M.) Concert, georganiseerd
door de S.A.'B.O.V.
FEUILLETON
Uit het Engelsoh van
FRED. M. WHITE.
4i
Ze kwam tot do conclusie, dat dat ge
makkelijk genoeg zou gaan. Beatrice behoef
de alleen maar voor te wenden, dat zo
vreeselijk hoofdpijn had en to zeggen, dat
ze de benauwde atmosfeer in de eetzaal
niet kon verdragen en een poosje in do
koele, frissche serre achter den salon wil
de gaan zitten om oen boei je tot zichzelf
te komen.
En ze nam haar toevlucht tot deze krijgs
list.
„Neen je hoeft niet met me mee te
gaan", weerde ze af, toen Richford moei
lijk overeind kwam. „Ik ben heelemaal niet
in de stemming om met iemand te praten,
zelfs niet met jou." Het grove gezicht van
den man werd vuurrood en hij balde de
vuisten. Beatrice had nooit eenige moeite
gedaan om haar afkeer van den man, dien
ze beloofd had tc trouwen, te verbergen.
En hij had zich voorgenomen, dat hij zich
zou wreken voor de vernederingen, die ze
hem had laten ondergaan.
„Goed", bromde hij. „Ik zal naar een sa
lon gaan en daar op je wachten. Dan kan
ik meteen zorgen, dat niemand je komt
storen. Ik weet wat hoofdpijn bij een vrouw
ic beteekenen heeft."
Dc beteekenis van deze toespeling was
duidelijk genoeg, evenals dc blik die de
spreker op Berrington wierp, maar de ko
lonel negeerde het en zei niets. Hij was er
zeker van, dat Richford niets van de ma
noeuvre met de wijnkaart gemerkt had en
vond het dus niet ongeschikt, dat zijn arg
waan een verkeerde richting uitging.
Beatrice was naar den salon gegaan en
toen ze bij den ingang van de serre was,
zei dc Zwitscrsche kellner, die baar ge
volgd was
„Madame voelt zich niet wel, nietwaar?
Madame heeft hoofdpijn? Kan ik iets voor
Madame halen? Een glas water, of ijs, of
een kopje koffie, of
Beatrice was op het punt om le zeggen,
dat ze niets verlangde, toen zc de eigen
aardige uitdrukking op heb gezicht van den
Zwitser opmerkte. Er scheen achter zijn
vriendelijk aanbod een verborgen bedoe
ling te schuilen. „Neen, geen koffie", zei
ze, zoo luid, dat de logge man in den sa
lon het hoor en kon, „maar ik wil graag
een kop thee hebben, sterke thee, zonder
melk of suiker."
Dc kellner boog en vertrok. Beatrice
leunde achterover in een gemakkelijken
stoel, heelemaal als iemand die gekweld
wordt door hevige hoofdpijn; maar haar
hart bonsde van angstige verwachting. In
die houding zat ze nog, toen een kellner de
serre binnenkwam met ee'n blad met thee
gerei. Het was niet de kellner van straks
deze was slank en blond.
„Hier is de thee, mevrouw", zei hij met
een buiging. Mag ik misschien oen kopje
voor u inschenken?houd je kalm!"
Deze laatste woorden werden fluiste
rend bijgevoegd, Beatrice wist den uit
roep, die haar naar dc lippen welde, nog
juist bijtijds in te houden.
„Mark", fluisterde ze. „Markben je
het heusch?"
De slanke kellner glimlachte zacht toen
hij zijn handen om de trillende vingers van
het meisje legde .„Ja, ik ben het heusch,
liefste", antwoordde hij. „Maar zeg in
's hemelsnaam niet, dat ik te laat ben ge
komen
HOOFDSTUK III.
Mark's ontdekking.
Een buitenstaander zou niets onge
woons hebben opgemerkt in de houding van
den pseudo-lcellner met zijn blad. Evenmin
in de houding van Beatrice, die achter
over leunde alsof de pijn in haar hoofd
zoo lievig was,- dat ze niet rechtop kon zit
ten. Maar toch kon de kellner zoo lang
niet blijven staan zonder argwaan te wek
ken, wanneer Richford het in zijn hoofd
zou krijgen om in de serre te komen of
naar binnen te kijken.
„Het is zoo goed van je te komen," zei
Beatrice „Die man is me gevolgd, dus het
is het beste, dat je even weggaat, alsof je
iets vergeten had en dan weer komt. Dan
kan hij geen argwaan koesteren.
Mark Ventmore boog toestemmend. Hij
had de serre juist verlaten door een deur,
die naar de gang voerde, of Richford kwam
binnen.
„Gaat het al wat beter?" vroeg hij op niet
bijster vriendelijken toon. „Grappig die
hoofdpijn van vrouwen
„Ga alsjeblieft weg beet Beatrice hem
toe. Waarom kom jc me lastig vallen? Jij
bent wel de laatste die ik bij me verlang
te hebben. Ga alsjeblieft naar do anderen
en laat me met rust."
Mokkend slenterde Richford weg: Kolo
nel Berington kwam den salon binnen, dc
vriendelijke kolonel kwam haar lo hulp
Met onuitsprekelijke opluchting zag zc dat
hij Richford tactvol meenam en dat zij sa
men verdwenen Vlug veranderde zc van
plaats, zoodat zij in den salon kon kijken
zonder zelf gezien te worden. Dc zijdeur
ging weer open en Mark Ventmore kwam
voor dc tweede maal binnen, ook nu met
een blad in dc handen.
Hij keek behoedzaam om zich heen,
kwam toen naar Beatrice toe en knielde
naast haar stoel neer.
„Lieveling", fluisterde hij. „O, mijn lief,
klein meisje! Ben ik ie laat?"
Beatrice zei een oogenblik niets. Zo
gaf zich geheel over aan de verrukking van
het weerzien. Mark's arm was om haar liecn
geslagen; haar hoofd viel op zijn schouder.
Er trok een onzeker glimlachje over het
mooie meisjesgezicht, toen hij haar harts-
tochtelijk kuste.
„Waarom ben je niet eerder gekomen?",
fluisterde ze.
„Liefste, ik kon niet. Ik was op reis. ik
ben onverwacht naar Londen gegaan en
heb hier zoo liet een en ander gehoord,
Maar is liet te laat?"
„O, ik ben er bang voor, ik ben er bang
voor", mompelde Beatrice.
„Als je een week eerder gekomen was.
zou ik je gevraagd hebben nier ine tc trou
wen en me mee te nemen. Ik heb jc ge
schreven, maar jc hebt mijn brief natuur
lijk niet gekregen. En toch, als ik toen
met je getrouwd was, zou mijn vader geruï
neerd en onteerd zijn."
Mark Ventmore haalde ongeduldig zijn
schouders op.
„Dat zegt Sir Charles", antwoordde hij. „Sir
Charles verzint altijd wat. Hij heeft na
tuurlijk op jc gevoel gewerkt, liefste."
„Dezen keer niet, Mark. Hij is in eon af
schuwelijke zaak verwikkeld on er hangt
hem een vervolging boven het hoofd. En
ik ben dc prijs voor zijn vrijheid. Mijn aan
staande man zal mijn vader met geld hel
pen, zoodra het huwelijk voltrokken is.
Zelfs nu staan er een paar detectives voor
liet hotel om mijn vader in het oog tc hou
den. Het is vreeselijk, Mark."
Mark Ventmore drukte her bevende
meisje dichter tegen zich aan. Hij bezwoer,
dat haar schandelijk offer nooit gebracht
zou worden. Was dat bleckc, wanhopige
meisje in zijn armen, dc vroolijk-lachendo
Beatrice, die hjj altijd gekend had Een
jaar geleden waren ze in vol vertrouwen
op dc toekomst van elkaar gegaan en zc
waren overeengekomen elkaar niet te
schrijven, omdat de scheiding een toets
steen voor huil liefde zou zijn. Mark zou
naam maken als schilder, daarvan waren
ze vast overtuigd en Beatrice zou op hem
wachten.
„Laat je vader loopen cn ga mee", drong
Mark aan. „Ik verdien tegenwoordig ge
noeg om er met jou van tc leven: niet over
dadig, maar genoeg voor ons beiden om ge
lukkig te zijn. Ik zal jc meenemen, naar 'n
lieve oude vriendin van me, waar jc blij
ven kunt tot ik alles in ofde heb gemaakt.
En dat hoeft niet heel lang tc duren."
Beatrice sloot haar oogen bij dit verruk
kelijk vooruitzicht. Zc streed een hevigen
strijd en één oogenblik stond ze op het
punt om toe tc geven. Mark w$s zoo sterk
en goed en flink en zij hield zooveel van
hem. Maar zc had haar woord gegeven aan
haar vader, om hem tc redden van schan
de en armoede.
(Wordt vervolgd).