De Slavin van het Zwijgen DINSDAG 29 JULI 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 BINNENLAND KONINKLIJKE BESLUITEN. Rijksuniversiteit te Groningen. Bij Kon. besluit is benoemd tot lector in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te Groningen, om onderwijs te geven in de Friesche taal en letterkunde, P. Sipma, te Leeuwarden. Technische Hoogeschool. Bij Kon. besluit is tijdelijk benoemd tot lector in de afdeeling der algemeene we tenschappen aan de Technische Hogeschool te Delft, om onderwijs te geven in den ijk, J. G. Berck. Commissaris van politie. Bij Koil. besluit is benoemd tot commis saris van politie te Rotterdam P. J. E. Snippe, thans hoofdinspecteur van politie aldaar. R.-K. MEUBELMAKERS EN HOUT- BEWERKERS. Tweejaarlijksch Congres. In den Dierentuin te '-sGravenhage werd Zaterdag en gisteren het tweejaarlijksch Congres gcnoudoa van den Ned. R.-K. Bond van Meubelmakers en Houtbewerkers „St. Antonius van Padua". In zijn openings woord wees de voorzitter de heer Th. de Groot uit Amsterdam er op, dat „St. Anto nius" die na de bloeiperiode, die haar hoog tepunt gevonden had in 1920 toen de bond 6171 leden telde en daarna gedaald is tot benemen de 3000 in 1924, sinsdien geleide lijk weder is gestegen tot over de 4400 le den. Aan moeilijkheden heeft het den bond niet ontbroken. De vele werkloosheid in het bedrijf maakte uitkeeringen noodig tot een bedrag van 340.000, bij stakingen moet niet minder dan ƒ350.000 werden uit betaald en ook van het bondsziekenfonds werden vele en zware offers gevraagd. Toch mag de financieele toestand van den bond gezond genoemd worden al is dan groote waakzaamheid, zorg en zuinig heid gebiedende eisch. In de vergadering van Zondag, die des morgens om 10 uur begon, werd een eind gemaakt aan een bestaande onbillijkheid, ook als gevolg^ van de ziektewet en werd bepaald, dat, in tegenstelling met voor heen, men bij ziekte slechts dan wordt vrij gesteld van '"t betalen van bondscontribu- tie indien men niet., hetzij krachtens con- tractueele verplichtingen, hetzij als gevolg van de ziektewet ziekengeld ontvangt. Ontvangt men op een dezer beide gronden uitkeering, dan is men ook de "bondscon- tributie verschuldigd. Een voorstel-Amsterdam om in verband met den steeds toenemenden bloei der or ganisatie ovej- te gaan tot aanstelling van nog eèn bezoldigd bestuurder werd aange nomen in dien zin dat het bestuur hier toe zal overgaan zoodra blijkt dat de fondsen van den bond een - bestendiging van deze functie dragen kunnen. Nijmegen die onmiddellijk daartoe wilde overgaan om dan met kracht de districts- actie te voeren zag zijn voorstel niet vol doende gesteund om in behandeling te komen. De aftredende bestuursleden werden herkozen terwijl gekozen werden in de vacature H. H. Waals, de heer F. v. d. Brand te Haagsteeg en in de vacature J. Th. v. d. Laan de heer H. Ratté te Den Haag. HAAGSCHE KNULLETJES. De knuppel kan hier goeden dienst doen. Holly Mahroudi" schetst in de „Nieu we Courant,, „Ze liepen vóór me op de Laan van Meerdervoort, drie van die onuitstaan bare knulletjes met half-zakkende broe ken plus-fours heeten die moderne, af schuwelijke aardappelzakken als ik het wel heb waaruit beenen te voorschijn kwamen, die verdacht veel op afgekeurde boonestaken leken. Hun gelakte pommade-hoofdjes glom men als een lakschoen en heel hun optre den droeg het stempel van gemaaktheid, van het quasi manachtige, dat niet in overeenstemming te brengen is met hun onvolgroeide bodies. Het zijn bekende typen de residen tie kent er zoo héél wat maar het zijn blagengroote blagen Ze hebben praats voor zes en vloeken om het andere woord dat staat mis schien mannelijk. Misschien zijn ze dan ook wel zestien of zeventien.... Ze hebben het met allerlei kunst- en vliegwerk wel tot de tweede klas Gym of H.B.S. gebracht. Verder zullen ze het waarschijnlijk niet brengen, maar dat is minder, want ze hebben 'n „Haarlie" of 'n Ariel en knallen over den Leidschen of Scheveningschenweg met 'n bravoure, diè 'n geroutineerd motorrenner de haren te berge zou doen rijzen. Ze hebben wel geen syllabe verstand van een motor, maar dat wordt bi} de uitreiking van een rijbewijs ook niet gevraagd, niet waar 1 Ze kennen alle bars en dancings, in Den Haag zoowel als in Scheveningen, met alles wat daaraan verbonden is, en ze knipoogen vertrouwelijk tegen zekere, op de Pier flaneerende dames, met het air van doorgewinterde mannen. Ja het zijn echte Lebemanner Zestien, zeventien Ze weten u precies te vertellen "waarom „Harry" niet meespeelt, want ze kennen trouwens iedereen, die aan den weg tim mert persoonlijk. Ja -! En ze vinden het „vei'rot ongeheurd, zag", dat wij in Boe dapest verloren, noemen Tap een prul en de rest van ons elftal droevige stumpers, die geen korrel verstand van voetballen hebben. Zélf hebben ze nog nooit een bal Ze kennen onze zwemmers en zwem sters op hun duimpie, en bij eiken wed strijd zijn ze te vinden en vervelen u met hun „kijk" op alles, met hun ongevraagdo opmerkingen en uitleggingen. Zelf hebben ze nog nimmer een druppel water over hun magere bodies- gevoeld hoogstens heb ben ze eenmaal in de veertien dagen hun voetjes een beetje afgespoeld. Ze vinden Holland een kikkerland. „Neen, dan het buitenland, zkg En ze scheppen op over hun reizen, die zich in waarheid niet verder uitstrekken dan dat ééne reisje naar Antwerpen, op een Zon dag heen en terug, heel zoetjes met Pa en Ma. Ze praten over politiek en sport met een flux de paroles, die u aanvankelijk overdondert, maar weldra blijken het slechts woorden, looze woorden. Een leegte, die ons verbaasd doet staan, spreekt uit heel hun wezen, uit al hun holle woor den. Wielrennen is een proletensport Vlie gen niets aan Neen, gevlogen hebben ze feitelijk nog niet, maar ze hebben een kennis op Waalhaven, weet u. Hockey Korfbal Ach wat een bezigheidje voor de „meiden". Maar boksen, ja boksen dht is noj iets. Maar daar heb je nu bijvoorbeeld die Schmeling, die heeft nu gewoongeweg geen verstand en begrip van techniek En in gedachten zie je Sc'hmelings vuist hun kwallengëzichtjës even streelen, al leen maar stréélen. Ze rooken,. ze drinken, ze dansen en ze vloeken, en ze lachen om alles wat ze niet begrijpen en ze lachen u in uw gezicht brutaal uit Ze hebben een „vrouw", deze knulletjes, waarmee ze dan een of ander meisje van hun leeftijd bedoelen, van het zelfde laken een pak.... En deze kinderen, ja kinderen, want meer zijn het niet, deze aanstellerige, ganzen, die nog een donsje op him boven- j lip hebben, zijn al blasé in het kwadraat, j En dat is dan zestien of zeventien Zoo J telt de Residentie, neen, niet aleen de Residentie, zoo telt ons heele land er ve- telt de Residentie, neen, niet alleen de Men vraagt zich alleen af maar hebben j deze kinderen dan geen ouders 1 En zoo ja, is het dan niet beanstigend En als ze deze regelen lezen, die knul letjes, die hoop des vaderlands, dan vinden ze het ,,'n verdrake mop zag" en be seffen nóg niet, dat ze zelf-bedoeld wor den We mogen er wél trotsch op zijn.." Ziedaar de producten van onze hoogge roemde beschaving en opvocdingskunst Zou de befaamde „vrijheid'' hier niet schuldig staa DE IEPENZIEKTE. Geen belangrijke achteruitgang van het hout Wij lezen in het „Volk": De vraag, of hout, afkomstig van door iepenziekte aan getaste boomen, minder gebruikswaarde heef. dan hout, dat afkomstig is van ge zonde iepenboomen, wordt door vaklieden, als houtkoopers en houtverwerkers, op zeer uiteenloopende wijze beantwoord. In ver band daarmede is in het laboratorium voor technische botanie te Delft op verzoek van het Staatsboschbeheer, gevestigd te Utrecht, een wetenschappelijk onderzoek dienaangaande ingesteld met behulp van bepioevingstoestellen van het gebouw voor kennis en onderzoek van bouwstoffen. Het verslag nopens de uitkomsten van dat onderzoek zal binnenkort volledig openbaar worden gemaakt. Naar wij vernemen, is men bij de proef nemingen tot de slotsom gekomen, dat hout van iepenboomen, die door bovenbe doelde ziekte zijn aangetast, weliswaar eenigen achteruitgang in mechanische eigenschappen in het bijzonder in de taaiheid vertoont, doch dat een be langrijke achteruitgang, zelfs bij den sterkst aangetasten sta-m, niet kon wor den vastgesteld. GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER AUTO TE WATER GEREDEN. Een der inzittenden verdronken. Een auto, waarin gezeten waren Dr. Beyaart en de heer Balthau, hotelhouder uit Selzaete (Z. VI.) is tusschen Selzaete en Gent in het Kanaal gereden. Dr. Beyaarts kon zich al zwemmende redden; de heer Balthau is verdronken. Met motorfiets tegen een boom gereden en gedood. Zondagmiddag vond men langs den weg van Oss naar Macharcn een man in be- wusteloozen toestand. Het bleek te zijn H. van B. oud zesentwintig jaar, fabrieks arbeider, die het ongeluk had gehad met zijn motorfiets tegen een boom te hebben gereden. De Kon. Marechaussees waren spoedig ter plaatse. Medische en geeste lijke hulp werd ingeroèpen en verleend. Van B. werd voorzien van de laatste H.H. Sacramenten. Nog voor het slachtoffer naar het St. Annagasthuis was getrans porteerd, waren de levensgeesten gewe ken. Het slachtoffer laat een weduwe en twci kinderen achter, Door een vrachtauto over reden en gedood. Zaterdagmiddag geraakte het achtjarig zoontje van den landbouwer E. te Klein- dijk onder een bierauto van de Lange te Emmen. Het knaapje is aan de bekomen verwondingen overleden. Van een vrachtauto gevallen en overleden. Gisterenmiddag had in de.Chr. Huygen- straat to Tilburg een doodelijk ongeval plaats. Het zevenjarig zoontje van den heer K. uit de Oerleschestraat was op een vrachtauto van de firma Stevens geklommen. Op een onbewaakt oogenblik viel het ventje van den auto en geraakte daarbij onder een der achterwielen. De knaap kreeg heb wiel over het hoofd en was op slag gedood. Door een auto overreden en gedood. Het S-jarig zoontje van den landbouwer J. E. te Odoorn is, terwijl het speelde, door een auto overreden. De dood trad onmiddellijk in. Den. chauffeur treft geen schuld. Auto in een sloot gereden. Tusschen Wagenberg en Made is giste ren de auto van den heer D. uit Klun- derb door het breken van het stuur, in een sloot gereden. De vier inzittenden bekwamen allen verwondingen en moes ten zich te Made onder geneeskundige behandeling stellen. Aan de gevolgen overleden. Zaterdag is in het ziekenhuis te Tilburg H. S., die verleden week op den Breda - schen weg is aangereden, aan zijn ver wondingen overleden. Op 23 dezer werd een jongetje van een jaar oud, J. W. genaamd, door een auto bus der H. T. M. in de Frederikstraat in Den Haag overreden en ernstig ge wond naar het ziekenhuis- gebracht. Gis teren is het jongetje aan zijn verwon- digen overleden. DOODELIJK AUTO-ONGELUK TE SITTARD. De automobilist gearresteerd. Eerverleden Zondag is in heb Fransche klooster te Sittard de heer J. Thissen, die Donderdagavond op den Rijksstraat weg te Sittard door een passeerende luxe auto overreden werd, zonder tot bewust zijn te zijn gekomen, overleden. Zooals- wij gemeld hebben, was de chauffeur van den auto, welke dit ongeluk veroorzaakte, zonder zich om het slachtoffer te bekom meren, doorgereden. Zaterdag hebben de marechaussee's van Sittarl hem in de omgeving van Maastricht aangehouden. De voorruit van den auto was van on breekbaar glas, maar niettemin totaal ver splinterd. De auto is- van een handels reiziger uit Rotterdam. Verdronken. In den nacht van Zaterdag op Zondag is de 36-jarige grondwerker J. N. te Rot terdam achterover van een hekje gevallen, dat aan den kant van de Delftsche- vaart stond. De man zonk onmiddellijk. Het on geluk was evenwel door een paar late wandelaars gezien, die een agent van politie haalden. Aan deze gelukte het vrij snel den man met een dreg op te halen. Kunstmatige ademhaling is door den G.G. en G.D. toegepast, waarna hij naar het ziekenhuis Coolsingel is ver voerd. Hij is daar ter verpleging opge nomen, d'ooh Zondagmorgen overleden. Gisterenmiddag is bij het zwemmen in zee, in de onmiddellijke nabijheid van den vuurtoren te Scheveningei{ ver dronken de 21-jarige C. S., uit de Meeu wenlaan te Amsterdam. Het zwemmen bij den vuurtoren blijkt uiterst gevaarlijk te zijn. Den laats ten tijd is het herhaaldelijk voorgekomen, dat goede zwemmers daar verdronken of in gevaar kwamen te verkeeren. De heer S., die gisterenmiddag het slachtoffer is geworden, stond op een golfbreker, ver loor zijn evenwicht en viel in heb water, dat hem door den sterken trek onmid dellijk meesleurde. De gevaarlijke zee. I Bij het baden in zee aan het Stille I Strand verkeerden Zondagmiddag de 51- jarige J. v. B. en diens 15-jarigen zoon in levensgevaar, doordat zij door den j sterken stroom niet uit zee konden ko- I men. Zij zijn gered door twee lieden van i do reddingsbrigade. i Te Domburg is Zondagmiddag de ruim 20-jarige W. uit die gemeente, die met een kameraad was gaan zwemmen j doch een minder goed geoefend zwemmer was, bij vrij hevigen wind in zee verdron- j ken. Het ongeluk gebeurde op grooteu I afstand van het officieele badstrand. UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Woensdag 30 Juli. Huizen 1071. M. Voor 6-uur 298 M. Uitsl. NCRV.-uitzending. 8.159.30 Morgenconcert. 10.3011.00 Ziekendienst. 11.0011.30 Gramofoonpl.. 11.3012.30 Concert op het orgel. 12.302.00 Solistenconcert. 2.002.45 Solistenconcert. 2.453.15 Christel, lectuur. 2.154.15 Vervolg concert. 4.155.00 Gramofoonpl. 5.006.00 Kinderuurtje. 6.007.00 Gramofoonpl. 7.007.45 Causerie over de letterkunde. 7.45 Gramofoonpl. 8.0011.00 Concert. Lezing over tuin-archi- tectuur. 10.00 Persber. Hilversum, 1875 M. 8.00 VARA. Orgelconcert. 9.00 VARA. Gramofoonpl. 10.00 VPRO. Morgenwijding. 10.15 VARA. W. v. Capellen leest voor. 10.30. VARA. Voor de zieken. Voordracht met piano- en vioolsoli. 11.30 VARA. Gramofoonpl. 12.15 VARA. Concert door het VARA- septet. 13.45 VARA. Gramofoonpl. 14.00 Verzorging zender. 14.30 VARA. Kindermatinée in het Kur- haus Scheveningen. 15.30 VARA. Maak het zelf-les. 16.30 VARA. Orgelconcert. 17.00 VARA. Voor de kinderen. 17.45. VARA. Concert door het VARA- orkest. 19.15 VARA. Literaire causerie door A. M. de Jong. 20.00 VARA. Inl. tot de avond-uitz. 20.15 VARA. Concert in het Kurhaus Sche veningen o. 1. v. C. Schuricht. Daarna persber. en gramofoonpl. D a v e n t r y, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Gramofoonpl. 1.20 Orkestconcert. 2.202.50 Concert. 4.20 Strijkkwartet. 5.05 Orgelconcert door R. New. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing en Nieuwsber. 7.00 Piano-recital door F. Dawson. 7.20 Lezingen. 8.05 Vaudeville. 9.20 Nieuwsber. 9.45 Lezing. 10.00 Concert. Orkest. 11.20 Dansmuziek. 11.3512.20 Dansmuziek. „Radio Paria", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonpl. 4,05 Orkestconcert en soli. 8.20 Concert, Orkest en solist. 9.05 „La Périchole" van Offenbach. Orkest en solisten. L a n g e n b r g, 473 M. 7.257.50 Gramofoonpl. 7.508.50 Orkestconcert. 10.3512.15 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. I.252.50 Orkestconcert. 5.506.50 Concert. Piano, viool en cello. 8.20 Concert. Orkest en mezzo-sopraan. In termezzo: Koorconcért. Na afloop tot 12.20 Orkestconcert. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Orkestconcert. 3.505.50 Orkestconcert en voordracht. 8.209.05. Orkestconcert. 9.059.35. Orkestconcert, voordracht en zang. 9.5510.20 Pianorecital. 10.2011.20 Orkestconcert. II.2012.50 Dansmuziek. 'Brussel, 508.5 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Trio-concert. 8.35 Gramofoonpl. 8.40 Concert. Orkest en solisten. FEUILLETON Uit het Engelsch van FRED. M. WHITE. „U hoeft u niet ongerust te maken", ver volgde Beatrice. „Mijn zwakke oogenblik is voorbij en ik zal mij in het vervolg beter beheerschen." „Zoo mag ik het hooren", prees Sir Char les opgewekt. „Tusschen haakjes, ik heb wel eens gedacht, dat er tusschen jou en Mark Ventmore iets was, hè?" Een gloeiend rood trok over Baetrice's bleek gezicht. Haar kleine handen trilden. „Ik heb nooit van iemand anders dan van Mark gehouden en zal dat altijd blij ven doen. Als Mark's vader zijn handen niet van hem afgetrokken had, omdat hij zich liever aan de kunst wilde wijden, dan za ken te doen, waarvoor hij niet den minsten lust of aanleg heeft, zoudt u nooit en nim mer tusschen ons gekomen zijn. U hebt kans gekregen, doordat hij naar het bui tenland is gegaan, maar ik wil u één ding vertellen. Ik heb Mark naar Venetië ge schreven, verleden week, en hem gevraagd om direct over te komen. Als hij dat ge daan had, zou ik hem alles verteld hebben en hem gesmeekt hebben met mij te trou wen. Maar de brief is niet terecht geko men: ik heb niets van hem gehoord en u behoeft dus niet bang te zijn voor die twee mannen daar beneden. Maar het was op heb kantje af voor u." Sir Charles keerde zich van haar af, ter wijl hij een vroolijk deuntje neuriede. Het was niet noodig zich nog boos of onge rust te maken. Gelukkig maar, dat die brief dieu jongen windbuil niet bereikt hadBeatrice had nu haar woord gegeven en dat zou zij houden. Haar rechtschapen heid en eergevoel had zij van haar moe der geërfd. „Dwaas, dwaas," mompelde Sir Charles op vergoelijkenden toon. „Meisjes zijn zoo impulsief. Geloof je ook niet, dat die an jers beter zullen uitkomen, als er wat meer groen tusschen staat? Kijk, zoo, vindt je het nu niet beter." Alsof hij geen andere zorg ter wereld had, verschikte Sir Charles de dieproode bloemen. Zijn gezicht stond weer even jon gensachtig als zooeven. In de aangrenzen de kamer hoorde hij een hooge vrouwenstem naar iemand vragen. „Lady Rasborough", riep hij. „Ik zal haar tegemoet gaan. En probeer om 's he melswil een beetje vroolijker te kijken. Blijf hier tot je er wat opgewekter uit ziet Sir Charles ging met een kwieken stap en een charmante glimlach op zijn gezicht de kamer uit. Lord Rashborough was het hoofd van zijn familie en hoewel de recep tie morgen in het hotel zou zijn, trouwde Beatrice uit het huis van de familie Rash borough. Beatrice streek -vermoeid en lusteloos met de hand over het gezicht. Ze stond een oogenblik onbeweeglijk in het vuur te staren, haar gedachten waren ver weg. Langzamerhand keerde zij weer tot de werkelijkheid terug en zij merkte plotse ling dat zij niet alleen in de eetzaal was. Toen zij zich omkeerde, zag zij een slanke dame, die juist naar de deur wilde gaan. „Ik geloof", zei de vreemde met een prettig klinkende stem, „dat ik mij vergist heb." „Als u mijn vader Sir Charles Darryll misschien spreken wilt, dan kan ik u wel naar een andere kamer brengen Het viel Beatrice plotseling in, dat de vreemde vrouw wel een avonturierster kon zijn, die het om het tafelzilver te doen was. Maar één blik op het mooie bedroefde vrouwengezicht was voldoende om haar dat vermoeden oogenblikkelijk te doen verwer pen. De vreemde was ongetwijfeld een echte dame. Zij was heelemaal in zilver grijs gekleed en droeg een hoed in dezelfde tint, waaronder zacht grijs haar uitkwam, dat een wonderlijke tegenstelling vormde niet het nog jonge gezicht. „Ik ben verkeerd geloopen, zie ik", zei de vrouw. „Kan ik niet in de gang komen door die deur daar? Die groote moderne hotels zijn goed om in te verdwalen Dus u bent Beatrice Darryllik heb dikwijls van u gehoord: mag ik u gelukwenschen met „Neen, neen", riep Beatrice snel. „Doet u dat niet, als u mij uw naam zegt, kan ik u misschien helpen om .degene te vinden die u zoekt. De vreemde schudde het hoofd toen zij op den drempel stond. En met haar zachte aangename stem antwoordde zij: „het komt er in het minst niet op aan hoe ik heet. U kunt* mij de slaving van het Ver bond noemen Er klonk iets onuitsprekelijks droevigs in deze woorden. HOOFDSTUK II. De geheimzinnige kellner. Het diner was in vollen gang en nie mand zou bij het meisje, ter eere van wie dit opgewekte en schitterende gezelschap bijeen was, zooveel ellende en hartelced hebben verondersteld. Sir Charles, glim lachend vroolijk en onuitputtelijk in gezel lige conversatie, babbelde met zijn gas ten, alsof hij de zwijgende wachters bui ten volkomen vergeten was. Zooals hij daar troonde als gastheer, op lettende dat het zijn gasten aan niets ont brak, zon men hem voor een schatrijk man gehouden hebben. En inderdaad, deze kostbare maaltijd zou ook wel betaald wor den.... maar niet door hem. Beatrice had haar gezicht in een glim lachende plooi gedwongenzij beheerschto zich op oen bewonderenswaardige manier. Er waren verschillende andere jonge meis jes onder de aanzittenden aan het feest maal, die Miss Darryll in stilte benijdden en zich afvroegen, waarom ze zoo simpel- tjes gekleed zou zijn. Aan haar linkerzijde zat Stephen Richford, een zware, grove, norsch kijkende man met dikke lippen en met een onmiskenbaar sluwe en gemeene uitdrukking in zijn kleine oogjes. Er was iets in zijn verschijning dat deed denken aan een beroepsbokser. Hij was slecht ge humeurd en weinig geneigd tot conversa tie, zooals het meestal het geval bij hem was, zocdat Beatrice bijna voortdurend praatte met haar tafelbuur aan de andere zijde. Kolonel Berrington, een bekend offi cier, die heel wat roemruchte krijgsavontu ren achter den rug had en die sinds kort uit Indië terug was. Hij was een knap en gedistingeerd uit ziend man, maar in de trekken om zijn mond en in zijn oogen was een uitdrukking van melancholie en verzwegen verdriet. Kolonel Berrington scheen overal geweest te zijn en iedereen te kennen, maar over zijn eigen verleden sprak hij zelden of nooit. En toch was er iets in zijn persoon lijkheid, dat allen die hem kenden vertrou wen inboezemde, er waren weinig men- schen die zooveel confidenties aan te hoo ren kregen als hij. Waarschijnlijk kwam dit door het begrijpende meevoelen, dab hij al tijd voor zijn medemenschen toonde en in derdaad had hij ook de intuïtieve gave om op te merken of iemand waarmee hij in aan raking kwam werkelijk ongeveinsd vroolijk en gelukkig was, of een stil verdriet ver borg achter een masker van opgewekt heid.... zooals hij zelf meestal deed. En zoo zei zijn vriendelijk meevoelend in stinct hem op dat oogenblik, dat heb mooie meisje naast hem, niet gelukkig was. „Dit is dus uw laatste feest al.s jong meisje, juffrouw Darryll", merkte hij glim lachend op. „Het kost me moeite om te realiseeren, dat u, den laatslen keer dat ik u gezien heb nog een gélukkig kind was..." „En dat ik nu een ongelukkige jonge vrouw ben, wilde u misschien zeggen V' opperde Beatrice. „Ik weiger positief me een dergelijke be wering in de schoenen te laten schuiven", protesteeerde Berrington. „Als ik de tafel zoo eens rond kijk, zie ik minstens vier jonge meisjes, die u uit den grond van hun hart benijden. Onder zulke omstandighe den kan een meisje toch nooit ongelukkig zijn!" Beatrice bloosde een weinig en speel de zenuwachtig met een stukje brood. Ber- rington's woorden waren op een onschuldig- schertsende toon gezegd, maar de verbor gen beteekenis er van ontging haar niet. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5